De gemeenteraadsleden beschikken over de mogelijkheid om de goedgekeurde notulen via eBesluit te raadplegen.
Het college van burgemeester en schepenen heeft geen opmerkingen over het verslag. Bijgevolg is het verslag van de zitting van 25 juni 2024 goedgekeurd.
College van burgemeester en schepenen d.d. 09/04/2024;
Verslag van nazicht in bijlage.
Het recente Besluit van de Vlaamse Regering (BVR RPR) van 20 januari 2023 biedt lokale besturen in Limburg meer flexibiliteit en autonomie in hun HR-beleid.
Ook beoogt het besluit om externe mobiliteit tussen overheidsniveaus te stimuleren. Tot slot introduceert het kaderbesluit ook verschillende moderne HR instrumenten voor de lokale en provinciale besturen.
Alle kenmerken van de arbeidsmarkt wijzen erop dat de “war for talent” niet zal verbeteren, met een stijging van het aantal knelpuntfuncties tot gevolg. Hierdoor stijgt het risico op zowel opwaartse druk op onze loonschalen als braindrain naar de privésector. Als nu reeds bij besturen het gevoel bestaat dat we elkaars beste collega’s van elkaar afsnoepen met betere voorwaarden, kan dit nog verergeren als elk bestuur zijn eigen verloningsbeleid zal creëren. De Regioraad Limburg wenste de mogelijkheden van het nieuwe BVR RPR te onderzoeken met als doel de ontwikkeling van een gemeenschappelijk Limburgs kader en de daarmee samenhangende HR instrumenten.
Er werd beslist om dit te doen onder de vorm van occasionele gezamenlijke opdrachten. Na rondvraag in de Regio wensen 32 van de 42 lokale besturen en de provincie Limburg deel te nemen aan deze opdrachten. De samenwerkingsovereenkomst die hiervoor werd opgemaakt met de afspraken voor de verdere organisatie van de gezamenlijke opdrachten werd door de bevoegde organen van alle 33 deelnemende besturen goedgekeurd.
De tweede stap in deze historische Limburgse samenwerking op HR-niveau is het in de markt zetten van de occasionele gezamenlijke opdracht “Aanstellen dienstverlener in het kader van juridische ondersteuning nieuw verloningsbeleid”. Overeenkomstig de beslissing van 28 maart 2024 door stad Hasselt, werd voor het bovengenoemde dossier een plaatsingsprocedure georganiseerd op basis van bestek met nr. 2024- 5573. De offertes werden ontvangen, nagekeken en beoordeeld door stad Hasselt.
Argumentatie
In het kader van de opdracht "Occasionele gezamenlijke opdracht – Aanstellen dienstverlener i.k.v. juridische ondersteuning nieuw verloningsbeleid” werd een bestek met nr. 2024-5573 opgesteld.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 123.966,94 excl. btw of € 150.000,00 incl. 21% btw, voor alle besturen samen. Het aandeel van Zonhoven hierin bedraagt 2,25%, oftewel 2.789,26 € (excl. btw - 3.375 € incl. btw).
Het college van burgemeester en schepenen van stad Hasselt verleende in de zitting van 28 maart 2024 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking. De gemeente Zonhoven nam eenzelfde beslissing in zitting op 9 april 2024.
Volgende ondernemers wrden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:
De offertes dienden ten laatste op 10 mei om 10.00u ingediend worden.
De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 6 november 2024.
Er werden 3 offertes ontvangen:
Stad Hasselt stelde op 11 juni 2024 het verslag van nazicht van de offertes, toegevoegd als bijlage bij dit besluit.
Stad Hasselt stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de firma met de economisch meest voordelige offerte (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde JURPLUS BV, Neerpoortenstraat 7 te 3040 Huldenberg tegen het nagerekende offertebedrag waarvan de forfaitaire uurprijs € 145,20 incl. 21% btw bedraagt.
Stad Hasselt treedt op als penhouder en staat in voor de opmaak van de opdrachtdocumenten, het verslag van nazicht van de offertes, etc.
Alle deelnemende besturen dienen zowel de lastvoorwaarden, gunningswijze en lijst uit te nodigen firma's als de gunningsbeslissing door hun eigen bevoegde organen te laten goedkeuren.
Conform de goedgekeurde samenwerkingsovereenkomst zal elke partij instaan voor de betaling van het aandeel van de prijs overeenstemmend met het aantal medewerkers in loondienst binnen haar organisatie. Voor de gemeente Zonhoven betekent dit 2,25% van het geheel.
Conform de goedgekeurde samenwerkingsovereenkomst zal een boeteclausule worden toegepast indien een deelnemend lokaal bestuur na ondertekening zijn deelname aan de samenwerking alsnog wenst te beëindigen.
Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van nazicht van de offertes van 11 juni 2024, opgesteld door stad Hasselt, goed.
Artikel 2
Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen gunt de opdracht "Limburgse RPR - Occasionele gezamenlijke opdracht - Aanstellen dienstverlener i.k.v. juridische ondersteuning nieuw verloningsbeleid " aan de firma met de economisch meest voordelige offerte (op basis van de beste prijskwaliteitsverhouding), zijnde JURPLUS BV, Neerpoortenstraat 7 te 3040 Huldenberg, tegen het nagerekende offertebedrag waarvan de forfaitaire uurprijs € 145,20 incl. 21% btw bedraagt.
Artikel 4
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2024-5573.
Er is een vrijstelling van de betaling van de bedrijfsvoorheffing, gelijk aan 18% (sinds 2020) van het totale gecorrigeerde belastbare loon (belastbare basis) van werknemers die in ploegenverband werken in onroerende staat verrichten (o.m. groenonderhoud openbaar domein, bouwwerkzaamheden, reinigen, herstellen, ). De voorwaarden zijn:
inrichten, herstellen, onderhouden, reinigen en slopen van een onroerend goed naar zijn aard of een gedeelte daarvan, alsmede elke verrichting die zowel de levering van roerende zaken als de plaatsing daarvan in een onroerend goed inhoudt, en wel zodanig dat de roerende zaken naar hun aard onroerend worden.")
Sedert de opstart van het project stellen we vanuit de administratie vast dat het aanleveren van de informatie die EY vraagt om te komen tot een goede analyse erg moeizaam verloopt. Hierbij ontbreekt het de organisatie momenteel aan tools en voldoende tijd om dit administratief op een vlotte manier in kaart te brengen. Zo is er momenteel geen koppeling tussen enerzijds de personeelsregistratie, het zakensysteem (TOPdesk) en de locatie (vb. software tracking voertuigen). Ondanks verwoede pogingen om dit vanuit één van de bestaande systemen te doen en van daaruit de rapportage te halen, of om het project te downsizen tot de meer basic taken, blijven steeds dezelfde vragen zich aandienen. Door de grote administratieve last van dit project, wordt er vanuit de organisatie nog slechts beperkt aandacht gegeven aan dit project.
Naar aanleiding van het moeizame proces van informatievergaring en gebrek aan goede tools geeft de begeleidende belastingconsulent, EY, aan dat de huidige informatie niet volstaat in functie van de huidige fiscale controles. Bijkomend stellen ze dat het bedrag van de vrijstelling niet zal opwegen tegen het risico dat gemeente Zonhoven zou lopen bij een fiscale controle. Vandaar dat ze ook de mogelijkheid geven om de huidige samenwerking te beëindigen.
Wat betreft de financiële impact is het zo dat er geen impact bestaat gelet op het 'no-cure-no-pay-principe' dat bij de gunning werd afgesproken. Uiteraard zijn er de gederfde inkomsten, doch wegen deze vanuit de administratie niet op tegen de kosten en tijdsinvestering die staan tegenover dit project.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de stand van zaken van het project 'vrijstelling bedrijfsvoorheffing in verband met werken in onroerende staat'.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de stopzetting van het project 'vrijstelling bedrijfsvoorheffing in verband met werken in onroerende staat' goed.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van de bestelbons goed.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van bestelbons goed voor een bedrag van € 49.858,90.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van de bijkomende bestelbons goed.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van bestelbons goed voor een bedrag van € 6.364,79.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de bijkomende bestelbon goed voor een bedrag van € 211,75.
Alle kennisgevingen of verzendingen tussen de kerkfabriek en de toezichthoudende overheid en tussen het centraal kerkbestuur en de toezichthoudende overheid gebeuren op de wijze, bepaald door de Vlaamse Regering.
Het college van burgemeester en schepenen kan, bij een gemotiveerd besluit, de uitvoering schorsen van een besluit waarbij de kerkraad of het centraal kerkbestuur het gemeentelijke belang en, inzonderheid, de financiële belangen van de gemeente schaadt. Het schorsingsbesluit moet aan de kerkfabriek en het centraal kerkbestuur worden verstuurd binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op de dag nadat de notulen bij de gemeenteoverheid zijn ingekomen. Van de schorsing wordt in de notulen melding gemaakt in de rand van het desbetreffende besluit. Van het schorsingsbesluit wordt door het college van burgemeester en schepenen dadelijk kennisgegeven aan de provinciegouverneur, het erkend representatief orgaan en de Vlaamse regering. Het regelmatig geschorste besluit kan worden ingetrokken.
De kerkraad of het centraal kerkbestuur, naar gelang van het geval, kan het geschorste besluit gemotiveerd handhaven binnen een termijn van honderd dagen die ingaat op de dag na het versturen van het schorsingsbesluit. In dit geval wordt het handhavingsbesluit, op straffe van nietigheid van het geschorste besluit, uiterlijk de laatste dag van die termijn naar de Vlaamse regering gestuurd met een afschrift aan het college van burgemeester en schepenen, de provinciegouverneur en het erkend representatief orgaan.
De termijn waarin de overheden, vermeld in artikel 58 en 59, een besluit van de kerkraad of van het centraal kerkbestuur kunnen schorsen of vernietigen, wordt gestuit als de toezichthoudende overheid het dossier over dat besluit bij de kerkfabriek of het centraal kerkbestuur opvraagt of aanvullende inlichtingen vraagt. Als de toezichthoudende overheid een klacht ontvangt, stuit dat ook de termijn, op voorwaarde dat die klacht verstuurd wordt op de wijze die de Vlaamse Regering bepaalt. De dag nadat de toezichthoudende overheid het dossier of de aanvullende inlichtingen heeft ontvangen, begint een nieuwe termijn van dertig dagen.
Op 12 juni 2024 heeft de kerkraad Sint-Quintinus opnieuw een vergadering gehad. Hiervan werd de samenvatting in bijlage toegevoegd ter kennisneming.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de notulen van de kerkraad Sint-Quintinus van 28 mei 2024.
Het college van burgemeester en schepenen neemt ook kennis van de notulen van de kerkraad Sint-Quintinus van 12 juni 2024.
Het betreft een droogzuiging voor de bouw van een woning, volledig onderkelderd, te Stenenkruisweg 99, Zonhoven, 1ste afdeling, sectie B, nr. 40F.
Het perceel is niet opgenomen in het grondeninformatieregister. Op 80 meter van het perceel ligt een vastgestelde verontreiniging, die vermoedelijk verspreid is naar de openbare weg. Voor deze verontreiniging werd een bodemsaneringsproject opgesteld, maar deze werd nog niet uitgevoerd.
Voor de realisatie van de bouw moet een grondwatertafelverlaging van 3,5 meter bekomen worden. Er zullen 18 aanzuigpunten geplaatst worden, op een diepte van max. 10 meter.
Het gevraagde debiet bedraagt 40 m³/uur, gedurende 90 dagen. Dit komt neer op een jaardebiet van 37.715 m³.
De invloedsstraal van de bemaling bedraagt volgens de bemalingsnota na 60 dagen 60 meter. De vastgestelde verontreiniging ten noordoosten van het perceel zou dus buiten de invloedsstraal liggen. Desondanks adviseert de dienst leefmilieu om waakzaam te zijn voor de verspreiding van de verontreiniging en zeker niet langer dan noodzakelijk te bemalen.
Indien er meer dan 10 m³/uur geloosd wordt op een gemengd stelsel, dient op voorhand een toelating bij Aquafin aangevraagd te worden.
Het gevraagde lozingspunt bevindt zich op de Steentweg, dit is een gescheiden stelsel. De dienst leefmilieu stelt zich echter vragen bij dit lozingspunt: om dit punt te bereiken dient de bemalingsslang naar de overkant van de weg gelegd te worden via een constructie. In de bemalingsaanvraag wordt niet verduidelijkt hoe dit zal gebeuren. Het gevraagde lozingspunt ligt bovendien op de rijbaan. Gezien het een gewestweg betreft, is ook toelating van AWV noodzakelijk om een constructie over de Houthalenseweg te voorzien.
Daarnaast merkt de dienst op dat dit lozingspunt het eindpunt van de gescheiden riolering van de Steentweg is. Het gescheiden rioleringsstelsel loopt hier verder in het gemengde rioleringsstelsel van de Houthalenseweg. Hierdoor kan er eigenlijk niet gesproken van een lozing in een gescheiden stelsel en dient de aanvrager nog steeds toelating te krijgen van Aquafin om het bemalingswater te lozen. De heffing van Aquafin zal in dit geval ook betaald moeten worden. Gezien deze situatie, lijkt het de dienst leefmilieu praktischer en realistischer om het bemalingswater te lozen in het dichtstbijzijnde gemengde rioleringsstelsel. Er dient dan op voorhand ook contact opgenomen te worden met Aquafin.
Aangezien er in de onmiddellijk omgeving geen mogelijkheden zijn om het grondwater af te voeren naar een effectief gescheiden stelsel of in een oppervlakte water, kan het water in het gemengde stelsel van de Stenenkruisweg of de Houthalenseweg geloosd worden. Mits toestemming van de eigenaars, zou het bemalingswater wel op de beboste percelen ten westen van Stenenkruisweg 99 geloosd kunnen worden door middel van bevloeiing.
De aanvraag is realistisch en kan gunstig beoordeeld worden gezien het beperkt debiet en de beperkte tijdsduur.
Gunstig voor een bronbemaling te Stenenkruisweg 99, voor de realisatie van een onderkelderde woning, voor een debiet van 960 m³/dag, 37.715 m³/jaar, mits volgende voorwaarden:
* Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.
* De start en stopdatum van de bemaling met telkens de stand van de debietsteller wordt gemeld aan de gemeentelijke dienst milieubeleid via leefmilieu@zonhoven.be.
* Wekelijks dient er een registratie te gebeuren van de opgepompte debieten grondwater. Deze gegevens worden in een logboek bijgehouden dat ter inzage wordt gehouden voor de toezichthoudende overheid.
* De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.
* Indien een volume van meer dan 10 m³/uur wordt geloosd op een gemengd rioleringsstelsel, moet de aanvrager op voorhand een toelating bekomen van Aquafin (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II) op www.aquafin.be. Het startvolume van de bronbemaling wordt ook in rekening gebracht bij het bepalen van het uurdebiet.
* De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum.
* De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.
* Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken.
* De bemaling mag de duur van 60 dagen niet overschrijden.
Besluit:
Artikel 1
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft op 25/06/2024 akte genomen van de melding ingediend door Bolat Savas, Heuveneindeweg 41 te 3520 Zonhoven, voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde een tijdelijke bemaling voor de bouw van een woning, volledig onderkelderd, voor een totaaldebiet van 37715 m³/jaar, gelegen Stenenkruisweg 99 te 3520 Zonhoven, 1ste afdeling, sectie B, perceelnummer 40F, met rubriek: 53.2.2°b)1°.
53.2.2°b)1° | wordt beperkt tot maximaal vier meter onder het maaiveld | Bemaling bestaande uit 18 filterbronnen met max. 2.25m³/Hr per filterbron, 40m³/Hr, 970m³/dag en een maximale grondwaterverlaging van 2m tot 3m50 onder maaiveld |
Artikel 2
Volgende voorwaarden moeten worden nageleefd:
Deze aktename stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het besluit van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Het betreft een droogzuiging voor de plaatsing van twee hemelwaterputten te Herestraat 124A, Zonhoven, 3de afdeling, sectie E, nrs. 269K & 269G.
Voor de realisatie van de bouw moet een grondwatertafelverlaging van 3,5 meter bekomen worden. Er zullen 10 aanzuigpunten geplaatst worden, op een diepte van max. 7 meter.
Het gevraagde debiet bedraagt 11,2 m³/uur, gedurende 30 dagen. Dit komt neer op een jaardebiet van 7470 m³.
Voor de plaatsing van een hemelwaterput wordt doorgaans slechts een bemalingsperiode van 10 dagen vergund. De bemalingsduur dient bijgevolg beperkt te worden tot 10 dagen in plaats van de gevraagde 30 dagen.
Indien er meer dan 10 m³/uur geloosd wordt op een gemengd stelsel, dient op voorhand een toelating bij Aquafin aangevraagd te worden.
Het gevraagde lozingspunt bevindt zich op de nabijgelegen wadi op het terrein.
De aanvraag is realistisch en kan gunstig beoordeeld worden gezien het beperkt debiet en de beperkte tijdsduur.
Gunstig voor een bronbemaling te Herestraat 124A, voor de plaatsing van twee hemelwaterputten, voor een debiet van 335 m³/dag, 7470 m³/jaar, mits volgende voorwaarden:
Besluit:
Artikel 1
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft op 24/06/2024 akte genomen van de melding ingediend door Warson Rudi, Rachels 3 te 3650 Dilsen-Stokkem, voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde een tijdelijke bemaling voor de plaatsing van twee hemelwaterputten, voor een totaaldebiet van 7470 m³/jaar, gelegen Herestraat 124A te 3520 Zonhoven, 3de afdeling, sectie E, perceelnummers 269K en 269G, met rubriek: 53.2.2°a).
53.2.2°a) | maximaal 30.000 m3 per jaar | Bronbemaling voor het plaatsen van twee regenwaterputten met een max. totaal debiet van 7470m³ gedurende een max. totaal periode van 10 dagen. |
Artikel 2
Volgende voorwaarden moeten worden nageleefd:
Deze aktename stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het besluit van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Het betreft een droogzuiging voor de aanleg van een nieuwe riolering voor het verkavelingsproject ‘Zonhoven Beskensstraat Fase 3’, te Hortstraat z/n, Zonhoven, 1ste afdeling, sectie B, nrs. 1220L & 1213B2.
Voor de aanleg van de riolering moet een grondwatertafelverlaging van 2.72 meter bekomen worden. Er wordt gewerkt met 2 bemalingsstrengen met een totale lengte van 200 meter. Er zullen 28 filters op een diepte van max. 10 meter geplaatst worden.
In eerste instantie ontbrak de bemalingsnota in de aanvraag. De aannemer van het project werd gecontacteerd waarna de bemalingsnota nog handmatig kon worden toegevoegd. De gegevens uit de bemalingsnota en de gegevens in de melding verschillen echter van elkaar. Er werd opnieuw contact opgenomen met de aannemer waarbij verduidelijkt werd dat de bemalingsnota de juiste gegevens bevat. Op basis van de gegevens uit de bemalingsnota wordt akte genomen van de melding.
Het gevraagde debiet bedraagt 60,1 m³/uur, gedurende de eerste 5 dagen van de opstartfase. De daaropvolgende 25 dagen zal het gevraagde debiet 36,5 m³/uur bedragen. Dit komt neer op een jaardebiet van 29.134 m³.
Het lozingspunt bevindt zich op het bestaande afvoerbekken van het Vinkenhof. Deze heeft een overloop richting het gescheiden stelsel van het Vinkenhof.
De aanvraag is realistisch en kan gunstig beoordeeld worden gezien het beperkt debiet en de beperkte tijdsduur.
Gunstig voor een bronbemaling te Hortstraat z/n, voor de aanleg van een nieuwe riolering voor het verkavelingsproject ‘Zonhoven Beskensstraat Fase 3’, voor een debiet van 1443 m³/dag, 29.134 m³/jaar, mits volgende voorwaarden:
* Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.
* De start en stopdatum van de bemaling met telkens de stand van de debietsteller wordt gemeld aan de gemeentelijke dienst milieubeleid via leefmilieu@zonhoven.be.
* De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.
* Het bemalingswater wordt geloosd op het afvoerbekken van het Vinkenhof.
* De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum.
* De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.
* Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken.
* De bemaling mag de duur van 30 dagen niet overschrijden.
Besluit:
Artikel 1
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft op 25/06/2024 akte genomen van de melding ingediend door Algemene Ondernemingen Hermans en Co NV, Nijverheidslaan 116, 3620 Lanaken, voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde een tijdelijke bemaling voor de aanleg van een nieuwe riolering voor het verkavelingsproject ‘Zonhoven Beskensstraat Fase 3’, te Hortstraat z/n, voor een totaaldebiet van 29134 m³/jaar, gelegen te Hortstraat z/n 3520 Zonhoven, 1ste afdeling, sectie B, perceelnummers 1220L en 1213B2, met rubriek: 53.2.2°a).
53.2.2°a) | maximaal 30.000 m3 per jaar | een tijdelijke bemaling voor de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel, voor een maximale periode van 30 dagen |
Artikel 2
Volgende voorwaarden moeten worden nageleefd:
Deze aktename stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het besluit van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Het betreft een droogzuiging voor vervanging van een hemelwaterput, te Senator A. Jeurissenlaan 1210, Zonhoven, 2de afdeling, sectie C, nr. 1089B.
Het perceel is opgenomen in het grondeninformatieregister. Op 09/11/2006 werd een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd. Hieruit bleek dat er op het terrein een historische bodemverontreiniging aanwezig is. Op basis van het rapport oordeelde OVAM dat er geen sprake is van een ernstige bedreiging en werden er geen gebruiksmaatregelen opgelegd.
Voor de vervanging van de hemelwaterput moet een grondwatertafelverlaging van 2,5 meter bekomen worden. Er zullen 4 aanzuigpunten geplaatst worden, op een diepte van max. 6 meter.
Het gevraagde debiet bedraagt 11,8 m³/uur, gedurende 10 dagen. Dit komt neer op een jaardebiet van 2384 m³.
Het lozingspunt bevindt zich op de Senator A. Jeurissenlaan, dit is een gescheiden stelsel.
De aanvraag is realistisch en kan gunstig beoordeeld worden gezien het beperkt debiet en de beperkte tijdsduur.
Gunstig voor een bronbemaling te Senator A. Jeurissenlaan 1210, voor de vervanging van een hemelwaterput, voor een debiet van 283 m³/dag, 2384 m³/jaar, mits volgende voorwaarden:
* Een goed functionerende debietsteller moet aanwezig zijn op elke pomp.
* De sectorale voorwaarden van Vlarem II, hoofdstuk 5.53, moeten nageleefd worden.
* De droogzuiging wordt onmiddellijk verwijderd zodra dit bouwtechnisch mogelijk is en wordt beperkt in tijd en debiet tot het absolute, noodzakelijke, minimum.
* De lozing van het grondwater mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.
* Indien de stroomgroep geluidshinder vormt voor de omwonenden, moeten onmiddellijk gepaste maatregelen genomen worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken.
* Bij de plaatsing van hemelwater- en/of infiltratieputten mag de bemaling max. 10 dagen in werking zijn.
Besluit:
Artikel 1
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft op 25/06/2024 akte genomen van de melding ingediend door Celus Benny, Bokrijkseweg 121 te 3520 Zonhoven, voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, zijnde een tijdelijke bemaling voor vervanging van een hemelwaterput, voor een totaaldebiet van 2384 m³/jaar, gelegen Senator A. Jeurissenlaan 1210 te 3520 Zonhoven, 2de afdeling, sectie C, perceelnummer 1089B, met rubriek: 53.2.2°a).
53.2.2°a) | maximaal 30.000 m3 per jaar | grondwaterverlaging nodig voor het vervangen van een regenwaterput |
Artikel 2
Volgende voorwaarden moeten worden nageleefd:
Deze aktename stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het besluit van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Beheersovereenkomst VLM;
De gemeenteraad in zitting op 25 oktober 2021 besloot een overeenkomst tot overdracht van het beheer van onroerende goederen aan de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) af te sluiten.
Deze overeenkomst heeft voornamelijk als doel om bepaalde gronden tijdelijk in beheer te nemen om deze op hun beurt te verpachten aan de landbouwers die tijdelijk getroffen worden door het project LIP Kiewit-Zonhoven. Op die manier kan het VLM voor de tijd dat het LIP loopt en/of in aanloop ernaartoe, éénjarige contracten of andere contracten van bepaalde duur afsluiten met landbouwers die gedupeerd worden door de innames voor de Kauwbosstraat. Er kunnen eveneens andere overeenkomsten aangegaan worden met andere belanghebbenden, zoals bijvoorbeeld Aero-Kiewit. De gemeente hoeft op die manier geen openbare procedure te doorlopen en zowel het VLM als de gemeente kan daardoor het vertrouwen van de gedupeerde landbouwers winnen. Hiernaast kan het VLM voorwaarden opnemen in de contracten voor het gebruik van de betreffende percelen zodat er ecologisch gezien winst uit gehaald kan worden.
De beheersovereenkomst met VLM heeft bijgevolg voordelen op korte termijn en na het afronden van het LIP Kiewit-Zonhoven beschikt de gemeente terug vrij over de betreffende gronden.
De beheerovereenkomst werd in 2021 aangegaan met als voorwerp enkele percelen in de Luchtvaartstraat (Hasselt) maar voorziet ook om percelen bijkomend aan de overeenkomst toe te voegen. Op basis van art. 56, §3, 8°, b van het decreet lokaal bestuur, is het college van burgemeester en schepenen exclusief bevoegd percelen aan deze overeenkomst toe te kunnen voegen.
VLM vraagt nu om twee percelen, gelegen aan de Elstrekenweg, aan de overeenkomst toe te voegen. Dit betreft de percelen afd. 2, sectie D, nrs. 132S98 en 132T98. Dit zijn twee percelen die Richard Wirix pachtte maar eind 2023 opzegde. Deze zijn momenteel dus vrij van enige gebruiker en dienen op heden door de gemeente beheerd en onderhouden te worden.
Gelet op dezelfde motivatie als van toepassing in het gemeenteraadsdossier van 25 oktober 2021, hierboven kort herhaald, wordt aangeraden beide percelen toe te voegen aan de beheersovereenkomst met VLM.
Het college van burgemeester en schepenen keurt het addendum aan de overeenkomst tot overdracht van het beheer van onroerende goederen van de gemeente Zonhoven aan de Vlaamse Landmaatschappij, opgemaakt te Brussel op 25 oktober 2021, zoals toegevoegd in bijlage, goed.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer: 2024/00045
Referentie omgevingsloket: OMV_2024035638
De aanvraag, ingediend door mevrouw Gitte Vuerstaek wonende te Rutger Resciusstraat 3 te 3680 Maaseik en Nick Bleyen wonende te Koning Boudewijnstraat 3 te 3940 Hechtel-Eksel, werd ontvangen op 10/03/2024 en op 05/04/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.
De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Nachtegalenstraat 48, kadastraal gekend als afdeling 4 sectie B nr. 698C.
De aanvraag gaat over het voorzien van isolatie en bepleistering aan de buitengevels en de regularisatie van de inrit.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).
1. STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS
De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied met landelijk karakter en landschappelijk waardevol agrarisch gebied.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het project maakt deel uit van de goedgekeurde verkaveling 7204.V.83/13 goedgekeurd op 12 september 1983, het betreft lot 1.
De verkaveling is ouder dan 15 jaar. Daarom vormen de verkavelingsvoorschriften niet langer een weigeringsgrond en moet er een toetsing gebeuren van de goede ruimtelijke ordening.
Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.
2. HISTORIEK
Volgende dossiers zijn relevant:
• Stedenbouwkundige vergunning (1986/00004) voor het bouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 20/01/1986.
• Verkavelingsvergunning (7204.V.83/13) voor het verkavelen van grond in 3 loten voor een vrijstaande eengezinswoning - goedgekeurd op 12/09/1983.
3. BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG
Beschrijving van de plaats & omgeving
Het perceel bevindt zich aan de Nachtegalenstraat, een gemeenteweg ten noordoosten van het centrum van Zonhoven.
De nabije omgeving wordt gekenmerkt door vrijstaande eengezinswoningen in een open verband, gelegen in een woonlint langsheen de straat. De bebouwing bestaat voornamelijk uit 1 bouwlaag onder hellende daken.
In de ruimere omgeving is tevens een kleinschalig hotel aanwezig en aan de achterzijden van het woonlint bevinden zich landschappelijk waardevol agrarisch gebied, agrarisch gebied en natuurgebied, allen groen ingevuld met weilanden en bossen.
Verder naar het noorden toe is tevens een kleinschalig industriegebied (BPA Colverenheide) aanwezig.
Op het perceel bevindt zich een vrijstaande eengezinswoning anno 1987 met 1 bouwlaag en een hellend dak. Verder is er in beperkte mate verharding aanwezig en een bijgebouw in de achtertuin. Voor het overige werd het terrein groen ingevuld.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag gaat over het isoleren en bepleisteren van de buitengevels van de vrijstaande eengezinswoning. Men vraagt tevens de regularisatie van de verhardingen in de voortuin aan.
De woning werd ingeplant op 7m à 8m afstand tot de voorste perceelgrens, op 3m afstand tot de rechter perceelgrens en op 6m à 3,20m afstand tot de linker perceelgrens.
De bestaande gevels in roodbruin genuanceerde gevelsteen worden voorzien van een siliconenbepleistering op isolatieplaten met een totale dikte van 16cm.
Hiermee wenst men te voldoen aan de huidige isolatienormen.
Met de plaatsing van isolatie en bepleistering aan de buitengevels, wordt de afstand van de rechter zijgevel tot de perceelgrens verkleind van 3m tot 2,84m en de afstand van een gedeelte van de voorgevel verminderd van 7m naar 6,84m.
De totale gevelbreedte zal nadien 13,92m bedragen en de totale bouwdiepte zal 14,12m bedragen. De dakoppervlakte van ca. 173m² blijft ongewijzigd.
In de linker zijtuinstrook wordt een niet vergunde carport tegen de zijgevel verwijderd en aan de rechter zijgevel zal een niet vergund afdak verwijderd worden.
Men wenst de verhardingen in de voortuinstrook te regulariseren. Thans is slechts de oprit naar de interne garage met een breedte van 3m en een pad naar de inkom van 1m breed te beschouwen als zijnde vergund.
De oprit in een klinkerverharding (ca. 50m²) werd uitgevoerd met een breedte van 7,35m. Vanaf de oprit loopt een klinkerpad (ca. 10m²) naar de inkom met een breedte van 1m. Dit wordt verder doorgetrokken langsheen de voorgevel over een breedte van 0,84m en dit tot op 1,34m voorbij de rechter zijgevel (ca. 13,8m²).
Langsheen de rechter zijgevel loopt een klinkerpad (ca. 18,92m²) van 1,34m breed tot aan het terras aan de achterzijde van ca. 38,5m². De klinkerverharding in de linker zijtuinstrook heeft een oppervlakte van ca. 30m² (zone onder carport en pad zijgevel). De verhardingen in zij- en achtertuin hebben een totale oppervlakte van ca. 87m².
4. OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 15 april 2024 t.e.m. 14 mei 2024.
5. ADVIEZEN
Aan volgende adviesverlener werd advies gevraagd:
dienst patrimonium.
6. PROJECT-MER
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
7. INHOUDELIJKE BEOORDELING
Decretale beoordelingselementen
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Nachtegalenstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.
Zonering
Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is riolering gepland, of er is riolering aanwezig maar die is nog niet aangesloten op een waterzuivering. Er moet een septische put voorzien blijven in afwachting van een aansluiting op de riolering en rioolwaterzuivering.
Waterparagraaf
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023. De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.
Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:
De plannen geven aan dat voor de plaatsing van de gevelisolatie en -bekleding geen uitbreiding van de dakoppervlakte vereist is. De verordening is hier niet van toepassing.
De verordening is niet van toepassing op de aanleg van de voorziene verhardingen. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren en de aangrenzende groenzones.
Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.
Erfgoed- & Archeologietoets
Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
De verkaveling is ouder dan 15 jaar. Daarom vormen de verkavelingsvoorschriften niet langer een weigeringsgrond, en moet er een toetsing gebeuren van de goede ruimtelijke ordening.
Functionele inpasbaarheid
De bestaande woonfunctie blijft behouden en is functioneel inpasbaar binnen deze residentiële omgeving.
Mobiliteitsimpact
Er zijn 3 tot 4 autostaanplaatsen aanwezig op het terrein (1 interne garage en tot 3 staanplaatsen in openlucht). Dit is ruim voldoende voor de bewoners en eventuele bezoekers.
De breedte van de toegang tot het perceel (oprit en pad) dient beperkt te blijven tot maximaal 4m, zijnde de oprit van 3m en een pad van 1m. Dit is een standaard bepaling die wordt opgelegd om de conflictzones met andere weggebruikers te beperken. Er zal aan de linkerzijde van de oprit met een bestaande breedte van 7,35m bijgevolg 3,35m verharding verwijderd moeten worden tot 1m achter de voorste perceelgrens. Hier dient beplanting aangebracht te worden om dit gedeelte onoverrijdbaar te maken voor voertuigen.
Met betrekking tot de verkeersveiligheid bij het verlaten van het perceel, wordt opgelegd dat de haagbeplanting in de voortuinstrook in hoogte beperkt dient te blijven tot 1m voor minstens de eerste 3m, te rekenen vanaf de voorste perceelgrens. Een hogere beplanting kan het zicht op de weggebruikers hinderen bij het verlaten van het perceel alsook voor de naastliggende percelen.
Schaal
De zeer beperkte uitbreiding van het volume door de plaatsing van 16cm isolatie en bepleistering zal geen zichtbare impact hebben. Met de plaatsing van isolatie en bepleistering aan de buitengevels, wordt de afstand van de rechter zijgevel tot de perceelgrens verkleind van 3m tot 2,84m en de afstand van een gedeelte van de voorgevel verminderd van 7m naar 6,84m.
Het betreft slechts een afwijking van 16cm in functie van het voldoen aan de huidige isolatienormen.
De carport aan de linkerzijde wordt verwijderd evenals het afdak aan de rechterzijde.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Met de voorziene werken en de te regulariseren verhardingen, zal een totaal van ca. 337,28m² aan bebouwing/ verharding aanwezig zijn op het perceel van 911m². Rekening houdende met de voorwaarde tot inperking van de breedte van de oprit, zal dit ca. 334m² worden of zo’n 37% van de terreinoppervlakte. Er resteert bijgevolg zo’n 63% die groen ingevuld is/ zal worden. De footprint (bebouwing/verharding) op het perceel is aanvaardbaar en in overeenstemming met de visie van de gemeente.
Visueel-vormelijke elementen
De wijziging van de gevelafwerking van roodbruin genuanceerde gevelsteen naar een (lichte) gevelbepleistering zal een meer hedendaagse look geven en kan een positieve invloed op het straatbeeld hebben.
Cultuurhistorische aspecten
Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.
Bodemreliëf
Volgens de aanvraag wordt het bestaande reliëf niet gewijzigd.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Hinder door activiteit, privacy-schending, gebruiksgenot …, valt niet te verwachten.
Met betrekking tot de verkeersveiligheid bij het verlaten van het perceel, wordt opgelegd dat de haagbeplanting in de voortuinstrook in hoogte beperkt dient te blijven tot 1m voor minstens de eerste 3m, te rekenen vanaf de voorste perceelgrens. Een hogere beplanting kan het zicht op de weggebruikers hinderen bij het verlaten van het perceel alsook voor de naastliggende percelen.
Resultaten van het openbaar onderzoek
Er werden geen bezwaren ingediend.
Bespreking van de adviezen
• Het advies van dienst patrimonium d.d. 8 april 2024 is voorwaardelijk gunstig.
o De verharding op het openbaar domein dient aangelegd te worden in waterdoorlatende of waterpasserende materialen.
o Er wordt slechts één inrit per perceel toegelaten. De breedte van de inrit bedraagt ter hoogte van de rooilijn max. 3m.
o Het openbaar domein, uitgezonderd de inrit, bestaat uit een grasberm.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
8. ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 24/06/2024 en volgt dit standpunt integraal.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan mevrouw Gitte Vuerstaek wonende te Rutger Resciusstraat 3 te 3680 Maaseik en Nick Bleyen wonende te Koning Boudewijnstraat 3 te 3940 Hechtel-Eksel voor het voorzien van isolatie en bepleistering aan de buitengevels en de regularisatie van de inrit, gelegen te Nachtegalenstraat 48 kadastraal gekend als afdeling 4 sectie B nr. 698C.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het bericht van de provincie Limburg van 24 mei 2024, waarin aangegeven wordt dat het beroep van dhr. Stefaan Henrix volledig en ontvankelijk verklaard werd, dat het dossier de gewone procedure volgt, met advies van de POVC, dat de zitting van de POVC voorzien is op 5 augustus 2024.
Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht om advies uit te brengen over het ingediende beroep binnen een termijn van 50 dagen.
Volgende argumentatie werd gevoegd bij het beroepsdossier:
“Ik wens bezwaar in te dienen tegen de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het project van IMMO S. BV met bovenvermelde referte en gelegen Heuvenstraat 59 bus 1- 16, 61, 63 en kleine Eggestraat 32 bus 1 -10 te 3520 Zonhoven.
Dit bezwaar is gericht op het feit dat de constructie van Immo S. BV gelegen is op een locatie in de Heuvenstraat en in de kleine Eggestraat waar zich op de naburige percelen kleinere constructies qua aantal bouwlagen bevinden.
Ik meen hierbij dat door de inplanting van deze constructie van IMMO S. BV van dergelijke omvang en hoogte niet in harmonie is met de omgeving waardoor de goede ruimtelijke ordening wordt geschaad en visuele hinder ontstaat die onaanvaardbaar is binnen de onmiddellijke omgeving.
De inplanting van de constructie van Immo S. BV is immers voorzien op korte afstand van de naburige percelen en panden en veroorzaakt een beperking van lichten en zichten, het is een beperking van lichtinval en deze geeft visuele hinder om de aanblik van een dergelijke mastodont-constructie in deze buurt te moeten aanschouwen.
Een gevolg van deze beperking van lichten en zichten zal immers ook zijn dat - voor de zonnepanelen die ik wens te leggen op het dak van mijn gebouw gelegen in de Heuvenstraat 55 te Zonhoven – de opbrengst in de zonne-energie en elektriciteitswinning zal beknot worden door de aanwezigheid van de hoogbouw van IMMO S. BV.
Door de beperking van de lichtinval na de inplanting van de constructie van IMMO S. zal ik hierdoor financiële schade lijden.
Verder heb ik ook bezwaar tegen de afwezigheid van voldoende parkeerplaatsen voor de bezoekers zoals getekend op de plannen van de constructie van IMMO S. BV.
Door een gebrek aan voldoende parkeerplaatsen voor bezoekers zal er in de kleine Eggestraat een overlast aan wildparkeren ontstaan, die zich zal uitbreiden naar de parkeerplaatsen van de naburige panden en eigendommen. De aanwezige parkeerplaatsen op het Kapelhof zijn hiervoor niet geschikt wegens hun publieke karakter.
Ook door de aanwezigheid van de geplande handelspanden en eventuele horeca uitbatingen is er een belang om de nodige plaatsen voor bezoekers te voorzien.
Tot slot wens ik aan te duiden dat ik in verband met dit op te richten project ongerust ben over eventuele bodemverontreiniging die niet ingeperkt wordt.
Ik heb vernomen dat er op de aanpalende percelen (of een deel ervan) in het verleden o.m. een droogkuis — wasserij werd uitgebaat waardoor verontreiniging zou zijn op deze aanpalende percelen of een deel ervan.
Graag zou ik willen mededelen dat — indien er een aangepaste omgevingsvergunning, rekening houdende met de hierboven vermelde argumenten verleend wordt — dat ik wens dat er maatregelen worden genomen die gekoppeld worden aan deze omgevingsvergunning waardoor de verspreiding van de verontreiniging vermeden wordt.”
Advies dienst:
De gemeentelijk omgevingsambtenaar (GOA) blijft bij het voorgaand standpunt en wenst hiervoor te verwijzen naar het verslag GOA d.d. 14 maart 2024
De GOA wenst als volgt te reageren op de beroepsargumenten:
m.b.t. het aantal bouwlagen:
Het eigendom is gelegen in het centrum van Zonhoven waar gesloten bebouwing toegelaten wordt. Het college van burgemeester en schepenen besliste op 5 maart 2019 om akkoord te gaan met het voorstel van de administratie om voor een bouw- of verbouwproject gelegen langs de Dorpsstraat, Heuvenstraat, Genkerbaan en Rode Kruisweg 3 volwaardige bouwlagen mét zadeldak toe te laten. Los van de beslissing van 5 maart 2019 wordt voorliggende eigendom bovendien omwille van haar locatie als “poort” van het centrum van de gemeente Zonhoven beschouwd. Om dit ook duidelijk te maken in het straatbeeld wordt uitzonderlijk deels een 5de bouwlaag op de hoek van het project ter hoogte van Kapelhof toegelaten waarin 2 appartementen worden voorzien, één appartement gericht naar de Heuvenstraat en één appartement gericht naar Kapelhof. In het deels teruggetrokken volume ter hoogte van de Kleine Eggestraat bevindt zich de circulatieruimte. Ter hoogte van de aansluiting met het eigendom Heuvenstraat 57 voorziet het voorstel in 3 bouwlagen met een teruggetrokken 4de bouwlaag, hetgeen qua volume in overeenstemming is met 3 bouwlagen met een teruggetrokken 4de bouwlaag. Het aanpalende eigendom Heuvenstraat 57 kan in de toekomst op het voorgestelde bouwvolume probleemloos aansluiten indien gewenst. Ook bij het behouden van de bestaande bebouwing is de overgang tussen de bestaande bebouwing en de nieuwe
voorgestelde bebouwing vanuit ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar. De Heuvenstraat wordt immers gekenmerkt door een variatie aan bouwlagen variërend van één bouwlaag naar 4 bouwlagen en een teruggetrokken 5de bouwlaag al dan niet afgedekt met een schuin dak of een plat dak. Ter hoogte van de aansluiting aan de Kleine Eggestraat, dit ter hoogte van de tuinzone van de gebouwen Heuvenstraat nr. 55 en nr. 57, wordt er een volume bestaande uit één bouwlaag opgericht waarin de fietsenberging wordt voorzien. In de toekomst kan er indien gewenst door de aanpalende eigenaars ook op dit volume
aangesloten worden. Indien er niet op wordt aangesloten heeft het voorgestelde volume geen negatieve impact op de tuinzone van de aanpalende eigendommen aangezien de bouwhoogte van dit volume wordt beperkt tot ca. 3,70 meter.
m.b.t. beperking van lichten en zichten:
Het verlies aan zon en licht is eigen aan het wonen in het centrum van de gemeente. Voorliggend project houdt maximaal rekening met de bezonning en lichtinval op de aanpalende eigendommen. Vandaag de dag is er al een zekere schaduwvorming aanwezig op desbetreffende percelen door de bebouwing die nu reeds aanwezig is (o.a. door het gebouw met 4 bouwlagen en een teruggetrokken 5de bouwlaag). Het hoogte accent in voorliggend project wordt gelegd op de hoek, waardoor de afstand t.o.v. de aanpalende bebouwing groter zal zijn en dus ook gunstiger zal zijn voor de omringende eigendommen die er momenteel staan. Er werd een zonnestudie toegevoegd aan het dossier. De gecreëerde schaduw door voorliggend project heeft geen onaanvaardbare bijkomende negatieve impact op de woonkwaliteit van de aanpalende woningen, noch op de lichtinval op de eventueel nog te leggen zonnepanelen.
m.b.t. het aantal bezoekersparkeerplaatsen:
Het parkeren voor de bezoekers van o.a. de horecaruimte als de dienstenruimte kan op het openbaar domein gebeuren, hetgeen ook zo voor andere panden werd toegepast in het centrum van de gemeente.
m.b.t. de bodemverontreiniging:
In de omgevingsvergunning werd het volgende gesteld m.b.t. de bodem:
De inrichting valt met rubrieknummer 16.3.2°b) uit de Vlaremindelingslijst niet onder de categorie van risico-inrichting. Eén van de percelen, 71443 E 149W, is echter wel een potentiële risicogrond door hinderlijke activiteiten die er hebben plaatsgevonden, namelijk een wasserij met droogkuis.
Op 17 november 1952 werd door de Bestendige Deputatie de oprichting van een linnenwasserij vergund (dossier nr. 9350/6968) aan Heuvenstraat nr. 62, te sectie E, nr. 149/I.
Op 21 april 1988 werd door de Bestendige Deputatie een vergunning (dossier nr. 750.0/1987.244) tot exploitatie van een wasserij en droogkuisinrichting afgeleverd aan Wasserij Blanca, te Heuvenstraat 59, op het perceel Afd. 2, Sectie C, nr. 1095 F. Deze vergunning omvatte onder andere de opslag van 1.000 kg perchloorethyleen en 5.000 kg zeepproducten. Perchloorethyleen is een chloorhoudend solvent dat bij een lekkage voor een ernstige bodemverontreiniging kan zorgen.
Het perceel waarop van 1952 tot 1992 deze risico-inrichtingen hebben plaatsgevonden, werd ten onrechte niet opgenomen als potentiële risicogrond in de gemeentelijke inventaris. Deze situatie werd op 14 december 2023 rechtgezet waarbij het kadastraal perceel sectie E nr. 149W toch als potentiële risicogrond werd opgenomen bij OVAM.
Bij de omgevingsaanvraag werden reeds een technisch grondverslag en een oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek toegevoegd. Dit beschrijvend bodemonderzoek werd vrijwillig uitgevoerd in het kader van een schrijven van OVAM. In de conclusie van het verslag werd vermeld dat OVAM op de hoogte gebracht zou worden van de resultaten. Bij het bodemonderzoek (15 april 2022) werden bodem- en grondwaterstalen genomen van het kadastrale perceel 149W en ter hoogte van de omliggende percelen. Hieruit blijkt dat er sprake is van een historische bodemverontreiniging ten gevolge van de activiteiten van de wasserij/droogkuis die werd uitgebaat in de periode 1952-1992. Het totale geschatte verontreinigde volume wordt geschat op 160 m³.
Uit het Technisch Verslag van de gronden te Heuvenstraat 59-65 (9 maart 2022) blijkt dat een groot deel van de grond over code 211 beschikt, en dus vrij gebruikt kan worden. De gronden ter hoogte van de vastgestelde verontreiniging beschikken echter over codes 999 (0m20-0m50) en 411 (0m50-1m00). De grond met code 999 kan niet hergebruikt worden en dient afgevoerd te worden naar een erkende verwerker. De grond met code 411 kan, mits beperkingen, op het eigen terrein hergebruikt worden.
In kader van de omgevingsvergunning werd door de milieu ambtenaar op 20 november 2023 contact opgenomen met OVAM over het bodemdossier. Hieruit bleek dat de grond nog niet ingekleurd stond als potentieel verontreinigd perceel en dat OVAM nog geen rapport van het oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek had ontvangen van de eigenaar. Op 14 december 2023 werd de grond alsnog als potentieel verontreinigd aangeduid.
Op 11 en 13 maart 2024 werd door de milieu ambtenaar nogmaals contact opgenomen met OVAM. Hieruit blijkt dat OVAM nog geen rapport van het oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek heeft ontvangen.
Volgende bijzondere milieuvoorwaarden m.b.t. de bodem werden opgelegd in de omgevingsvergunning:
De exploitant bezorgt aan de dienst leefmilieu na de uitvoering van de werken een kopie van het bodembeheerrapport.
Bij de vergunningsvraag voor een bemaling voor dit project, dient de vastgestelde verontreiniging in rekening genomen te worden bij de bemalingsanalyse, opgesteld door een erkende bodem(sanerings-) deskundige.
Er dient voldaan te worden aan o.a. art. 101-112 van het Bodemdecreet en art. 64 van het Vlarebo. De overdracht van de gronden kan pas gebeuren na een door OVAM goedgekeurd oriënterend en/of beschrijvend bodemonderzoek. Mogelijke verdere maatregelen omtrent onderzoek en sanering, opgelegd door Ovam, dienen uitgevoerd te worden voordat gestart kan worden met de bouw.
Het college van burgemeester en schepenen beslist het ingediende beroep negatief te beoordelen en behoudt het standpunt van 19 maart 2024.
STEDENBOUWKUNDIG EN MILIEUTECHNISCH advies - verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar
Voorwerp van de melding
De melding omvat de volgende stedenbouwkundige handelingen:
De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen Basveldweg 20 te 3520 Zonhoven, kadastraal bekend: afdeling 3 , sectie E, nr. 341A.
De meldingsaanvraag werd op 17/06/2024 ontvangen.
Bevoegdheid
De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.
Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.
Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter
Er zijn geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten verbonden aan de melding.
Beknopte omschrijving
De aanvraag betreft het rooien van 3 zomereiken.
De bomen met een stamomtrek tussen 2,25m en 2,75m situeren zich tussen de inrijpiste en de wedstrijdpiste.
De bomen maken deel uit van een klein landschapselement.
De aanvraag betreft een handeling die niet voldoet aan het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het rooien van bomen betreft een vergunningplichtige handeling waardoor een omgevingvergunning aangevraagd moeten worden.
Uit de ingediende stukken alsook uit de gegevens waar de gemeente over beschikt blijkt dat er reeds verschillende bomen werden gerooid zonder vergunning. Hiervoor dient alsnog een omgevingsvergunning aangevraagd te worden.
Tevens werd de architect reeds in kennis gesteld van niet-vergunde handelingen waar tevens nog een aanvraag voor ingediend moet worden.
Volgende werd reeds meegegeven:
“We stellen vast dat de totale verharding/ bebouwing/ pistes zo'n 9490,21m² bedragen over een totale terreinoppervlakte van 11909m².
Principieel legt de gemeente een groenaandeel van 60% op (max. 40% bebouwing/ verharding = 4763,6m²). Dit werd hier totaal niet gevolgd, de verhouding bedraagt ca. 80% aan bebouwing/ verharding.
Er werden grachten dichtgelegd, een parking in waterdoorlatende grindverharding werd in asfalt uitgevoerd, een bomenrij (opgenomen als KLE) werd nagenoeg volledig gerooid, er wordt langsheen de perceelgrenzen geen/ onvoldoende groenbuffer voorzien behoudens aan de achterzijde...
Dit zijn zijn zaken die we wenselijk achten, ook niet voor aanvragen op gemeentelijke terreinen.
Daarenboven dienen opstalhouders voor nieuwe werken (of sloopwerken) de toestemming te vragen van de gemeente, dit staat los van de vergunning op zich maar is in uitvoering van het recht van opstal.
Alle schendingen van de overeenkomst, kunnen een einde van het recht van opstal teweegbrengen.
Verdere opmerkingen:
Geen opbouw van de pistes gekend (materialen, drainage voorzien?)
Bijgebouw 65m²: er is blijkbaar nu reeds tekort aan bergruimte/ opslag , dit is merkbaar aan de opslag/ container naast het aanwezige niet vergunde bijgebouw. De inplanting in een hoek van het terrein, midden de enige nog resterende groenzone lijkt ons evenmin aangewezen.
We stellen ons de vraag of er nog wel aan de hemelwaterverordening kan voldaan worden. De open gracht langs de (gerooide) bomenrij tussen de pistes lijkt verdwenen, dit was de infiltratiezone van de overloop van de hemelwaterput. De te regulariseren asfaltverharding heeft nauwelijks gronomranding en de open gracht die er langs het gebouw langs liep is eveneens verdwenen. Hoe gaat men hier nog hemelwater laten infiltreren?
De noodzaak van de aangegeven afmetingen van de pistes is ons niet duidelijk (verplichting of wens?) De omvang lijkt ons gezien bovenstaande opmerkingen niet haalbaar.
Er dient een fatsoenlijk groenbuffer langsheen alle perceelgrenzen aangehouden te worden en geen bijkomende toegangen behoudens deze van de parking.”
Toetsing aan de regelgeving en de stedenbouwkundige of verkavelingsvoorschriften:
De melding is volgens het gewestplan ‘Hasselt-Genk’, vastgesteld bij het koninklijk besluit van 03/04/1979, gelegen in recreatiegebied.
De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurd BPA/RUP.
De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde verkaveling.
Voor het perceel waar de aanvraag gelegen is werden volgende vergunningen afgeleverd:
Toetsing aan de stedenbouwkundige verordening hemelwater:
De stedenbouwkundige verordening hemelwater is niet van toepassing.
MILIEUTECHNISCH ADVIES
Niet van toepassing.
GECOÖRDINEERD EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag niet in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake de meldingsplicht.
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier ongunstig voor de aktename van het melden van het vellen van 3 bomen, zoals voorgesteld op de ingediende plannen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt geen akte van de melding ingediend door Ruiterclub Zonnehoef voor het rooien van 3 eiken, gelegen Basveldweg 20 te 3520 Zonhoven, kadastraal bekend als afdeling 3, sectie E, nummer 341A.
Voorwerp van de melding
De melding omvat de volgende stedenbouwkundige handelingen:
De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen Dennenweg 30B te 3520 Zonhoven en het naastliggend onbebouwd perceel, kadastraal bekend: afdeling 2, sectie D, nr.132E53 en 132D53.
De meldingsaanvraag werd op 21/06/2024 ingediend.
Bevoegdheid
De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.
Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.
Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter
Er zijn geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten verbonden aan de melding.
Beknopte omschrijving onderwerp melding
De aanvraag betreft het plaatsen van een tijdelijke verplaatsbare zorgunit op een onbebouwd naastliggend perceel, binnen een straal van 30m van de hoofdwooneenheid. De tijdelijke verplaatsbare zorgunit is L-vormig en heeft een totale oppervlakte van 50m². De zorgunit wordt ingeplant op 16.53m uit de voorste perceelsgrens, op 3m van de rechter perceelsgrens en op 1m van de linker perceelsgrens (de hoofwooneenheid). De L-vormige zorgunit heeft een kroonlijsthoogte van 3.29m ten opzichte van het maaiveld.
De handelingen voldoen aan Artikel 4.2.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:
In elk van de volgende gevallen is de verwezenlijking van een ondergeschikte wooneenheid met het oog op de creatie van een vorm van zorgwonen meldingsplichtig, voor de duur van de zorgsituatie, vermeld in artikel 4.1.1, 18°, b), van deze codex:
1° de ondergeschikte wooneenheid wordt verwezenlijkt binnen het bestaande bouwvolume van de hoofdzakelijk vergunde woning, waarbij voldaan is aan al de volgende voorwaarden:
a) de ondergeschikte wooneenheid vormt één fysiek geheel met de hoofdwooneenheid;
b) de brutovloeroppervlakte van de ondergeschikte wooneenheid maakt ten hoogste één derde uit van de brutovloeroppervlakte van de volledige woning. De ruimten die gedeeld worden met de hoofdwooneenheid, worden niet meegerekend bij het bepalen van de brutovloeroppervlakte van de ondergeschikte wooneenheid;
2° de ondergeschikte wooneenheid wordt verwezenlijkt in een bestaand, hoofdzakelijk vergund vrijstaand bijgebouw, waarbij voldaan is aan al de volgende voorwaarden:
a) de brutovloeroppervlakte van de ondergeschikte wooneenheid bedraagt maximaal vijftig vierkante meter;
b) er wordt geen bijkomende verharding aangelegd, met uitzondering van een strikt noodzakelijke toegang tot de ondergeschikte wooneenheid;
c) de noodzakelijke nutsvoorzieningen van de ondergeschikte wooneenheid takken aan op de bestaande nutsvoorzieningen van de hoofdwooneenheid;
d) de afvoer van het afvalwater van de ondergeschikte wooneenheid sluit aan op de bestaande waterafvoer van de hoofdwooneenheid;
3° een tijdelijke, verplaatsbare constructie wordt geplaatst waarin de ondergeschikte wooneenheid wordt verwezenlijkt en waarbij voldaan is aan al de volgende voorwaarden:
a) de tijdelijke, verplaatsbare constructie wordt volledig geplaatst binnen een straal van dertig meter van de hoofdwooneenheid op hetzelfde perceel als de hoofdwooneenheid of op een perceel dat onmiddellijk paalt aan het perceel van de hoofdwooneenheid;
b) de tijdelijke, verplaatsbare constructie wordt op een van de volgende plaatsen geplaatst:
1) in de zijtuin, al dan niet vrijstaand, tot op drie meter van de perceelsgrenzen;
2) in de achtertuin, al dan niet vrijstaand, tot op een meter van de perceelsgrenzen. De ondergeschikte wooneenheid kan in de achtertuin ook op of tegen de perceelsgrens geplaatst worden als ze tegen een bestaande scheidingsmuur opgericht wordt en als de bestaande scheidingsmuur niet gewijzigd wordt;
c) de tijdelijke, verplaatsbare constructie heeft een maximale hoogte van 3,5 meter;
d) de tijdelijke, verplaatsbare constructie heeft een maximale brutovloeroppervlakte van vijftig vierkante meter;
e) er wordt geen bijkomende verharding aangelegd, met uitzondering van de tijdelijke, verplaatsbare constructie zelf en een strikt noodzakelijke toegang tot de tijdelijke, verplaatsbare constructie;
f) de plaatsing van de tijdelijke, verplaatsbare constructie gaat niet gepaard met een ontbossing als vermeld in artikel 4, 15, van het Bosdecreet van 13 juni 1990 of met het aanmerkelijk wijzigen van het reliëf van de bodem, en gebeurt niet in een overstromingsgebied, vermeld in artikel 1.1.2, 10°, a), 10), van deze codex, noch in een ruimtelijk kwetsbaar gebied, met uitzondering van agrarisch gebied met ecologische waarde, agrarisch gebied met ecologisch belang en parkgebied;
g) de noodzakelijke nutsvoorzieningen takken aan op de bestaande nutsvoorzieningen van de hoofdwooneenheid;
h) de afvoer van het afvalwater sluit aan op de bestaande waterafvoer van de hoofdwooneenheid;
i) de plaatsing is tijdelijk voor een maximale totale duur van drie jaar per hoofdwooneenheid. De duur van de plaatsing kan met een nieuwe melding één keer verlengd worden met een aanvullende periode van maximaal drie jaar;
j) binnen een termijn van drie maanden na het beëindigen van de zorgsituatie, vermeld in artikel 4.1.1, 18°, b), van deze codex, worden de tijdelijke, verplaatsbare constructie en de hiervoor aangelegde strikt noodzakelijke toegang verwijderd.
Het beëindigen van de zorgsituatie, vermeld in artikel 4.1.1, 18°, b), is ook meldingsplichtig.
Als de zorgwoning na het beëindigen van de zorgsituatie aangewend zal worden voor de huisvesting van meerdere gezinnen of alleenstaanden is daartoe een voorafgaande omgevingsvergunning voor het wijzigen van het aantal woongelegenheden vereist.
De gemelde stedenbouwkundige handelingen zijn dus meldingsplichtig en niet verboden.
Toetsing aan de regelgeving en de stedenbouwkundige of verkavelingsvoorschriften:
Het onderwerp van de melding is volgens het gewestplan ‘Hasselt-Genk’, vastgesteld bij het koninklijk besluit van 03/04/1979, volledig gelegen in woongebied.
De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurd BPA/RUP.
De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde verkaveling.
Voor de percelen waar de aanvraag gelegen is werden volgende vergunningen afgeleverd:
Toetsing aan de stedenbouwkundige verordening hemelwater:
De aanvraag voldoet aan de stedenbouwkundige verordening hemelwater.
MILIEUTECHNISCH ADVIES
Niet van toepassing.
GECOÖRDINEERD EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor de aktename van het melden van het plaatsen van een tijdelijke verplaatsbare zorgunit, zoals voorgesteld op het voorgebrachte plan dat als bijlage aan de aanvraag is verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:
Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de melding ingediend door Vaes Frank en Lamb Deborah voor het plaatsen van een tijdelijke verplaatsbare zorgunit, gelegen Dennenweg 30B, 3520 Zonhoven, kadastraal bekend als afdeling 2, sectie D, nrs. 132E53 en 132D53.
De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden:
Deze aktename stelt de melder niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar
De aanvraag betreft het verkavelen van gronden in 4 loten, waarbij lot 1 voor open bebouwing, loten 2 en 3 voor halfopen bebouwing en lot 4 uit de verkaveling wordt gesloten wegens reeds bebouwd.
De aanvraag werd op 12 maart 2024 ontvangen en op 25 maart 2024 ontvankelijk en volledig verklaard
De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 4 april 2024 tot en met 3 mei 2024. Het openbaar onderzoek werd gesloten met 0 bezwaarschriften.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Stedenbouwkundig
De aanvraag werd in overleg gebracht met de gemeentelijke administratie. De aanvraag werd voorwaardelijk gunstig beoordeeld (mailverkeer 13 februari 2024):
“Ik heb een 2de maal teruggekoppeld binnen het team. Je krijgt gelijk m.b.t. de HOB's in de omgeving. Het enige waar nog bemerkingen rond zijn is het feit dat er, ingeval een inname door het AWV, voldoende ruimte naastliggend overblijft voor een inrit met een breedte van 3 meter en voor de andere voorzieningen. Men wil dus dat de inrit in geen geval door de zone loopt die door het AWV is aangeduid. Waarschijnlijk moet er dan nog een klein deel van de perceelsbreedte van de HOB's afgenomen worden. Maar aangezien de gevelbreedte van een halfopen minimaal 7 meter moet bedragen, lijkt ook dit mogelijk.”
Voorliggende aanvraag voldoet aan de opgenomen voorwaarden: Er wordt een zijtuinstrook van 3,44 meter voorzien aan de rechterzijde van de bouwstrook op lot 1 waar de inrit met een breedte van 3 meter en andere voorzieningen kunnen worden aangelegd. Deze zijtuinstrook is bereikbaar zonder dat de achteruitbouwzone van AWV moet doorkruist worden.
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 4 april 2024 tot en met 3 mei 2024. Er werden 0 bezwaren ingediend.
ADVIEZEN
Op 25/03/2024 werd advies gevraagd aan De Watergroep.
Op 25/03/2024 werd advies gevraagd aan Fluvius System Operator.
Op 25/03/2024 werd advies gevraagd aan Proximus.
Op 26/03/2024 werd advies gevraagd aan Watering De Herk.
Op 25/03/2024 werd advies gevraagd aan Wyre.
Op 25/03/2024 werd advies gevraagd aan de provincie Limburg, Dienst Water en Domeinen.
Op 25/03/2024 werd advies gevraagd aan NMBS.
Op 25/03/2024 werd advies gevraagd aan Infrabel.
Op 25/03/2024 werd advies gevraagd aan het Agentschap Wegen en Verkeer.
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
Het project komt voor op bijlage III van het project-mer-besluit wat maakt dat een project MER opgemaakt moet worden, tenzij de initiatiefnemer via een project-m.e.r.-screening kan aantonen dat het project geen aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken. Er werd een project-m.e.r.-screening bij de aanvraag gevoegd. De effecten op milieu en omgeving werden voldoende omschreven en uit de screening bleek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied met een landelijk karakter.
De woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd “voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven”. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet. Daarnaast kunnen eveneens de andere inrichtingen, voorzieningen en activiteiten, zoals in woongebied worden toegelaten (artikel 6 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg, noch in een ruimtelijk uitvoeringsplan, noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften.
Watertoets
Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013 en het wijzigingsbesluit van 25 november 2022, verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn. De watertoets werd uitgevoerd op 25 maart 2024. Hieruit bleek dat geen adviezen dienden aangevraagd te worden.
Het eigendom is deels gelegen in pluviaal overstromingsgevoelig gebied. Bij het oprichten van de woningen dient er rekening te worden gehouden dat de woningen overstromingsvrij worden opgericht. De vereiste maatregelen dienen hiertoe te worden genomen.
Bijkomend kan gesteld worden dat:
Decretale beoordelingselementen
Art. 4.3.5.
§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie “wonen”, “verblijfsrecreatie”, “dagrecreatie”, met inbegrip van sport, “detailhandel”, “dancing”, “restaurant en café”, “kantoorfunctie”, “dienstverlening”, “vrije beroepen”, “industrie”, “bedrijvigheid”, “gemeenschapsvoorzieningen” of “openbare nutsvoorzieningen”, kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.
De aanvraag voldoet aan deze bepaling.
Archeologienota
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag.
VERKAVELINGSVERGUNNINGSPLICHT
Artikel 4.2.15. § 1. Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden aangevraagd en verleend voor het verkavelen voor de aanleg en het bebouwen van terreinen voor andere functies.
§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat reglementaire voorschriften aangaande de wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd kunnen worden.
§ 3. De verkavelaar zorgt ervoor dat de in de verkaveling opgenomen loten kunnen aansluiten op alle voorzieningen van openbaar nut die vereist worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan. In voorkomend geval bepaalt de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op welke wijze in de nodige infrastructuur voor de nutsvoorzieningen wordt voorzien.
Artikel 4.2.16. § 1. Een kavel uit een vergunde verkaveling of verkavelingsfase kan enkel verkocht worden, verhuurd worden voor méér dan negen jaar, of bezwaard worden met een recht van erfpacht of opstal, nadat de verkavelingsakte door de instrumenterende ambtenaar is verleden.
§ 2. De verkavelingsakte wordt eerst verleden na overlegging van een attest van het college van burgemeester en schepenen, waaruit blijkt dat, voor de volledige verkaveling of voor de betrokken verkavelingsfase, het geheel van de lasten uitgevoerd is of gewaarborgd is door :
1° de storting van een afdoende financiële waarborg;
2° een door een bankinstelling op onherroepelijke wijze verleende afdoende financiële waarborg.
Het attest, vermeld in het eerste lid, kan worden afgeleverd indien de vergunninghouder deels zelf de lasten heeft uitgevoerd, deels de nodige waarborgen heeft gegeven.
OVERIGE REGELGEVING
Erfdienstbaarheden
Uit het verkavelingsplan, opgesteld door landmeter – expert Guy Gillissen, blijkt dat er geen waterlopen noch erfdienstbaarheden aanwezig zijn op het terrein. Hier dient dan ook geen rekening mee gehouden te worden.
Decreet grond- en pandenbeleid
De aanvraag voorziet minder dan 10 loten bestemd voor woningbouw, noch heeft de verkaveling een grondoppervlakte die groter is dan een halve hectare.
De verkaveling sluit niet aan op andere, ook door de aanvrager te ontwikkelen percelen, die samen met de percelen waarop de aanvraag betrekking heeft, een oppervlakte van meer dan een halve hectare beslaan. Er dient bijgevolg geen sociaal, noch bescheiden woonaanbod gerealiseerd te worden.
Slopen
Alle bebouwing op de loten 1, 2 en 3 dient afgebroken/verwijderd te worden alvorens er een verkoop van een lot en / of een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan bekomen worden. De volledige verkaveling dient vrij en onbelast te zijn van materialen.
De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.
Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanvraag betreft het verkavelen van gronden in 4 loten, waarbij lot 1 voor open bebouwing, loten 2 en 3 voor halfopen bebouwing en lot 4 uit de verkaveling wordt gesloten wegens reeds bebouwd.
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;
Omschrijving ligging en omgeving
De percelen van de aanvraag (loten 1 t.e.m. 4) worden ontsloten via de Eikenenweg, een gemeenteweg in het gehucht Ten Eikenen, in de directe omgeving van de N74 en de toeristische fietsroute. Eén van de twee percelen is momenteel bebouwd met een ééngezinswoning bestaande uit 1 bouwlaag en een schuin dak . Het andere perceel is momenteel een weiland met een dierenschuilplaats op. De omgeving wordt gekenmerkt door bijna uitsluitend residentiële bebouwing in open en halfopen verband, bestaande uit 1 of 2 bouwlagen met zadeldak.
Verkavelingsvoorwerp
Het verkavelingsontwerp voorziet in het afsplitsen van een deel van de tuinzone van de bestaande woning nr. 25, om dit eigendom samen met het links aanpalende weiland te verkavelen naar 3 loten voor het oprichten van 1 open eengezinswoning en 2 halfopen eengezinswoningen met maximaal 2 bouwlagen en een hellend of plat dak. De woningen worden opgericht op minimaal 8 meter uit de rooilijn en zoals weergegeven op het inplantingsplan en op 3 meter van de vrije zijdelingse perceelgrens. De bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt maximaal 15 meter vanaf de bouwlijn en de bouwdiepte op de verdieping bedraagt 12 meter vanaf de bouwlijn. De 3 loten hebben een oppervlakte variërend tussen de 761m² en 987m². De achtertuinzone bedraagt ca. 48 meter. De bouwstrook heeft een maximale breedte van 7,5 meter op de voorgevelbouwlijn voor de halfopen bebouwingen en maximaal 10 meter voor de open bebouwing.
Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving
Het voorzien van een vrijstaande eengezinswoning, met een ondergeschikte zorgwoning, in een residentiële woonomgeving, is functioneel inpasbaar in de onmiddellijke en ruime omgeving. Aangezien het eigendom gelegen is in een residentiële woonomgeving, kan er ook een beperkt gedeelte van de woning ingericht worden als nevenbestemming dewelke complementair is aan het wonen, zoals kantoorfunctie, vrij beroep en dienstverlening.
Mobiliteitsimpact
Het college van burgemeester en schepenen verwacht bij het oprichten van een eengezinswoning principieel een aantal autostaanplaatsen dat overeenkomt met het aantal woongelegenheden. De last van het autobezit kan niet volledig op het openbaar domein worden afgeschoven. Er kan een inpandige garage en/of carport voorzien worden of een carport in de zijtuinstrook om de tuin te vrijwaren van overdreven bebouwing en verharding.
De voorschriften voorzien geen carport in de zijtuinstrook, maar dit zal in de aangepaste voorschriften worden toegelaten. De voorschriften voorzien in een bijgebouw (berging of garage) in de achtertuinstrook. Het stallen van auto’s in het vrijstaande bijgebouw in de achtertuinstrook wordt niet toegestaan om de tuinen maximaal te vrijwaren van bebouwing en verharding. Bijgebouwen zijn uitsluitend bestemd voor ondersteunende functies die inherent verbonden zijn met de hoofdbestemmingen van het hoofdgebouw zoals de berging van goederen en gebruiksvoorwerpen. Ondanks het feit dat er geen garages worden toegestaan in de vrijstaande bijgebouwen, kan het overdekt parkeren op eigen terrein gebeuren (inpandig of in de zijtuinstrook). De aanvraag heeft geen negatieve impact op de mobiliteit.
De schaal van de voorgenomen werken
In de omgeving is een diversiteit van bouwvolumes aanwezig gaande van 1 bouwlaag tot 2 bouwlagen met schuin dak. De maximale bouwdiepte van 15 meter op het gelijkvloers en 12 meter op de verdieping, een maximale kroonlijsthoogte van 6 meter met een zadeldak of 6,5 meter met plat dak (hetgeen een hedendaagse manier van compact bouwen betreft die algemeen aanvaard wordt) stemt overeen met de normaal gehanteerde normen voor bebouwing in deze omgeving en zijn aanvaardbaar.
Het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De inplanting van de nieuwe woningen wordt voorzien op minimum 8 meter uit de rooilijn en zoals voorzien op het verkavelingsplan en op minimum 3 meter van de vrije zijdelingse perceelgrens. Deze inplanting sluit aan bij de normaal gehanteerde normen voor bebouwing in deze omgeving.
Er wordt een bijgebouw tot 40m² voorgesteld, hetgeen aanvaardbaar is op deze loten. Er dient wel voorkomen te worden dat er een overdreven terreinverharding ontstaat. Er wordt bijgevolg opgelegd dat vrijstaande bijgebouwen enkel i.f.v. een berging en/of ondersteunende functies aan het hoofdvolume (overdekte zitplaats / sauna) mogelijk zijn. Een garagefunctie wordt uitgesloten voor het vrijstaand bijgebouw. Mits naleving van deze voorschriften rest er nog voldoende ruimte op het eigendom om aan te leggen als kwalitatieve tuinzone.
Door het oprichten van 3 extra woningen op het terrein wordt een woondichtheid bekomen van ca. 10 woningen per hectare wat aanvaardbaar is in deze omgeving.
Gezien de gemeente Zonhoven streeft naar meer groen in het straatbeeld wordt de aanplant van een boom in de voortuinstroken opgelegd in de verkavelingsvoorschriften.
Visueel-vormelijke elementen
De omgeving wordt gekenmerkt door een verscheidenheid aan bebouwing, niet alleen qua bouwlagen maar ook naar bouwvorm (vrijstaande en gekoppelde) en materiaalgebruik. Het voorgestelde profiel in de verkavelingsvoorschriften sluit aan bij deze in de omgeving. Als materiaal wordt binnen de verkavelingsvoorschriften opgelegd dat dit in overeenstemming moet zijn met de omgeving.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Bodemreliëf
Het perceel is relatief vlak. In de door de gemeente aangepaste verkavelingsvoorschriften zal gesteld worden dat reliëfwijzigingen zoveel mogelijk beperkt moeten worden. Het vloerpeil van de nieuw op te richten woningen dient evenwel boven het straat- of trottoirniveau (maximaal 30cm) gelegen te zijn om mogelijke waterschade te voorkomen. Alle overtollige grond die vrijkomt bij het graven van de kelder en/of funderingen, dient verwijderd te worden via een erkende grondwerker of naar een erkende grondreinigingsplaats.
Hinderaspecten met betrekking tot gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Er wordt geen hinder verwacht door voorliggende aanvraag m.b.t. tot de gezondheid, het gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen. Er werden geen bezwaarschriften ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving mits te voldoen aan de voorschriften in bijlage, opgesteld door het college van burgemeester en schepenen.
BESPREKING VAN DE ADVIEZEN
1.- Het advies van 26 maart 2024 van de Watergroep is voorwaardelijk gunstig:
“Advies ACCA
-Volledig gunstig advies met voorwaarden
Voor de uitrusting van de verkaveling met een drinkwaterleiding op het openbaar domein moet door de initiatiefnemer onderstaand betaald worden:
Wanneer aan alle voorwaarden is voldaan zal De Watergroep de gemeente hiervan op de hoogte brengen. Vervolgens zal de gemeente, cfr. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, een verkoopbaarheidsattest afleveren.
Bovendien kunnen we je ook melden dat De Watergroep installaties in exploitatie heeft in de zone van de infrastructuurwerken en dat deze installaties te allen tijde bereikbaar moeten zijn. De werken dienen zodanig uitgevoerd te worden dat er een continue drinkwaterbevoorrading kan gegarandeerd worden.
In het ontwerp dien je er rekening mee te houden dat in de bermen voldoende ruimte voorzien wordt om de leidingen aan te leggen en de eventuele aanpassingen uit te voeren.
Deze forfaitaire kost en de kost voor eventuele aanpassingen aan de bestaande drinkwaterleiding zijn ten laste van de initiatiefnemer.
Voor grotere projecten met aanleg van nieuwe wegenis moet er na het verkrijgen van de vergunning een coördinatievergadering worden opgestart met de zonemanager van De Watergroep om eventuele knelpunten vooraf te bespreken.
Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken. De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.
De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de aanvragers.
Bijkomende informatie kan je vinden op: www.dewatergroep.be”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
2.- Het advies van 3 april 2024 van Fluvius System Operator is voorwaardelijk gunstig:
“ Naar aanleiding van uw vraag hebben wij een studie opgemaakt voor de aanleg en/of aanpassingen van de nutsleidingen voor het bovenvermeld project en dit op basis van de gegevens waarover wij vandaag beschikken.
Voor uw project zijn volgende werken van toepassing en noodzakelijk:
- Aanleg van nieuwe nutsleidingen voor elektriciteit
Deze voorwaarden worden gelijktijdig overgemaakt aan u en aan het betrokken college van burgemeester en schepenen van de gemeente Zonhoven, die de voorwaarden mee zal opnemen in de omgevingsvergunning.
Bij een eventuele wijziging, zeker indien het gaat om een wijziging van de gevraagde vermogens, of herverkaveling, moet u een nieuwe aanvraag indienen. Op basis van de gewijzigde gegevens zullen wij een studie uitvoeren om te bepalen of een netuitbreiding en/of het plaatsen van een nieuwe distributiecabine vereist is om het project te kunnen aansluiten. De bouwheer dient in dat geval een grond of lokaal op het gelijkvloers ter beschikking te stellen voor deze distributiecabine.
De aansluitingskosten van de individuele woningen, appartementen of panden zijn niet inbegrepen in deze voorwaarden, zij worden later met de offerte voor aansluiting afgerekend. Bijkomende kosten die moeten worden gemaakt naar aanleiding van het verplaatsen van bestaande leidingen of installaties, kunnen afzonderlijk worden aangerekend na de vaststelling van de noodzaak tot verplaatsing.
Indien u deze werken wenst te laten uitvoeren, verzoeken wij u dit document voor akkoord te ondertekenen en terug te sturen via het digitaal omgevingsloket via ('Acties' > 'Versturen bericht') of via bovenstaand e-mailadres.
De volledige reglementering kunt u raadplegen op www.fluvius.be. U dient deze na te leven.
Het detail van de voorwaarden en de daaraan verbonden financiële tussenkomsten zijn opgenomen in onderstaande tabel. (zie advies)
De voorwaarden blijven 6 maanden geldig.
Het gasnet is reeds aanwezig, aanleg is dus niet noodzakelijk.
Riolering:
Voor de activiteit riolering, kunnen deze loten/woningen aangesloten worden op de riolering in de aanpalende straat.
De toekomstige eigenaars van de respectievelijke loten/woningen dienen voor hun rioolaansluiting een aanvraag in te dienen bij Fluvius, telefonisch via 078 35 35 34 of online via www.fluvius.be/aansluitingen. Wij raden de klanten ten zeerste aan om zo vroeg mogelijk een aansluitingsaanvraag riolering in te dienen bij Fluvius vooraleer de grondwerken op privé aan te vatten. De mogelijke diepte van aansluiting is pas gekend na plaatsing van de huisaansluitputjes door Fluvius. De klant dient de privé-riolering op deze diepte af te stemmen.
De eigenaars dienen een vergoeding voor de 1ste ingebruikname te betalen.
Indien de huisaansluitputjes reeds voorafgaandelijk geplaatst werden op het perceel, ontslaat dit de klant niet van het indienen van een aansluitingsaanvraag bij Fluvius. De klant mag, na het doorlopen van de aanvraagprocedure, dan zelf aansluiten op de huisaansluitputjes. Fluvius zal dan niet meer ter plaatse komen, om de verbinding van de aansluitputjes naar de privé-riolering te maken.
Indien de huisaansluitputjes nog niet geplaatst zouden zijn op het perceel en de privé-riolering werd wel reeds uitgevoerd tot op de grens openbaar/privé, zal Fluvius op het moment van de plaatsing van de huisaansluitputjes (na aanvraag procedure), deze putjes met de privé-riolering (indien technisch mogelijk) verbinden.
De klant dient zelf in te staan voor het plaatsen van de privé-riolering voor zijn nieuwe woning en is verplicht deze uit te voeren volgens de wettelijke bepalingen ter zake. Voor meer info kan u terecht op www.fluvius.be/aansluitingen.
Indien de privé-riolering niet correct en volledig volgens deze wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs indien dit niet expliciet door de omgevingsvergunning opgelegd is, behoudt Fluvius het recht om de woning niet aan te sluiten op het rioleringsnet. Dit gescheiden stelsel op privaat terrein dient doorgetrokken te worden met afzonderlijke leidingen vuilwater en indien van toepassing regenwater tot aan de huisaansluitputjes.
Fluvius voorziet per aansluiting 1 vuilwaterhuisaansluitputje met aansluitdiameter 125 mm en indien van toepassing 1 regenwaterhuisaansluitputje met aansluitdiameter 160mm op privé-grond (net achter de rooilijn) en zal instaan voor de aansluiting van deze privé-riolering op het rioleringsnet op openbaar domein.
Door de invoering van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privé-riolering verplicht vanaf 1 juli 2011. De lijst van Fluvius erkende keurders kan u vinden op: www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen/keuring-riolering.
Verdere verloop van de procedure:
Als u akkoord gaat met de voorwaarden van deze offerte, starten wij met de voorbereiding van het dossier, nemen wij de uitvoering ervan op in onze planning en versturen wij u de bijhorende facturen.
Na uw akkoord, moet u rekening houden met een termijn van minimum 120 werkdagen voor de start van de infrastructuurwerken.
U moet ook rekening houden met de levertermijn van materialen en eventuele vergunningen. Ten vroegste 8 weken nadat uw facturen zijn betaald, kunnen de werken worden aangevat.
Na ontvangst van uw akkoord wordt de factuur opgemaakt om deze binnen de 30 dagen te betalen.
Er moet een nieuwe aanvraag worden ingediend bij wijziging of herverdeling. De overeenkomst vervalt als de omgevingsvergunning wordt geweigerd.
De gemeente wordt in kennis gesteld als u aan alle voorwaarden heeft voldaan. De gemeente zal dan volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening een verkoopbaarheidsattest afleveren. De omgevingsvergunning die reeds is afgeleverd mag in uitvoering gebracht worden.
Wij hopen u met deze informatie van dienst te zijn. Indien u hieromtrent nog vragen hebt, kunt u ons altijd contacteren.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
3.- Het advies van 24 april 2024 van Proximus is gunstig:
“Met aandacht hebben wij uw adviesvraag onderzocht. Proximus voorziet geen uitbreidingen voor de aansluiting van dit project. Aanvragen tot aansluiting op het Proximus netwerk kunnen door de aanvrager gericht worden naar onze klantendienst via het nummer 0800 22 800. In functie van de beschikbare capaciteit van onze infrastructuur op dat moment, bekijken we de mogelijkheden om een aansluiting te voorzien.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
4.- Het advies van 13 mei 2024 van het Agentschap Wegen en Verkeer is voorwaardelijk gunstig:
“Hierbij stuur ik u het advies van mijn afdeling. Gelieve mij een afschrift van de beslissing toe te sturen.
INLICHTINGEN EN BEPERKINGEN
1. Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N0740002 van 7.9 +24 tot 7.9 -39):
2. Constructie voor rooilijn
De parkings op privégrond dienen ingepland te worden achter de voorgeschreven rooilijn.
3. Constructie in zone van achteruitbouw
4. Toegang
GUNSTIG ADVIES ONDER VOORWAARDEN
Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer VOORWAARDELIJK GUNSTIG.
De volgende voorwaarden dienen te worden opgelegd:
Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de hierna omschreven aandachtspunten.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
5.- Het advies van 2 april 2024 van Wyre is voorwaardelijk gunstig:
“Wij zijn nagegaan welke aanpassing van de infrastructuur van Wyre nodig is om de loten uit deze verkavelings- of bouwaanvraag te kunnen aansluiten. Wij vragen om onderstaande voorwaarden op te nemen in de vergunning:
Onze studiedienst stelde vast dat er een netuitbreiding nodig is om alle loten van dit project aansluitbaar te maken.
Er werd een offerte opgesteld en ter goedkeuring doorgestuurd naar de aanvrager. In deze offerte houden we rekening met het aanleggen van nutsleidingen in overleg met andere nutsmaatschappijen. Dit is kostenbesparend en beperkt de hinder. We stemmen de uitvoeringstermijnen dan ook af op de planning van de andere werken.
Deze vaststelling omvat niet de aftak- en aansluitkosten van de abonnee. Deze worden met de latere abonnee verrekend.
Wij blijven steeds tot uw dienst voor verdere informatie.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
6.- Op 3 april 2024 liet Infrabel weten geen bezwaar te hebben.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar neemt hier van akte.
7.- Het advies van 4 april 2024 van de NMBS is gunstig:
“De NMBS verleent een gunstig advies voor bovengenoemd project.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
8.- Op 8 mei 2024 liet de Provincie Limburg, Dienst Water en Domeinen weten geen advies uit te brengen
De gemeentelijke omgevingsambtenaar neemt hier van akte.
9.- Op 13 mei 2024 liet Watering De Herk weten geen advies uit te brengen
De gemeentelijke omgevingsambtenaar neemt hier van akte.
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de ruimtelijke draagkracht van het gebied niet wordt overschreden en dat de voorziene verweving van functies de aanwezige of te realiseren bestemmingen in de onmiddellijke omgeving niet in het gedrang brengen noch verstoren. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is vatbaar voor een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden in 4 loten, waarbij lot 1 voor open bebouwing, loten 2 en 3 voor halfopen bebouwing en lot 4 uit de verkaveling wordt gesloten wegens reeds bebouwd, mits het opleggen van voorwaarden.
Bijgevolg adviseert de gemeentelijke omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het verkavelen van gronden in 4 loten, waarbij lot 1 voor open bebouwing, loten 2 en 3 voor halfopen bebouwing en lot 4 uit de verkaveling wordt gesloten wegens reeds bebouwd, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 21/06/2024 en volgt dit standpunt grotendeels.
De gemeente Zonhoven streeft ernaar zoveel mogelijk bomen aan te planten in de gemeente in het kader van biodiversiteit en vergroening van de gemeente. Om die reden wordt er bij nieuwe woningbouw de aanplant van min. 1 hoogstam boom per 400m² gevraagd. Het moet gaan om een inheemse, streekeigen en/of klimaatrobuuste boom, minstens van 2e orde.
Voor deze verkaveling wenst het college van burgemeester en schepenen bijgevolg het volgende op te leggen:
Per lot dient min. 1 inheemse, streekeigen en/of klimaatrobuuste boom van minstens 2de orde aangeplant te worden per 400m². De boom die, conform de verkavelingsvoorschriften, verplicht aangeplant moet worden in de voortuinzone, wordt hierin meegerekend.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een omgevingsvergunning met voorwaarden aan de aanvrager.
De omgevingsvergunning omvat het verkavelen van gronden in 4 loten, waarbij lot 1 voor open bebouwing, loten 2 en 3 voor halfopen bebouwing en lot 4 uit de verkaveling wordt gesloten wegens reeds bebouwd, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.
De omgevingsvergunning wordt aldus afgegeven onder volgende voorwaarden:
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer: 2024/00013
Referentie omgevingsloket: OMV_2024009299
De aanvraag, ingediend door mevrouw Leentje Tollenaers wonende te Delheidestraat 27 te 3520 Zonhoven en de heer Pieter Jacobs wonende te Delheidestraat 27 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 22/01/2024 en op 08/05/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.
De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Delheidestraat 27 en 27A, kadastraal gekend als afdeling 1 sectie B nr. 952K33.
De aanvraag gaat over de sloop, aanleg en regularisatie van verhardingen, de aanleg van een een zwembad met zonneterras en een poolhouse en de regularisatie van een vrijstaande constructie.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).
1. STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS
De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied en woonuitbreidingsgebied.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.
2. HISTORIEK
Volgende dossiers zijn relevant:
• Omgevingsvergunning 2019/00103 voor het slopen van een niet-vergunde carport en achterbouw, het uitbreiden van een eengezinswoning met een bijkomende praktijkruimte en het bouwen van een carport met tuinberging goedgekeurd op 13/08/2019.
• Stedenbouwkundige vergunning (1960/00039) voor bouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 19/04/1960.
• Stedenbouwkundige vergunning (1998/07961) voor verbouwen van een woning - goedgekeurd op 16/11/1998.
• Stedenbouwkundige vergunning (2015/00103) voor het verbouwen van een eengezinswoning naar een eengezinswoning en praktijkruimte - goedgekeurd op 22/09/2015.
• Verkavelingsvergunning (7204.V.371) voor het verkavelen in 2 loten. - geweigerd op 25/07/1973.
3. BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG
Beschrijving van de plaats & omgeving
Het perceel bevindt zich aan de Delheidestraat, een gemeenteweg in het gehucht Halveweg, in het westen van de gemeente Zonhoven.
De nabije omgeving bestaat hoofdzakelijk uit vrijstaande en halfopen eengezinswoningen, gelegen in een woonlint met achterliggend woonuitbreidingsgebied. De bebouwing bestaat uit zowel een als twee bouwlagen onder hellende en platte daken, en is voornamelijk afgewerkt in een gevelsteen in diverse tinten en texturen.
Op het perceel bevindt zich een vergunde eengezinswoning en een praktijk voor logopedie, een vrijstaande carport met tuinberging en diverse verhardingen.
Volgens de aanvraag en de informatie waarover wij beschikken zijn er zonder de nodige vergunningen in woonuitbreidingsgebied een speelconstructie en een vrijstaand bijgebouw geplaatst, in de voor- en achtertuin en in de zijtuinen verhardingen aangelegd en langs de rooilijn een gesloten afsluiting met een hoogte van 1,8 meter voorzien. Ook werd de carport met tuinberging groter uitgevoerd dan vergund en werd het openbaar domein voor het goed volledig verhard. Tenslotte bedraagt de breedte van de inrit ter hoogte van de rooilijn 4,35 meter.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag gaat over het verwijderen van twee speelconstructies en een onvergunde vrijstaande constructie. Het verwijderen van vergunde en onvergunde verhardingen, het regulariseren van verhardingen op het goed en verhardingen op het openbaar domein die niet tot de noodzakelijke inrit behoren, het regulariseren van een gesloten afsluiting in de voortuin met een hoogte van meer dan 1 meter en een inrit met een breedte van meer dan 3 meter ter hoogte van de rooilijn, het regulariseren van een carport met tuinberging die groter werd uitgevoerd dan vergund, het plaatsen van verhardingen en het bouwen van een niet-overdekt zwembad met poolhouse met tuinberging.
Het niet-overdekte zwembad wordt in de achtertuin op tenminste 8,82 meter van de perceelsgrenzen geplaatst, heeft een oppervlakte van 40,77 meter en een diepte van maximaal 1,84 meter. De bijhorende poolhouse bevindt zich tevens in de achtertuin op tenminste 1,99 meter van de perceelsgrenzen, heeft een dakrandhoogte van 3,2 meter en een oppervlakte van 16m². Het wordt opgetrokken met een gevelbekleding in hardhouten latwerk.
De vergunde carport met tuinberging werd groter uitgevoerd dan vergund en bestrijkt een oppervlakte van 59,1 m².
Het bestaande terras wordt vervangen door een nieuw terras en aan het zwembad wordt een zonneterras en errond wordt een boord voorzien. Deze worden allemaal opgebouwd uit keramische tegels. Ter hoogte van de carport worden bijkomende klinkerverharding en grasdallen geplaatst. Daarenboven worden nieuwe voetpaden bestaande uit klinkers aangelegd, en worden de klinkerverharding in de linkerzijtuin en de verharding in grasdallen in de rechter zijtuin uitgebreid.
De hoogte van de haagbeplanting die in de voortuin langs de voorste en zijdelingse perceelsgrenzen gebruikt wordt als gesloten afsluiting blijkt ongewijzigd met een hoogte van 1,8 m ten opzichte van het maaiveld.
De verharding van de berm voor het goed blijft in stand gehouden.
Na uitvoering van de werken zal het aandeel aan verhardingen en constructies op het bebouwbare deel van het perceel 43,9% bedragen. De verhardingsgraad van de voortuin bedraagt 38,5%.
De aanvraag voorziet in het aanleggen van een open infiltratievoorziening zoals voorgeschreven in het Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater dd. 2/10/2023. De infiltratievoorziening heeft een diepte van 0,8 meter en wordt ingeplant in woonuitbreidingsgebied.
4. OPENBAAR ONDERZOEK
Het dossier werd volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
5. ADVIEZEN
Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:
• dienst facilitair management
• dienst patrimonium
• Agentschap voor Natuur en Bos.
6. PROJECT-MER
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
7. INHOUDELIJKE BEOORDELING
Decretale beoordelingselementen
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Delheidestraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Op 17/06/1960 heeft de gemeenteraad betreffende het rooilijnplan van de Kortestraat en de Delheidestraat volgende beslissing genomen: gezien en definitief goedgekeurd.
Zonering
Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.
Waterparagraaf
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023. De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.
Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:
De plannen geven aan dat voor de uitbreiding van het bijgebouw met een horizontale dakoppervlakte van 16,26 m² geen bijkomende hemelwaterput noodzakelijk is. De poolhouse watert af op eigen terrein in een groenzone die voldoende groot is waardoor de verordening er niet van toepassing is.
De verordening is van toepassing op 74,48m² van de voorziene verhardingen. Het hemelwater dat op deze verharding valt, wordt opgevangen en afgevoerd naar een open infiltratievoorziening die niet voldoet. Er kan enkel worden voldaan aan de hemelwaterverordening en de watertoets wanneer opgelegde voorwaarden strikt opgevolgd worden. Enkel wanneer de opgelegde voorwaarden strikt opgevolgd worden kan er overeenkomstig artikel 4.3.1.§1, 4° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening een vergunning afgeleverd worden.
Natuurtoets
Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.
Erfgoed- & Archeologietoets
Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m² en het goed zich niet in een beschermde archeologische site en ook niet in een vastgestelde archeologische zone bevindt.
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestaande woonfunctie met praktijkruimte blijft behouden en is functioneel inpasbaar in deze omgeving, nl. het gehucht Halveweg.
De open infiltratievoorziening wordt voorzien in woonuitbreidingsgebied. Gezien de voorziening niet vrijgesteld is, is deze locatie niet aanvaardbaar. De voorziening moet in woongebied geplaatst worden. Dit wordt als voorwaarde opgelegd in de vergunning.
Mobiliteitsimpact
De gemeente Zonhoven hanteert volgende parkeernorm voor een woning 1,5 autostaanplaatsen/ wooneenheid en voor de praktijk 1 parkeerplaats per 20 m² praktijkruimte en 1 parkeerplaats per 50 m².
De aanvraag komt hieraan tegemoet, want er blijven na de werken meer dan de 6 door de norm voorgeschreven parkeerplaatsen op het terrein beschikbaar.
Schaal
De afmetingen van de poolhouse zijn aanvaardbaar in het straatbeeld en op niveau van het perceel gezien de oppervlakte van 16 m² eerder beperkt blijft en de hoogte van 3,2 meter gebruikelijk is.
Ook de te regulariseren uitbreiding van de carport tot een oppervlakte van 59,1 m² is aanvaardbaar, gezien de uitbreiding slechts 5,42 m² bedraagt, het bijgebouw zich in de achtertuin van het perceel bevindt en de uitbreiding slechts beperkte impact heeft op het straatbeeld.
Wanneer een open infiltratievoorziening een diepte heeft van meer dan 0,5 meter, dan moet, volgens het Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, de inhoud en de oppervlakte van de voorziening bepaald worden tussen de hoogste gemiddelde waterstand en de laagst gelegen afvoer. Dit zou betekenen dat er slechts een diepte van 0,21 meter in rekening gebracht zou kunnen worden waardoor er niet voldaan wordt aan de verordening. Om toch aan de verordening te kunnen voldoen moet de afvoer verwijderd worden zodat de infiltratievoorziening rechtstreek in het maaiveld rondom de voorziening kan overlopen. Het verwijderen van de afvoer wordt als voorwaarde in de vergunning opgelegd.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Aangezien er geen wijziging van het aantal wooneenheden wordt aangevraagd, blijft de woondichtheid aanvaardbaar op het perceel.
De verhardingsgraad van de voortuin voldoet met 39% weliswaar aan de visie van de gemeente Zonhoven, maar het aandeel aan verhardingen en constructies op het bebouwbare deel van het perceel ligt met 44% boven deze norm. Het is bovendien de visie van de gemeente Zonhoven om bij grote percelen onder het streefcijfer van 40% te blijven teneinde overdreven verharding te voorkomen en om onbenutte of overbodige verharding niet toe te staan. Gezien er echter ook een logopedische praktijk vergund is waarbij ook de nodige parkeer- en manoeuvreerruimte nodig is, is dit cijfer aanvaardbaar.
Het niet-overdekte zwembad is aanvaardbaar aangezien deze constructie als gebruikelijk beschouwd kan worden voor deze woonomgeving en de visuele impact en de afmetingen eerder beperkt blijven.
Visueel-vormelijke elementen
Het nieuwe bijgebouw wordt bekleed met hardhouten latwerk en is in lijn met de reeds vergunde carport. Dit is aanvaardbaar.
Cultuurhistorische aspecten
Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.
Bodemreliëf
Het maaiveld wordt minimaal maar aanvaardbaar gewijzigd in functie van het zwembad, de poolhouse en de nieuwe verhardingen.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Een zwembad met een beperkt poolhouse zijn gebruikelijke constructies in een woonomgeving. De hinder die hiervan het gevolg kan zijn, valt binnen de normale maatstaven. Deze constructies zijn aanvaardbaar.
Voor de verkeersveiligheid is het belangrijk dat gesloten afsluitingen en lijnvormige beplantingen binnen 5 meter van de rooilijn een maximale hoogte van 1 meter hebben. Dit is van nog groter belang gezien de aanwezigheid van een logopedische praktijk in het hoofdgebouw. De haagbeplanting heeft binnen deze afstand een hoogte van 1,8 meter wat niet aanvaardbaar is. De hoogte moet beperkt worden tot 1 meter, dit zal als voorwaarde in de vergunning worden opgenomen.
De inrit met een breedte van 4,35m is aanvaardbaar gezien het de enige toegang is tot het perceel waarbij de inrit en toegang naar de voordeur gecombineerd worden en er bovendien een logopedische praktijk gevestigd is die enig bijkomend verkeer genereert.
Bespreking van de adviezen
• Agentschap voor Natuur en Bos heeft op 4 juni 2024 aangegeven dat ze geen advies gaan verstrekken.
• Het advies van dienst facilitair management d.d. 14 juni 2024 is voorwaardelijk gunstig.
De bouwheer voorziet de nodige flankerende maatregelen om de bestaande te behouden bomen maximaal te beschermen tegen de nadelige invloeden van de werken. Zo moeten de werken binnen de kruinprojecties van de te behouden bomen tot het absolute minimum beperkt worden. Indien er toch werken noodzakelijk zijn, zal men al het nodige moeten doen om schade aan de wortels te voorkomen en om verdichting van de bodem te voorkomen.
De bouwheer zal ook 8 streekeigen en/of klimaat robuuste hoogstambomen van minimaal 2de grootte aanplanten in een maat niet kleiner dan 14/16. Minstens 2 van deze 8 bomen worden in de voortuin aangeplant. De bomen worden aangeplant in het plantseizoen volgend op het beëindigen van de werken.
De te behouden en verplicht aan te planten bomen kunnen in de toekomst enkel nog gerooid worden op basis van een goedgekeurde gemotiveerde omgevingsvergunning. Bestaande vrijstellingen die er zijn voor bomen, zoals bv. afstand tot de woning en omtrek van de boom, komen te vervallen.
Voor de verplicht aan te planten bomen is er een groeigarantie, d.w.z. dat deze bomen bij afsterven altijd zullen vervangen moeten worden.
Volgende links kunnen nuttig zijn in de zoektocht naar geschikte bomen:
- https://www.plantvanhier.be/plantengids
- https://www.ecopedia.be/bomenwijzer
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich niet aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten niet gevolgd worden aangezien er in de aanvraag reeds de aanplanting van 8 bomen wordt voorzien.
• Het advies van dienst patrimonium d.d. 27 mei 2024 is voorwaardelijk gunstig.
Berm op openbaar domein dient uitgezonderd van de inrit, vergroend te worden. Deze berm dient een grasberm te zijn.
Bij de aanleg van een nieuwe inrit, dienen waterdoorlatende of waterpasserende materialen te worden gebruikt.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
8. ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag deels in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.
Gezien de sloop van vergunde en onvergunde verhardingen en vrijstaande constructies als vrijgesteld dan wel niet vergunningsplichtig beschouwd kunnen worden, worden hier verder geen uitspraken over gedaan.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 25/06/2024 en volgt dit standpunt integraal.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan mevrouw Leentje Tollenaers wonende te Delheidestraat 27 te 3520 Zonhoven en de heer Pieter Jacobs wonende te Delheidestraat 27 te 3520 Zonhoven voor de sloop, aanleg en regularisatie van verhardingen, de aanleg van een een zwembad met zonneterras en een poolhouse en de regularisatie van een vrijstaande constructie, gelegen te Delheidestraat 27 en 27A kadastraal gekend als afdeling 1 sectie B nr. 952K33.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Onderzoeksstudie vergunningstoestand
BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979 (inwerkingtreding 07/06/1979), gelegen in woongebied met landelijk karakter
De woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd “voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven”. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet. Daarnaast kunnen eveneens de andere inrichtingen, voorzieningen en activiteiten, zoals in woongebied worden toegelaten (artikel 6 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De aanvraag is niet gelegen in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Bijzonder plan van aanleg
Het goed is gelegen binnen het BPA Boomsteeg, goedgekeurd op 23 februari 1983 en gedeeltelijk gewijzigd op 13 februari 2007.
Het goed kreeg als bestemming publieke voortuinstrook, zone voor open en halfopen bebouwing
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Volgende aanvragen kregen in het verleden een positieve of negatieve uitspraak:
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt blijkt dat de bestaande toestand niet overeenkomt met de vergunde toestand.
Het betreft een uitbreiding van de woning, een overdekking achter de woning en een tuinhuis gekoppeld aan de achterkant van de garage.
KADASTRALE GEGEVENS
De woning op perceel 1031E2 werd volgens de gegevens van het kadaster opgericht in 1959.
REGELGEVING
Artikel 4.2.14. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
§ 1. Bestaande constructies waarvan door enig rechtens toegelaten bewijsmiddel wordt aangetoond dat ze gebouwd werden vóór 22 april 1962, worden voor de toepassing van deze codex te allen tijde geacht te zijn vergund.
§ 2. Bestaande constructies waarvan door enig rechtens toegelaten bewijsmiddel wordt aangetoond dat ze gebouwd werden in de periode vanaf 22 april 1962 tot de eerste inwerkingtreding van het gewestplan waarbinnen zij gelegen zijn, worden voor de toepassing van deze codex geacht te zijn vergund, tenzij het vergund karakter wordt tegengesproken middels een proces-verbaal of een niet anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van vijf jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie.
§ 3. Indien met betrekking tot een vergund geachte constructie handelingen zijn verricht die niet aan de voorwaarden van § 1 en § 2, eerste lid, voldoen, worden deze handelingen niet door de vermoedens, vermeld in dit artikel, gedekt.
DE AANVRAAG
De aanvraag behelst de vraag tot opname in het gemeentelijk vergunningenregister voor wat betreft de woning met garage, het tuinhuis aangebouwd aan de achterkant van de garage en het afdak achteraan de woning.
BEWIJSVOERING
Aan de aanvraag werden volgende bewijsstukken toegevoegd:
OVERIGE REGELGEVING
Erfdienstbaarheden / gemene muren/ lichten en zichten
Vergunningen hebben een zakelijk karakter. Zij worden verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten.
Het is niet de taak van de administratieve overheid zich uit te spreken over het bestaan, de interpretatie en de omvang van subjectieve rechten, zoals bijvoorbeeld het bestaan van een erfdienstbaarheid / het overnemen van een gemene muur / de bepalingen inzake zichten en lichten.
BEOORDELING
Uit de bewijsvoering en de huidige toestand blijkt dat slechts een gedeelte van de aanwezige constructies kan beschouwd worden als zijnde hoofdzakelijk vergund.
Op de historische luchtfoto is de woning gedeeltelijk terug te vinden waardoor enkel dit gedeelte bijgevolg beschouwd kan worden als zijnde vergund.
Het afdak achteraan de woning en het tuinhuis achter de garage zijn niet aanwezig op de historische luchtfoto waardoor ze niet kunnen beschouwd worden als zijnde hoofdzakelijk vergund.
Algemeen besluit
De woning kan beschouwd worden als zijnde vergund voor dat gedeelte aangeduid op de bijgevoegde historische luchtfoto, op voorwaarde dat het vergund karakter niet is tegengesproken middels een proces-verbaal of een niet anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van vijf jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie. Het afdak achteraan de woning en het tuinhuis aan de achterkant van de garage die niet terug te vinden zijn op de historische luchtfoto kunnen niet beschouwd worden als zijnde vergund.
In het geval er vergunningsplichtige handelingen werden uitgevoerd na 1970, kunnen deze niet worden beschouwd als zijnde vergund op basis van de bepalingen van artikel 4.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.
Het college van burgemeester en schepenen neemt de woning met garage op in het vergunningenregister als vergund geacht voor dat gedeelte aangeduid op de bijgevoegde historische luchtfoto.
Op voorwaarde dat het vergund karakter niet is tegengesproken middels een proces-verbaal of een niet anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van vijf jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie.
Het afdak achter de woning en het tuinhuis achter de garage die niet terug te vinden zijn op de historische luchtfoto kunnen niet worden beschouwd als zijnde vergund op basis van de bepalingen van artikel 4.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.
In het geval er vergunningsplichtige handelingen werden uitgevoerd na 1970, kunnen deze niet worden beschouwd als zijnde vergund op basis van de bepalingen van artikel 4.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.
De aanvrager zal van deze beslissing op de hoogte gebracht worden.
Overwegende dat Pukkelpop plaatsvindt op 15, 16, 17 en 18 augustus 2024;
Overwegende dat de manifestatie Pukkelpop de nodige overlast met zich meebrengt in de omliggende straten;
Overwegende dat het in het belang van de openbare orde, rust en veiligheid noodzakelijk is dat er voor de inrichting van de manifestatie, bijzondere verkeersmaatregelen worden getroffen;
Het college van burgemeester en schepenen besluit om een tijdelijk aanvullend verkeersreglement inzake Pukkelpop op 15, 16, 17 en 18 augustus 2024 uit te vaardigen als volgt:
Van donderdag 15 augustus 2024 te 08.00 uur t.e.m. maandag 19 augustus 2024 te 12.00 uur wordt het verkeer van voertuigen, uitgezonderd plaatselijk verkeer, alsook deze van hulp- en veiligheidsdiensten, verboden in:
Het verbod wordt aan de weggebruikers ter kennis gebracht door middel van het verkeersbord C3, met gepast onderbord, geplaatst op een nadarafsluiting op de rijweg.
De signalisatie moet worden verlicht tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en als de zichtbaarheid minder is dan 200 meter.
Van donderdag 15 augustus 2024 te 08.00 uur t.e.m. maandag 19 augustus 2024 te 12.00 uur is het stilstaan en parkeren verboden op de hierna vermelde wegen en weggedeelten:
Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens E3 met gepast onderbord.
Van donderdag 15 augustus 2024 te 08.00 uur t.e.m. maandag 19 augustus 2023 te 12.00 uur wordt het verkeer van voertuigen +3,5T, uitgezonderd plaatselijke bediening, verboden in:
Het verbod wordt aan de weggebruikers ter kennis gebracht door middel van het verkeersbord C21(+3,5T) en een onderbord 'uitgezonderd plaatselijke bediening'.
De politiediensten kunnen voertuigen, voorwerpen, bouwsels, kramen enz. die het verkeer hinderen of in strijd zijn met de beschikkingen van onderhavige verordening op risico en kosten van de overtreder laten weghalen.
Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening worden bestraft met politiestraffen, voor zover door wetten die op dit stuk zouden bestaan, geen andere straffen zijn voorzien.
De politie kan bijkomende maatregelen nemen om de openbare orde, rust en veiligheid te handhaven en zowel inrichters als de deelnemer moeten deze naleven.
Het college van burgemeester en schepenen beveelt dat onderhavige verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig het decreet.
Toetsing aan de wettelijke voorwaarden:
Advies dienst:
De dienst adviseert gunstig voor de inrichting van een speelstraat in de Nieuwstraat (gedeelte tussen Drij Dreven en Kolverenheidestraat) omdat aan alle voorwaarden werd voldaan.
Van maandag 8 juli 2024 tot en met zaterdag 31 augustus 2024 wordt de Nieuwstraat (gedeelte tussen Drij Dreven en Kolverenheidestraat) ingericht als speelstraat tussen 09.00 en 21.00 uur.
Het verkeer van voertuigen, uitgezonderd deze van de bewoners, de hulp- en veiligheidsdiensten, wordt verboden in de Nieuwstraat (gedeelte tussen Drij Dreven en Kolverenheidestraat).
Het verbod wordt aan de weggebruikers ter kennis gebracht door middel van het verkeersbord C3, met onderbord “speelstraat”, geplaatst op een nadarafsluiting over de volledige breedte van de rijweg.
De inwoners van de Nieuwstraat zullen instaan voor het dagelijks plaatsen en wegnemen van de signalisatie, welke hen ter beschikking wordt gesteld door het gemeentebestuur.
Door dit reglement worden de bestaande aanvullende gemeentelijke verkeersreglementen opgeschort voor zover zij betrekking hebben op de straten bedoeld in artikel 2 en dit voor zover deze strijdig zijn met huidig reglement.
Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening kunnen vastgesteld worden door de leden van de federale en lokale politie.
Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening worden bestraft met politiestraffen, voor zover door wetten die op dit stuk zouden bestaan, geen andere straffen zijn voorzien.
De politie kan bijkomende maatregelen nemen om de openbare orde, rust en veiligheid te handhaven en zowel inrichters als de deelnemers moeten deze naleven.
De aanvrager is aansprakelijk voor de schade aan het openbaar domein zo deze rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van het bestaan van de manifestatie.
Onderhavige verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig het decreet Lokaal Bestuur.
Overwegende dat het in het belang van de openbare orde, rust en veiligheid noodzakelijk is dat er voor de inrichting van bovengenoemde manifestaties, bijzondere verkeersmaatregelen worden getroffen;
Gezien er een lijnrit passeert langs de Sint-Jozefsstraat werd advies gevraagd aan de lijn. Een positief advies werd bekomen op 08 juli 2024.
Het college van burgemeester en schepenen besluit om een tijdelijk aanvullend verkeersreglement inzake het laden van de vrachtwagen voor kamp chiromeisjes Halveweg in de Sint-Jozefsstraat uit te vaardigen als volgt:
Het verkeer van voertuigen, uitgezonderd plaatselijk verkeer en hulp- en veiligheidsdiensten is verboden in de Sint-Jozefsstraat:
Het verbod wordt aan de weggebruikers ter kennis gebracht door middel van het verkeersbord C3, met onderbord “uitgezonderd aangelanden”, geplaatst op een nadarafsluiting over de volledige breedte van de rijweg.
De verantwoordelijken van de chiromeisjes Halveweg zullen instaan voor het plaatsen en wegnemen van de signalisatie in de Sint-Jozefsstraat. Deze signalisatie wordt hen ter beschikking gesteld door het gemeentebestuur.
Door dit reglement worden de bestaande aanvullende gemeentelijke verkeersreglementen opgeschort voor zover zij betrekking hebben op de straten bedoeld in artikel 2 en dit voor zover deze strijdig zijn met huidig reglement.
Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening kunnen vastgesteld worden door de leden van de federale en lokale politie.
Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening worden bestraft met politiestraffen, voor zover door wetten die op dit stuk zouden bestaan, geen andere straffen zijn voorzien.
De politie kan bijkomende maatregelen nemen om de openbare orde, rust en veiligheid te handhaven en zowel inrichters als de deelnemers moeten deze naleven.
De aanvrager is aansprakelijk voor de schade aan het openbaar domein zo deze rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van het bestaan van de manifestatie.
Onderhavige verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig het decreet Lokaal Bestuur.
In bijlage werd het verslag toegevoegd van de werkgroep verkeer die heeft plaatsgevonden op 20 juni 2024.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de werkgroep verkeer van 20 juni 2024.
Onlangs vond in Genk-Bokrijk de herdenking plaats van de crash van een Brits gevechtsvliegtuig op het einde van WO ll. Bij die gelegenheid waren familieleden van de gesneuvelden aanwezig en lieten zij aan Zonhovenaar Guy Jaspers weten dat zij het op prijs zouden stellen als er in Zonhoven ook een gedenkteken voor hun overleden familieleden zou komen. Op 10 september is het immers exact 80 jaar geleden dat bij de bevrijding Engelse soldaten sneuvelden. Guy Jaspers heeft de Heemkundekring Zonhoven al weten te overtuigen om mee te werken aan dit project. In de bijlagen is een beschrijving van het project opgenomen. Mankracht is er dus al, maar financiën en logistieke ondersteuning wordt nog gezocht. Uiteraard wil men dan ook een kleine plechtigheid organiseren op dinsdag 10 september 2024, liefst in aanwezigheid van de Zonhovense scholen.
Om een idee van de kosten te hebben, kunnen we het budget voor de gedenksteen van het het eerste Belgisch legerkamp op de Teut als referentie gebruiken. De aankoop van de steen, het uitkappen van de tekst en het inkleuren kostte in totaal € 1.639,83. Het transport van de steen is uitgevoerd door onze eigen gemeentelijke diensten.
In het MJP000568 is voor de ontsluiting van toeristische bezienswaardigheden een budget van € 6.000,00 beschikbaar. Voor het gedenkteken en de inhuldiging ervan mogen we de kosten op maximaal € 2.500 ramen.
Het college van burgemeester en schepenen erkent het belang van de Engelse soldaten bij de bevrijding van Zonhoven tijdens de Tweede Wereldoorlog. Er is in onze gemeente echter al een gedenkteken voor alle gesneuvelden van zowel de Eerste als de Tweede Wereldoorlog. Gezien er voor het einde van de Tweede Wereldoorlog geen officiële datum is, zal er tijdens de 11 november-herdenkingsplechtigheid ook aandacht geven worden aan de gesneuvelden van de Tweede Wereldoorlog en de bevrijding van Zonhoven.
Op 19 juni 2024 vond er een overleg plaats met de leden van het dorpsrestaurant. In bijlage werd een uitgebreid verslag hiervan toegevoegd.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de vergadering van het dorpsrestaurant van 19 juni 2024.
Vanuit de dienst Welzijn willen we jaarlijks sensibiliseren in kader van de verschillende bevolkingsonderzoeken die aangeboden worden door de Vlaamse Overheid. Voor het jaar 2024, meer concreet oktober 2024, zouden we graag een sensibiliseringsactie uitwerken in kader van het bevolkingsonderzoek borstkanker.
Doel:
Samenwerking:
De sensibiliseringsactie (zie meer gedetailleerde informatie in het document in de bijlage):
We richten ons voor deze sensibiliseringsactie op vrouwelijke burgers van 50 tot en met69 jaar. Zij hebben het recht om gratis deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek.
Voor de verschillende promotiematerialen maken we gebruik van een gepersonaliseerd campagnebeeld met maximum vijf vrouwelijke Zonhovense inwoners. Hiervoor verspreidden we enkele weken gelden een oproep via onze kanalen. Voor dit campagnebeeld werken we samen met LOGO en het CVKO zodat we alles uitwerken conform de gekregen richtlijnen (dienst Communicatie is hiervan alvast op de hoogte).
De verschillende acties zijn:
Conclusie: De dienst Welzijn vraagt een goedkeuring voor de verdere uitwerking en uitvoering van de sensibiliseringsactie in kader van het bevolkingsonderzoek borstkanker.
Het college van burgemeester en schepenen geeft een goedkeuring voor de verdere uitwerking en uitvoering van de sensibiliseringsactie in het kader van het bevolkingsonderzoek borstkanker.