Terug
Gepubliceerd op 04/12/2024

Notulen  College van burgemeester en schepenen

di 26/11/2024 - 13:30 schepenzaal

Samenstelling

Aanwezig

Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur

Secretaris

Bart Telen, Algemeen directeur

Agendapunten

1.

2024_CBS_01191 - Notulen vorige zitting - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
1.

2024_CBS_01191 - Notulen vorige zitting - Goedkeuring

2024_CBS_01191 - Notulen vorige zitting - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

De gemeenteraadsleden beschikken over de mogelijkheid om de goedgekeurde notulen via eBesluit te raadplegen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen opmerkingen over het verslag. Bijgevolg is het verslag van de zitting van 19 november 2024 goedgekeurd.

2.

2024_CBS_01193 - Kalender 2025: gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
2.

2024_CBS_01193 - Kalender 2025: gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn - Kennisneming

2024_CBS_01193 - Kalender 2025: gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn - Kennisneming

Motivering

Feiten context en argumentatie

De planning van de maandagen waarop de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn in 2025 zullen plaatsvinden, is opgesteld. Hieronder is het overzicht:

  • 27 januari
  • 24 februari
  • 24 maart
  • 28 april
  • 26 mei
  • 23 juni
  • Geen zitting in juli
  • Geen zitting in augustus
  • 15 september
  • 20 oktober
  • 24 november
  • 15 december

In bijlage werd ook het uitgebreide overzicht toegevoegd, waar ook de data in vermeld staan waarop de agenda's worden vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen alsook wanneer de dagordes worden uitgestuurd naar de raadsleden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de kalender van de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn in 2025.

3.

2024_CBS_01194 - Afvoering van ambtswege - Goedkeuring

Goedgekeurd
3.

2024_CBS_01194 - Afvoering van ambtswege - Goedkeuring

2024_CBS_01194 - Afvoering van ambtswege - Goedkeuring
4.

2024_CBS_01197 - Bestelbons - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
4.

2024_CBS_01197 - Bestelbons - Goedkeuring

2024_CBS_01197 - Bestelbons - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van de bestelbons goed.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van bestelbons goed voor een bedrag van €13.584,81.

5.

2024_CBS_01196 - Subsidie security op jeugdfuiven: aanvraag Chiro Zonhoven Centrum voor Hololool - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
5.

2024_CBS_01196 - Subsidie security op jeugdfuiven: aanvraag Chiro Zonhoven Centrum voor Hololool - Goedkeuring

2024_CBS_01196 - Subsidie security op jeugdfuiven: aanvraag Chiro Zonhoven Centrum voor Hololool - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Op 13 november 2024 ontvingen we van Reinaart Broux van Chiro Zonhoven Centrum een aanvraag voor "security subsidie op jeugdfuiven". In deze aanvraag zat een factuur voor 2024 ten bedrage van 1.486,49 euro.

Deze aanvraag werd tijdig ingezonden en geeft recht op een subsidie ten bedrage van 300 euro. 

Chiro Zonhoven Centrum dient nog het rekeningnummer en een attest bankidentiteit te bezorgen vooraleer de subsidie kan worden uitbetaald.  

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen geeft de goedkeuring over een securitysubsidie jeugdfuiven ten bedrage van 300,00 euro voor de organisatie van Hololool. 

7.

2024_CBS_01198 - Notarisinfo - artikel 5.2.2 - 2024/00034/SPLITSING - Roosterkensweg - inlichtingen notariële splitsing - Mededeling

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
7.

2024_CBS_01198 - Notarisinfo - artikel 5.2.2 - 2024/00034/SPLITSING - Roosterkensweg - inlichtingen notariële splitsing - Mededeling

2024_CBS_01198 - Notarisinfo - artikel 5.2.2 - 2024/00034/SPLITSING - Roosterkensweg - inlichtingen notariële splitsing - Mededeling

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het perceel is kadastraal gekend als afdeling 1, sectie B, nummer 306P/deel.

Het perceel 306P ligt volgens het gewestplan Hasselt-Genk gedeeltelijk in woongebied (eerste 50 meter) en gedeeltelijk in woonuitbreidingsgebied (achterliggend deel).

Het perceel is niet gelegen binnen de afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk.

Het perceel is niet gelegen binnen een BPA.

Het perceel is niet gelegen binnen een goedgekeurde verkaveling.

Voor het perceel werden volgende vergunningen afgeleverd:

  • Het bouwen van een woonhuis dd. 18/12/1957.
  • Het bouwen van een veranda dd. 03/08/1965.

Opmerkingen:

  • De verschillende constructies (ca. 140m²) vrijstaand achter de woning zijn niet vergund.
     Het is noodzakelijk dat hiervoor een regularisatie wordt aangevraagd.
  • Door het afsplitsen van de achterliggende tuinzone blijft er geen enkele tuinzone meer over aan de bestaande woning.
     Het is wenselijk om een tuinzone van minimum 10 meter te behouden achter de woning Roosterkensweg 24.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen heeft volgende opmerkingen over de verkoop van een deel van het perceel 306P, zijnde lot 2 met een oppervlakte van 4a 27ca, zoals weergegeven op het opmetingsplan van Landmeter-expert Johan Paquay van 10 september 2024, om gevoegd te worden bij de tuin van de naastliggende buur:

  • Het is noodzakelijk dat een regularisatie wordt aangevraagd voor de niet-vergunde constructies achter de woning.
  • Het is wenselijk om een tuinzone van minimum 10 meter te behouden achter de woning Roosterkensweg 24.
8.

2024_CBS_01199 - Notarisinfo - artikel 5.2.2 - 2024/00035/SPLITSING - Holleweg - inlichtingen notariële splitsing - Mededeling

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
8.

2024_CBS_01199 - Notarisinfo - artikel 5.2.2 - 2024/00035/SPLITSING - Holleweg - inlichtingen notariële splitsing - Mededeling

2024_CBS_01199 - Notarisinfo - artikel 5.2.2 - 2024/00035/SPLITSING - Holleweg - inlichtingen notariële splitsing - Mededeling

Motivering

Feiten context en argumentatie

De percelen zijn kadastraal gekend als afdeling 3, sectie F, nummers 579A2 en 579W.

Het perceel 579W is volgens het gewestplan Hasselt-Genk gelegen in woongebied, het perceel 579A2 is gelegen in woonuitbreidingsgebied.

De percelen zijn niet gelegen binnen de afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk.

De percelen zijn niet gelegen binnen een BPA.

Het perceel 579W is gelegen binnen de goedgekeurde verkaveling 1197.F.874.2 als lot 2.

Het perceel 579A2 is uit de vermelde verkaveling gesloten als lot 7.

Opmerkingen:

  • Binnen de verkaveling werd als voorwaarde opgelegd dat lot 7 gevoegd zou worden bij lot 2 en dat zo de bereikbaarheid wordt gegarandeerd.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen heeft geen opmerkingen over de verkoop van het perceel 579W, zijnde lot 2 met een oppervlakte van 8a 70ca en het perceel 579A2, zijnde lot 7 met een oppervlakte van 0a 31ca..

9.

2024_CBS_01200 - OMV - ongunstig advies beroep tegen de weigering van de omgevingsvergunning (1373.E.874.2), gelegen langs de Schopsveldweg 3 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
9.

2024_CBS_01200 - OMV - ongunstig advies beroep tegen de weigering van de omgevingsvergunning (1373.E.874.2), gelegen langs de Schopsveldweg 3 - Goedkeuring

2024_CBS_01200 - OMV - ongunstig advies beroep tegen de weigering van de omgevingsvergunning (1373.E.874.2), gelegen langs de Schopsveldweg 3 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van de provincie Limburg van 26 september 2024, nl.:

“Hierbij deel ik u mee dat het beroep van mevrouw Claesen Lutgarde, Duistbosstraat 48, 3583 Beringen, ingesteld tegen de beslissing d.d. 2024-08-13i van het college van burgemeester en schepenen van Zonhoven, waarbij aan een weigering afgegeven werd, voor het project ‘verkaveling en vegetatiewijziging’, ter plaatse Schopsveldweg 3, 3520 Zonhoven als administratief volledig en ontvankelijk wordt beschouwd. Het onderzoek van het beroep wordt heden gestart.

Overeenkomstig artikel 66 van het Omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014 moet de deputatie uitspraak doen over uw beroep binnen een termijn van 120 dagen na datum van de ontvankelijk- en volledigverklaring van het (laatste) beroep.  Deze termijn kan éénmalig met 60 dagen worden verlengd in uitzonderlijke omstandigheden (organisatie van nieuw openbaar onderzoek, toepassing van de administratieve lus of aanvraag die wegenwerken omvat) of op gemotiveerd verzoek van de vergunningsaanvrager.

Er zal een hoorzitting georganiseerd worden op 21 januari 2025.  Hiervoor zal u nog een aparte uitnodiging ontvangen.”

Volgende argumentatie werd gevoegd bij het beroepsdossier:

“1.   Situering

1. De aanvraag heeft betrekking op een onbebouwd perceel gelegen te Zonhoven, schopsveldweg 3, kadastraal gekend als afdeling 2, afdeling 3, sectie E nr. 954A:

Luchtfoto

2. Het perceel is gelegen binnen de grenzen van het gewestplan Hasselt-Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979.

Het perceel is gedeeltelijk bestemd als ‘woonuitbreidingsgebied’ (zie hierna geel omlijnd) en deels als ‘woongebied’, zoals blijkt uit de ‘omgevingscheck’:

Foto

Het perceel is gelegen binnen het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt-Genk” dat op 20 juni 2014 definitief werd vastgesteld door de Vlaamse Regering.  Er is geen bestemmingswijziging ten opzichte van het gewestplan voorzien voor dit perceel.

Het perceel is verder niet gelegen in een ander ruimtelijk uitvoeringsplan, een bijzonder plan van aanleg of een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het perceel is momenteel in gebruik als weiland.

3. De ingediende omgevingsvergunningsaanvraag bestaat uit het volgende:

1) het verkavelen van gronden.  De aanvrager wenst twee loten te creëren, waarvan één lot (lot 1) voor een eengezinswoning in open bebouwing.  Het andere lot (lot 2) wordt uitgesloten van de verkaveling;

2) een vegetatiewijziging.  Op het te ontwikkelen lot is er struisgras aanwezig die verwijderd en gecompenseerd zal worden.

4. Het verkavelingsplan duidt de ligging van de toekomstige loten aan:

Foto

Uit het verkavelingsplan blijkt dat louter een kleine strook van lot 1 gedeeltelijk gelegen is in woonuitbreidingsgebied.   Deze strook wordt niet ontwikkeld, en blijft bijgevolg volledig gevrijwaard.

Er worden daarop geen stedenbouwkundige handelingen uitgevoerd zoals vermeld in arikel 4.2.1 VCRO.  Het ‘woonuitbreidingsgebied’ wordt als dusdanig niet aangesneden.

5. De aanvraag werd ingediend op 6 maart 2024.  Er volgde een volledigheid en ontvankelijkheidsverklaring op 13 mei 2024.

Het openbaar onderzoek liep van 23 mei tot en met 21 juni 2024.  Er werden geen bezwaren ingediend.

6. De volgende adviezen werden verleend:

      - Agentschap voor Natuur en Bos van 1 juli 2024 – voorwaardelijk gunstig;

      - Fluvius van 17 mei 2024 – voorwaardelijk gunstig;

      - Proximus van 3 juni 2024 – gunstig;

      - De Watergroep van 14 mei 2024 – voorwaardelijk gunstig;

      - Wyre van 16 mei 2024 – gunstig

7.De gemeentelijke omgevingsambtenaar (“GOA”) levert op 30 juli 2024 zijn verslag af waarin de aanvraag ongunstig wordt geëvalueerd.

De motieven die aanleiding geven tot het ongunstig advies worden hieronder hernomen en weerlegd.

Het college van burgemeester en schepenen maakt zich dit advies eigen en weigerde op 13 augustus 2024 de aangevraagde vergunning.   Dit is de bestreden beslissing (bijlage 1).

2.   Ontvankelijkheid

II.1 Hoedanigheid

8. Op grond van artikel 53, 1° van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (“OVD”) kan door de aanvrager van een vergunning beroep worden ingesteld tegen de uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing van het college van burgemeester en schepenen over zijn aanvraag.

Het beroep wordt ingesteld door de aanvrager, wat voldoende is ter bevestiging van de vereiste hoedanigheid en het belang.

II.2 Tijdigheid

9. Het beroepschrift dient te worden ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na deze waarop het afschrift van de bestreden beslissing werd ontvangen (artikel 54, 1° OVD).

De registratie van de beslissing in het omgevingsloket heeft plaatsgevonden op 28 augustus 2024.

De beroepstermijn loopt bijgevolg tot en met 27 september 2024, zoals ook correct vermeld op het omgevingsloket.

II.3 Vormvereisten

10. Dit administratief beroep voldoet aan alle vormvereisten, zoals voorzien in artikel 56 OVD.

Aangezien de aanvrager het beroep indient via het omgevingsloket, is voldaan aan zowel de vereiste beveiligde zending, als de verplichte gelijktijdige kennisgeving aan het schepencollege.

De aanvrager heeft een dossiertaks betaald, waarvan hij het stortingsbewijs bijbrengt (ijlage 2).

Het beroep is ontvankelijk.

3.   Gegrondheid

III.1 Weerlegging weigeringsmotief 1: strijdigheid met gewestplan

11. Het schepencollege stelt in eerste instantie dat de aanvraag strijdig zou zijn met de gewestplanbestemming. 

12. Men erkent dat de verkaveling verenigbaar is met het bestemmingsgebied “wonen”. Tegelijkertijd formuleert het schepencollege de bedenkelijke nuancering dat het nooit de bedoeling zou zijn geweest van het gewestplan om de plaats van de aanvraag in te kleuren als woongebied. Hij vervolgt dat dat de werkelijke grens van het bestemmingsgebied wonen gelijk zou lopen met de Reuvoortweg en dat het geenszins de bedoeling zou zijn om   hypothese zou de gewestplangrens 

De aanvrager merkt op dat het schepencollege de ligging van de aanvraag in woongebied niet betwist. Bijgevolg is de nuancering irrelevant.   Ten overvloede merkt hij op dat het wel degelijk de bedoeling was van de opstellers van het Gewestplan om op de aanvraaglocatie een bouwgrond te voorzien.  

13. Het werkelijke weigeringsmotief is dan ook een andere. Concreet voert het schepencollege aan dat het bouwlot strijdig is met de gewestplanbestemming “woonuitbreidingsgebied”. Hij motiveert als volgt:

“De bepalingen uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening over de woonuitbreidings-gebieden zijn gewijzigd in het Decreet 

Woonreservegebieden (voluit: het Decreet van 26 mei 2023 tot wijziging van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, wat de woonreservegebieden betreft). Het decreet werd door de Vlaamse Regering bekrachtigd en afgekondigd op 24 mei 2023 (B.S. 27 juni 2023) en is in werking sinds 7 juli 2023. Het Decreet Woonreservegebieden is van toepassing op voorliggende aanvraag omdat de 

omgevingsvergunningsaanvraag in eerste aanleg werd ingediend na de inwerkingtreding van het decreet. 

Het bouwlot, lot 1, wordt bestemd tot het oprichten van één gebouw met een hoofdbestemming van eengezinswoning. Een deel van de voortuin, zijtuinstrook en achtertuin zijn gelegen in woonuitbreidingsgebied. De bouwvrije (spievormige) tuinzone maakt een onlosmakelijk deel uit van de huiskavel. De tuinzone vormt één samenhangend geheel horende bij de ééngezinswoning waardoor dit deel tot deze bestemming behoort. 

Artikel 5.6.10 VCRO luidt evenwel: 

“§1. In woonreservegebieden kunnen stedenbouwkundige handelingen als vermeld in artikel 4.2.1 of het verkavelen van gronden, vermeld in artikel 4.2.15, alleen worden toegestaan in de volgende gevallen: 

op grond van een voorafgaand gemeenteraadsbesluit als vermeld in onderafdeling 2, met 

toepassing van de voorwaarden en eventuele lasten van dat vrijgavebesluit; 

2° op grond van de bepalingen, vermeld in artikel 5.6.14; 

3° voor zover ze in overeenstemming zijn met de voorschriften van een algemeen plan van aanleg of een bijzonder plan van aanleg, met behoud van de toepassing van de bepalingen van hoofdstuk IV vanntitel IV. 

In afwijking van het eerste lid kunnen in woonreservegebieden omgevingsvergunningen afgegeven  worden voor aanvragen die zijn gesteund op afwijkingsmogelijkheden als vermeld in titel IV, hoofdstuk V. §2. De mogelijkheden, vermeld in paragraaf 1, gelden niet in gebieden die zijn aangeduid als watergevoelige openruimtegebieden als vermeld in artikel 5.6.8, §3.” 

Het woonreservegebied is in casu nog niet aangesneden zodat een vrijgavebesluit van de gemeenteraad vereist is. 

Op heden ligt zulke beslissing geenszins voor. Evenmin geldt er een verplichting om in het kader van de lopende vergunningsprocedure een beslissing van de gemeenteraad te vragen. De procedure daartoe is immers voorzien in de VCRO. 

De aanvraag is niet in overeenstemming met de gewestplanbestemming woonuitbreidingsgebied Hierop is geen afwijking mogelijk. De aanvraag kan aldus niet vergund worden. 

Beklemtoond dient te worden dat artikel 5.6.10, §1, tweede lid VCRO dient te worden gekaderd in de ontwikkelingsmogelijkheden cfr. het eerste lid. 

Het tweede lid dient immers te worden gelezen dat het op basis van artikel 5.6.14 VCRO toegelaten is om te ontwikkelen op basis van de afwijkingsbepalingen opgenomen in titel IV, hoofdstuk IV. 

Minstens dient te worden vastgesteld dat de verwijzing van de vergunningsaanvrager naar artikel 4.4.1, §3, 2° VCRO niet opgaat.  

Voormeld artikel luidt: 

§ 3. De volgende zaken worden niet beschouwd als strijdig met voorschriften van het gewestplan, algemene plannen van aanleg, gewestelijke of provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen en meer dan vijftien jaar oude verkavelingen: 

1° onderhoudswerken aan een hoofdzakelijk vergunde constructie; 2° handelingen die vrijgesteld zijn van de vergunningsplicht voor stedenbouwkundige handelingen, op voorwaarde dat de op het perceel aanwezige gebouwen of constructies hoofdzakelijk vergund zijn. 

Als voorwaarde zou steevast worden opgelegd dat de tuinzone niet mag worden aangelegd in woonuitbreidingsgebied, zodat geen gebruik kan worden gemaakt van artikel 4.4.1, §3, 2° VCRO. De toepassing van het vrijstellingsbesluit wordt immers uitgesloten ingeval het strijdig is met voorwaarden uit een omgevingsvergunning”. 

De aanvrager is het helemaal oneens met voorgaande motivering. 

De geplande woningconstructie op lot 1 blijft strikt beperkt tot de gewestplanbestemming ‘woongebied’. De kleine strook in lot 1 die gelegen is in woonreservegebied wordt niet ontwikkeld, en blijft bijgevolg volledig gevrijwaard.   

Er worden daarop geen stedenbouwkundige handelingen uitgevoerd zoals vermeld in artikel 4.2.1 VCRO. Het ‘woonuitbreidingsgebied’ wordt als dusdanig niet aangesneden, zodat een vrijgavebesluit in de zin van artikel 5.6.10 VCRO niet noodzakelijk is.  

Voor een bijkomende argumentatie verwijst de aanvrager naar zijn aanvullende nota’s die - als onderdeel van de aanvraag - werden ingediend onder ‘dossierstukken’. 

Ten overvloede merkt de aanvrager op dat de uiterst onredelijke houding van de vergunningverlenende overheid in eerste aanleg – wat betreft de mogelijkheid om het minimaal deeltje woonuitbreidingsgebied op te nemen in het lot als bouwvrije tuinzone – strijdig is met eerdere handelingen van hetzelfde bestuur. Zo moet er opgemerkt worden dat de gemeente Zonhoven tot 2021 de intentie had om het woonuitbreidingsgebied te bestemmen tot een woonwagenpark. In dat kader was er tussen de gemeente en de aanvrager ook een akkoord om het perceel van de aanvraag te verwerven (bijlage 3). Op het gedeelte woonuitbreidingsgebied zouden dan sanitaire voorzieningen worden geplaatst. Een en ander toont aan de huidige houding van de gemeente ten opzichte van het woonuitbreidingsgebied overdreven/tegenstrijdig is. 

Tot slot herhaalt de aanvrager dat hij zich niet verzet tegen vergunningsvoorwaarden die een extra zekerheid kunnen bieden voor de vergunningverlenende overheid. Er kan bijvoorbeeld een voorwaarde worden opgelegd die bepaalt dat er op het stuk in woonuitbreidingsgebied geen handelingen mogen gesteld worden, waaronder ook handelingen die vallen onder het vrijstellingsbesluit. 

III.2 Weerlegging weigeringsmotief 2: de compensatielocatie is wel geschikt

14. Als tweede weigeringsmotief stelt het schepencollege dat de wijziging van de vegetatie niet kan worden vergund omdat de aanvraag geen correcte compensatie zou bevatten. 

Men stelt dat de compensatie niet kan gebeuren op de locatie die de aanvrager voorziet, omdat het bestemmingsgebied van deze locatie – woonuitbreidingsgebied – het niet zou toelaten. Het schepencollege verwijst naar het bosdecreet waarin compenseren enkel zou kunnen in groengebied, natuurontwikkelingsgebied, parkgebied, buffergebied, bosgebied, bosuitbreidingsgebied, agrarisch gebied in de ruime zin, recreatiegebied, gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en in gebieden voor openbare nutsvoorzieningen. 

15. De aanvrager betwist deze redenering. 

De regeling over compensatiegebieden uit het bosdecreet kan niet zomaar toegepast worden op vegetatiewijzigingen. De regeling voor vegetatiewijzigingen is terug te vinden in het decreet betreffende het natuurbehoud -dat uiteraard te onderscheiden is van het bosdecreet. 

Er is geen uitdrukkelijke rechtsregel die het verbiedt om een compensatie voor vegetatiewijzigingen te voorzien in woonuitbreidingsgebied. 

Een en ander impliceert dat het oordeel over de compensatielocatie moet gebeuren op basis van de feitelijke kenmerken van de locatie. Deze beoordeling is gebeurd door het Agentschap voor Natuur en Bos en leidde tot haar goedkeuring/gunstig advies. 

Er moet dan ook worden aangenomen dat het compensatieperceel feitelijk gezien geschikt is voor compensatie. Dit perceel is immers op dit moment in gebruik als weide.  De exacte locatie van de compensatie is daarbij gelegen achteraan het kadastraal perceel ter hoogte van de grens met de achterliggende en ingesloten weide. Op dit perceeldeel zal er niet gebouwd kunnen worden. 

Bijgevolg vormt het compensatieperceel geen hindernis voor de vergunning. 

III.3 Weerlegging weigeringsmotief 3: de aanvraag is wel verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening

16. Als laatste weigeringsmotief geldt de stelling dat de aanvraag niet verenigbaar zou zijn met de goede ruimtelijke ordening. 

De voornaamste hindernis zou de gevelbreedte zijn. Men stelt dat de voorziene gevelbreedte van 8,73m niet zou voldoen aan de minimumgevelbreedte van 9,00m die als richtlijn voor open bebouwing wordt gebruikt door de gemeente. 

17. De richtlijn waarnaar het schepencollege verwijst is geen afdwingbaar stedenbouwkundig voorschrift in de zin van artikel 1.1.2 VCRO, doch enkel een beleidsvisie van de gemeente Zonhoven, waarmee een vergunningverlenende instantie geen rekening mee moet houden. 

Er is geen enkel juridisch bindend voorschrift waaruit zou blijken dat die minimum gevelbreedte een stedenbouwkundig voorschrift uitmaakt in de zin van artikel 4.3.1, §1, 1°, a) VCRO.  

In ieder geval is de aangevraagde gevelbreedte in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening. In de bestaande omgeving zijn er talloze voorbeelden voorhanden met zelfs een kleinere gevel (en perceels-)breedte, zoals blijkt uit hierna getoond plan:

Foto

Een en ander maakt dat de aanvraag wel degelijk verenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening.

4.   Het beschikkend gedeelte

Om hogervermelde redenen verzoekt de aanvrager/de beroeper uw deputatie het administratief beroep ontvankelijk en gegrond te verklaren en de omgevingsvergunning te verlenen.

De beroeper wenst gehoord te worden.

Onder alle voorbehoud en zonder enige nadelige erkentenis.”

Advies dienst:

De gemeentelijk omgevingsambtenaar (GOA) blijft bij het voorgaand standpunt en wenst hiervoor te verwijzen naar het verslag GOA d.d. 30/07/2024.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen beslist het ingediende beroep negatief te beoordelen en behoudt het standpunt van 13 augustus 2024.

10.

2024_CBS_01201 - OMV - Vergunning - Daalheideweg 24 - 2024/00188 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
10.

2024_CBS_01201 - OMV - Vergunning - Daalheideweg 24 - 2024/00188 - Goedkeuring

2024_CBS_01201 - OMV - Vergunning - Daalheideweg 24 - 2024/00188 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Dossiernummer:    2024/00188

Referentie omgevingsloket:    OMV_2024119128

De aanvraag, ingediend door de heer Christof Quintens wonende te Dennenweg 41 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 03/09/2024 en op 16/10/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.

De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Daalheideweg 24, kadastraal gekend als afdeling 2 sectie D nr. 130R34.

De aanvraag gaat over het verbouwen en uitbreiden van een vrijstaande eengezinswoning.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).

1.    STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS

    De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied.

De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.

De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Volgende verordeningen zijn van kracht:

•    algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;

•    gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;

•    gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;

•    gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.

2.    HISTORIEK

    Volgende dossiers zijn relevant: 

•    Stedenbouwkundige vergunning (1957/00151) voor het bouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 18/03/1957.

3.    BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG

    Beschrijving van de plaats & omgeving

Het perceel bevindt zich op hoek van de Daalheideweg met de Dennenweg, beide gemeentewegen. 

De omgeving wordt gekenmerkt door residentiële bebouwing in open en halfopen verband. De eengezinswoningen werden voornamelijk opgericht met 1 of 2 bouwlagen onder hoofdzakelijk hellende daken. De woningen zijn voornamelijk afgewerkt met een gevelsteen in diverse tinten en texturen. 

Het perceel grenst aan de linkerzijde aan de Dennenweg. Het rechts aangrenzend perceel is bebouwd met een terugliggende vrijstaande eengezinswoning opgericht met 1 bouwlaag onder een hellend dak. 

Het perceel van de aanvraag is bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning opgericht met 1 bouwlaag in het jaar 1957. De woning werd ingeplant op minimaal 4,68m uit de voorste perceelsgrens, aan de Daalheideweg, op minimaal 4,19m uit de linker perceelsgrens, aan de Dennenweg, en op minimaal 5,61m uit de rechter perceelsgrens. De woning werd opgericht met een bouwdiepte van 10,02m en een bouwbreedte van 8,75m. De inrit werd aangelegd via de Dennenweg. Er werden ook twee vrijstaande bijgebouwen opgericht zonder vergunning. Het eerste bijgebouw betreft een garage met een breedte van 5,14m en een diepte van 2,61m, ingeplant op 0,73m uit de achterste perceelsgrens. Het tweede bijgebouw betreft een tuinberging met een breedte van 7,42m en een diepte van 2,80m, ingeplant op 5,93m uit de rechter perceelsgrens en op ca. 4,75m uit de achterste perceelsgrens. 

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag gaat over het verbouwen en uitbreiden van een bestaande vrijstaande eengezinswoning en het aanleggen van het terrein. 

Het perceel van de aanvraag betreft een hoekperceel met een perceelbreedte van 18,40m ter hoogte van de Daalheideweg en 26,60m ter hoogte van de Dennenweg. De bestaande woning opgericht met 1 bouwlaag wordt verbouwd en uitgebreid. De inplanting van het hoofdvolume wordt licht gewijzigd door het aanbrengen van gevelisolatie langs de buitenzijde en de afwerking hiervan met steenstrips. De woning zal hierdoor ingeplant worden op ongeveer 4,88m uit de voorste perceelsgrens, op ongeveer 5,44m uit de rechter perceelsgrens en op minimum ongeveer 4,01m uit de linker perceelsgrens (aan de Dennenweg). Het dak van het hoofdvolume blijft grotendeels behouden en wordt langs de binnenzijde geïsoleerd. Hierdoor blijft de huidige kroonlijst ter hoogte van de voorgevel van 2,82m en de nokhoogte van 6,38m ten opzichte van het maaiveld behouden. In het voorste dakvlak voorziet men aan de rechterzijde een dakkapel met een breedte van 4,15m en een hoogte van 5,55m ten opzichte van het maaiveld. Deze dakkapel bevindt zich op 0,83m onder de nokhoogte.

Het bestaande achterste dakvlak, bestaande uit 2 dakhellingen wordt gewijzigd.  Waardoor de kroonlijsthoogte wordt opgetrokken van 2,40m naar 3,51m ten opzichte van het maaiveld.

De achterbouw wordt uitgevoerd met een plat dak.  De dakrandhoogte is gelegen op 3,51m ten opzichte van het maaiveld.

Door deze uitbreiding krijgt de woning een totale bouwdiepte van 12,35m. De bouwbreedte wordt verruimd tot 9.09m louter omwille van de isolatiewerken. Intern voorziet men op het gelijkvloers een inkom met toilet en trap naar de verdieping, een bureau, berging, leefruimte met aansluitend een open keuken. Onder het dak worden er twee slaapkamers, een kleine berging en een badkamer voorzien. De woning wordt afgewerkt met rood/zwart genuanceerde steenstrips gecombineerd met buitenschrijnwerk in antraciet aluminium en dorpels in blauwe hardsteen. De dakkapel wordt afgewerkt met antracietkleurige aluminium beplating. 

De bestaande inritverharding met toegang langs de Dennenweg zal volledig verwijderd worden, net zoals het toegangspad naar de voordeur ter hoogte van de Daalheideweg.

Er wordt een nieuwe inrit voorzien via de Daalheideweg. De inrit heeft een breedte van 3m en een lengte van 14,52m, uitgevoerd in waterdoorlatende verharding. Vanuit de inrit wordt een toegangspad voorzien naar de voordeur alsook een pad naar de achterzijde van de woning, eveneens in waterdoorlatende verharding. Ter hoogte van de keuken wordt aan de achtergevel een terras in tegelverharding aangelegd met een oppervlakte van 24,90m². 

Aan de linkerzijde van de woning wordt in het verlengde van de voorgevel van de woning een haagbeplanting voorzien met een hoogte van 1,80m. Deze haagbeplanting wordt doorgetrokken langsheen de linker (= Dennenweg) en achterste perceelgrens.

Aan de achterzijde van de inrit wordt eveneens een haagafsluiting voorzien met een hoogte van 1,80m.

De niet vergunde vrijstaande bijgebouwen zullen gesloopt worden. Het betreft een garage met een oppervlakte van 13,44m² en een tuinberging met een oppervlakte van 20,79m². Het slopen van niet-vergunde constructies is niet vergunningsplichtig is. Dit gedeelte van de aanvraag is dan ook zonder voorwerp.

4.    OPENBAAR ONDERZOEK 

    Het dossier werd volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.

Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.

5.    ADVIEZEN

    Aan volgende adviesverlener werd advies gevraagd:

Fluvius.

6.    EFFECTEN OMGEVING

    Project-MER

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

Stikstofdecreet

Voor een eengezinswoning, kunnen we uitgaan van ongeveer 2920 vervoersbewegingen per jaar (4 personen x 2 vervoersbewegingen/persoon x365 dagen/jaar= 2920 jaarlijkse vervoersbewegingen). Dit is minder dan 70.000 jaarlijkse vervoersbewegingen (VITO tabel 3, licht verkeer, KDW =6 en afstand = 0). Dit betekent dat zelfs indien een huis op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact van het verkeer nog niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% de minimis. We kunnen bijgevolg met absolute zekerheid besluiten dat de impactscore van de bouw van deze eengezinswoning, voor wat betreft mobiliteit, lager is dan 1%.

7.    INHOUDELIJKE BEOORDELING

    Decretale beoordelingselementen

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Daalheideweg en de Dennenweg voldoende uitgeruste openbare wegen zijn.

De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.

Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

Zonering

Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.

Waterparagraaf

Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.

Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023.  De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.

Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:

De plannen geven aan dat voor de uitbreiding en verbouwing van de woning met een totale horizontale dakoppervlakte van 105,52 m² een hemelwaterput voorzien wordt met een inhoud van 7.500 liter en recuperatie van het hemelwater voor toiletten, wasmachine, buitenkraan en binnenkraan. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een open infiltratievoorziening met een oppervlakte van 8,16m² (minimaal vereist 6,05m²) en een volume van 2.500 liter (minimaal vereist 2.495 liter) waarmee men voldoet aan de verordening.

De verordening is niet van toepassing op de aanleg van de voorziene verhardingen. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren.

Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.

Natuurtoets

Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden. 

Erfgoed- & Archeologietoets

Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.

Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De bestaande woonfunctie blijft behouden en is functioneel inpasbaar op deze locatie.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag voorziet het aanleggen van een oprit, aan de Daalheideweg, met een breedte van 3m en een lengte van 14,52m waarop meerdere voertuigen kunnen parkeren. Het stallen van voertuigen kan dan ook geheel op eigen terrein opgevangen worden waardoor de last van het autobezit niet wordt afgeschoven op het openbaar domein. 

Schaal

Behoudens het aanbrengen van gevelisolatie aan de buitenzijde en de afwerking hiervan blijft de inplanting van het hoofdvolume behouden. Het aanbrengen van gevelisolatie is vrijgesteld van vergunningsplicht. De uitbreiding aan de achterzijde van het bestaande hoofdgebouw brengt de totale bouwdiepte op 12,35m. In het voorste dakvlak, aan de rechterzijde, zal een dakkapel voorzien worden met een breedte van 4,15m en tot op 0,83m van de nok. De dakkapel zorgt voor meer ruimte en woonkwaliteit van de dakverdieping. 

De bebouwing in de directe omgeving varieert sterk qua bouwdiepte, bouwhoogte als ook materiaalgebruik. Rekening houdend met de gevarieerde bebouwing in de directe omgeving zal de woning niet als storend ervaren worden in het straatbeeld. De aanvraag voldoet aan de algemeen gehanteerde normen voor een eengezinswoning qua bouwdiepte, bouwhoogte en inplanting. 

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De huidige functie als eengezinswoning blijft behouden wat zorgt voor een behoud van een minimale woondichtheid en is bijgevolg aanvaardbaar op deze locatie.

De aanvraag voorziet 105,62m² aan bebouwing en 76,10m² aan verhardingen. Dit brengt de totale verharding/bebouwing op 181,72m². Rekening houdend met de oppervlakte van het perceel (513,25m²) bedraagt de footprint zo’n 35%, dit is aanvaardbaar en in overeenstemming met de visie van de gemeente. Er resteert ruim 65% van het terrein wat zal ingericht worden als groene ruimte. 

Visueel-vormelijke elementen

De gevelafwerking van de woning en de uitbreiding is voorzien in rood/zwart genuanceerde steenstrips gecombineerd met buitenschrijnwerk in antraciet aluminium en dorpels in blauwe hardsteen. De dakkapel wordt afgewerkt met antracietkleurige aluminium beplating. De bebouwing in de omgeving varieert sterk qua bouwstijl alsook materiaalgebruik. Bijgevolg zal het voorgestelde materiaalgebruik niet als storend ervaren worden in het straatbeeld. 

Cultuurhistorische aspecten

Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.

Bodemreliëf

Volgens de aanvraag wordt het bestaande reliëf niet gewijzigd.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De aanvraag creëert voldoende woonkwaliteit en gebruiksgenot voor de bewoners. Door de aanvraag ontstaat er geen bijkomende hinder. 

Bespreking van de adviezen

•    Het advies van Fluvius d.d. 24 oktober 2024 is voorwaardelijk gunstig.

“Adviesverlening RIOLERING voor uw project te ZONHOVEN, Daalheideweg 24 

Naar aanleiding van uw stedenbouwkundige aanvraag voor bovenvermeld project geven we volgend advies voor wat betreft riolering. 

Dit advies handelt over de technische aansluitbaarheid op het openbaar rioleringsnetwerk indien aanwezig. Dit desbetreffende perceel blijft aansluitbaar via de bestaande huisaansluitingen op de bestaande riolering ter hoogte van de aanpalende straat. De Fluvius-aansluitingsvoorwaarden voor o.a. diepte, diameter en locatie, zijn terug te vinden op www.fluvius.be. 

Infiltratievoorziening 

De eventuele noodoverloop dient voldoende hoog voorzien te worden, en niet dieper dan 30 cm onder het laagste deksel of aangesloten kolk, en zodanig dat de noodoverlaat zich boven de hoogste grondwaterstand bevindt. Deze noodoverlaat dient te allen tijde inspecteerbaar en bereikbaar te zijn (bv. onder een deksel). Er wordt enkel een aansluiting met max. diam. 160 mm als overloop van de infiltratievoorziening toegestaan. Op de overloop van de infiltratievoorziening moet een terugslagklep staan, zodat geen water vanuit de openbare riolering kan terugstromen in de infiltratievoorziening. 

Daarnaast dient u voor wat betreft riolering uiteraard te voldoen aan alle geldende gewestelijke, provinciale en gemeentelijke wettelijke bepalingen dienaangaande. Fluvius doet hierop geen nazicht. 

Via https://www.vmm.be/data/zonering-en-uitvoeringsplan kan u eenvoudig nakijken in welke cluster het perceel zich bevindt en de daaraan gekoppelde verplichtingen inzake septische putten. 

Dit advies doet verder geen uitspraak over of nazicht op de ontworpen riolering op het privé-gedeelte. 

Bijkomende info m.b.t. het toepassingsgebied en de richtlijnen van de GSVH (Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater) bij verbouwingen, uitbreidingen, etc : 

-Algemeen toepassingsgebied van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater (GSV(H)) 

Tenzij het hemelwater op eigen terrein in een onverharde zone infiltreert zonder dat hiervoor een afvoersysteem moet worden aangelegd (met uitzondering van dakgoten en regenpijpen) en zonder dat het water naar andere percelen of het openbaar domein afvloeit, is de GSV hemelwater van toepassing op volgende handelingen op zowel privaat als openbaar domein: 

- Overdekte constructies bouwen of herbouwen, bestaande overdekte constructies verbouwen met werken aan de afwatering, bestaande overdekte constructies uitbreiden; 

- Verhardingen aanleggen, heraanleggen of uitbreiden; 

- Aanleggen van een afwatering voor de bovenstaande constructies of verhardingen, waarvan het hemelwater voorheen op natuurlijk wijze in de bodem infiltreerde. 

-Algemene richtlijnen: 

De hemelwaterput, de infiltratievoorziening en/of de buffervoorziening moeten uiterlijk in gebruik genomen worden op het moment dat ook het gebouw of de verharding in gebruik genomen wordt. 

Het hemelwater moet altijd gescheiden blijven van het afvalwater. 

Het hemelwater moet altijd gescheiden blijven van het drinkwater. Rechtstreekse verbindingen via mengkranen, gesloten afsluitkranen, keerkleppen of wegneembare aansluitstukken zijn niet toegelaten. Zulke wanverbindingen vormen niet alleen een risico voor de waterkwaliteit in huis, maar kunnen ook het openbare drinkwaternet vervuilen. 

Regularisaties worden steeds getoetst aan de regelgeving die geldt op het moment van indiening van de regularisatieaanvraag. Indien het niet mogelijk is zich in orde te stellen aan de geldende GSV hemelwater dient de vergunningsaanvrager een gemotiveerde uitzondering aan te vragen. 

-Het verbouwen van een constructie: 

Volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) betekent het verbouwen van een constructie : het uitvoeren van aanpassingswerken binnen het bestaande bouwvolume van een constructie waarvan de buitenmuren voor ten minste 60% behouden worden. 

Voor verbouwingen geldt dat de GSV hemelwater enkel van toepassing is wanneer er werken aan de afwatering gebeuren. Dit is het geval als zowel het hemelwaterafvoersysteem als het afvoersysteem van afvalwater beide ingrijpend worden gewijzigd. Niet-ingrijpende werken kunnen onder andere zijn: vervanging van regenpijpen, dakgoten of hemelwaterafvoer, enkel werken aan sanitaire installaties, plaatselijke ingrepen aan het afvoersysteem van hemelwater en/of afvalwater. 

Het plaatsen van een hemelwaterput en een infiltratievoorziening is daarentegen ook bij niet-ingrijpende werken zeker aan te bevelen en sommige lokale besturen moedigen het daarom aan met een subsidie. 

Een verticale uitbreiding of optopping (m.a.w. het aanbrengen van een extra verdieping) valt ook onder verbouwingen. 

-Voor de GSV hemelwater is een uitbreiding van een gebouw een nieuw gebouwdeel dat aan of tegen een bestaande constructie wordt gebouwd. 

Uitbreidingen vallen steeds onder het toepassingsgebied van de verordening, ongeacht de grootte, en ongeacht of er al dan niet werken aan de afwatering gebeuren. 

Het kan zowel gaan om een uitbreiding na een gedeeltelijke afbraak als een nieuwe uitbreiding. Wanneer een gedeelte van een gebouw wordt afgebroken en herbouwd, is de verordening dus van toepassing voor uitbreidingen, zelfs als de oppervlakte na uitbreiding niet groter is dan de oppervlakte vóór de uitbreiding. Als meer dan 40% van de buitenmuren worden afgebroken en herbouwd is er wél sprake van een volledige afbraak en herbouw. 

Het aanbrengen van isolatie aan de buitenzijde van een woning tot een maximum van 26 cm wordt beschouwd als aanpassingswerken binnen het bestaande bouwvolume, en valt dus niet onder het toepassingsgebied van uitbreidingen, maar onder dat van verbouwingen. Enkel als er werken aan de afwatering gebeuren vallen deze werken onder het toepassingsgebied van de GSV hemelwater. 

Een verticale uitbreiding of optopping (m.a.w. het aanbrengen van een extra verdieping) valt niet onder het toepassingsgebied van de uitbreidingen, maar onder dat van de verbouwingen. 

-Verhardingen vallen onder het toepassingsgebied van de verordening, ongeacht hun grootte. 

Waterdoorlatende verhardingen met een hellingsgraad kleiner dan 2% vallen eveneens onder het toepassingsgebied van de GSV hemelwater, maar worden niet opgenomen in de afwaterende 

oppervlakte. Niet-waterdoorlatende verhardingen of waterdoorlatende verhardingen met een hellingsgraad groter dan of gelijk aan 2% die afwateren op het omliggende terrein vallen niet onder het toepassingsgebied van de verordening. 

Het gaat zowel om nieuwe verhardingen, heraanleg van verhardingen als uitbreidingen van bestaande verhardingen. 

-Zowel voor verhardingen als voor overdekte constructies geldt dat de verordening van toepassing is als een nieuw afvoersysteem wordt aangelegd waar er voorheen geen aanwezig was. 

Het gaat dan bijvoorbeeld om een rieten dak waarvan het water natuurlijk afliep dat vervangen wordt door een dak met dakpannen, dakgoten en regenpijpen die aangesloten worden op een afvoersysteem.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden. 

8.    ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.  

Gezien het slopen van de niet vergunde vrijstaande bijgebouwen en het plaatsen van gevelisolatie als vrijgesteld beschouwd kan worden, worden hier verder geen uitspraken over gedaan.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert de volgende voorwaarde op te leggen:

Stedenbouwkundige voorwaarde

•    Het advies van Fluvius moet gevolgd worden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 19/11/2024 en volgt dit standpunt integraal.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Christof Quintens wonende te Dennenweg 41 te 3520 Zonhoven voor het verbouwen en uitbreiden van een vrijstaande eengezinswoning, gelegen te Daalheideweg 24 kadastraal gekend als afdeling 2 sectie D nr. 130R34.

Artikel 3

Volgende voorwaarde wordt opgelegd:
Stedenbouwkundige voorwaarde

Het advies van Fluvius moet gevolgd worden.

11.

2024_CBS_01202 - OMV - Vergunning - bijstelling 1114.E.874.201 - Hoek Beverzakstraat-Kruisheideweg - Weigering

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
11.

2024_CBS_01202 - OMV - Vergunning - bijstelling 1114.E.874.201 - Hoek Beverzakstraat-Kruisheideweg - Weigering

2024_CBS_01202 - OMV - Vergunning - bijstelling 1114.E.874.201 - Hoek Beverzakstraat-Kruisheideweg - Weigering

Motivering

Feiten context en argumentatie

verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar

De aanvraag betreft de bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het splitsen van lot 3 in 2 loten (lot 3a en lot 3b) waarvan lot 3b wordt 

onttrokken uit de goedgekeurde verkaveling voor het plaatsen van een elektriciteitscabine.

De aanvraag werd op 22 juli 2024 ontvangen en op 14 augustus 2024 ontvankelijk en volledig verklaard

De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd.

Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 24 augustus 2024 tot en met 22 september 2024. Het openbaar onderzoek werd gesloten met 1 bezwaarschrift.

HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT

Stedenbouwkundig

  • 1114.E.874.2: verkavelingsvergunning op 18 oktober 2010 afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen voor 4 loten voor vrijstaande bebouwing.

De aanvraag werd niet in overleg gebracht met de gemeentelijke administratie. 

Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.

OPENBAAR ONDERZOEK

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld.

Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden. Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 24 augustus 2024 tot en met 22 september 2024. Er werd 1 bezwaarschrift ingediend.

Gelet op de vereisten die de Raad voor Vergunningsbetwistingen ter zake oplegt aan de vergunningsverlener: 

Om te voldoen aan de opgelegde motiveringsverplichting volstaat het dat de vergunningverlener in haar beslissing de redenen vermeldt waarop deze is gesteund. 

Zij is er niet toe gehouden alle in de loop van de procedure aangevoerde bezwaren één voor één te beantwoorden (RvVb/A/1516/0884 van 31 maart 2016, in dezelfde zin: RvVb nr. A/2015/0261 van 21 april 2015 en RvVb/A/1516/0239 van 24 november 2015).

Het bezwaarschrift werd onderzocht en kan als volgt worden samengevat en beoordeeld:

“Ik heb onlangs een compromis ondertekend voor de aankoop van perceel (X), gelegen in de verkaveling waar ook percelen 979P, 979R en 979N deel van uitmaken. Hierbij wens ik mijn
formeel bezwaar in te dienen tegen de geplande plaatsing van een elektriciteitscabine op
 perceel 979N, zoals aangegeven in de verkavelingsaanvraag.

1. Onvoldoende informatie bij ondertekening compromis
Tijdens het proces van de ondertekening van het compromis voor perceel (X) was er geen
melding gemaakt van de geplande elektriciteitscabine, noch van de intentie om een
herverkaveling door te voeren om een nieuwe locatie voor deze cabine te voorzien. De
 mogelijkheid dat deze cabine in de nabije omgeving zou worden geplaatst, is een aanzienlijke wijziging van de omstandigheden die mij toen werden voorgesteld. Als koper vind ik het onaanvaardbaar dat ik deze essentiële informatie pas na het ondertekenen van het compromis heb vernomen.

2. Visuele en esthetische impact op het perceel
De geplande locatie van de elektriciteitscabine langs de voorzijde van ons perceel (X),
zoals voorzien in het herverkavelingsplan van perceel 979N, is bijzonder nadelig voor het
visuele en esthetische aspect van ons perceel. Elektriciteitscabines hebben een aanzienlijke
 invloed op het straatbeeld en zullen een onaangename blikvanger vormen in een residentiële buurt waar verwacht wordt dat de omgeving netjes en harmonieus oogt. Dit is bijzonder storend, zeker omdat het perceel 979H oorspronkelijk de locatie van de cabine was.

3. Effect op de waarde van het perceel
 De plaatsing van een dergelijke cabine in de directe omgeving van ons perceel kan de waarde van het perceel (X) negatief beïnvloeden. Het hebben van een elektriciteitscabine in de onmiddellijke nabijheid kan toekomstige verkoopkansen verminderen en het leefcomfort negatief beïnvloeden. Dit aspect was niet gekend op het moment van de aankoop en brengt onze plannen voor het perceel in het gedrang.

4. Verkeersveiligheid en smalle straat
De geplande locatie van de cabine bevindt zich aan de voorzijde van een smalle straat, die
reeds beperkt is in ruimte. Het plaatsen van een dergelijke infrastructuur kan de
verkeersveiligheid verslechteren, vooral wanneer er sprake is van werkzaamheden,
onderhoud of parkeerbeperkingen als gevolg van de cabine. Dit zal een negatieve impact
 hebben op de mobiliteit en het dagelijks gebruik van de straat voor bewoners en bezoekers.

Bovendien overwegen wij om onze oprit aan deze kant van ons perceel te plaatsen. De
nabijheid van de elektriciteitscabine kan ons zicht bij het in- en uitrijden sterk beperken,
waardoor het in- en uitrijden onveilig wordt. In een smalle straat als deze kan de beperkte
zichtbaarheid leiden tot onveilige situaties voor zowel ons als de andere weggebruikers, zoals
 voetgangers en fietsers.

5. Alternatieve locatie
Gegeven dat het perceel 979H oorspronkelijk was voorzien voor de plaatsing van de cabine,
 en gezien het feit dat dit een logischere plaats zou zijn omwille van de strandbreedte, verzoek ik u om deze locatie (of het erlangs liggende stuk landbouwgrond) opnieuw in overweging te nemen. Het is immers niet redelijk om de belangen van één groep kopers (979H) boven die van andere kopers te stellen, zoals in dit geval gebeurt.

Ik verzoek u dan ook om mijn bezwaar in overweging te nemen en een alternatieve oplossing
te zoeken voor de locatie van de elektriciteitscabine die minder nadelig is voor ons en de
 andere toekomstige bewoners van deze verkaveling.”

 De gemeentelijk omgevingsambtenaar neemt omtrent dit bezwaarschrift volgend standpunt in:

1.- Het bezwaar m.b.t. “onvoldoende informatie bij ondertekening compromis” betreft geen stedenbouwkundig aspect en wordt derhalve hier niet weerhouden

2.- Het bezwaar m.b.t. de “visuele en esthetische impact op het perceel” wordt gevolgd. De geplande locatie van de elektriciteitscabine langs de voorzijde van het perceel, zoals voorzien in het herverkavelingsplan van perceel 979N, is bijzonder nadelig voor het visuele en esthetische aspect van het  perceel van de bezwaarindiener, en dit omwille van de plaatsing in de voortuinstrook, de zeer korte afstand tot de perceelgrens als het ontbreken van de nodige groenschermen. Bijkomend heeft de elektriciteitscabine ook een aanzienlijke negatieve impact op het straatbeeld en zal deze een onaangename blikvanger vormen in een residentiële buurt waar verwacht wordt dat de omgeving netjes en harmonieus oogt. De inplanting van een elektriciteitscabine in de voortuinstrook is bijzonder storend in de omgeving en is vanuit ruimtelijk oogpunt niet aanvaardbaar. Het bezwaar wordt  weerhouden.

 3.- Het bezwaar m.b.t. het “effect op de waarde van het perceel” betreft geen stedenbouwkundig aspect en wordt derhalve hier niet weerhouden

4.- Het bezwaar m.b.t. de “verkeersveiligheid en smalle straat” wordt gevolgd.

De inplanting van de elektriciteitscabine in de voortuinstrook op het naast gelegen perceel belemmert het zicht bij het achterwaarts uitrijden van het eigendom met de auto, waardoor er een onveilig verkeerssituatie wordt gecreëerd voor zowel de eigenaar en/of bezoekers van het perceel als de andere weggebruikers (auto’s, voetgangers en fietsers). Het bezwaar wordt  weerhouden.

Er dient op zoek te worden gegaan naar een alternatieve inplantingsplaats op het eigendom van de aanvragers (kadastrale percelen 979H, 979P, 979R en 979N).

ADVIEZEN

Op 14 augustus 2024 werd advies gevraagd aan Fluvius System Operator.

MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

Er werd toch een project-m.e.r.-screening bij de aanvraag gevoegd. De effecten op milieu en omgeving werden hierin voldoende omschreven en uit de screening bleek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

STEDENBOUWKUNDIG ADVIES

TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN

OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gewestplan

De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).

Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt - Genk” dat op 20 juni 2014 definitief werd vastgesteld door de Vlaamse Regering.  Er is geen bestemmingswijziging ten opzichte van het gewestplan voorzien voor dit perceel.

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

De aanvraag is niet gelegen in een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan noch in een  bijzonder plan van aanleg.

Verkaveling

Het goed is gekend als lot 3 binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en deels niet-vervallen verkaveling (loten 1 en 2 zijn vervallen, loten 3 en 4 zijn niet-vervallen), waarvan de vergunning is afgeleverd op 18 oktober 2010 door het college van burgemeester en schepenen en gekend is onder het nummer 1114.E.874.2. De kavel kreeg als bestemming residentieel gebruik.

Omdat de aanvraag een bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat, dient de aanvraag getoetst te worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan. De aanvraag voldoet principieel aan deze stedenbouwkundige voorschriften.

Watertoets

Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013 en het wijzigingsbesluit van 25 november 2022, verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.

De watertoets werd uitgevoerd op 14 augustus 2024. Voorliggende aanvraag heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

Archeologienota

Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is er geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag. 

OVERIGE REGELGEVING

Erfdienstbaarheden

Uit het verkavelingsplan, opgesteld door landmeter – expert Guy Gillissen, blijkt dat er geen waterlopen noch erfdienstbaarheden aanwezig zijn op het terrein. Hier dient dan ook geen rekening mee gehouden te worden.  

Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening

OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG

Voorliggende aanvraag voorziet in het bijstellen van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het opsplitsen van lot 3 in 2 loten (lot 3a en lot 3b) waarbij lot 3b wordt onttrokken uit de goedgekeurde verkaveling voor het plaatsen van een elektriciteitscabine. Het onttrekken van een lot uit de verkaveling kan niet zondermeer worden toegestaan. Er bestaat vanuit ruimtelijk oogpunt geen aanleiding om een deel van de verkaveling te onttrekken aan deze verkaveling. De aanvrager had in deze aanvraag zowel voor lot 3a als lot 3b de nodige verkavelingsvoorschriften moeten toevoegen, dewelke enerzijds de bouwmogelijkheden op lot 3a weergeven (voor het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning) en anderzijds de bouwmogelijkheden op lot 3b weergeven (voor het oprichten van een elektriciteitscabine). In voorliggende aanvraag werden er evenwel geen verkavelingsvoorschriften toegevoegd waardoor de aanvraag alsnog als onvolledig dient te worden beschouwd.

De beoordeling van de goede ruimtelijke ordening zal dan ook slecht gebeuren aan de hand van de beschikbare gegevens.

BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1°         het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2°         het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;

Omschrijving ligging, omgeving en verkavelingsvoorwerp

Het eigendom betreft een hoekperceel gelegen aan respectievelijk de Beverzakstraat en de Kruisheideweg. Het eigendom maakt deel uit van een goedgekeurde, deels-vervallen verkaveling. Loten 1 en 2 van de oorspronkelijke verkaveling zijn vervallen, loten 3 en 4 van de oorspronkelijke verkaveling zijn niet-vervallen. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk residentiële woningbouw in   open en halfopen bebouwing.

De aanvraag betreft de bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het splitsen van lot 3 in 2 loten (lot 3a en lot 3b) waarvan lot 3b wordt 

onttrokken uit de goedgekeurde verkaveling voor het plaatsen van een elektriciteitscabine.

Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving

De aanvraag voorziet in het splitsen van lot 3 in 2 loten (lot 3a en 3b) louter om lot 3b te kunnen onttrekken uit de goedgekeurde verkaveling voor het oprichten van een elektriciteitscabine. Het oprichten van een elektriciteitscabine is functioneel inpasbaar in de onmiddellijke en ruime omgeving. De bestemming van lot 3a wordt niet omschreven of bepaald in voorliggende aanvraag en kan dus ook niet beoordeeld worden.

Mobiliteitsimpact

Gelet op het ontbreken van de verkavelingsvoorschriften kan er geen beoordeling gemaakt worden over de mobiliteitsimpact van de aanvraag. Wel staat vast dat er een onveilige verkeerssituatie zal ontstaan door het oprichten van een elektriciteitscabine op de voorziene inplantingsplaats, zoals hierboven reeds weergegeven.

De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid,  en de visueel-vormelijke elementen

van de voorgenomen werken

Gelet op het ontbreken van de verkavelingsvoorschriften kan er geen uitspraak gedaan worden over de schaal van de gebouwen.

De geplande locatie van de elektriciteitscabine in de voortuinstrook op ca. 1 meter van de perceelgrens, heeft een aanzienlijke negatieve visuele impact op het straatbeeld en het aanpalende eigendom (lot 4), en zal een onaangename blikvanger vormen in een residentiële buurt waar verwacht wordt dat de omgeving netjes en harmonieus oogt. De inplanting van een elektriciteitscabine in de voortuinstrook is bijzonder storend in de omgeving en is vanuit ruimtelijk oogpunt niet aanvaardbaar omwille van de plaatsing in de voortuinstrook, de zeer korte afstand tot de aanpalende perceelgrens als het ontbreken van de nodige groenschermen. Er dient op zoek te worden gegaan naar een alternatieve inplantingsplaats op het eigendom van de aanvragers (kadastrale percelen 979H, 979P, 979R en 979N).

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

Bodemreliëf

Het bodemreliëf wordt niet gewijzigd in voorliggende aanvraag.

Hinderaspecten met betrekking tot gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Er wordt hinder verwacht door voorliggende aanvraag m.b.t. tot de veiligheid in het algemeen. De inplanting van de elektriciteitscabine in de voortuinstrook belemmert het zicht bij het achterwaarts uitrijden van het eigendom met de auto op het naastgelegen perceel, waardoor er een onveilig verkeerssituatie wordt gecreëerd voor zowel de eigenaar en/of bezoekers van het naastgelegen perceel als de andere weggebruikers (auto’s, voetgangers en fietsers).

De aanvraag voldoet niet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving. 

BESPREKING VAN DE ADVIEZEN

Op 27 augustus 2024 werd door Fluvius System Operator een voorwaardelijk gunstig advies verleend:

Naar aanleiding van uw vraag hebben wij een studie opgemaakt voor de aanleg en/of aanpassingen van de nutsleidingen voor het bovenvermeld project en dit op basis van de gegevens waarover wij vandaag beschikken.

Voor uw project zijn volgende voorwaarden van toepassing en noodzakelijk:

- Oprichting van een distributiecabine

Voor dit project dient Fluvius geen werken uit te voeren, noch kosten aan te rekenen. Bij deze hebt u aan onze financiële voorwaarden voldaan. Hiernaast dient u ook aan de technische voorwaarden in dit schrijven en de technische brochures Fluvius te voldoen. Wij brengen de gemeente hiervan op de hoogte. De gemeente zal volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, dit advies opnemen in de omgevingsvergunning.

Bij een eventuele wijziging, zeker indien het gaat om een wijziging van de gevraagde vermogens, of herverkaveling, moet u een nieuwe aanvraag indienen. Op basis van de gewijzigde gegevens zullen wij een studie uitvoeren om te bepalen of een netuitbreiding en/of het plaatsen van een nieuwe distributiecabine vereist is om het project te kunnen aansluiten. De bouwheer dient in dat geval een grond of lokaal op het gelijkvloers ter beschikking te stellen voor deze distributiecabine.

De aansluitingskosten van de individuele woningen, appartementen of panden zijn niet inbegrepen in deze voorwaarden, zij worden later met de offerte voor aansluiting afgerekend. Bijkomende kosten die moeten worden gemaakt naar aanleiding van het

verplaatsen van bestaande leidingen of installaties, kunnen afzonderlijk worden aangerekend na de vaststelling van de noodzaak tot verplaatsing.

De volledige reglementering kunt u raadplegen op www.fluvius.be. U dient deze na te leven.

Dit advies blijft geldig tot zes maand na datum en is onder voorbehoud van wijzigingen zoals hierboven vermeld.

Patrimonium en overdracht:

De oprichting van een distributiecabine voor elektriciteit is noodzakelijk. Voor meer informatie over grondafstand, zie bijlage: 'Gronden, lokalen en/of erfdienstbaarheden'.

Wij hopen u met deze informatie van dienst te zijn. Indien u hieromtrent nog vragen hebt, kunt u ons altijd contacteren.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.

Voorliggende aanvraag werd gelijktijdig ingediend met een aanvraag tot het verkavelen van een grond in 3 loten - waarvan 2 loten voor open bebouwing en 1 lot wordt uitgesloten aangezien het zijn bestemming reeds heeft verkregen - op de naastliggende percelen (de vervallen loten 1 en 2 en het eigendom Beverzakstraat nr. 59), eveneens eigendom van voornoemde eigenaars (ref.nr. 1384.E.874.2 – OMV_2024104026). In deze procedure heeft Fluvius System Operator  in haar advies d.d. 5 november 2024 het volgende gesteld: “In bijlage ons aangepast advies met offerte. Voor deze verkaveling is er een cabine nodig, maar deze wordt voorzien in de aanvraag OMV2024104057 ter hoogte van Beverzakstraat 66 Zonhoven. Hier is echter een bezwaar ingediend voor de plaatsing van de cabine. Indien de cabine niet geplaatst kan worden ter hoogte van huisnummer 66, moet deze langs 59 te komen staan. Gelieve deze voorwaarden op te nemen in de vergunning samen met de bijlages!”Aangezien voorliggende aanvraag niet voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving, kan deze elektriciteitscabine niet geplaatst worden zoals voorzien en dienen beide aanvragen aangepast te worden (OMV_2024104026 en OMV_2024104057).

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de voorgenomen werken zich onvoldoende ruimtelijk inpassen in de omgeving. De aanvraag is niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening zoals hoger gemotiveerd.

EINDADVIES

Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, maar dat het voorgestelde ontwerp niet verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving. De aanvraag is niet vatbaar voor de bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het opsplitsen van lot 3 in 2 loten (lot 3a en lot 3b) waarvan lot 3b wordt onttrokken uit de goedgekeurde verkaveling voor het plaatsen van een elektriciteitscabine omwille van volgende redenen:

  • De inplanting van een elektriciteitscabine in de voortuinstrook is bijzonder storend in de omgeving en is vanuit ruimtelijk oogpunt niet aanvaardbaar omwille van de plaatsing in de voortuinstrook, de zeer korte afstand tot de aanpalende perceelgrens als het ontbreken van de nodige groenschermen.
  • In voorliggende aanvraag werden er geen verkavelingsvoorschriften toegevoegd voor lot 3a en lot 3b waardoor de aanvraag alsnog als onvolledig dient te worden beschouwd.

Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier ongunstig voor de bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het opsplitsen van lot 3 in 2 loten (lot 3a en lot 3b) waarvan lot 3b wordt onttrokken uit de goedgekeurde verkaveling voor het plaatsen van een elektriciteitscabine zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar van 18/11/2024 omtrent het sluiten van het openbaar onderzoek en tot het weigeren van de omgevingsaanvraag.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het weigeren van de omgevingsaanvraag voor de bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het splitsen van lot 3 in 2 loten (lot 3a en lot 3b) waarvan lot 3b wordt onttrokken uit de goedgekeurde verkaveling voor het plaatsen van een elektriciteitscabine.

Artikel 3

De bezwaarindieners worden op de hoogte gebracht van de beslissing van het schepencollege.

12.

2024_CBS_01203 - OMV - Vergunning - Grote Hemmenweg 96 - 2024/00156 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
12.

2024_CBS_01203 - OMV - Vergunning - Grote Hemmenweg 96 - 2024/00156 - Goedkeuring

2024_CBS_01203 - OMV - Vergunning - Grote Hemmenweg 96 - 2024/00156 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Dossiernummer:    2024/00156
Referentie omgevingsloket:    OMV_2024103134

De aanvraag, ingediend door Marc Musger wonende te Grote Hemmenweg 96 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 18/07/2024 en op 27/09/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.

De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Grote Hemmenweg 96, kadastraal gekend als afdeling 2 sectie C nr. 816K.

De aanvraag gaat over het bouwen van een carport en de regularisatie van een inrit.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).

1.    STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS

De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied en agrarisch gebied.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan grup afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk, goedgekeurd op 20 juni 2014.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.

2.    HISTORIEK

  Volgende dossiers zijn relevant:
• Stedenbouwkundige vergunning (1956/00079) voor het bouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 03/03/1956.
• Gebouwen en constructie dossier GEB/2017/00016 voor woning + garage - opname in register op 19/12/2017.

3.    BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG

Beschrijving van de plaats & omgeving
Het perceel van de aanvraag bevindt zich aan de Grote Hemmenweg, een gemeenteweg, ten noordoosten van het centrum van Zonhoven.

De nabije omgeving bestaat hoofdzakelijk uit vrijstaande en halfopen eengezinswoningen met 1 á 2 bouwlagen onder voornamelijk hellende daken, voornamelijk afgewerkt in een gevelsteen in diverse tinten en texturen. 

Ten zuiden van de Grote Hemmenweg, op een afstand van ongeveer 50m vanaf de rooilijn, bevindt zich agrarisch gebied. In de ruimere omgeving ten noorden ligt een zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s (de Waerde).

Het perceel met een oppervlakte van bij benadering 800m², heeft een straatbreedte van 15m, en een diepte van ca. 53,33m.

Het perceel van de aanvraag is momenteel bebouwd met een vergunde eengezinswoning anno 1956 met 1 bouwlaag onder een hellend dak. Later werden nog een aanbouw en een vrijstaande garage in de achtertuin gerealiseerd.  

Zowel woning als garage werden op 19/12/2017 opgenomen in het vergunningenregister als vergund geacht. De bestaande woning met aanbouw werd oorspronkelijk op 10m van de rooilijn vergund en op 3,10m van de zijdelingse perceelsgrenzen.  De woning werd echter dieper op het perceel gebouwd, op min. 3m van de rechterperceelgrens, en op 1,5m van de linkerperceelgrens. 

De gevel van de woning is 10,47m breed, en de diepte van de hoofdbouw is 8,57m. Aan de achterzijde van de woning bevindt zich, gelijklopend met de rechtergevel van de woning, een aanbouw van ca. 4,3m breed  op ca. 6,84m diep, onder een hellend dak. Een tweede aanbouw is later in gevelsteen opgericht in het verlengde van de eerste aanbouw, met een breedte van ca. 3,3m op ca. 5m diep, onder een plat dak. De totale bouwdiepte komt zo op ca. 20,41m. De kroonlijsthoogtes liggen overal op ca. 3,24m van het maaiveld, en de nok van de woning ligt op 7,94m.  

In de achtertuin, op ongeveer 1,5m van de linkerperceelgrens, staat een vrijstaand bijgebouw (garage) van ca. 4m breed op 6m lang (24m²), op ongeveer 9,5m van de achtergevel van de woning. Dit bijgebouw is voorzien van een licht hellend lessenaarsdak met een kroonlijsthoogte van ca. 2,75m.

Eveneens in de achtertuin, vanaf de achtergevel, ligt asfaltverharding met een oppervlakte van ongeveer 63m². Deze verharding ligt tot op 1,5m van de linker perceelgrens, en sluit achteraan aan op de aanbouw van de woning en het vrijstaande bijgebouw in de achtertuin.  

Op de linker perceelgrens werd recent, over een lengte van 9,5m, een houten afsluiting met betonplaten onderaan, met een hoogte van ongeveer 2m, geplaatst. Deze afsluiting reikt vanaf de achtergevel tot aan het vrijstaand bijgebouw in de achtertuin. Op de rechter en achterste perceelgrens staat een open draadafsluiting met een hoogte van ca. 1m.

In de voortuin, tegen de rechterperceelgrens, bevindt zich een oprit van 3m breed die loopt tot aan de voorgevellijn.

Het terrein is verder ingericht met verhardingen, een gazon/struikgewas, een haag in de zijtuin tegen de rechterperceelgrens, en enkele loofbomen.

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
Met de huidige aanvraag wenst men een open carport, met een breedte van 3m en een diepte van 5m, tegen de rechtergevel, en gelijk met de voorgevel van de woning, aan te bouwen. De carport komt tot op de rechterperceelgrens, en tot op 0,3m afstand van het bestaande raam in de rechterzijgevel. 

De carport is aan alle kanten open, en wordt ondersteund door zes houten palen. De carport wordt voorzien van een plat dak uit metalen dakpanelen, waarvan de onderzijde zich 2,20m boven het maaiveld bevindt. Het water dat op de dakoppervlakte valt, zal afwateren op eigen terrein. Een oppervlakte van 15m² onder de carport wordt beklinkerd. 

De te regulariseren inrit naar de carport toe is 3m breed, en is vanaf de rooilijn tegen de rechterperceelgrens aangelegd over een lengte van ca. 17,5m. De oprit bestaat uit waterdoorlatende kiezelverharding.

4.    RAADPLEGING EIGENAARS AANPALENDE PERCELEN 

Het dossier werd volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
Aangezien de aanvraag gaat over de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom, werden de betrokken aanpalende eigenaars aangeschreven per beveiligde zending met de vraag hun standpunt kenbaar te maken binnen de 30 dagen.

5.    ADVIEZEN

Aan volgende adviesverlener werd advies gevraagd:
Dienst Water en Domeinen provincie Limburg.

6.    EFFECTEN OMGEVING

Project-MER
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

7.    INHOUDELIJKE BEOORDELING

Decretale beoordelingselementen
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Grote Hemmenweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

Zonering
Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.

Waterparagraaf
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.

Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023.  De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte maar ligt deels in een pluviaal overstromingsgebied. Het terrein is niet gelegen in een gebied voor zeeoverstromingen.
Met betrekking tot de impact op oppervlaktewater dient advies gevraagd aan de waterbeheerder, de provinciale dienst Water en domeinen.

Het advies van 14/11/2024 van de waterbeheerder is (voorwaardelijk) gunstig:
Wij geven hiervoor een gunstig advies. Het gaat louter om een bovengrondse, open constructie op een locatie met een beperkt risico op wateroverlast, in welk geval wij geen constructievoorwaarden opnemen in ons advies.

Er moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is mits de voorwaarden van de waterbeheerder gevolgd worden. 

Door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de gewestelijke hemelwaterverordening:
De plannen geven aan dat een carport opgericht wordt met een dakoppervlakte van 15m². Het hemelwater van de carport zal op natuurlijke wijze in de bodem infiltreren aan de achterzijde van de constructie.

De oprit naar de carport is voorzien in een kiezelverharding, waterdoorlatend.

De verordening is niet van toepassing op de aanleg van de voorziene carport en  verhardingen. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren. 

Het hemelwater dat op het dak van de carport valt mag niet afwateren naar het aanpalende terrein; de regenwaterafvoer dient op voldoende afstand van de perceelgrens voorzien te worden.

Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.

Natuurtoets
Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.

Erfgoed- & Archeologietoets
Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestaande woonfunctie blijft behouden en is functioneel inpasbaar in deze residentiële omgeving.

Mobiliteitsimpact
Er wordt één parkeerplaats onder de nieuwe carport voorzien. Voor de carport zelf, op de oprit, kan een 2de en zelfs 3de wagen parkeren indien nodig. Hiermee wordt voldaan aan de parkeernorm van 1,5 parkeerplaatsen/wooneenheid. De last van het wagengebruik wordt volledig gedragen door het eigen terrein.

Schaal
Het gevraagde voorziet in de plaatsing van een carport. Dit betreft geen noemenswaarde afwijking ten opzichte van de algemeen gehanteerde normen.
Aan straatzijde werd, evenwijdig met de weg, een strook niet ingetekend/ingekleurd op het inplantingsplan.  Het is niet duidelijk of men deze strook wenst te verharden.  Dergelijke verharding is vergunningsplichtig en wordt binnen deze aanvraag niet expliciet aangevraagd.  Hierover worden dan ook geen verdere uitspraken gedaan.  Indien men bijkomende verhardingen wenst te voorzien in de voortuin, buiten de inrit naar de carport, moet hiervoor een nieuwe vergunning worden aangevraagd.  Dit wordt opgenomen in de vergunningsvoorwaarden.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De carport wordt aangebouwd tegen de woning, gelijk met de voorgevel van de woning. Het perceel heeft een oppervlakte van ongeveer 800m². Met een bebouwde oppervlakte van ca. 170,5m² en een totaal van ongeveer 63m² aan verhardingen, zal zo’n 29% van het goed verhard/ bebouwd zijn. Er resteert nog zo’n 71% die kan ingericht worden als groene ruimte, wat een zeer mooie verhouding is.

Visueel-vormelijke elementen
De carport is afgewerkt met duurzame en esthetisch verantwoorde materialen. Er zal een harmonisch geheel ontstaan.

Cultuurhistorische aspecten
Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.

Bodemreliëf
Het maaiveld wordt niet gewijzigd in functie van de werken.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Behoudens tijdelijke hinder bij de uitvoering van de gevraagde werken, valt geen hinder te verwachten.

Resultaten van de raadpleging van de eigenaars van de aanpalende percelen
Er werd geen reactie ontvangen van de eigenaars van de aanpalende percelen.

Bespreking van de adviezen

•    Het advies van Dienst Water en Domeinen provincie Limburg d.d. 14 november 2024 is gunstig.

Wij geven hiervoor een gunstig advies. Het gaat louter om een bovengrondse, open constructie op een locatie met een beperkt risico op wateroverlast, in welk geval wij geen constructievoorwaarden opnemen in ons advies.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden. 

8.    ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarden
• Het hemelwater dat op het dak van de carport valt mag niet afwateren naar het aanpalende terrein; de regenwaterafvoer dient op voldoende afstand van de perceelgrens voorzien te worden.
•    Indien men bijkomende verhardingen wenst te voorzien in de voortuin, buiten de inrit naar de carport, moet hiervoor een nieuwe vergunning worden aangevraagd.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 19/11/2024 en volgt dit standpunt integraal.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan Marc Musger wonende te Grote Hemmenweg 96 te 3520 Zonhoven voor het bouwen van een carport en de regularisatie van een inrit, gelegen te Grote Hemmenweg 96 kadastraal gekend als afdeling 2 sectie C nr. 816K.

Artikel 3

Volgende voorwaarden worden opgelegd:
Stedenbouwkundige voorwaarden

  • Het hemelwater dat op het dak van de carport valt mag niet afwateren naar het aanpalende terrein; de regenwaterafvoer dient op voldoende afstand van de perceelgrens voorzien te worden.
  • Indien men bijkomende verhardingen wenst te voorzien in de voortuin, buiten de inrit naar de carport, moet hiervoor een nieuwe vergunning worden aangevraagd.
13.

2024_CBS_01204 - OMV - Besluit Deputatie - Heuveneindeweg 24 - 2024/00099 - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
13.

2024_CBS_01204 - OMV - Besluit Deputatie - Heuveneindeweg 24 - 2024/00099 - Kennisneming

2024_CBS_01204 - OMV - Besluit Deputatie - Heuveneindeweg 24 - 2024/00099 - Kennisneming

Motivering

Feiten context en argumentatie

Beslissing van de Bestendige deputatie van 20 november 2024:

Artikel 1
§1. Aan LIDL BELGIUM GmbH und Co.KG, Guldensporenpark 90 bus J, 9820 Merelbeke wordt, onder de voorwaarden bepaald in dit besluit, de omgevingsvergunning verleend voor het project: ‘Plaatsen van een prefab hoogspanningscabine’, met als voorwerp: de volgende stedenbouwkundige handelingen zoals aangeduid in het omgevingsloket, aangevraagd door LIDL BELGIUM GmbH und Co.KG, Guldensporenpark 90 bus J, 9820 Merelbeke:
- Plaatsen van prefab HS-cabine van 400 kVA met bijhorende verharding - Handeling: Nieuwbouw van bijgebouwen, niet-overdekte lage constructies en andere handelingen - (Planaanduiding: HS-cabine)
- Verwijderen klinkers/groenstrook + aanpassen verharding ter hoogte van de werken - Handeling: Verbouwen / Wijzigen Infrastructuur - (Planaanduiding: Terrein)

gelegen ter plaatse Heuveneindeweg 24, 3520 Zonhoven, kadastraal gekend: 71443F0150/00Y000,

§2. De plannen zoals opgeladen in het omgevingsloket (PIV1), maken er een integraal deel van uit.

Artikel 2
De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor onbepaalde duur.

Artikel 3
De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend:
§1. Voor wat betreft de stedenbouwkundige handelingen: onder volgende voorwaarden:
- Het advies van Hulpverleningszone Zuidwest Limburg, d.d. 26 juni 2024, dient gevolgd te worden.
- Het advies van Fluvius System Operator, d.d. 24 juni 2024, dient gevolgd te worden.
- Het advies van de provinciale afdeling Waterbeheer, d.d. 16 oktober 2024, dient gevolgd te worden.
De volgende constructievoorwaarden dienen nageleefd te worden:
o Het vloerpeil moet minstens 10 cm boven het kritisch overstromingspeil gelegen zijn (i.e. 7 cm boven de as van de weg).
o Geen openingen in de constructie (in buitenmuren en bodem) mogen voorzien worden onder het kritisch overstromingspeil plus 10 cm.
o Niet-waterdichte doorvoer van nutsleidingen en andere leidingen onder het kritisch overstromingspeil is verboden.
o Inspectieputten op rioleringen, ontluchtingssystemen moeten waterdicht afgeschermd worden of opgesteld worden boven het kritisch overstromingspeil.
o Ondergrondse tanks moeten verankerd worden tegen opwaartse druk, bijvoorbeeld d.m.v. een betonnen voetplaat of dekplaat.
o Elektrische installaties die niet waterdicht afgeschermd zijn, moeten 10 cm boven het kritisch overstromingspeil opgesteld worden.
o Aansluitingen op de riolering moeten afgeschermd worden met een terugslagklep en eventueel met een eigen pompinstallatie.
o Ophoging van het perceel moet beperkt blijven tot het gebouw zelf.
o Alleen waterdoorlatende verhardingen zijn toegelaten. Er kan hierop enkel uitzondering gemaakt worden indien om technische redenen geen waterdoorlatende verharding mogelijk is
- Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer, d.d. 1 oktober 2024, dient deels gevolgd te worden:
de ‘aandachtspunten gewestweg’ opgenomen in het advies p. 5-9 dienen nageleefd te worden.

Artikel 4
De beslissing wordt ter beschikking gesteld van:
1) de aanvrager, met name LIDL BELGIUM GmbH und Co.KG, Guldensporenpark 90 bus J, 9820 Merelbeke
2) de beroeper, met name LIDL BELGIUM GmbH und Co.KG, Guldensporenpark 90 bus J, 9820 Merelbeke
3) het college van burgemeester en schepenen van en te Zonhoven, Kerkplein 1 te 3520 Zonhoven
4) de adviesinstanties, vermeld in artikel 35, 37, 38/1 en/of 38/3 die advies verlenen in eerste aanleg

Artikel 5
De beslissing wordt, overeenkomstig de artikelen 56 t.e.m. 63 van het besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de Omgevingsvergunning van 25 april 2014 (OVB), bekendgemaakt door:
1° in voorkomend geval, de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, conform artikel 59;
2° de publicatie op de website van de gemeente waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, conform artikel 60;
3° in voorkomend geval, de publicatie in een dag- of weekblad, conform artikel 61;
4° in voorkomend geval, de individuele kennisgeving, conform artikel 62;
 5° de analoge of digitale terinzagelegging van de beslissing in het gemeentehuis van de gemeente waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, conform artikel 63;

Artikel 6
Tegen deze beslissing is geen georganiseerd administratief beroep mogelijk. Er kan enkel nog een beroep ingesteld worden bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunningshouder, de exploitant of de persoon die de melding heeft verricht;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties, vermeld in artikel 24 of in artikel 42 (van het OVD) of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als die instantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° (…)
6° de leidend ambtenaar van het departement Omgeving, of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde
7° de leidend ambtenaar van het agentschap Innoveren & Ondernemen of bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;
8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat;

De persoon aan wie kan worden verweten dat hij een voor hem nadelige vergunningsbeslissing niet heeft bestreden door middel van het daartoe openstaande georganiseerd administratief beroep bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52 OVD wordt geacht te hebben verzaakt aan zijn recht om zich tot de Raad voor Vergunningsbetwistingen te wenden. 

Het beroep moet met een verzoekschrift tot vernietiging en/of schorsing, al dan niet bij uiterste dringende noodzakelijkheid, op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending worden ingesteld binnen een vervaltermijn van 45 dagen, die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de beslissing in de overige gevallen.

Het indienen per beveiligde zending kan via:
- een aangetekend schrijven gericht aan de Dienst van de Bestuursrechtscolleges, t.a.v. de Raad voor Vergunningsbetwistingen, Koning Albert II-laan 15 bus 130, 1210 Brussel
- een afgifte tegen ontvangstbewijs tijdens de openingsuren van de griffie van de Raad voor Vergunningsbetwistingen in het Marie-Elisabeth Belpairegebouw, Toren Noord (2de verdieping), Simon Bolivarlaan 17, 1000 Brussel
 - een elektronische neerlegging via het digitaal loket bereikbaar via de website https://www.dbrc.be/loket volgens de modaliteiten bepaald in artikel 8/1 Besluit van de Vlaamse Regering houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges. 

In geval van een vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid, kan het verzoekschrift aan de Raad voor Vergunningsbetwistingen ook bezorgd worden via het e-mailadres udn.vergunningsbetwistingen@vlaanderen.be. De verzoeker bezorgt dan, op straffe van onontvankelijkheid, het verzoekschrift uiterlijk de eerstvolgende werkdag per beveiligde zending zoals hierboven vermeld.

Het indienen van een verzoekschrift bij de Raad impliceert de betaling van een rolrecht, te storten op de rekening van het Fonds Bestuursrechtscolleges waarbij de naam van de verzoekende partij wordt opgenomen als vrije mededeling. Het verschuldigde rolrecht bedraagt:
- 200 euro per verzoekende partij bij de indiening van een verzoekschrift tot vernietiging
- 100 euro per verzoekende partij bij de indiening van een verzoekschrift tot schorsing.

Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift moet, op straffe van onontvankelijkheid, het bewijs geleverd worden dat een overschrijvingsopdracht is gegeven of dat een storting is uitgevoerd tot betaling van het vermelde rolrecht.

 Gelijktijdig met het indienen van het verzoekschrift bij de Raad moet tevens, ter informatie, een afschrift van dat verzoekschrift bezorgd worden aan de overheid wiens beslissing bestreden wordt en, in voorkomend geval, aan de begunstigde van de bestreden beslissing.

 Met betrekking tot de inhoud van het verzoekschrift gelden voorts de modaliteiten bepaald in artikel 13 e.v. evenals artikel 55 e.v. van het besluit van de Vlaamse Regering houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtcolleges. Een nadere toelichting van deze modaliteiten kan worden verkregen via de website https://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen of via info.vergunningsbetwistingen@vlaanderen.be.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de beslissing van de Bestendige deputatie van 20 november 2024.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit over te gaan tot de bekendmaking van deze beslissing overeenkomstig de artikelen 56 t.e.m 63 van het besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.

14.

2024_CBS_01205 - Vraag inname perceel gemeente - Kapelhof - Weigering

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
14.

2024_CBS_01205 - Vraag inname perceel gemeente - Kapelhof - Weigering

2024_CBS_01205 - Vraag inname perceel gemeente - Kapelhof - Weigering

Motivering

Verwijzingsdocumenten

Kadasterplan

Feiten context en argumentatie

De eigenaars van Kapelhof huisnr. 28, mevr. Driesen-Melotte en dhr. Mertens, wensen deze woning te renoveren. Hierbij willen ze ook dikkere isolatie voorzien in de gevels.

De woning van Kapelhof huisnr. 28 is aan de linkerkant gebouwd tot tegen de perceelsgrens. Het betreft m.a.w. een halfopen bebouwing, zonder dat hier al een woning tegen gebouwd is. Het perceel links hiervan (afd. 3, sectie E nr. 179 K) is privaat eigendom van de gemeente Zonhoven. Deze grond van de gemeente is op heden ingericht als een klein parkje.

De eigenaars kunnen, naar eigen zeggen, de gevel niet naar behoren isoleren zonder op het perceel eigendom van de gemeente te bouwen. De eigenaars vragen toelating om dit mogelijk te maken.

Advies:

De eigenaars mogen vanuit privaatrechtelijk standpunt geen bouwwerken (of delen ervan) bouwen op gronden die niet tot hun eigendom behoren, tenzij mits wederzijds akkoord. Er wordt aangeraden de eigenaars de kans te geven de centimeters die ze nodig hebben de gevel behoorlijk te kunnen isoleren, aan te kopen van de gemeente. Een toelating zonder de gronden aangekocht worden, wordt niet aangeraden. In dat laatste geval krijgen de eigenaars nl. volledig recht zoals een eigenaar zonder dat ze dit effectief zijn, het stukje blijft enkel op papier eigendom van de gemeente maar is de facto waardeloos en brengt m.a.w. een waardevermindering van het vermogen van de gemeente teweeg. Dit laatste is vanzelfsprekend ook niet te rijmen met het gelijkheidsbeginsel, concreet voor alle personen die wel gemeentegrond aan moeten kopen indien ze dit in gebruik willen nemen.

Er dient zijdelings opgemerkt te worden dat er ook andere mogelijkheden zijn voor de eigenaars van Kapelhof huisnr. 28, men zou bv. voor (gedeeltelijk) afbraak kunnen opteren i.p.v. de huidige muren te laten staan.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen beslist geen toelating te geven aan de eigenaars van Kapelhof huisnr. 28 om te bouwen op grond privaat eigendom van de gemeente Zonhoven, kadastraal gekend als afd. 3, sectie E nr. 179K.

Het college van burgemeester en schepenen beslist de eigenaars van Kapelhof huisnr. 28 het aanbod te doen de benodigde centimeters aan te kopen van het perceel kadastraal gekend als afd. 3, sectie E nr. 179K. In voorkomend geval zijn, conform het vigerend retributiereglement, alle kosten (landmeter, notaris ea.) voor de aanvragers.

15.

2024_CBS_01206 - Dorpshart Zonhoven - naamwisseling bushalte marktplein - Principiële Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
15.

2024_CBS_01206 - Dorpshart Zonhoven - naamwisseling bushalte marktplein - Principiële Goedkeuring

2024_CBS_01206 - Dorpshart Zonhoven - naamwisseling bushalte marktplein - Principiële Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het Dorpshart van Zonhoven is opengesteld voor het grote publiek. De reacties zijn hartverwarmend.

Om de identiteit van het Dorpshart verder uit te dragen, wordt voorgesteld om de naam van de bushalte op het centrale marktplein om te vormen van "Zonhoven Dorp" naar "Zonhoven Dorpshart".

Dit werd informeel als eens afgetoetst bij De Lijn, maar zij vragen eerst een principieel akkoord vanwege het schepencollege.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen is principieel akkoord met de naamwisseling van de bushalte van De Lijn op het marktplein van "Zonhoven Dorp" naar "Zonhoven Dorpshart".

16.

2024_CBS_01207 - Vervangen LED armatuur aan zebrapad Vrije Middenschool - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
16.

2024_CBS_01207 - Vervangen LED armatuur aan zebrapad Vrije Middenschool - Goedkeuring

2024_CBS_01207 - Vervangen LED armatuur aan zebrapad Vrije Middenschool - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Zwakke weggebruikers ervaren een gevoel van onveiligheid bij het oversteken van het zebrapad aan de Vrije Middenschool. Dit gevoel spruit voort uit een beperkte zichtbaarheid bij duisternis.

Fluvius zal op korte termijn het huidige armatuur vervangen door een armatuur van het type Schreder Izylum 3 4K 12000L 70.8W RAL 7022. 

Dit armatuur geeft 4k wit licht (momenteel 3k = warm licht) en geeft 12.000 asset lumen af (momenteel 6.300 asset lumen). Indien we dit armatuur ook nog gaan inclineren op 5%, zal het verschil duidelijk zichtbaar zijn. Het inclineren zorgt ervoor dat de invalshoek van het licht ten opzichte van het horizontaal vlak vergroot, waardoor overstekende mensen op een zebrapad beter zijdelings verlicht worden. 

Na het vervangen van de armatuur wenst de gemeente z.s.m. een lichtstudie te laten uitvoeren om de situatie te evalueren.

Het nieuwe armatuur wordt via de trekkingsrechten gefinancierd.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen is akkoord om het bestaande LED armatuur ter hoogte van het zebrapad aan de Vrije Middenschool te vervangen door een LED armatuur dat zorgt voor een betere verlichting.

17.

2024_CBS_01208 - Aktename melding voor droogzuiging - 2024/00236MM - Lichtenbergweg - Dorsvlegelstraat - Hooiwagenstraat - Mutsaardstraat - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
17.

2024_CBS_01208 - Aktename melding voor droogzuiging - 2024/00236MM - Lichtenbergweg - Dorsvlegelstraat - Hooiwagenstraat - Mutsaardstraat - Kennisneming

2024_CBS_01208 - Aktename melding voor droogzuiging - 2024/00236MM - Lichtenbergweg - Dorsvlegelstraat - Hooiwagenstraat - Mutsaardstraat - Kennisneming

Motivering

Feiten context en argumentatie

Het betreft een droogzuiging voor het plaatsen van regenwaterputten en funderingen, te Lichtenbergweg 1 & 3, Dorsvlegelstraat 1, 3, 5, 7, Hooiwagenstraat 1-9, Mutsaardstraat 2, 4, 6, 8, 10, kadastraal gekend als 1ste afdeling, sectie B, nrs. 952B46, 952S32 en 952D47.

De droogzuiging zal bestaan uit 4 bemalingsstrengen die 30 dagen in werking zullen zijn.
Voor de realisatie van de regenwaterputten en funderingen moet over het algemeen een grondwatertafelverlaging van 2,4 meter bekomen worden. De bemalingsstreng aan de Hooiwagenstraat zal het grondwater verlagen t.e.m. 2,5 meter. Er zullen om de 5 meter aanzuigpunten geplaatst worden, op een diepte van max. 8 meter. 

Het gevraagde debiet bedraagt voor streng één 16,7 m³/uur, voor streng twee 16,8 m³/uur, voor streng drie 16,6 m³/uur en voor streng vier 17,4 m³/uur. Dit komt volgens de bijgevoegde berekeningstool van VMM neer op een totaaldebiet van max. 35.313 m³ voor een periode van 30 dagen. Het gevraagde totaaldebiet bedraagt echter 28.800 m³. 

De lozingspunten bevinden zich op de RWA-slokkers op de Mutsaardstraat, Dorsvlegelstraat en Hooiwagenstraat. Deze slokkers lopen over in de wadi, gelegen tussen de Dorsvlegelstraat en de Mutsaardstraat.
De aanvraag is realistisch en kan gunstig beoordeeld worden gezien het beperkt debiet en de beperkte tijdsduur.

Gunstig voor een bronbemaling te Lichtenbergweg 1 & 3, Dorsvlegelstraat 1, 3, 5, 7, Hooiwagenstraat 1-9, Mutsaardstraat 2, 4, 6, 8, 10, voor het plaatsen van regenwaterputten en funderingen, voor een debiet van 1622 m³/dag, 28.800 m³/jaar, mits volgende voorwaarden:
* Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.
* De start en stopdatum van de bemaling met telkens de stand van de debietsteller wordt gemeld aan de gemeentelijke dienst milieubeleid via leefmilieu@zonhoven.be.
* Wekelijks dient er een registratie te gebeuren van de opgepompte debieten grondwater. Deze gegevens worden in een logboek bijgehouden dat ter inzage wordt gehouden voor de toezichthoudende overheid.
* De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.
* Indien een volume van meer dan 10 m³/uur wordt geloosd op een gemengd rioleringsstelsel, moet de aanvrager op voorhand een toelating bekomen van Aquafin (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II) op www.aquafin.be. Het startvolume van de bronbemaling wordt ook in rekening gebracht bij het bepalen van het uurdebiet.
* De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum.
* De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.
* Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken.
* De bemaling mag de duur van 30 dagen niet overschrijden.

Besluit:
Artikel 1
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft op 18/11/2024 akte genomen van de melding ingediend door Hasan Demircan namens Wienen Bouw NV, Zevenputtenstraat 5 te 3690 Zutendaal, voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde een tijdelijke bemaling voor de plaatsing van hemelwaterputten en de aanleg van funderingen, voor een totaaldebiet van 28.800 m³/jaar, gelegen Lichtenbergweg 1 & 3, Dorsvlegelstraat 1, 3, 5, 7, Hooiwagenstraat 1-9, Mutsaardstraat 2, 4, 6, 8, 10, 1ste afdeling, sectie B, perceelnummer 952B46, 952S32 en 952D47, met rubriek: 53.2.2°a). 

53.2.2°a)

maximaal 30.000 m3 per jaar

Tijdelijke bemaling voor het plaatsen van Combi-regenwater/inflitratieputten en funderingen.

Artikel 2
Volgende voorwaarden moeten worden nageleefd:

  • Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.  
  • De start en stopdatum van de bemaling met telkens de stand van de debietsteller wordt gemeld aan de gemeentelijke dienst milieubeleid via leefmilieu@zonhoven.be.
  • Wekelijks dient er een registratie te gebeuren van de opgepompte debieten grondwater. Deze gegevens worden in een logboek bijgehouden dat ter inzage wordt gehouden voor de toezichthoudende overheid. 
  • De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.
  • Indien een volume van meer dan 10 m³/uur wordt geloosd op een gemengd rioleringsstelsel, moet de aanvrager op voorhand een toelating bekomen van Aquafin (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II) op www.aquafin.be. Het startvolume van de bronbemaling wordt ook in rekening gebracht bij het bepalen van het uurdebiet.  
  • De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum. 
  • De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.
  • Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken.
  • De bemaling mag de duur van 30 dagen niet overschrijden.

Deze aktename stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het besluit van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.

19.

2024_CBS_01210 - Tijdelijke politieverordening op het wegverkeer - buurtfeest Ossendriesstraat - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
19.

2024_CBS_01210 - Tijdelijke politieverordening op het wegverkeer - buurtfeest Ossendriesstraat - Goedkeuring

2024_CBS_01210 - Tijdelijke politieverordening op het wegverkeer - buurtfeest Ossendriesstraat - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Overwegende dat het in het belang van de openbare orde, rust en veiligheid noodzakelijk is dat er voor de inrichting van bovengenoemde manifestaties, bijzondere verkeersmaatregelen worden getroffen

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om een tijdelijke politieverordening op het wegverkeer inzake buurtfeest Ossendriesstraat op zaterdag 18 januari 2025 uit te vaardigen als volgt:

Artikel 2

Van zaterdag 18 januari 2025 om 18.30 uur tot zondag 19 januari 2025 om 01.00 uur is het verkeer van voertuigen, uitgezonderd deze van hulp- en veiligheidsdiensten, verboden in de Ossendriesstraat vanaf huisnummer 35 (doodlopend deel).

Artikel 3

Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens C3 geplaatst op een nadarafsluiting over de volledige breedte van de rijbaan. De signalisatie moet worden verlicht tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en als de zichtbaarheid minder is dan 200 meter.

Artikel 4

Door dit reglement worden de bestaande aanvullende gemeentelijke verkeersreglementen opgeschort voor zover zij betrekking hebben op de straten bedoeld in artikel 2 en dit voor zover deze strijdig zijn met huidig reglement.

Artikel 5

Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening kunnen vastgesteld worden door de leden van de federale en lokale politie.

Artikel 6

Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening worden bestraft met politiestraffen, voor zover door wetten die op dit stuk zouden bestaan, geen andere straffen zijn voorzien.

Artikel 7

De politie kan bijkomende maatregelen nemen om de openbare orde, rust en veiligheid te handhaven en zowel inrichters als de deelnemer moeten deze naleven.

Artikel 8

De aanvrager is aansprakelijk voor de schade aan het openbaar domein zo deze rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van het bestaan van de manifestatie.

Artikel 9

Het college van burgemeester en schepenen beveelt dat onderhavige verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig het decreet Lokaal Bestuur.

21.

2024_CBS_01127 - Verkoop menslievend doel - De Warmste Week - Goedkeuring

Goedgekeurd
21.

2024_CBS_01127 - Verkoop menslievend doel - De Warmste Week - Goedkeuring

2024_CBS_01127 - Verkoop menslievend doel - De Warmste Week - Goedkeuring
22.

2024_CBS_01212 - Toekennen subsidies ontwikkelingshulp 2024 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
22.

2024_CBS_01212 - Toekennen subsidies ontwikkelingshulp 2024 - Goedkeuring

2024_CBS_01212 - Toekennen subsidies ontwikkelingshulp 2024 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

In bijlage de subsidieaanvragen 2024 met het advies van het projectencomité, samengesteld door de GROS.

Er werden 4 aanvragen ingediend en 4 werden gunstig geadviseerd.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord om de 4 gunstig geadviseerde projectaanvragen te weerhouden.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de uitbetaling van de subsidies door de financiële dienst.

23.

2024_CBS_01213 - Aanstelling van personeelslid dat bevoegd is om controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met het invorderen van de gemeentebelastingen - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
23.

2024_CBS_01213 - Aanstelling van personeelslid dat bevoegd is om controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met het invorderen van de gemeentebelastingen - Goedkeuring

2024_CBS_01213 - Aanstelling van personeelslid dat bevoegd is om controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met het invorderen van de gemeentebelastingen - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Conform het proceduredecreet d.d. 30.05.2008 dient de bevoegde overheid, in dit geval het college van burgemeester en schepenen, een personeelslid aan te stellen die bevoegd is om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van het belastingreglement en de bepalingen. 

Op verzoek van het aangesteld personeelslid is om de toepassing van het belastingreglement te kunnen controleren of onderzoeken, iedereen verplicht om zonder verplaatsing de boeken en bescheiden die noodzakelijk zijn voor de vestiging van de belastingen voor te leggen. Iedereen is verplicht om vrije toegang te verlenen tot de al dan niet bebouwde onroerende goederen, die een belastbaar element kunnen vormen of bevatten of waar een belastbare activiteit wordt uitgeoefend. Om de belastingplicht te kunnen bepalen of de grondslag van de belasting te kunnen onderzoeken of controleren, moet aan het aangesteld personeelslid de mogelijkheid geboden worden vaststellingen te doen (art. 6). Dit aangesteld personeelslid brengt, in het geval van ambtshalve vestiging van de belastingen, de belastingplichtige hiervan op de hoogte (reden van toepassing procedure, elementen waarop de belasting is gebaseerd, het bedrag van de belasting).

Daarnaast kan de financieel directeur niet worden aangesteld om deze controle en onderzoeken te voeren (art. 5).

Naar aanleiding van de pensionering van de medewerker die momenteel belast is met deze bevoegdheid, dient er een nieuw personeelslid aangesteld te worden. Hiervoor wordt door het college Nancy Putzeys aangesteld.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen stelt Nancy Putzeys aan als personeelslid dat bevoegd is om controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met het invorderen van de gemeentebelastingen.

24.

2024_CBS_01214 - Aanstelling voltijds deskundige sport B1-B3 sector mens en maatschappij - Goedkeuring

Goedgekeurd
24.

2024_CBS_01214 - Aanstelling voltijds deskundige sport B1-B3 sector mens en maatschappij - Goedkeuring

2024_CBS_01214 - Aanstelling voltijds deskundige sport B1-B3 sector mens en maatschappij - Goedkeuring
20.

2024_CBS_01211 - Programma Zonhoven Trapt Door 2025 - voorstel artiesten - Goedkeuring

Goedgekeurd
20.

2024_CBS_01211 - Programma Zonhoven Trapt Door 2025 - voorstel artiesten - Goedkeuring

2024_CBS_01211 - Programma Zonhoven Trapt Door 2025 - voorstel artiesten - Goedkeuring
18.

2024_CBS_01209 - Tijdelijke politieverordening op het wegverkeer - pop up bar eindejaar - Elstrekenweg - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
18.

2024_CBS_01209 - Tijdelijke politieverordening op het wegverkeer - pop up bar eindejaar - Elstrekenweg - Goedkeuring

2024_CBS_01209 - Tijdelijke politieverordening op het wegverkeer - pop up bar eindejaar - Elstrekenweg - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

Overwegende dat het in het belang van de openbare orde, rust en veiligheid noodzakelijk is dat er voor de inrichting van bovengenoemde manifestaties, bijzondere verkeersmaatregelen worden getroffen

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen besluit om een tijdelijke politieverordening op het wegverkeer op zaterdag 21 december 2024 en zaterdag 11 januari 2025 uit te vaardigen als volgt:

Artikel 2

Het verkeer van voertuigen, uitgezonderd deze van hulp- en veiligheidsdiensten, is verboden in de verbindingsweg tussen de Elstrekenweg (t.h.v. huisnr 171) en de Kauwbosstraat op:

  • zaterdag 21 december 2024 van 13u00 tot en met zondag 22 december 2024 om 8u00;
  • zaterdag 11 januari 2025 van 13u00 tot en met zondag 12 januari 2025 om 8u00.

Artikel 3

Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens C3 geplaatst op een nadarafsluiting over de volledige breedte van de rijbaan. De signalisatie moet worden verlicht tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en als de zichtbaarheid minder is dan 200 meter.

Artikel 4

Door dit reglement worden de bestaande aanvullende gemeentelijke verkeersreglementen opgeschort voor zover zij betrekking hebben op de straten bedoeld in artikel 2 en dit voor zover deze strijdig zijn met huidig reglement.

Artikel 5

Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening kunnen vastgesteld worden door de leden van de federale en lokale politie.

Artikel 6

Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening worden bestraft met politiestraffen, voor zover door wetten die op dit stuk zouden bestaan, geen andere straffen zijn voorzien.

Artikel 7

De politie kan bijkomende maatregelen nemen om de openbare orde, rust en veiligheid te handhaven en zowel inrichters als de deelnemer moeten deze naleven.

Artikel 8

De aanvrager is aansprakelijk voor de schade aan het openbaar domein zo deze rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van het bestaan van de manifestatie.

Artikel 9

Het college van burgemeester en schepenen beveelt dat onderhavige verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig het decreet Lokaal Bestuur.

6.

2024_CBS_01195 - Inrichting speelruimte Dorpshart - Kennisneming

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur
Secretaris
Bart Telen, Algemeen directeur
6.

2024_CBS_01195 - Inrichting speelruimte Dorpshart - Kennisneming

2024_CBS_01195 - Inrichting speelruimte Dorpshart - Kennisneming

Motivering

Feiten context en argumentatie

Naar aanleiding van de inrichting van het terrein vóór de bibliotheek als speelruimte werd op 18 november een brainstorm georganiseerd ter voorbereiding van het gunningsdossier. 

Eerder gaf het college van burgemeester en schepenen aan de voorkeur te geven aan een "natuurlijk en avontuurlijke" speelruimte. Omdat die begrippen eerder vaag zijn, werd een brainstorm georganiseerd ter verduidelijking. 

In essentie stellen we het volgende voor:

  • Natuurlijke uitstraling: bij voorkeur natuurlijke materialen (hout, maaskeien, enz.), natuurlijke kleuren, ruwere uitstraling, thematisch aansluiten bij de aanwezige natuur in Zonhoven (watervogels, vissen, De Wijers...).
  • Avontuurlijk spelen: optimaal benutten van de omgeving (spelen op en rond de tallud), speelruimte die beantwoordt aan criteria voor een rijke speelomgeving (zie bijlage). 
  • Zie ook moodboard en documentatie in de bijlagen.

Op basis van deze brainstorm wordt het gunningsdossier voorbereid.

Inschatting timing

  • 6 december 2024: alle info bij contractmanagement
  • 27 januari 2025: agendering gemeenteraad
  • 31 januari 2025: publicatie 
  • 20-21 februari 2025: verplicht plaatsbezoek leveranciers
  • 6 maart 2025: deadline indienen offertes
  • week 10-14 maart 2025: beoordeling door jury + gunningsverslag
  • 25 maart 2025: agendering gunning CBS
  • Voorwaarde in het dossier: uiterlijk 30 juni 2025 is de ruimte speelklaar (dat is 13 weken na bestelling wanneer die einde maart gebeurt). 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de brainstorm m.b.t. de inrichting van de speelruimte in het Dorpshart.