Terug
Gepubliceerd op 08/01/2025

2024_CBS_01295 - OMV - Vergunning - Beverzakstraat zn - 1384.E.874.2 - Weigering

College van burgemeester en schepenen
di 17/12/2024 - 13:30 schepenzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bram De Raeve, burgemeester; Frank Vandebeek, 1ste schepen; Johan Vanhoyland, 2de schepen; Frederick Vandeput, 3de schepen; Wouter De Raeve, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur

Secretaris

Bart Telen, Algemeen directeur
2024_CBS_01295 - OMV - Vergunning - Beverzakstraat zn - 1384.E.874.2 - Weigering 2024_CBS_01295 - OMV - Vergunning - Beverzakstraat zn - 1384.E.874.2 - Weigering

Motivering

Feiten context en argumentatie

verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar

De aanvraag betreft het verkavelen van een grond in 3 loten, waarvan 2 loten voor open bebouwing (lot 1 en lot 2) en 1 lot wordt uitgesloten aangezien het zijn bestemming reeds heeft verkregen (lot 3).

De aanvraag werd op 22 juli 2024 ontvangen.

Op 19 augustus 2024 werd aanvullende informatie opgevraagd.

Op 21 augustus 2024 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.

Op 19 september 2024 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.

De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd.

Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 29 september 2024 tot en met 28 oktober 2024. Het openbaar onderzoek werd gesloten met 0 bezwaarschriften.

HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT

Volgende historisch gekoppelde dossiers zijn relevant: 

  • Stedenbouwkundige vergunning (1958/00126) voor bouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 13/11/1958.
  • Stedenbouwkundige vergunning (1961/00234) voor bouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 14/03/1961.
  • Stedenbouwkundige vergunning (1967/00068) voor bouwen van een garage en veranda - goedgekeurd op 02/05/1967.
  • Verkavelingsvergunning (7204.V.306) voor het verkavelen van een grond - geweigerd op 03/06/1971.
  • Verkavelingsvergunning (1114.E.874.2) voor het verkavelen van het perceel tot 4 loten - goedgekeurd op 18/10/2010. De verkaveling is vervallen voor voorliggende loten 1 en 2.

De aanvraag werd niet in overleg gebracht met de gemeentelijke administratie. 

Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.

OPENBAAR ONDERZOEK

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld.

Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden. Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 29 september 2024 tot en met 28 oktober 2024. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

ADVIEZEN

Op 19 augustus 2024 werd advies gevraagd aan de dienst facilitair management.

Op 19 augustus 2024 werd advies gevraagd aan Fluvius System Operator.

Op 19 augustus 2024 werd advies gevraagd aan Proximus.

Op 19 augustus 2024 werd advies gevraagd aan De Watergroep.

Op 19 augustus 2024 werd advies gevraagd aan Wyre.

MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE

Het project komt voor op bijlage III van het project-mer-besluit wat maakt dat een project MER opgemaakt moet worden, tenzij de initiatiefnemer via een project-m.e.r.-screening kan aantonen dat het project geen aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken.  Er werd een project-m.e.r.-screening en een toetsing aan het stikstofdecreet bij de aanvraag gevoegd. De effecten op milieu en omgeving werden voldoende omschreven en uit de screening en toetsing blijkt dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De impact van het verkeer door voorliggende aanvraag zal niet zorgen voor een overschrijding van de 1% de minimis. We kunnen bijgevolg met absolute zekerheid besluiten dat de impactscore van de bouw van 2 eengezinswoningen, voor wat betreft mobiliteit, lager is dan 1%.

STEDENBOUWKUNDIG ADVIES

TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN

OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gewestplan

De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, deels gelegen in woongebied en deels in agrarisch gebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300m van een woongebied of op ten minste 100m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden (artikel 11 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt - Genk” dat op 20 juni 2014 definitief werd vastgesteld door de Vlaamse Regering.  Er is geen bestemmingswijziging ten opzichte van het gewestplan voorzien voor dit perceel.

Bijzonder plan van aanleg, gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan of verkaveling

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg, noch in een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften. Lot 3, deels gelegen in agrarisch gebied, wordt uitgesloten uit de verkaveling.

Watertoets

Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013 en het wijzigingsbesluit van 25 november 2022, verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.

De watertoets werd uitgevoerd op 19 september 2024. Hieruit bleek dat geen adviezen dienden aangevraagd te worden. Het eigendom is niet gelegen binnen de contour van de Advieskaart watertoets en niet binnen fluviaal of pluviaal overstromingsgevoelig gebied 2023. 

Algemeen kan wel gesteld worden dat:

  • Het toekomstig project dient te voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening.  (uitdrukkelijke aandacht voor de noodzakelijke inhoud van de hemelwaterput, aanleg van gescheiden stelsel en infiltratievoorziening).
  • Indien er ondergrondse constructies worden opgericht, de bemaling voldoet aan de voorwaarden zoals opgelegd in Vlarem II.  
  • Een permanente drainage, ook al is dit in functie van een aanleg van een ondergrondse constructie, mag niet voorzien worden aangezien permanente drainage een continue verlaging van de grondwaterstand tot gevolg heeft. 

Decretale beoordelingselementen

Art. 4.3.5.

§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie “wonen”, “verblijfsrecreatie”, “dagrecreatie”, met inbegrip van sport, “detailhandel”, “dancing”, “restaurant en café”, “kantoorfunctie”, “dienstverlening”, “vrije beroepen”, “industrie”, “bedrijvigheid”, “gemeenschapsvoorzieningen” of “openbare nutsvoorzieningen”, kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.

Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

De omgevingsaanvraag voor het verkavelen van deze grond is gelegen langsheen Beverzakstraat, een voldoende uitgeruste weg.

De aanvraag voldoet aan deze bepaling.

Archeologienota

Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag. Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).

VERKAVELINGSVERGUNNINGSPLICHT

Artikel 4.2.15. § 1. Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt.

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden aangevraagd en verleend voor het verkavelen voor de aanleg en het bebouwen van terreinen voor andere functies.

§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat reglementaire voorschriften aangaande de wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd kunnen worden.

§ 3. De verkavelaar zorgt ervoor dat de in de verkaveling opgenomen loten kunnen aansluiten op alle voorzieningen van openbaar nut die vereist worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan. In voorkomend geval bepaalt de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op welke wijze in de nodige infrastructuur voor de nutsvoorzieningen wordt voorzien.

Artikel 4.2.16. § 1. Een kavel uit een vergunde verkaveling of verkavelingsfase kan enkel verkocht worden, verhuurd worden voor méér dan negen jaar, of bezwaard worden met een recht van erfpacht of opstal, nadat de verkavelingsakte door de instrumenterende ambtenaar is verleden.

§ 2. De verkavelingsakte wordt eerst verleden na overlegging van een attest van het college van burgemeester en schepenen, waaruit blijkt dat, voor de volledige verkaveling of voor de betrokken verkavelingsfase, het geheel van de lasten uitgevoerd is of gewaarborgd is door:

1° de storting van een afdoende financiële waarborg;

2° een door een bankinstelling op onherroepelijke wijze verleende afdoende financiële waarborg.

Het attest, vermeld in het eerste lid, kan worden afgeleverd indien de vergunninghouder deels zelf de lasten heeft uitgevoerd, deels de nodige waarborgen heeft gegeven.

OVERIGE REGELGEVING

Erfdienstbaarheden

Uit het verkavelingsplan, opgesteld door landmeter – expert Guy Gillissen, blijkt dat er geen waterlopen noch erfdienstbaarheden aanwezig zijn op het terrein. Hier dient dan ook geen rekening mee gehouden te worden.  

Decreet grond- en pandenbeleid – bescheiden woonaanbod

De aanvraag voorziet minder dan 10 loten bestemd voor woningbouw, noch heeft de verkaveling een grondoppervlakte die groter is dan een halve hectare.

De verkaveling sluit niet aan op een andere, ook door de aanvrager te ontwikkelen perceel, die samen met de percelen waarop de aanvraag betrekking heeft, een oppervlakte van meer dan een halve hectare beslaan. Er dient bijgevolg geen sociaal, noch bescheiden woonaanbod gerealiseerd te worden.

De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.

Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening

OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG

De aanvraag betreft het verkavelen van een grond in 3 loten, waarvan 2 loten voor open bebouwing (lot 1 en lot 2) en 1 lot wordt uitgesloten aangezien het zijn bestemming reeds heeft verkregen (lot 3).

BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1°         het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2°         het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;

Omschrijving ligging en omgeving 

Het eigendom is gelegen aan de Beverzakstraat, een gemeenteweg. In de omgeving zijn er zowel open als halfopen bebouwingen aanwezig, bestaande uit 1 of 2 bouwlagen met een zadeldak of een plat dak. Het eigendom is momenteel bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning bestaande uit één bouwlaag en een zadeldak.

Verkavelingsvoorwerp

Het verkavelingsontwerp voorziet in het oprichten van 2 vrijstaande eengezinswoningen met maximaal 2 bouwlagen en een hellend of plat dak.  De woningen worden opgericht op minimaal 15 meter uit de as van de voorliggende weg en op minimum 3 meter van de zijdelingse perceelgrenzen zoals weergegeven op het inplantingsplan. De bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt maximaal 15 meter vanaf de bouwlijn en de bouwdiepte op de verdieping bedraagt 12 meter vanaf de bouwlijn. Lot 1 heeft een oppervlakte van 640m² en lot 2 heeft een oppervlakte van 635m². De achtertuinzone bedraagt minimum 12 meter. De bouwstrook heeft een breedte van 11 meter.

Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving

Het voorzien van een vrijstaande eengezinswoning, met een kleinschalige ondergeschikte nevenbestemming op het gelijkvloers (zoals kantoorfunctie, vrij beroep, en dienstverlening) of een zorgwoning is functioneel inpasbaar in de onmiddellijke en ruime omgeving.

Mobiliteitsimpact

Het college van burgemeester en schepenen verwacht bij het oprichten van een eengezinswoning principieel een aantal autostaanplaatsen dat overeenkomt met 1,5 autostaanplaats per woongelegenheid. De last van het autobezit kan niet volledig op het openbaar domein worden afgeschoven. Er moet een inpandige garage en/of carport voorzien worden om de tuin te vrijwaren van overdreven bebouwing en verharding. 

De voorschriften voorzien enkel een bijgebouw in functie van een tuinberging of garage. Het stallen van auto’s in het vrijstaande bijgebouw zal niet worden toegestaan om de tuinen maximaal te vrijwaren van bebouwing en verharding. Bijgebouwen zijn uitsluitend bestemd voor ondersteunende functies die inherent verbonden zijn met de hoofdbestemmingen van het hoofdgebouw zoals de berging van goederen en gebruiksvoorwerpen. Ondanks het feit dat er geen garages worden toegestaan in de vrijstaande bijgebouwen, kan het parkeren op eigen terrein gebeuren. De aanvraag heeft geen negatieve impact op de mobiliteit.

De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid

De inplanting van de nieuwe woningen wordt voorzien op minimum 15 meter uit de as van voorliggende weg en op minimum 3 meter van de zijdelingse perceelgrens zoals voorzien op het verkavelingsplan. Deze inplanting sluit aan bij de normaal gehanteerde normen voor bebouwing in deze omgeving.

Door het oprichten van 2 extra woningen op het terrein wordt een woondichtheid bekomen van ca. 11,52 woningen per hectare wat aanvaardbaar is in deze omgeving.

Gezien de gemeente Zonhoven streeft naar het bewaren en zelfs maximaal te versterken van  het groene karakter van de gemeente en het groen in het straatbeeld wordt de aanplant van een boom in de voortuinstrook opgelegd in de verkavelingsvoorschriften.

Uit het advies van Fluvius System Operator d.d. 5 november 2024 blijkt dat in functie van de nettransitie een distributiecabine voor elektriciteit noodzakelijk is in voorliggende projectzone. Het advies luidt immers als volgt: “In bijlage ons aangepast advies met offerte. Voor deze verkaveling is er een cabine nodig, maar deze wordt voorzien in de aanvraag OMV2024104057 ter hoogte van Beverzakstraat 66 Zonhoven. Hier is echter een bezwaar ingediend voor de plaatsing van de cabine. Indien de cabine niet geplaatst kan worden ter hoogte van huisnummer 66, moet deze langs 59 te komen staan. Gelieve deze voorwaarden op te nemen in de vergunning samen met de bijlages!”

Op 26 november 2024 besliste het college van burgemeester en schepenen tot het weigeren van de omgevingsaanvraag (met referentie OMV2024104057) voor de bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het splitsen van lot 3 in 2 loten (lot 3a en lot 3b) waarvan lot 3b wordt onttrokken uit de goedgekeurde verkaveling voor het plaatsen van een elektriciteitscabine o.a. omwille van de inplanting van de elektriciteitscabine in de voortuinstrook, dewelke bijzonder storend is in de omgeving en vanuit ruimtelijk oogpunt niet aanvaardbaar is omwille van de plaatsing in de voortuinstrook, de zeer korte afstand tot de aanpalende perceelgrens als het ontbreken van de nodige groenschermen.

Er dient dus in voorliggende aanvraag in functie van de nettransitie een distributiecabine voorzien te worden. Deze zone werd evenwel niet voorzien op het verkavelingsplan. De gemeentelijke omgevingsambtenaar is van oordeel dat de elektriciteitsvoorziening in de omgeving dient gewaarborgd te blijven na realisatie van nieuwe ontwikkelingen. Fluvius System Operator is hiervoor, gelet op haar expertise, het best geplaatst om aan te geven waar een elektriciteitscabine al dan niet vereist is. Bijkomend is er op het eigendom voldoende ruimte om een elektriciteitscabine op te richten zonder in te boeten op het aantal kavels en op de oppervlakte van de bouwstroken, en zonder de goede ruimtelijke ordening in gedrang te brengen. Enkel dient er een aanpassing aan het ontwerp te gebeuren van twee open bebouwingen naar twee halfopen bebouwingen zodat er ook nog een zone overblijft voor het oprichten van een elektriciteitscabine.

Visueel-vormelijke elementen

De woningen in de onmiddellijke omgeving zijn vrijstaande of halfopen woningen dewelke bestaan uit 1 of 2 bouwlagen en afgedekt worden met een schuin of plat dak. Het voorgestelde profiel in de verkavelingsvoorschriften sluit aan bij deze in de omgeving. Als materiaal wordt binnen de verkavelingsvoorschriften opgelegd dat dit in overeenstemming moet zijn met de omgeving.   

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

Bodemreliëf

Het bodemreliëf wordt gewijzigd ter hoogte van de voortuinstrook en de bouwzone. Het nieuwe terreinprofiel is 0,09 meter hoger gelegen dan het peil van de as van de weg. Het voorgestelde terreinprofiel is aanvaardbaar. Het opvangen en infiltreren van het hemelwater dient op eigen terrein te gebeuren.

Hinderaspecten met betrekking tot gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Elektriciteitsvoorzieningen in de omgeving dienen gewaarborgd te blijven na realisatie van nieuwe ontwikkelingen zodat de omgeving niet geconfronteerd zal worden met elektriciteitspannes, dewelke een negatieve impact kunnen hebben op de gezondheid, het gebruiksgenot en de veiligheid in het algemeen. Gelet op het ontbreken van een zone voor de plaatsing van een distributiecabine op het verkavelingsplan wordt er hinder verwacht voor de onmiddellijke omgeving door voorliggende aanvraag 

De aanvraag voldoet niet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving. 

BESPREKING VAN DE ADVIEZEN

Op 5 november 2024 werd door Fluvius System Operator een aangepast voorwaardelijk gunstig  advies met offerte verleend:

“Voor deze verkaveling is er een cabine nodig, maar deze wordt voorzien in de aanvraag OMV2024104057 ter hoogte van Beverzakstraat 66 Zonhoven. Hier is echter een bezwaar ingediend voor de plaatsing van de cabine. Indien de cabine niet geplaatst kan worden ter hoogte van huisnummer 66, moet deze langs 59 te komen staan. Gelieve deze voorwaarden op te nemen in de vergunning samen met de bijlages!”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. Er dient in voorliggende aanvraag in functie van de nettransitie een distributiecabine voorzien te worden aangezien het college van burgemeester en schepenen op 26 november 2024 besliste tot het weigeren van de omgevingsaanvraag (met referentie OMV2024104057) voor de bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het splitsen van lot 3 in 2 loten (lot 3a en lot 3b) waarvan lot 3b wordt onttrokken uit de goedgekeurde verkaveling voor het plaatsen van een elektriciteitscabine (OMV2024104057). 

  • Het advies van 20 september 2024 van De Watergroep is voorwaardelijk gunstig:

Advies ACCA
 
Volledig gunstig advies met voorwaarden

Voor de uitrusting van de verkaveling met een drinkwaterleiding op het openbaar domein moet door de initiatiefnemer onderstaand betaald worden:

  • een forfaitaire kost per bebouwbare kavel
  • een studiekost per project

Wanneer aan alle voorwaarden is voldaan zal De Watergroep de gemeente hiervan op de hoogte brengen. Vervolgens zal de gemeente, cfr. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, een verkoopbaarheidsattest afleveren.

Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.
De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.
 De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de individuele aanvragers.

Bijkomende informatie kan je vinden op: www.dewatergroep.be.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.

  • Het advies van 26 september 2024 van Proximus is gunstig:

“Met aandacht hebben wij uw adviesvraag onderzocht. Proximus voorziet geen uitbreidingen voor de aansluiting van dit project. Aanvragen tot aansluiting op het Proximus netwerk kunnen door de aanvrager gericht worden naar onze klantendienst via het nummer 0800 22 800. In functie van de beschikbare capaciteit van onze infrastructuur op dat moment, bekijken we de mogelijkheden om een aansluiting te voorzien.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.  

  • Het advies van 12 november 2024 van de dienst facilitair management is voorwaardelijk gunstig:

“Daar het de visie van de gemeente is om het groene karakater van onze gemeente te bewaren en zelfs maximaal te versterken, wensen we dit te bereiken door in eerste instantie de bestaande bomen zoveel mogelijk te behouden en te beschermen, en in tweede instantie door bij nieuwe verkavelingen één extra boom aan te planten per 400m² perceelsoppervlakte.

Deze aanvraag wordt dan ook gunstig geadviseerd, mits volgende voorwaarden in de verkavelingsvoorschriften worden opgenomen:

Aanplanten van van minstens 1 streekeigen en/of klimaatrobuuste hoogstamboom in de voortuin.

De aan te planten bomen zijn bomen van minstens 2de grootte en dienen aangeplant te worden in het plantseizoen volgende op het beëindigen van de werken.

De te behouden en verplicht aan te planten bomen kunnen enkel nog gerooid worden na goedkeuring van een gemotiveerde vergunningsaanvraag.

Voor de verplicht aan te planten bomen geldt er een verplichitng tot heraanplant bij afsterven van de bomen.

De bouwheer dient ook de nodige maatregelen te treffen om de te behouden bomen te beschermen tegen de nadelige invloeden van werken, zoals vermijden van bodemverdichting binnen de kruinprojectie en verbod op het stapelen van goederen binnen de kruinprojectie. Ook dienen werken, en zeker grondwerken, binnen de kruinprojectie vermeden te worden.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.

  • Het advies van 20 september 2024 van Wyre is voorwaardelijk gunstig:

“Wij zijn nagegaan welke aanpassing van de infrastructuur van Wyre nodig is om de loten uit deze verkavelings- of bouwaanvraag te kunnen aansluiten. Wij vragen om onderstaande voorwaarden op te nemen in de vergunning:

  • Onze studiedienst stelde vast dat er een netuitbreiding nodig is om alle loten van dit project aansluitbaar te maken.
  • Er werd een offerte opgesteld en ter goedkeuring doorgestuurd naar de aanvrager. In deze offerte houden we rekening met het aanleggen van nutsleidingen in overleg met andere nutsmaatschappijen. Dit is kostenbesparend en beperkt de hinder. We stemmen de uitvoeringstermijnen dan ook af op de planning van de andere werken.

Deze vaststelling omvat niet de aftak- en aansluitkosten van de abonnee. Deze worden met de latere abonnee verrekend.

Wij blijven steeds tot uw dienst voor verdere informatie.

https://www.wyre.be/nl/netaanleg.”

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de voorgenomen werken zich onvoldoende ruimtelijk inpassen in de omgeving. De aanvraag is niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening zoals hoger gemotiveerd.

EINDADVIES

Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, maar dat het voorgestelde ontwerp niet verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving. 

De aanvraag is niet vatbaar voor het verkavelen van een grond in 3 loten, waarvan 2 loten voor open bebouwing (lot 1 en lot 2) en 1 lot wordt uitgesloten aangezien het zijn bestemming reeds heeft verkregen (lot 3), omwille van volgende redenen:

  • Er dient in voorliggende aanvraag in functie van de nettransitie een distributiecabine voorzien te worden. De elektriciteitsvoorziening in de omgeving dient immers gewaarborgd te blijven na realisatie van nieuwe ontwikkelingen.
  • De aanvraag is niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening zoals hoger gemotiveerd.

Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier ongunstig voor het verkavelen van een grond in 3 loten, waarvan 2 loten voor open bebouwing (lot 1 en lot 2) en 1 lot wordt uitgesloten aangezien het zijn bestemming reeds heeft verkregen (lot 3) zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen volgt  integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar van 09/12/2024 omtrent het sluiten van het openbaar onderzoek en tot het afleveren van een weigering van de omgevingsaanvraag voor het verkavelen van een grond in 3 loten, waarvan 2 loten voor open bebouwing (lot 1 en lot 2) en 1 lot wordt uitgesloten aangezien het zijn bestemming reeds heeft verkregen (lot 3), omwille van volgende redenen:

  • Er dient in voorliggende aanvraag in functie van de nettransitie een distributiecabine voorzien te worden. De elektriciteitsvoorziening in de omgeving dient immers gewaarborgd te blijven na realisatie van nieuwe ontwikkelingen.
  • De aanvraag is niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening zoals hoger gemotiveerd.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het weigeren van de omgevingsaanvraag voor het verkavelen van een grond in 3 loten, waarvan 2 loten voor open bebouwing (lot 1 en lot 2) en 1 lot wordt uitgesloten aangezien het zijn bestemming reeds heeft verkregen (lot 3) zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden.