Terug
Gepubliceerd op 30/04/2024

2024_CBS_00430 - OMV - Vergunning - Hortstraat 51 - 2023/00223 - Goedkeuring

College van burgemeester en schepenen
di 23/04/2024 - 13:30 schepenzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur

Secretaris

Bart Telen, Algemeen directeur
2024_CBS_00430 - OMV - Vergunning - Hortstraat 51 - 2023/00223 - Goedkeuring 2024_CBS_00430 - OMV - Vergunning - Hortstraat 51 - 2023/00223 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Dossiernummer:    2023/00223

Referentie omgevingsloket:    OMV_2023151231

De aanvraag, ingediend door Jozef en Annemie Peuters - Hamblok wonende te Hortstraat 51 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 16/11/2023 en op 12/01/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.

De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Hortstraat 51, kadastraal gekend als afdeling 1 sectie B nr. 855R.

De aanvraag gaat over het regulariseren van de woning, het verwijderen van een terrasoverdekking, bouwen van een nieuwe terrasoverdekking en herinrichten van het terrein.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).

1.    STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS

    De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebieden en woongebied met landelijk karakter.

De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het bijzonder plan van aanleg B.P.A. HALVEWEG-BESKENSSTRAAT, goedgekeurd op 15 juni 2006. 

De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Men vraagt volgende afwijking volgens art. 4.4.9/1 van de VCRO:

De aanvraag wijkt af van de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA voor wat betreft de inplanting. De BPA-voorschriften stellen dat de woning dient ingeplant te worden op minimum 3 meter van de zijdelingse perceelgrenzen. De woning is ingeplant op minimum 2,80 meter van de linker perceelgrens.

Volgende verordeningen zijn van kracht:

•    algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;

•    gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;

•    gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;

•    gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.

2.    HISTORIEK

    Volgende dossiers zijn relevant: 

•    Stedenbouwkundige vergunning (1988/00004) voor het bouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 05/01/1988.

•    Stedenbouwkundige vergunning (2007/10590) voor het bouwen van een aanbouw van 30 m2 - goedgekeurd op 27/02/2007.

3.    BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG

    Beschrijving van de plaats & omgeving

Het perceel bevindt zich aan de Hortstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De omgeving bestaat hoofdzakelijk uit vrijstaande  en halfopen eengezinswoningen. De bebouwing bestaat uit twee bouwlagen onder voornamelijk hellende/platte daken, en is voornamelijk afgewerkt in een gevelsteen in diverse tinten en texturen. Het perceel is bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning bestaande uit één bouwlaag en deels afgedekt met een zadeldak.

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het regulariseren van de woning, het verwijderen van een bestaande terrasoverdekking, het bouwen van een nieuwe terrasoverdekking en het herinrichten van het terrein. 

De woning werd vergund op minimum 9 meter uit de rooilijn van de voorliggende weg en op minimum 3 meter van de zijdelingse perceelgrenzen. De maximale bouwdiepte en bouwbreedte van de woning in de vergunde toestand bedraagt respectievelijk 13,80 meter en 12 meter. De vergunde woning werd voorzien uit 1 bouwlaag en deels afgedekt met een zadeldak. Aan de achtergevel van het hoofdvolume van de vergunde woning werd nog een volume opgericht met plat dak met een bouwbreedte van 9 meter en een bouwdiepte van maximum 3,50 meter.

De bestaande woning werd evenwel opgericht op minimum 9,20 meter uit de rooilijn van de voorliggende weg, op minimum 3 meter van de rechter perceelgrens en op minimum 2,80 meter uit de linker perceelgrens. De maximale bouwdiepte en bouwbreedte van de woning in de bestaande toestand bedraagt respectievelijk 13,80 meter en 12 meter. De bestaande woning werd voorzien uit 1 bouwlaag en deels afgedekt met een zadeldak. Aan de achtergevel van het hoofdvolume van de bestaande woning werd nog een volume opgericht met plat dak met een bouwdiepte van maximum 3,50 meter en een bouwbreedte van 9 meter.

De aanvraag voorziet in het regulariseren van de inplanting van de woning en het gewijzigd uitvoeren van de voorgevel. Het inkomgedeelte werd extra overdekt gemaakt en in plaats van een garagepoort te voorzien werd een raam voorzien op minimum 50cm boven het voorliggend maaiveld. De garage kreeg de functie slaapkamer.

Achter de bestaande woning bevindt zich nog een terrasoverkapping met enerzijds een bouwbreedte van 9 meter en een bouwdiepte van maximum 3,50 meter en anderzijds een bouwdiepte van ca. 2,5 meter en een bouwbreedte van ca. 2 meter. Deze terrasoverkappingen worden gesloopt en vervangen door één zonnewering met open lamellen met een maximale breedte van 11 meter en een maximale diepte van 6,34 meter, waardoor de totale bouwdiepte van de woning inclusief zonnewering op 17, 30 meter komt. De zonnewering wordt voorzien in het verlengde van de linkerzijgevel, d.i. op minimum 2,80 meter van de linker perceelgrens.

Tenslotte wordt de buitenruimte heringericht. In de voortuin komt er 1 inrit van 3 meter breed in betontegels. De parkeervoorziening voor de auto wordt voorzien uit kiezelverharding met een oppervlakte van 42,30m². De rest van de voortuin wordt volledig aangekleed met bomen, struiken en hagen. De bestaande leilinden blijven behouden. Aan de linkerzijde komt er een verhard wandelpad (stapstenen) zodat men gemakkelijk naar de achterzijde kan wandelen. Aan de rechterzijde van de woning komt er geen verharding. In de achtertuin wordt het bestaande terras recht gemaakt. Het terras wordt ‘overdekt’ met openstaande lamellen, d.i. de zonnewering met een oppervlakte van  44.2m². De overdekking staat los van de woning. Er wordt gewerkt met kolommen aan alle kanten van de overdekking. Er wordt op 2.5 meter van het terras een zwembad geplaatst op minimum 1.50 meter van de perceelsgrenzen. Het zwembad is 9 meter x 3.5 meter x 1.50 meter (binnenzijde) groot en wordt afgeboord. De boordsteen heeft een breedte van 0,35 meter. De rest van de achtertuin wordt aangekleed met een gedeelte gazon en een gedeelte beplanting, alsook de aanleg van een infiltratiebekken met een oppervlakte van 19,56m² op minimum 1 meter van de linkerperceelgrens.

4.    OPENBAAR ONDERZOEK 

    Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 22 januari 2024 t.e.m. 20 februari 2024.

5.    ADVIEZEN

    Er zijn geen adviezen vereist.

6.    PROJECT-MER

    De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

7.    INHOUDELIJKE BEOORDELING

    Decretale beoordelingselementen

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Hortstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.

De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.

De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.

Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

Zonering

Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.

Waterparagraaf

Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.

Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023.  De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.

Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:

De plannen geven aan dat voor de woning met een totale horizontale dakoppervlakte van 153m² een hemelwaterput wordt voorzien met een inhoud van 10.000 liter en recuperatie van het hemelwater voor een buitenkraan. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met een oppervlakte van 19,56 m² en een volume van 4.000 liter. Aangezien ook de overloop van het zwembad wordt aangesloten op de infiltratievoorziening dient de infiltratievoorziening te worden berekend op een oppervlakte van 154,5m² (in de aanvraag wordt de oppervlakte onterecht voor een tweede maal met 30m² verminderd). De oppervlakte van de infiltratievoorziening dient minimum 12,36m² te bedragen en het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 5.098,5 liter te bedragen. Mits te voldoen aan bovenstaande voorwaarden, voldoet de aanvraag aan de verordening.

De verordening is niet van toepassing op de aanleg van de voorziene verhardingen en overkapping. Het hemelwater dat op de verharding/overkapping valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren. De onverharde zone heeft minimum een oppervlakte die een vierde van de afwaterende oppervlakte bedraagt.

Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.

Natuurtoets

Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied.

Erfgoed- & Archeologietoets

Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.

Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften maar niet aan de stedenbouwkundige voorschriften van het bijzonder plan van aanleg. De aanvraag wijkt af voor wat betreft de inplanting van de woning. De BPA-voorschriften stellen dat de woning dient ingeplant te worden op minimum 3 meter van de zijdelingse perceelgrenzen. De woning werd evenwel ingeplant op minimum 2,80 meter van de linker perceelgrens.  Daarom wordt de aanvraag verder onderzocht op basis van de bepalingen van artikel 4.4.9/1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gewijzigd door het decreet van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving (zgn. Codextrein).

Artikel 4.4.9/1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat in een vergunning – na een openbaar onderzoek – afwijkingen kunnen worden toegestaan van de stedenbouwkundige voorschriften van een bijzonder plan van aanleg of een wijziging ervan, voor zover dit plan ouder is dan 15 jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag. Het hierboven genoemde bijzonder plan van aanleg is goedgekeurd op 15 juni 2006 en dus kan er principieel worden afgeweken van de voorschriften. Evenwel kan de afwijking niet worden toegestaan voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoedwaarden. Het betreft geen van deze elementen en dus kan de afwijking worden toegestaan. Tenslotte dient de aanvraag getoetst aan de goede ruimtelijke ordening. 

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1°     het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2°     het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;

Een regularisatie moet met dezelfde criteria beoordeeld worden als een nieuwe aanvraag. Het kan immers niet zijn dat de regularisatie soepeler zou beoordeeld worden om reden dat de werken reeds uitgevoerd zijn. 

Functionele inpasbaarheid

De bestaande woonfunctie blijft behouden en is functioneel inpasbaar op deze locatie. 

Mobiliteitsimpact

Er wordt geen extra woongelegenheid gecreëerd. De voorziene verharding is voldoende groot voor het stallen van 2 wagens. Het parkeren wordt derhalve niet afgewenteld op het openbaar domein. De aanvraag heeft geen negatieve impact op de mobiliteit.

Schaal, ruimtegebruik en visueel vormelijk elementen

De bestaande woning werd opgericht op minimum 9,20 meter uit de rooilijn van de voorliggende weg, op minimum 3 meter van de rechter perceelgrens en op minimum 2,80 meter uit de linker perceelgrens. De maximale bouwdiepte en bouwbreedte van de woning in de bestaande toestand bedraagt respectievelijk 13,80 meter en 12 meter. De bestaande woning werd voorzien uit 1 bouwlaag en deels afgedekt met een zadeldak. Aan de achtergevel van het hoofdvolume van de bestaande woning werd nog een volume opgericht met plat dak met een bouwdiepte van maximum 3,50 meter en een bouwbreedte van 9 meter. Hierachter bevindt zich nog een terrasoverkapping met enerzijds een bouwbreedte van 9 meter en een bouwdiepte van maximum 3,50 meter en anderzijds een bouwdiepte van ca. 2,5 meter en een bouwbreedte van ca. 2 meter. Deze terrasoverkappingen worden gesloopt en vervangen door één zonnewering met open lamellen met een maximale breedte van 11 meter en een maximale diepte van 6,34 meter, waardoor de totale bouwdiepte van de woning inclusief zonnewering op 17, 30 meter komt. De zonnewering wordt voorzien in het verlengde van de linkerzijgevel, d.i. op minimum 2,80 meter van de linker perceelgrens en heeft een maximale hoogte van 2,80 meter, gemeten vanaf het voorliggende maaiveld. 

De gevraagde bouwdiepte van 17,30 meter en de inplanting op 2,80 meter van de linker perceelgrens  is vanuit ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar: 

•    De bebouwing op het rechtsgelegen perceel ligt een stuk dieper dan de aangevraagde terrasoverkapping en de bebouwing op het linker perceel komt ook een tweetal meter dieper dan de aangevraagde terrasoverkapping en komt tot tegen de gemeenschappelijke perceelgrens. 

•    De woning werd opgebouwd uit 1 bouwlaag en deels afgedekt met een zadeldak en deels met een plat dak. De terrasoverkapping bestaat uit 1 bouwlaag en wordt afgedekt met een open lammelendak, dewelke een beperkte hoogte heeft van 2,80 meter. De woning/terrasoverkapping hebben aldus een beperkt bouwprofiel waardoor de inplanting op 2,80 meter kan aanvaard worden. 

•    Bijkomend bedraagt de afstand tussen de hoofdvolumes van de woning Horstraat nr. 49 en Hortstraat nr. 51 minimum 7,5 meter, hetgeen groter is dan de minimum voorziene 6 meter uit het BPA. 

•    Tenslotte wordt er binnen de geldende regelgeving vandaag de dag voorzien dat het aanbrengen van isolatie aan de buitenzijde van een woning tot een maximum van 26 centimeter wordt beschouwd als aanpassingswerken binnen het bestaande bouwvolume. Een bestaande woning dewelke zich bevindt op 3 meter uit de zijdelingse perceelgrens kan dus geïsoleerd worden aan de buitenzijde tot een maximum van 26 centimeter, waardoor de woning tot op minimum 2,74 meter van de perceelgrens komt te liggen. De voorgestelde afstand van 2,80 meter voor de woning in voorliggende aanvraag valt binnen de voorgestelde minimum afstand.

De nieuwe terrasoverkapping bestaat uit een aluminium open lamellendak en aluminium palen. Het betreft een quasi open constructie. De terrasoverkapping is visueel-vormelijk inpasbaar in de omgeving. 

T.o.v. de vergunde toestand werd het inkomgedeelte extra overdekt en in plaats van een garagepoort te voorzien werd een raam voorzien op minimum 50cm boven het voorliggend maaiveld. De garage kreeg de functie slaapkamer. Het regulariseren van het gewijzigd uitvoeren van de voorgevel heeft geen negatieve impact op het straatbeeld en is eveneens aanvaardbaar.

Tenslotte wordt de buitenruimte heringericht. In de voortuin komt er 1 inrit van 3 meter breed in betontegels. De parkeervoorziening voor de auto wordt voorzien uit kiezelverharding met een oppervlakte van 42,30m². De rest van de voortuin wordt volledig aangekleed met bomen, struiken en hagen. De bestaande leilinden blijven behouden. Aan de linkerzijde komt er een verhard wandelpad (stapstenen) zodat men gemakkelijk naar de achterzijde kan wandelen. Aan de rechterzijde van de woning komt er geen verharding. In de achtertuin wordt het bestaande terras recht gemaakt. Het terras wordt ‘overdekt’ met openstaande lamellen, d.i. de zonnewering met een oppervlakte van  44.2m². De overdekking staat los van de woning. Er wordt gewerkt met kolommen aan alle kanten van de overdekking. Er wordt op 2.5 meter van het terras een zwembad geplaatst op minimum 1.50 meter van de perceelsgrenzen. Het zwembad is 9 meter x 3.5 meter x 1.50 meter (binnenzijde) groot en wordt afgeboord. De boordsteen heeft een breedte van 0,35 meter. De rest van de achtertuin wordt aangekleed met een gedeelte gazon en een gedeelte beplanting, alsook de aanleg van een infiltratiebekken met een oppervlakte van 19,56m² op minimum 1 meter van de linkerperceelgrens. Na het uitvoeren van de aangevraagde werken blijft er op het eigendom nog voldoende onbebouwde/onverharde ruimte (58% van het terrein) over om aan te leggen als een kwalitatieve groenzone

Cultuurhistorische aspecten

Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.

Bodemreliëf

Volgens de aanvraag wordt het bestaande reliëf niet gewijzigd, behoudens voor de aanleg van het zwembad en het infiltratiebekken.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Er wordt geen hinder verwacht m.b.t. de gezondheid, het gebruiksgenot en de veiligheid in het algemeen. De nieuwe terrasoverkapping bestaat uit een aluminium open lamellendak en aluminium palen. Het betreft een quasi open constructie dewelke door de gekozen inplantingsplaats en de hoogte van de constructie geen negatieve impact heeft op het zonlicht noch op het uitzicht van de aanpalende eigenaars. Er zijn geen ramen voorzien in het volume van de aanpalende woning links, dat bijna op de perceelgrens is gelegen, dewelke rechtstreeks uitzicht geven op voorliggende eigendom.  Bovendien bevindt er zich op de linker perceelgrens nog een gesloten houten tuinafsluiting met een hoogte van ca. 1,80 meter dewelke het uitzicht reeds grotendeels beperkt.

Resultaten van het openbaar onderzoek

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld. Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden. Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 22 januari 2024 tot en met 20 februari 2024. Er werd 1 bezwaarschrift ingediend, dat samengevat als volgt luidt:

1.    Met de geplande uitbreiding van een terrasoverkapping bij de buren heb ik geen vrij uitzicht meer. Er rest me alleen nog een uitzicht op de bebouwing van de buren. Daardoor krijg ik veel minder vrij zonlicht binnen.

2.    Mijn gebouw staat al gedeeltelijk op de perceelgrens (altijd gestaan). Daarom vind ik 2,80 meter niet kunnen en zijn een respectering van de BPA voorschriften van 3 meter zeker nodig.

3.    Door de gevraagde afwijking van de geldende BPA voorschriften krijg ik de facto te maken met een waardevermindering van mijn eigen woning en perceel.

Behandeling van de bezwaren:

1.    De nieuwe terrasoverkapping wordt op minimum 2,80 meter van de linker perceelgrens opgericht in het verlengde van de linker zijgevel van de woning en krijgt een maximale hoogte van 2,80 meter, gemeten vanaf het voorliggende maaiveld. De nieuwe terrasoverkapping bestaat uit een aluminium open lamellendak en aluminium palen. Het betreft een quasi open constructie dewelke door de gekozen inplantingsplaats en de hoogte van de constructie geen negatieve impact heeft op het zonlicht noch op het uitzicht van de aanpalende eigenaars. Er zijn geen ramen voorzien in het volume van de aanpalende woning links, dat bijna op de perceelgrens is gelegen, dewelke rechtstreeks uitzicht geven op voorliggende eigendom.  Bovendien bevindt er zich op de linker perceelgrens nog een gesloten houten tuinafsluiting met een hoogte van ca. 1,80 meter dewelke het uitzicht reeds grotendeels beperkt. Het bezwaar is ongegrond en wordt niet weerhouden.

2.    De woning staat ingeplant op minimum 2,80 meter van de linker perceelgrens. In het verlengde van de linker zijgevel worden de nieuwe terrasoverkapping voorzien. Het betreft een beperkte afwijking op de voorschriften van het BPA, dewelke stellen dat de woning/terrasoverkapping op minimum 3 meter van de laterale perceelgrenzen moet worden voorzien. De woning werd opgebouwd uit 1 bouwlaag en deels afgedekt met een zadeldak en deels met een plat dak. De terrasoverkapping bestaat uit 1 bouwlaag en wordt afgedekt met een open lamellendak. De woning/terrasoverkapping hebben aldus een beperkt bouwprofiel waardoor de inplanting op 2,80 meter kan aanvaard worden. Bijkomend bedraagt de afstand tussen de hoofdvolumes van de woning Horstraat nr. 49 en Hortstraat nr. 51 minimum 7,5 meter, hetgeen groter is dan de minimum voorziene 6 meter uit het BPA. Tenslotte wordt er binnen de geldende regelgeving vandaag de dag voorzien dat het aanbrengen van isolatie aan de buitenzijde van een woning tot een maximum van 26 centimeter wordt beschouwd als aanpassingswerken binnen het bestaande bouwvolume. Een bestaande woning dewelke zich bevindt op 3 meter uit de zijdelingse perceelgrens kan dus geïsoleerd worden aan de buitenzijde tot een maximum van 26 centimeter, waardoor de woning tot op minimum 2,74 meter van de perceelgrens komt te liggen. De voorgestelde afstand van 2,80 meter voor de woning in voorliggende aanvraag valt binnen de voorgestelde minimum afstand. Het bezwaar is ongegrond en wordt niet weerhouden.

3.    Het bezwaar m.b.t. de waardevermindering van de aanpalende woning en perceel betreft geen stedenbouwkundig argument en wordt hier niet weerhouden.

Bespreking van de adviezen

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 24-26 van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25/04/2014 en de criteria van artikels 30-38 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. 

Er dienden geen adviezen gevraagd te worden.

8.    ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert de volgende voorwaarde op te leggen:

Stedenbouwkundige voorwaarde

•    De opvang en afvoer van hemelwater afkomstig van het gebouw en de verhardingen moet op eigen terrein uitgevoerd worden.

De oppervlakte van de infiltratievoorziening dient minimum 12,36m² te bedragen en het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 5.098,5 liter te bedragen

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 08/04/2024 en volgt dit standpunt integraal.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan Jozef en Annemie Peuters - Hamblok wonende te Hortstraat 51 te 3520 Zonhoven voor het regulariseren van de woning, het verwijderen van een terrasoverdekking, bouwen van een nieuwe terrasoverdekking en herinrichten van het terrein, gelegen te Hortstraat 51 kadastraal gekend als afdeling 1 sectie B nr. 855R.

Artikel 3

Volgende voorwaarde wordt opgelegd:

De opvang en afvoer van hemelwater afkomstig van het gebouw en de verhardingen moet op eigen terrein uitgevoerd worden.

De oppervlakte van de infiltratievoorziening dient minimum 12,36m² te bedragen en het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 5.098,5 liter te bedragen.