De gemeenteraadsleden beschikken over de mogelijkheid om de goedgekeurde notulen via eBesluit te raadplegen.
Het college van burgemeester en schepenen heeft geen opmerkingen over het verslag. Bijgevolg is het verslag van de zitting van 10 december 2024 goedgekeurd.
Bestek en inventaris voor deze opdracht.
Offertes en verslag van nazicht.
Besluit van de deputatie van de provincie Limburg van 17/10/2024 betreffende de gunning van de opdracht.
Specifieke overeenkomst Proclim.
Ingevulde inventaris met prijzen Mensura.
Offerte (BAFO) Mensura.
De gemeenteraad van 23 februari 2015 keurde de samenwerkingsovereenkomst met de opdrachtencentrale van de provincie Limburg (Proclim) goed.
ln 2016 werd bovengenoemde raamovereenkomst door Fluvius (lnfrax) afgesloten voor een periode van 5 jaren, met de mogelijkheid tot drie keer verlenging met één jaar. De raamovereenkomst van Fluvius werd gestart op 1/1/2017, en zal definitief eindigen op 31 december 2024. Er werd besloten dat PROCLIM zich zal engageren naar de lokale, openbare besturen en deze rol van Fluvius op zich zal nemen.
De provinciale aankoopcentrale PROCLIM is daarom overgaan tot de hernieuwing van de opdracht "lnhuren van een Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (EDPBW)". Zij hebben de procedure gevoerd hiervoor. Het gemeentebestuur is ingestapt bij deze raamovereenkomst, door de mandaatstelling goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 28/05/2024.
De opdracht werd afgesloten voor een periode van zes jaar. De opdracht omvat het inhuren van een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk (EDPBW).
De raamovereenkomst werd afgesloten met meerdere ondernemers waarbij niet alle voorwaarden in de raamovereenkomst werden bepaald. De deelnemers aan de raamovereenkomst zullen opnieuw in mededinging worden geplaatst via een procedure van minicompetitie. Door het gebruik van deze techniek wordt de competitie maximaal benut en kunnen wij als lokaal bestuur kiezen uit enkele vooraf bepaalde gunningscriteria. Deze procedure van minicompetitie zal volledig ten laste zijn van het deelnemend lokaal bestuur. Er is gegund aan vijf firma's:
Het college van burgemeester en schepenen heeft, in zitting van 12 november 2024, de sluiting van de opdracht goedgekeurd.
Er wordt voorgesteld om de mini-competitie met dezelfde gunningscriteria te voeren zoals Proclim dit gedaan heeft.
De inventaris werd aangevuld met de prijzen van degene die het beste uit de procedure komt, namelijk Mensura vzw, ondernemingsnummer 0410.664.742, Gaucheretstraat 88/90, 1030 Schaarbeek.
Er wordt voorgesteld om de opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige inschrijver, op basis van de prijs-kwaliteit, namelijk Mensura vzw, ondernemingsnummer 0410.664.742, Gaucheretstraat 88/90, 1030 Schaarbeek, tegen de eenheidsprijzen vermeld in de offerte.
Het college van burgemeester en schepenen beslist om de opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige inschrijver, op basis van de prijs-kwaliteit, namelijk Mensura vzw, ondernemingsnummer 0410.664.742, Gaucheretstraat 88/90, 1030 Schaarbeek, tegen de eenheidsprijzen vermeld in de offerte.
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2023N106279 van 27 juni 2024.
De uitgaven voor deze opdracht zijn voorzien in het exploitatiebudget van het meerjarenplan 2020-2025 op MJP000312 (Het periodiek onderzoek en het onderzoek op vraag bij de arbeidsgeneesheer wordt tijdig georganiseerd en de aanbevelingen worden intern gecommuniceerd en opgevolgd) - voor de gemeente - en MJP000701 (De wedden, toelagen en vergoedingen worden correct uitbetaald - arbeidsgeneeskunde) + MJP000720 (De wedden, toelagen en vergoedingen worden correct uitbetaald - Arbeidsgeneeskunde) - voor het OCMW.
In overeenstemming met de bepalingen uit de politiecodex van de gemeente Zonhoven dient elke horecazaak te beschikken over een uitbatingsvergunning en drankvergunning. Deze laatste zit vervat in de uitbatingsvergunning. Deze vergunning wordt verleend door het college van burgemeester en schepenen en geeft de uitbater het recht een horecazaak uit te baten op het aangegeven adres.
Er werd een aanvraag ingediend voor een uitbatingsvergunning, met inbegrip van een drankvergunning, door Fabia Roman, voor een horecazaak gelegen op de Herestraat 72, 3520 Zonhoven.
Alle noodzakelijke documenten werden ingediend en het administratief onderzoek werd met succes voltooid. Er werd eveneens tegemoet gekomen aan de bijkomende voorwaarden zoals vermeld in de politiecodex.
Dit betreft concreet:
De ambtenaren behorende tot de politiezone LRH geven een positieve beoordeling wat betreft het onderzoek naar gerechtelijke en politionele antecedenten van de uitbater;
Een brandweerattest B werd afgeleverd op 06 december 2024;
De uitbaters voldoen aan de vestigingsformaliteiten en beschikt over de vergunningen/attesten die wettelijk voorgeschreven zijn.
Het goed beschikt over een functie dat exploitatie van horeca toelaat.
In overeenstemming met de bepalingen van de codex politieverordeningen betreft dit een gunstig resultaat.
Er werd geen bijkomend onderzoek verricht.
Op basis van de bevindingen uit het onderzoek, wordt voorgesteld dat het college van burgemeester en schepenen een tijdelijke uitbatingsvergunning (geldig tot 06/12/2025) verleent aan Fabia Roman voor de de zaak B&B Casa Roman gelegen op de Herestraat 72, 3520 Zonhoven.
Het college van burgemeester en schepenen besluit conform de bepalingen uit de politiecodex een tijdelijke uitbatingsvergunning te verlenen aan Fabia Roman voor de horecazaak B&B Casa Roman, gelegen op de Herestraat 72, 3250 Zonhoven.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit conform de bepalingen uit de codex politieverordeningen en de federale regelgeving m.b.t. het schenken van dranken zoals hierboven uiteengezet, een drankvergunning te verlenen aan Fabia Roman voor de horecazaak B&B Casa Roman, gelegen op de Herestraat 72, 3250 Zonhoven.
In overeenstemming met de bepalingen uit de politiecodex van de gemeente Zonhoven dient elke horecazaak te beschikken over een uitbatingsvergunning en drankvergunning. Deze laatste zit vervat in de uitbatingsvergunning. Deze vergunning wordt verleend door het college van burgemeester en schepenen en geeft de uitbater het recht een horecazaak uit te baten op het aangegeven adres.
Er werd een aanvraag ingediend voor een uitbatingsvergunning, met inbegrip van een drankvergunning, door Steve Drossaer, Tony De Witz en Vanessa De Witz, voor een horecazaak gelegen op de Moleneindeweg 37A, 3520 Zonhoven.
Alle noodzakelijke documenten werden ingediend en het administratief onderzoek werd met succes voltooid. Er werd eveneens tegemoet gekomen aan de bijkomende voorwaarden zoals vermeld in de politiecodex.
Dit betreft concreet:
De ambtenaren behorende tot de politiezone LRH geven een positieve beoordeling wat betreft het onderzoek naar gerechtelijke en politionele antecedenten van de uitbater;
Een brandweerattest B werd afgeleverd op 04 oktober 2024 met een geldigheid tot 4 april 2025;
De uitbaters voldoen aan de vestigingsformaliteiten en beschikt over de vergunningen/attesten die wettelijk voorgeschreven zijn.
Het goed beschikt over een functie dat exploitatie van horeca toelaat.
In overeenstemming met de bepalingen van de codex politieverordeningen betreft dit een gunstig resultaat.
Er werd geen bijkomend onderzoek verricht.
Op basis van de bevindingen uit het onderzoek, wordt voorgesteld dat het college van burgemeester en schepenen een tijdelijke uitbatingsvergunning (geldig tot einde brandweerattest: 04/04/2025) verleent aan Steve Drossaer, Tony De Witz en Vanessa De Witz voor de de zaak Pitstop gelegen op de Moleneindeweg 37A, 3520 Zonhoven.
Het college van burgemeester en schepenen besluit conform de bepalingen uit de politiecodex een tijdelijke uitbatingsvergunning te verlenen aan Steve Drossaer, Tony De Witz en Vanessa De Witz voor de horecazaak Pitstop, gelegen op de Moleneindeweg 37A, 3250 Zonhoven.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit conform de bepalingen uit de codex politieverordeningen en de federale regelgeving m.b.t. het schenken van dranken zoals hierboven uiteengezet, een drankvergunning te verlenen aan Steve Drossaer, Tony De Witz en Vanessa De Witz voor de horecazaak Pitstop, gelegen op de Moleneindeweg 37A, 3250 Zonhoven.
In overeenstemming met de bepalingen uit de codex politieverordeningen van toepassing op het grondgebied van de gemeente Zonhoven dient elke slijterij die gegiste en/of sterke dranken schenkt in het bezit te zijn van een drankvergunning. Deze zit vervat in de uitbatingsvergunning. Deze vergunning wordt verleend door het college van burgemeester en schepenen en geeft de uitbater het recht een horecazaak die gegiste en/of sterke dranken schenkt uit te baten op het aangeduide adres.
Er werd een aanvraag ingediend voor een uitbatingsvergunning, met inbegrip van een drankvergunning, door Dominic Reners, voor een zaak gelegen op de Herestraat 29, 3520 Zonhoven.
Alle noodzakelijk documenten werden ingediend en het administratief onderzoek werd met succes voltooid. Er werd eveneens tegemoet gekomen aan de bijkomende voorwaarden zoals bedoel in de codex politieverordeningen.
Dit betreft concreet:
De ambtenaren behorende tot de politiezone LRH geven een positieve beoordeling wat betreft het onderzoek naar gerechtelijke en politionele antecedenten van de uitbater;
Een brandweerattest A werd afgeleverd op 13 mei 2024 door de Hulpverleningszone Zuid-West Limburg;
De uitbaters voldoen aan de vestigingsformaliteiten en beschikt over de vergunningen/attesten die wettelijk voorgeschreven zijn.
Het goed beschikt over een functie dat exploitatie van horeca toelaat.
In overeenstemming met de bepalingen van de codex politieverordeningen betreft dit een gunstig resultaat.
Er werd geen bijkomend onderzoek verricht.
Op basis van de bevindingen uit het onderzoek, wordt voorgesteld dat het college van burgemeester en schepenen een uitbatingsvergunning verleent aan Dominic Reners voor de horecazaak De Frietbar gelegen op de Herestraat 29, 3520 Zonhoven.
Het college van burgemeester en schepenen besluit conform de bepalingen uit de codex politieverordeningen een uitbatingsvergunning te verlenen aan Dominic Reners voor de horecazaak De Frietbar, gelegen te Herestraat 29, 3250 Zonhoven.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen besluit conform de bepalingen uit de codex politieverordeningen en de federale regelgeving m.b.t. het schenken van dranken zoals hierboven uiteengezet, een drankvergunning te verlenen aan Dominic Reners voor de zaak De Frietbar, gelegen te Herestraat 29, 3250 Zonhoven.
Subsidiereglement straat-, wijk- en buurtfeesten dd. 24 februari 2014.
Subsidie Straatfeesten
Evaluatie 2024_0119/Het ruddelfeest
Evaluatie is tijdig en volledig
Gemaakte en goedgekeurde kosten van 70,96 euro
Er wordt beslist om een subsidie van 70,96 euro te betalen
Evaluatie Buurtfeest Beverjoutjes
Evaluatie is tijdig en volledig
Gemaakte en goedgekeurde kosten van 250,00 euro
Er wordt beslist om een subsidie van 250 euro te betalen
Evaluatie 2024_0096/Grote Hemmenweg
Evaluatie is tijdig en volledig
Gemaakte en goedgekeurde kosten van 255,70 euro
Er wordt beslist om een subsidie van 250 euro te betalen
Actie | ac001439 |
Meerjarenplannummer | mjp000622 |
Jaar | 2024 |
Transactiekrediet | € 12000 |
Beschikbaar krediet na vastlegging jaar | € 3412,41 |
Te voorzien budget i.f.v. uitvoering besluit | € 2895 |
Beschikbaar krediet na vastlegging i.f.v. uitvoering besluit | € 517,41 |
Het college van burgemeester en schepenen beslist om de vastgestelde subsidies goed te keuren en uit te betalen.
Het bestek en de raming voor de opdracht “Raamovereenkomst voor busvervoer 2025-2028”.
PV van opening
Offerte Jacobs Autocars
Verslag van nazicht
In het kader van de opdracht “Raamovereenkomst voor busvervoer 2025-2028” werd een bestek met nr. 2024-643-busvervoer opgesteld.
Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:
De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 48.991,72 excl. btw of € 59.279,98 incl. 21 % btw voor de volledige looptijd van 48 maanden.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 5 november 2024 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 5 november 2024 de plaatsingsprocedure te starten.
De aankondiging van opdracht werd gepubliceerd op 7 november 2024 op nationaal niveau.
De offertes dienden het bestuur ten laatste op 2 december 2024 om 11.00 uur te bereiken.
De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 1 april 2025.
Volgende regelmatige offertes werden ontvangen :
De totale kost op 48 maanden is in totaal € 74.094,00 incl. btw.
Er werd een best and final offer gevraagd in het kader van de onderhandelingen en de offertes hiervoor dienden het bestuur ten laatste op 9 december 2024 om 11.00 uur te bereiken. De firma Jacobs Autocars heeft hun ingediende prijzen ongewijzigd gelaten.
Er werd een verslag van nazicht van de offertes opgesteld voor Perceel 1 (Ritten binnen Limburg) en Perceel 2 (Ritten buiten Limburg).
De Dienst Contractmanagement stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige (op basis van de prijs) bieders, zijnde:
Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 2 december 2024 voor Perceel 1 (Ritten binnen Limburg), Perceel 2 (Ritten buiten Limburg).
Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.
De opdracht “Raamovereenkomst voor busvervoer 2025-2028” wordt gegund aan de economisch meest voordelige (op basis van de prijs) bieders, zijnde:
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2024-643-busvervoer.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van het meerjarenplan 2020-2025 op MJP000505 (Er wordt een aanvullend sportaanbod op de lessen lichamelijke opvoeding op school ontwikkeld en georganiseerd (na de schooluren) en de afstemming van dit aanbod op het opvangaanbod), MJP000503 (Er wordt een aanvullend sportaanbod op de lessen lichamelijke opvoeding op school ontwikkeld en georganiseerd - tijdens de school uren) en MJP000159 (De nodige werkingsmiddelen worden aangekocht en bijgewerkt. - bussen, catering & kleine uitgaven).
De percelen zijn kadastraal gekend als afdeling 1, sectie B, nummers 412G/deel en 413G/deel.
De percelen zijn volgens het gewestplan Hasselt-Genk gelegen in woongebied.
Het perceel is niet gelegen binnen de afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk.
Het perceel is niet gelegen binnen een BPA.
Het perceel is niet gelegen binnen een goedgekeurde verkaveling.
Voor het perceel 412G werden volgende vergunningen afgeleverd:
Voor het perceel 413G werden volgende vergunningen afgeleverd:
Opmerkingen:
Het college van burgemeester en schepenen heeft volgende opmerkingen over de splitsing van een deel van het perceel afdeling 1, sectie B, nummers 412G/deel, weergegeven als lot 2 op het opmetingsplan van Landmeter-expert Guy Gillissen van 7 oktober 2024 en met een oppervlakte van 85ca, om gevoegd te worden bij perceel 413G:
Het college van burgemeester en schepenen heeft volgende opmerkingen over de splitsing van een deel van het perceel afdeling 1, sectie B, nummers 413G/deel, weergegeven als lot 3 op het opmetingsplan van Landmeter-expert Guy Gillissen van 7 oktober 2024 en met een oppervlakte van 1ca, om gevoegd te worden bij perceel 412G:
De percelen zijn kadastraal gekend als afdeling 1, sectie B, nummer 219D en 220D.
Het deel van perceelnummer 220D, weergegeven als lot 1 en lot 2 op het afbakeningsplan van 14 november 2024, heeft een oppervlakte van 12a94ca.
Het deel van perceelnummers 219D en 220D, weergegeven als lot 3 en lot 4 op het afbakeningsplan van 14 november 2024, heeft een oppervlakte van 12a59ca.
De percelen (loten 1, 2, 3 en 4) zijn volgens het gewestplan gelegen in woongebied met landelijk karakter.
Het deel van perceelnummers 219D en 220D, weergegeven als lot 7 en lot 8 op het afbakeningsplan van 14 november 2024, heeft een oppervlakte van 04a93ca.
Het deel van perceelnummer 220D, weergegeven als lot 5 en lot 6 op het afbakeningsplan van 14 november 2024, heeft een oppervlakte van 05a60ca.
De percelen (loten 5, 6, 7 en 8) zijn volgens het gewestplan gelegen in woonuitbreidingsgebied.
De percelen zijn niet gelegen binnen een BPA of RUP.
Loten 1, 2, 3 en 4 zijn gelegen binnen de verkaveling 1312.B.874.2 goedgekeurd op 06 oktober 2020.
Loten 5, 6, 7 en 8 werden uit de verkaveling gesloten.
Het college van burgemeester en schepenen heeft geen opmerkingen aangaande de splitsing van een deel van de percelen afdeling 1, sectie B, nummer 219D en 220D, weergegeven als lot 5, lot 6, lot 7 en lot 8 op het afbakeningsplan van 14 november 2024, opgesteld door landmeter-expert Johan Paquay, en dit volgens het goedgekeurd verkavelingsplan van de verkaveling 1312.B.874.2.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer: 2024/00213
Referentie omgevingsloket: OMV_2024134778
De aanvraag, ingediend door dhr. en mevr. Aysegül en Mehmet Avci - Yilmaz wonende te Eikenenpad 20 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 08/10/2024 en op 07/11/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.
De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Oppelsenweg 34, kadastraal gekend als afdeling 3 sectie E nrs. 1128C en 1128H.
De aanvraag gaat over het bouwen van woning met carport en een tuinberging.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).
1. STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS
De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan grup afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk, goedgekeurd op 20 juni 2014.
Het project maakt deel uit van de goedgekeurde verkaveling 1264.E.874.2 goedgekeurd op 11 september 2018, het betreft lot 3.
Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.
2. HISTORIEK
Volgende dossiers zijn relevant:
• Omgevingsvergunning 2018/00058 voor het slopen van een woning goedgekeurd op 29/05/2018.
• Omgevingsvergunning 1264.E.874.2 voor het verkavelen van een perceel in 9 loten waarvan:
- lot 1 tem 4 voor halfopen bebouwing
- lot 5 voor open bebouwing
- lot 6 tem 9 is achterliggende grond en wordt uit de verkaveling gesloten
het slopen van de woning en tuinhuis en het rooien van 4 hoogstammige bomen. goedgekeurd op 11/09/2018.
• Stedenbouwkundige vergunning (1964/00118) voor het bouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 19/05/1964.
• Stedenbouwkundige vergunning (1976/00046) voor het bouwen van een tuinhuisje - goedgekeurd op 01/04/1976.
• Stedenbouwkundige vergunning (1977/00187) voor het verbouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 25/07/1977.
3. BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG
Beschrijving van de plaats & omgeving
Het perceel bevindt zich aan de Oppelsenweg, een voldoende uitgeruste gemeenteweg die de deelkern Termolen verbindt met het centrum van Zonhoven.
De nabije omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk vrijstaande en halfopen eengezinswoningen, bestaande uit één á twee bouwlagen onder zowel hellende als platte daken. De gevels zijn afgewerkt in diverse tinten en texturen.
In de ruimere omgeving, ten noorden van de Oppelsenweg, ligt parkgebied waar de Roosterbeek door stroomt.
Het perceel van de aanvraag is onbebouwd. Tegen de linkerperceelgrens staat een mandelige muur van de halfopen woning van de aanpalende buur. Achteraan op het perceel bevindt zich een grote eik.
Ter hoogte van de linkerperceelgrens is een houten afsluiting aanwezig vanaf de tuinmuur tot aan de achterste perceelsgrens. Ter hoogte van de rechter- en achterste perceelsgrens bevindt zich een draadafsluiting. Links in de voortuin werd een draadafsluiting met een hoogte van 1,20m voorzien.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag gaat over het bouwen van een halfopen eengezinswoning met een carport en een tuinberging.
De halfopen woning wordt ingeplant op 8m achter de rooilijn / voorste perceelgrens, tegen de linker perceelgrens en op 3m van de rechterperceelgrens.
De bouwbreedte is 7m. De bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 15m en op de verdieping 10m. De vloerpas zal 40cm boven de as van de voorliggende weg komen te liggen en 15cm boven het maaiveld rondom de bouwzone. Het maaiveld blijft behouden.
De woning wordt uitgevoerd met een plat dak en volgt het gabarit van de linkerbuur (lot 4), met uitzondering van de laatste 2m, gezien de beperktere bouwdiepte. De dakrandhoogte van de gelijkvloerse aanbouw is gelegen op 3,6m ten opzichte van het maaiveld, en die van de eerste verdieping op 6,5m.
Aan de rechterzijde van de woning wordt op 0,7m achter de voorgevellijn, een open carport ingeplant over een diepte van 5m, tot op de rechterperceelgrens. De dakrandhoogte van de carport ligt op 2,8m ten opzichte van het maaiveld. Het hemelwater dat op de carport valt, wordt aangesloten op de regenwaterafvoer van de woning.
Achteraan de woning wordt tegen de bestaande gevel en scheidingsmuur van de aanpalende linkerbuur een nieuwe scheidingsmuur, met een hoogte van 3,60m tot gelijk met de achtergevel van de aanpalende woning, en daarna 2m, opgericht tot op een bouwdiepte van 6m achter de achtergevel.
In de tuinzone, op 20,98m van de woning, wordt tegen de scheidingsmuur van het vrijstaande bijgebouw van de links aanpalende buur een tuinberging opgericht van 4,2m breed op 4,2m diep (17,6m²). De tuinberging is voorzien van een plat dak met een dakrandhoogte van 3m ten opzichte van het maaiveld.
De gevelafwerking van de woning en de tuinberging is voorzien in een zachtbruine gevelsteen gecombineerd met zwart aluminium buitenschrijnwerk en zwarte aluminium gevelbekleding. De dakbedekking wordt uitgevoerd in roofing.
Behoudens de woning worden ook verhardingen voorzien.
In de voortuin wordt tot tegen de rechterperceelgrens een oprit van 3m breed aangelegd die toegang verleent tot de carport. Vanuit de carport/inrit wordt een toegangspad van ca. 1m breed tegen de voorgevel en de rechterzijgevel naar respectievelijk de voordeur van de woning en het terras achteraan de woning voorzien. Het terras heeft een breedte van ca. 8m en is 4m diep (32m²). De verhardingen in de zij- en achtertuin bedragen 44,9m² (excl. grasdallen), en die in de voortuin 31m². In de achtertuin wordt er ook nog een verbindingspad, bestaande uit grasdallen, voorzien tussen het terras en het gekoppelde tuinhuis met de aanpalende buur (17m²). Alle verhardingen zijn waterdoorlatend en wateren af op eigen terrein.
Achteraan in de tuinzone, op een meter van de achterste perceelgrens, wordt een wadi voorzien van 7,5m breed op 2,5m diep. Het resterende terrein wordt aangelegd als groenzone.
4. RAADPLEGING EIGENAARS AANPALENDE PERCELEN
Het dossier werd volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
Aangezien de aanvraag gaat over de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom, werden de betrokken aanpalende eigenaars aangeschreven per beveiligde zending met de vraag hun standpunt kenbaar te maken binnen de 30 dagen.
5. ADVIEZEN
Er zijn geen adviezen vereist.
6. EFFECTEN OMGEVING
Project-MER
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
Stikstofdecreet
Voor een eengezinswoning, kunnen we uitgaan van ongeveer 2920 vervoersbewegingen per jaar (4 personen x 2 vervoersbewegingen/persoon x365 dagen/jaar= 2920 jaarlijkse vervoersbewegingen). Dit is minder dan 70.000 jaarlijkse vervoersbewegingen (VITO tabel 3, licht verkeer, KDW =6 en afstand = 0). Dit betekent dat zelfs indien een huis op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact van het verkeer nog niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% de minimis. We kunnen bijgevolg met absolute zekerheid besluiten dat de impactscore van de bouw van deze eengezinswoning, voor wat betreft mobiliteit, lager is dan 1%.
7. INHOUDELIJKE BEOORDELING
Decretale beoordelingselementen
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Oppelsenweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.
Zonering
Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.
Waterparagraaf
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023. De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.
Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:
De plannen geven aan dat voor de nieuw opgerichte woning met carport en de tuinberging met een totale horizontale dakoppervlakte van 137,64 m² een hemelwaterput voorzien wordt met een inhoud van 10000 liter en recuperatie van het hemelwater voor toiletten, wasmachine, dienstkraan en buitenkraan. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een open infiltratievoorziening waarvan de oppervlakte en het volume respectievelijk 8,61m² en 3,552m³ moeten zijn om te voldoen aan de verordening. Uit de ingediende plannen blijkt dat infiltratie voorziening voldoet aan de hemelwaterverordening.
De verordening is niet van toepassing op de aanleg van de voorziene verhardingen. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren.
Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.
Natuurtoets
Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.
Erfgoed- & Archeologietoets
Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag voldoet volledig aan de voorschriften van de verkaveling. Gezien deze voorschriften de criteria van een goede ruimtelijke ordening weergeven, stemt de aanvraag hiermee overeen.
De aanvraag creëert voldoende woonkwaliteit en gebruiksgenot voor de bewoners. De footprint op het perceel voldoet aan de normen die de gemeente Zonhoven nastreeft.
De gemeente Zonhoven streeft ernaar het groene karakter van de gemeente te behouden en te versterken. Om die reden wordt bij elk nieuwbouwproject de aanplant van min. 1 hoogstamboom per 400m² gevraagd. Er zal dan ook als voorwaarde worden opgenomen dat rekening houdend met de oppervlakte van het perceel (566m²), 1 inheemse, streekeigen en/of klimaatrobuuste boom van minstens 2de grootte dient aangeplant te worden. Om ook het groene straatbeeld te versterken moet deze boom aangeplant worden in de voortuin.
Bij eventuele sterfte van de boom dient de aanplant herhaald te worden. Deze boom moet aangeplant worden ten laatste in het plantseizoen na de ingebruikname van de woning. Bewijs hiervan (foto’s, factuur) moet aangeleverd worden aan de dienst vergunningen en handhaving, uiterlijk 3 maanden na aanplant van de boom.
Resultaten van de raadpleging van de eigenaars van de aanpalende percelen
Er werd geen reactie ontvangen van de eigenaars van de aanpalende percelen.
8. ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert de volgende voorwaarde op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarde
• Er dient minimum 1 hoogstammige boom aangeplant te worden in de voortuin.
De boom dient een inheemse, streekeigen en/of klimaatrobuuste boom van minstens 2de grootte te zijn.
Bij eventuele sterfte dient de aanplant herhaald te worden.
De boom moet aangeplant worden ten laatste in het plantseizoen na de ingebruikname van de woning. Bewijs hiervan (foto’s, factuur) moet aangeleverd worden aan de dienst vergunningen en handhaving, uiterlijk 3 maanden na aanplant van de boom.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 20/11/2024 en volgt dit standpunt integraal.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan dhr. en mevr. Aysegül en Mehmet Avci - Yilmaz wonende te Eikenenpad 20 te 3520 Zonhoven voor het bouwen van woning met carport en een tuinberging, gelegen te Oppelsenweg 34 kadastraal gekend als afdeling 3 sectie E nrs. 1128C en 1128H.
Volgende voorwaarde wordt opgelegd:
Stedenbouwkundige voorwaarden
Er dient minimum 1 hoogstammige boom aangeplant te worden in de voortuin.
De boom dient een inheemse, streekeigen en/of klimaatrobuuste boom van minstens 2de grootte te zijn.
Bij eventuele sterfte dient de aanplant herhaald te worden.
De boom moet aangeplant worden ten laatste in het plantseizoen na de ingebruikname van de woning. Bewijs hiervan (foto’s, factuur) moet aangeleverd worden aan de dienst vergunningen en handhaving, uiterlijk 3 maanden na aanplant van de boom.
verslag GEMEENTELIJKE omgevingsambtenaar
De aanvraag betreft het verkavelen van een grond in 3 loten, waarvan 2 loten voor open bebouwing (lot 1 en lot 2) en 1 lot wordt uitgesloten aangezien het zijn bestemming reeds heeft verkregen (lot 3).
De aanvraag werd op 22 juli 2024 ontvangen.
Op 19 augustus 2024 werd aanvullende informatie opgevraagd.
Op 21 augustus 2024 werd de gevraagde aanvullende informatie aangeleverd.
Op 19 september 2024 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard.
De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 29 september 2024 tot en met 28 oktober 2024. Het openbaar onderzoek werd gesloten met 0 bezwaarschriften.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Volgende historisch gekoppelde dossiers zijn relevant:
De aanvraag werd niet in overleg gebracht met de gemeentelijke administratie.
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.
OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld.
Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden. Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 29 september 2024 tot en met 28 oktober 2024. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
ADVIEZEN
Op 19 augustus 2024 werd advies gevraagd aan de dienst facilitair management.
Op 19 augustus 2024 werd advies gevraagd aan Fluvius System Operator.
Op 19 augustus 2024 werd advies gevraagd aan Proximus.
Op 19 augustus 2024 werd advies gevraagd aan De Watergroep.
Op 19 augustus 2024 werd advies gevraagd aan Wyre.
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
Het project komt voor op bijlage III van het project-mer-besluit wat maakt dat een project MER opgemaakt moet worden, tenzij de initiatiefnemer via een project-m.e.r.-screening kan aantonen dat het project geen aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken. Er werd een project-m.e.r.-screening en een toetsing aan het stikstofdecreet bij de aanvraag gevoegd. De effecten op milieu en omgeving werden voldoende omschreven en uit de screening en toetsing blijkt dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De impact van het verkeer door voorliggende aanvraag zal niet zorgen voor een overschrijding van de 1% de minimis. We kunnen bijgevolg met absolute zekerheid besluiten dat de impactscore van de bouw van 2 eengezinswoningen, voor wat betreft mobiliteit, lager is dan 1%.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, deels gelegen in woongebied en deels in agrarisch gebied
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van een goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen).
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300m van een woongebied of op ten minste 100m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden (artikel 11 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt - Genk” dat op 20 juni 2014 definitief werd vastgesteld door de Vlaamse Regering. Er is geen bestemmingswijziging ten opzichte van het gewestplan voorzien voor dit perceel.
Bijzonder plan van aanleg, gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan of verkaveling
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg, noch in een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften. Lot 3, deels gelegen in agrarisch gebied, wordt uitgesloten uit de verkaveling.
Watertoets
Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013 en het wijzigingsbesluit van 25 november 2022, verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.
De watertoets werd uitgevoerd op 19 september 2024. Hieruit bleek dat geen adviezen dienden aangevraagd te worden. Het eigendom is niet gelegen binnen de contour van de Advieskaart watertoets en niet binnen fluviaal of pluviaal overstromingsgevoelig gebied 2023.
Algemeen kan wel gesteld worden dat:
Decretale beoordelingselementen
Art. 4.3.5.
§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie “wonen”, “verblijfsrecreatie”, “dagrecreatie”, met inbegrip van sport, “detailhandel”, “dancing”, “restaurant en café”, “kantoorfunctie”, “dienstverlening”, “vrije beroepen”, “industrie”, “bedrijvigheid”, “gemeenschapsvoorzieningen” of “openbare nutsvoorzieningen”, kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.
Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
De omgevingsaanvraag voor het verkavelen van deze grond is gelegen langsheen Beverzakstraat, een voldoende uitgeruste weg.
De aanvraag voldoet aan deze bepaling.
Archeologienota
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag. Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).
VERKAVELINGSVERGUNNINGSPLICHT
Artikel 4.2.15. § 1. Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden aangevraagd en verleend voor het verkavelen voor de aanleg en het bebouwen van terreinen voor andere functies.
§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat reglementaire voorschriften aangaande de wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd kunnen worden.
§ 3. De verkavelaar zorgt ervoor dat de in de verkaveling opgenomen loten kunnen aansluiten op alle voorzieningen van openbaar nut die vereist worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan. In voorkomend geval bepaalt de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op welke wijze in de nodige infrastructuur voor de nutsvoorzieningen wordt voorzien.
Artikel 4.2.16. § 1. Een kavel uit een vergunde verkaveling of verkavelingsfase kan enkel verkocht worden, verhuurd worden voor méér dan negen jaar, of bezwaard worden met een recht van erfpacht of opstal, nadat de verkavelingsakte door de instrumenterende ambtenaar is verleden.
§ 2. De verkavelingsakte wordt eerst verleden na overlegging van een attest van het college van burgemeester en schepenen, waaruit blijkt dat, voor de volledige verkaveling of voor de betrokken verkavelingsfase, het geheel van de lasten uitgevoerd is of gewaarborgd is door:
1° de storting van een afdoende financiële waarborg;
2° een door een bankinstelling op onherroepelijke wijze verleende afdoende financiële waarborg.
Het attest, vermeld in het eerste lid, kan worden afgeleverd indien de vergunninghouder deels zelf de lasten heeft uitgevoerd, deels de nodige waarborgen heeft gegeven.
OVERIGE REGELGEVING
Erfdienstbaarheden
Uit het verkavelingsplan, opgesteld door landmeter – expert Guy Gillissen, blijkt dat er geen waterlopen noch erfdienstbaarheden aanwezig zijn op het terrein. Hier dient dan ook geen rekening mee gehouden te worden.
Decreet grond- en pandenbeleid – bescheiden woonaanbod
De aanvraag voorziet minder dan 10 loten bestemd voor woningbouw, noch heeft de verkaveling een grondoppervlakte die groter is dan een halve hectare.
De verkaveling sluit niet aan op een andere, ook door de aanvrager te ontwikkelen perceel, die samen met de percelen waarop de aanvraag betrekking heeft, een oppervlakte van meer dan een halve hectare beslaan. Er dient bijgevolg geen sociaal, noch bescheiden woonaanbod gerealiseerd te worden.
De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.
Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanvraag betreft het verkavelen van een grond in 3 loten, waarvan 2 loten voor open bebouwing (lot 1 en lot 2) en 1 lot wordt uitgesloten aangezien het zijn bestemming reeds heeft verkregen (lot 3).
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;
Omschrijving ligging en omgeving
Het eigendom is gelegen aan de Beverzakstraat, een gemeenteweg. In de omgeving zijn er zowel open als halfopen bebouwingen aanwezig, bestaande uit 1 of 2 bouwlagen met een zadeldak of een plat dak. Het eigendom is momenteel bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning bestaande uit één bouwlaag en een zadeldak.
Verkavelingsvoorwerp
Het verkavelingsontwerp voorziet in het oprichten van 2 vrijstaande eengezinswoningen met maximaal 2 bouwlagen en een hellend of plat dak. De woningen worden opgericht op minimaal 15 meter uit de as van de voorliggende weg en op minimum 3 meter van de zijdelingse perceelgrenzen zoals weergegeven op het inplantingsplan. De bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt maximaal 15 meter vanaf de bouwlijn en de bouwdiepte op de verdieping bedraagt 12 meter vanaf de bouwlijn. Lot 1 heeft een oppervlakte van 640m² en lot 2 heeft een oppervlakte van 635m². De achtertuinzone bedraagt minimum 12 meter. De bouwstrook heeft een breedte van 11 meter.
Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving
Het voorzien van een vrijstaande eengezinswoning, met een kleinschalige ondergeschikte nevenbestemming op het gelijkvloers (zoals kantoorfunctie, vrij beroep, en dienstverlening) of een zorgwoning is functioneel inpasbaar in de onmiddellijke en ruime omgeving.
Mobiliteitsimpact
Het college van burgemeester en schepenen verwacht bij het oprichten van een eengezinswoning principieel een aantal autostaanplaatsen dat overeenkomt met 1,5 autostaanplaats per woongelegenheid. De last van het autobezit kan niet volledig op het openbaar domein worden afgeschoven. Er moet een inpandige garage en/of carport voorzien worden om de tuin te vrijwaren van overdreven bebouwing en verharding.
De voorschriften voorzien enkel een bijgebouw in functie van een tuinberging of garage. Het stallen van auto’s in het vrijstaande bijgebouw zal niet worden toegestaan om de tuinen maximaal te vrijwaren van bebouwing en verharding. Bijgebouwen zijn uitsluitend bestemd voor ondersteunende functies die inherent verbonden zijn met de hoofdbestemmingen van het hoofdgebouw zoals de berging van goederen en gebruiksvoorwerpen. Ondanks het feit dat er geen garages worden toegestaan in de vrijstaande bijgebouwen, kan het parkeren op eigen terrein gebeuren. De aanvraag heeft geen negatieve impact op de mobiliteit.
De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De inplanting van de nieuwe woningen wordt voorzien op minimum 15 meter uit de as van voorliggende weg en op minimum 3 meter van de zijdelingse perceelgrens zoals voorzien op het verkavelingsplan. Deze inplanting sluit aan bij de normaal gehanteerde normen voor bebouwing in deze omgeving.
Door het oprichten van 2 extra woningen op het terrein wordt een woondichtheid bekomen van ca. 11,52 woningen per hectare wat aanvaardbaar is in deze omgeving.
Gezien de gemeente Zonhoven streeft naar het bewaren en zelfs maximaal te versterken van het groene karakter van de gemeente en het groen in het straatbeeld wordt de aanplant van een boom in de voortuinstrook opgelegd in de verkavelingsvoorschriften.
Uit het advies van Fluvius System Operator d.d. 5 november 2024 blijkt dat in functie van de nettransitie een distributiecabine voor elektriciteit noodzakelijk is in voorliggende projectzone. Het advies luidt immers als volgt: “In bijlage ons aangepast advies met offerte. Voor deze verkaveling is er een cabine nodig, maar deze wordt voorzien in de aanvraag OMV2024104057 ter hoogte van Beverzakstraat 66 Zonhoven. Hier is echter een bezwaar ingediend voor de plaatsing van de cabine. Indien de cabine niet geplaatst kan worden ter hoogte van huisnummer 66, moet deze langs 59 te komen staan. Gelieve deze voorwaarden op te nemen in de vergunning samen met de bijlages!”
Op 26 november 2024 besliste het college van burgemeester en schepenen tot het weigeren van de omgevingsaanvraag (met referentie OMV2024104057) voor de bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het splitsen van lot 3 in 2 loten (lot 3a en lot 3b) waarvan lot 3b wordt onttrokken uit de goedgekeurde verkaveling voor het plaatsen van een elektriciteitscabine o.a. omwille van de inplanting van de elektriciteitscabine in de voortuinstrook, dewelke bijzonder storend is in de omgeving en vanuit ruimtelijk oogpunt niet aanvaardbaar is omwille van de plaatsing in de voortuinstrook, de zeer korte afstand tot de aanpalende perceelgrens als het ontbreken van de nodige groenschermen.
Er dient dus in voorliggende aanvraag in functie van de nettransitie een distributiecabine voorzien te worden. Deze zone werd evenwel niet voorzien op het verkavelingsplan. De gemeentelijke omgevingsambtenaar is van oordeel dat de elektriciteitsvoorziening in de omgeving dient gewaarborgd te blijven na realisatie van nieuwe ontwikkelingen. Fluvius System Operator is hiervoor, gelet op haar expertise, het best geplaatst om aan te geven waar een elektriciteitscabine al dan niet vereist is. Bijkomend is er op het eigendom voldoende ruimte om een elektriciteitscabine op te richten zonder in te boeten op het aantal kavels en op de oppervlakte van de bouwstroken, en zonder de goede ruimtelijke ordening in gedrang te brengen. Enkel dient er een aanpassing aan het ontwerp te gebeuren van twee open bebouwingen naar twee halfopen bebouwingen zodat er ook nog een zone overblijft voor het oprichten van een elektriciteitscabine.
Visueel-vormelijke elementen
De woningen in de onmiddellijke omgeving zijn vrijstaande of halfopen woningen dewelke bestaan uit 1 of 2 bouwlagen en afgedekt worden met een schuin of plat dak. Het voorgestelde profiel in de verkavelingsvoorschriften sluit aan bij deze in de omgeving. Als materiaal wordt binnen de verkavelingsvoorschriften opgelegd dat dit in overeenstemming moet zijn met de omgeving.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Bodemreliëf
Het bodemreliëf wordt gewijzigd ter hoogte van de voortuinstrook en de bouwzone. Het nieuwe terreinprofiel is 0,09 meter hoger gelegen dan het peil van de as van de weg. Het voorgestelde terreinprofiel is aanvaardbaar. Het opvangen en infiltreren van het hemelwater dient op eigen terrein te gebeuren.
Hinderaspecten met betrekking tot gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Elektriciteitsvoorzieningen in de omgeving dienen gewaarborgd te blijven na realisatie van nieuwe ontwikkelingen zodat de omgeving niet geconfronteerd zal worden met elektriciteitspannes, dewelke een negatieve impact kunnen hebben op de gezondheid, het gebruiksgenot en de veiligheid in het algemeen. Gelet op het ontbreken van een zone voor de plaatsing van een distributiecabine op het verkavelingsplan wordt er hinder verwacht voor de onmiddellijke omgeving door voorliggende aanvraag
De aanvraag voldoet niet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving.
BESPREKING VAN DE ADVIEZEN
Op 5 november 2024 werd door Fluvius System Operator een aangepast voorwaardelijk gunstig advies met offerte verleend:
“Voor deze verkaveling is er een cabine nodig, maar deze wordt voorzien in de aanvraag OMV2024104057 ter hoogte van Beverzakstraat 66 Zonhoven. Hier is echter een bezwaar ingediend voor de plaatsing van de cabine. Indien de cabine niet geplaatst kan worden ter hoogte van huisnummer 66, moet deze langs 59 te komen staan. Gelieve deze voorwaarden op te nemen in de vergunning samen met de bijlages!”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. Er dient in voorliggende aanvraag in functie van de nettransitie een distributiecabine voorzien te worden aangezien het college van burgemeester en schepenen op 26 november 2024 besliste tot het weigeren van de omgevingsaanvraag (met referentie OMV2024104057) voor de bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden door het splitsen van lot 3 in 2 loten (lot 3a en lot 3b) waarvan lot 3b wordt onttrokken uit de goedgekeurde verkaveling voor het plaatsen van een elektriciteitscabine (OMV2024104057).
“Advies ACCA
Volledig gunstig advies met voorwaarden
Voor de uitrusting van de verkaveling met een drinkwaterleiding op het openbaar domein moet door de initiatiefnemer onderstaand betaald worden:
Wanneer aan alle voorwaarden is voldaan zal De Watergroep de gemeente hiervan op de hoogte brengen. Vervolgens zal de gemeente, cfr. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, een verkoopbaarheidsattest afleveren.
Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.
De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.
De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de individuele aanvragers.
Bijkomende informatie kan je vinden op: www.dewatergroep.be.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
“Met aandacht hebben wij uw adviesvraag onderzocht. Proximus voorziet geen uitbreidingen voor de aansluiting van dit project. Aanvragen tot aansluiting op het Proximus netwerk kunnen door de aanvrager gericht worden naar onze klantendienst via het nummer 0800 22 800. In functie van de beschikbare capaciteit van onze infrastructuur op dat moment, bekijken we de mogelijkheden om een aansluiting te voorzien.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
“Daar het de visie van de gemeente is om het groene karakater van onze gemeente te bewaren en zelfs maximaal te versterken, wensen we dit te bereiken door in eerste instantie de bestaande bomen zoveel mogelijk te behouden en te beschermen, en in tweede instantie door bij nieuwe verkavelingen één extra boom aan te planten per 400m² perceelsoppervlakte.
Deze aanvraag wordt dan ook gunstig geadviseerd, mits volgende voorwaarden in de verkavelingsvoorschriften worden opgenomen:
Aanplanten van van minstens 1 streekeigen en/of klimaatrobuuste hoogstamboom in de voortuin.
De aan te planten bomen zijn bomen van minstens 2de grootte en dienen aangeplant te worden in het plantseizoen volgende op het beëindigen van de werken.
De te behouden en verplicht aan te planten bomen kunnen enkel nog gerooid worden na goedkeuring van een gemotiveerde vergunningsaanvraag.
Voor de verplicht aan te planten bomen geldt er een verplichitng tot heraanplant bij afsterven van de bomen.
De bouwheer dient ook de nodige maatregelen te treffen om de te behouden bomen te beschermen tegen de nadelige invloeden van werken, zoals vermijden van bodemverdichting binnen de kruinprojectie en verbod op het stapelen van goederen binnen de kruinprojectie. Ook dienen werken, en zeker grondwerken, binnen de kruinprojectie vermeden te worden.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.
“Wij zijn nagegaan welke aanpassing van de infrastructuur van Wyre nodig is om de loten uit deze verkavelings- of bouwaanvraag te kunnen aansluiten. Wij vragen om onderstaande voorwaarden op te nemen in de vergunning:
Deze vaststelling omvat niet de aftak- en aansluitkosten van de abonnee. Deze worden met de latere abonnee verrekend.
Wij blijven steeds tot uw dienst voor verdere informatie.
https://www.wyre.be/nl/netaanleg.”
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de voorgenomen werken zich onvoldoende ruimtelijk inpassen in de omgeving. De aanvraag is niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening zoals hoger gemotiveerd.
EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, maar dat het voorgestelde ontwerp niet verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is niet vatbaar voor het verkavelen van een grond in 3 loten, waarvan 2 loten voor open bebouwing (lot 1 en lot 2) en 1 lot wordt uitgesloten aangezien het zijn bestemming reeds heeft verkregen (lot 3), omwille van volgende redenen:
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier ongunstig voor het verkavelen van een grond in 3 loten, waarvan 2 loten voor open bebouwing (lot 1 en lot 2) en 1 lot wordt uitgesloten aangezien het zijn bestemming reeds heeft verkregen (lot 3) zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden.
Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar van 09/12/2024 omtrent het sluiten van het openbaar onderzoek en tot het afleveren van een weigering van de omgevingsaanvraag voor het verkavelen van een grond in 3 loten, waarvan 2 loten voor open bebouwing (lot 1 en lot 2) en 1 lot wordt uitgesloten aangezien het zijn bestemming reeds heeft verkregen (lot 3), omwille van volgende redenen:
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het weigeren van de omgevingsaanvraag voor het verkavelen van een grond in 3 loten, waarvan 2 loten voor open bebouwing (lot 1 en lot 2) en 1 lot wordt uitgesloten aangezien het zijn bestemming reeds heeft verkregen (lot 3) zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer: 2024/00150
Referentie omgevingsloket: OMV_2024098831
De aanvraag, ingediend door de heer Andy Vaes wonende te Grote Hemmenweg 55 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 11/07/2024 en op 09/09/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.
De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Grote Hemmenweg 55, kadastraal gekend als afdeling 2 sectie C nr. 640V.
De aanvraag gaat over het slopen van een woning en bouwen van een eengezinswoning met zorgwoning.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).
1. STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS
De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied.
De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het bijzonder plan van aanleg B.P.A. DORPSSTR - KL. HEMMEN-KREMERSTRAAT - GR. HEMMEN, goedgekeurd op 3 juli 2006.
De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan grup afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk, goedgekeurd op 20 juni 2014.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Het vergunningverlenende bestuursorgaan mag bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften van een bijzonder plan van aanleg, voor zover dit plan ouder is dan vijftien jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag.
Afwijkingen kunnen niet toegestaan worden voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoedwaarden.
Het BPA Dorpsstraat – Kleine Hemmen – Kremerstraat – Grote Hemmen dateert van 11/07/2006 en is dus ouder dan 15 jaar, de onderliggende bestemming is woongebied en het betreft geen afwijkingen inzake wegenis, openbaar groen en erfgoedwaarden. De aanvraag wijkt af van het BPA voor wat betreft de inplanting en bouwdieptes.
Men vraagt volgende afwijkingen van de BPA voorschriften volgens art. 4.4.9/1 van de VCRO:
• Art. 14.2. bouwvoorschriften – inplanting
De inplanting dient te geschieden binnen de grafisch aangeduide zone op het plan.
De breedte van de voorgevel bedraagt maximum 2/3 van de kavelbreedte voor percelen tot 30m.
In het ontwerp wordt het woongebouw deels voorzien binnen de zone voor koeren en hovingen, buiten de vooropgestelde zone voor open bebouwing.
De breedte van de voorgevel bedraagt 19,67m (2/3 van de kavelbreedte is 14,6m).
• Art. 14.2. bouwhoogte en diepte
De maximum kroonlijsthoogte bedraagt 6m.
De maximum diepte van de gebouwen is aangegeven op het plan en in alle geval beperkt tot 20m, ongeacht de eventueel op plan aangegeven grotere bouwdiepte.
De maximale bouwdiepte van de hoofdgebouwen op de verdieping is 12m.
Bij afbraak en wederopbouw moet de nieuwbouw beantwoorden aan de bijhorende voorschriften van het BPA.
Er wordt een kroonlijsthoogte tot 6,58m (bovenzijde) / 6,08m (onderzijde) voorzien.
De totale bouwdiepte bedraagt 22,30m.
De verdieping heeft een diepte van 10,50m, gemeten vanaf de voorgevellijn is de bouwdiepte van de verdieping gelegen tot op 18,50m.
Het betreft een afbraak en nieuwbouw waarbij afgeweken wordt van de BPA- voorschriften.
• Art. 14.2. daken
Dakterrassen zijn slechts toegelaten op minimum 1m afstand tot de buitengevels en mits geïntegreerd in de dakvorm.
Het ontwerp voorziet aan de achterzijde een dakterras op het plat dak van de aanbouw tot tegen de achtergevellijn en linker zijgevel, tot op 22,30m achter de voorgevellijn.
Afwijkingen dienen uitdrukkelijk gevraagd en gemotiveerd te worden door de aanvrager in zijn aanvraag conform artikel 4.4.1./0 VCRO: “Er kan slechts toepassing gemaakt worden van de afwijkingen, vermeld in dit hoofdstuk, op gemotiveerd verzoek van de vergunningsaanvrager.”
De afwijking betreffende de inplanting werd niet gemotiveerd.
De afwijkingen voor bouwdiepte en bouwhoogte werden niet gemotiveerd, behoudens de vermelding dat de garage voor de woning voorzien is.
De afwijking voor het dakterras werd niet gemotiveerd.
Conform artikel 4.4.1./0 VCRO kan er bijgevolg geen toepassing worden gemaakt van de afwijkingen, en wordt er dus niet voldaan aan de afwijkingsregels.
Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.
2. HISTORIEK
Volgende dossiers zijn relevant:
• Omgevingsvergunning 2023/00252 voor het bouwen van een meergezinswoning met parkeerkelder en de inrichting van het terrein, na het slopen van de bestaande bebouwing geweigerd op 11/06/2024.
• Stedenbouwkundige vergunning (1977/00137) voor het bouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 04/04/1977.
3. BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG
Beschrijving van de plaats & omgeving
Het perceel bevindt zich aan de Grote Hemmenweg, een gemeenteweg aan de oostelijke rand van het centrum van Zonhoven.
De nabije omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk residentiële bebouwing in de vorm van vrijstaande en halfopen constructies met 1 à 2 bouwlagen, hoofdzakelijk afgewerkt met een hellend dak. De gevels zijn voornamelijk afgewerkt met een gevelsteen in diverse tinten en texturen.
Het links aanpalende terrein werd bebouwd met een halfopen eengezinswoning (vergunde toestand) met 2 bouwlagen onder een zadeldak met een kroonlijsthoogte van 6m, een bouwdiepte van 8,82m en een bouwbreedte van 12,20m. Het gebouw achter de woning met een oppervlakte van zo’n 240m² en de bijhorende verhardingen zijn niet vergund.
Het rechts aanpalende perceel werd bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning met 1 ½ bouwlaag onder een hellend dak en vrijstaand bijgebouw.
Aan de achterzijde van het perceel van de aanvraag bevindt zich een terrein met meerdere niet vergunde constructies, zijnde 1 gebouw van zo’n 240m² en een 2de gebouw van zo’n 40m² en verhardingen. Uit de luchtfoto’s blijkt dat dit terrein verbonden is met het goed van de aanvraag door de inrichting als tuinzone, paden en afsluitingen en een toegangsweg naar 1 van de aanwezige gebouwen. Ook de eigendomssituatie anno 2023 geeft deze verbinding aan.
Aan de overzijde van de straat situeren zich vrijstaande en halfopen woningen met 2 bouwlagen en hellend dak.
In de ruimere omgeving zijn ook schoolgebouwen, een rusthuis en zone voor bedrijventerrein aanwezig.
Op het perceel van de aanvraag bevindt zich een vrijstaande eengezinswoning met 1 bouwlaag en hellend dak. De woning, vergund in 1977 en volgens het kadaster opgericht in 1979, werd vergund op 9m afstand tot de voorste perceelgrens maar werd veel dieper ingeplant, nl. op 19,63m.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag gaat over het slopen van de bestaande eengezinswoning en het bouwen van een nieuwe eengezinswoning met geïntegreerde zorgwoning en de herinrichting van het terrein.
De bestaande woning situeert zich aan de achterzijde van het terrein met de voorgevel op 19,63m afstand tot de voorste perceelgrens en de linker zijgevel op ca. 6m afstand tot de linker perceelgrens. Het gebouw heeft 1 bouwlaag en een hellend dak, de bouwbreedte bedraagt 15,77m en de bouwdiepte bedraagt 12m.
Een luchtfoto van 19/10/1977 van het NGI toont aan dat de woning opgericht werd voor inwerkingtreding van het gewestplan Hasselt-Genk en dat de inplanting bijgevolg als vergund beschouwd kan worden.
De contouren van de zone voor open bebouwing van het BPA anno 2006, werden plaatselijk aangepast (dieper ingetekend) aan de bestaande bebouwing.
De bestaande woning wordt gesloopt in functie van een nieuwe woning.
De nieuwbouw wordt opgericht in de zone van de bestaande woning, doch met ruimere afmetingen.
Het hoofdvolume, met 2 bovengrondse bouwlagen onder hellende daken en een plat dak voor de gelijkvloerse aanbouw achteraan, wordt ingeplant op 17,55m afstand tot de voorste perceelgrens, de rechter zijgevel op minimaal 3,04m afstand tot de rechter perceelgrens en de linker zijgevel op 4,21m afstand tot de linker perceelgrens. De achtergevel is voorzien op 8,07m afstand tot de achterste perceelgrens. Ter hoogte van de inkomzone in de voorgevel is een uitsprong / erker voorzien op 16,55m ut de rooilijn.
De maximale bouwbreedte bedraagt 19,67m, de maximum bouwdiepte bedraagt 15,30m op het gelijkvloers (inclusief de uitsprong aan de voordeur en de aanbouw achteraan) en 10,50m op de verdieping.
De kroonlijsthoogte wordt voorzien op 6,58m boven het maaiveld (6,43m boven de vloerpas gelijkvloers), de nokhoogte van het afgeknot hellend dak is voorzien op 10,83m (deels op 9,47m).
De dakrandhoogte van de gelijkvloerse uitbouw aan de achterzijde bedraagt 4,63m boven het maaiveld. Het linker gedeelte van het plat dak (26,2m²) wordt als dakterras ingericht voor het appartement op de verdieping en het rechter gedeelte als groendak (22,3m²).
Aan de voorzijde links, wordt een kleiner volume voorzien met 1 bovengrondse bouwlaag en hellend dak (60m²) ingeplant, dat aansluit op het hoofdvolume. De voorgevel van dit volume situeert zich op 9,55m afstand tot de voorste perceelgrens en op 4,45m tot de linker perceelgrens. De bouwbreedte bedraagt 7,02m en de bouwdiepte bedraagt 8m. De kroonlijsthoogte wordt voorzien op 3,26m boven het maaiveld, de nokhoogte is voorzien op 5,20m.
De bouwdiepte van het geheel bedraagt gelijkvloers 22,30m en 18,50m op de verdieping (gemeten vanaf de voorgevellijn).
De gevels worden afgewerkt met gevelsteen “Oud Warande” (in diverse genuanceerde tinten rood, roze, roodbruin, bruin, grijswit), voor de dakbedekking zijn zwarte dakpannen voorzien en het buitenschrijnwerk zal uitgevoerd worden in aluminium met zwarte kleur.
Voor de dorpels, gevelplinten en muurdekstenen is arduin voorzien, de kroonlijsten worden uitgevoerd in hout en de terrasbalustrades in een metalen railing.
In de kelderverdieping die onder het volledige gebouw loopt, zijn diverse bergruimtes ingericht, een fietsenstalling, een interne traphal met lift, een buitentrap en een autogarage met 4 staanplaatsen en een autolift.
Op het gelijkvloers wordt in het voorste volume een garage met autostaanplaats en autolift voorzien.
In het hoofdvolume is een inkomhal met toilet en vestiaire aanwezig, een speelkamer, berging, een 2de inkomzone aan de linkerzijde met traphal, lift en toilet, een ruime woonkamer met aansluitend een open keuken en overdekt terras, een bureauruimte die doorgang biedt tot de nachthal, een dressing, een badkamer, 3 slaapkamers waarvan 2 met dressing.
Op de 1ste verdieping komt men via de traphal met lift op de overloop met toilet, een bureauruimte aan de voorzijde en een archiefruimte aan de achterzijde. Verder is hier de toegang tot de zorgwoning aanwezig. Deze ondergeschikte woongelegenheid is voorzien van een woonkamer met aansluitend een open keukenruimte die uitgeeft op een deels overdekt terras van in totaal 42,07m², een nachthal, badkamer en 2 slaapkamers waarvan 1 met dressing.
De zorgwoning wordt aangevraagd voor de ouders van de aanvrager. In geval van stopzetting van het zorgwonen kan de ruimte ingericht worden als speel- en studeerruimte voor de thans nog kleine kinderen van de aanvrager.
Er werd geen grondplan van de dakverdieping voorgelegd; er kan slechts verondersteld worden dat deze toegankelijk is via de traphal met lift. Uit de doorsnede blijkt dat de maximale hoogte tussen vloerafwerking en plafond (nok) 4,02m bedraagt en dat de ruimte afgewerkt zal worden.
Er zijn geen gegevens over de technische uitvoering van de lift aanwezig.
De bebouwde oppervlakte bedraagt volgens de gegevens op het inplantingsplan 368,32m² (woning en garage) en de nuttige oppervlakte van het bovengrondse gedeelte bedraagt 727,73m². Het volume boven het maaiveld bedraagt 1737,2m³. De bruto vloeroppervlakte van de ondergeschikte wooneenheid bedraagt 123,11m². De ruimte voor zorgwonen werd beperkt tot maximaal 1/3de van de bruto oppervlakte van de woning.
De kelder heeft een oppervlakte van 327,86m² en een volume van 934,4m³.
Er zijn geen reliëfwijzigingen voorzien behoudens de uitgravingen voor de kelderverdieping van bijna 1000m³ en de wadi.
Op het terreinprofiel en de doorsnedes werd aangegeven dat het maaiveld zich op 15cm à 20cm boven het peil van de wegas bevindt en dat de vloerpas zich op 35cm boven het peil van de wegas bevindt.
De verharding ligt op 25cm boven het peil van de wegas gelegen is (10cm onder de vloerpas gelijkvloers).
Naast de voorziene bebouwing wordt het terrein ingericht met verhardingen, groenvoorzieningen en een wadi.
De oprit/ parking naar de (dubbele) garage wordt voorzien in grasdallen en krijgt een oppervlakte van 67,50m².
De paden naar de inkomzones en de tuinzone hebben een totale oppervlakte van 67,23m². Deze worden waterdoorlatend aangelegd en zijn omrand door groenzones, het materiaal werd niet opgegeven.
Aan de achterzijde wordt een (niet overdekt) terras van 11,16m² voorzien in tegels dat afwatert naar de tuinzone.
Achteraan de tuinzone van zo’n 8m diep, wordt een infiltratiegracht aangelegd in functie van de hemelwaterverordening. De lengte bedraagt 22m en de breedte bedraagt 1,60m.
Langsheen de perceelgrenzen wordt een haag voorzien tot een hoogte van 1,80m. In de voortuinstrook wordt deze deels voorzien tot 1,20m hoogte.
De overige vrije ruimte op het terrein wordt als graszone aangelegd.
4. OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 19 september 2024 t.e.m. 18 oktober 2024.
5. ADVIEZEN
Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:
• dienst patrimonium
• Fluvius.
6. EFFECTEN OMGEVING
Project-MER
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
Stikstofdecreet
Voor een eengezinswoning, kunnen we uitgaan van ongeveer 2920 vervoersbewegingen per jaar (4 personen x 2 vervoersbewegingen/persoon x365 dagen/jaar= 2920 jaarlijkse vervoersbewegingen). Dit is minder dan 70.000 jaarlijkse vervoersbewegingen (VITO tabel 3, licht verkeer, KDW =6 en afstand = 0). Dit betekent dat zelfs indien een huis op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact van het verkeer nog niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% de minimis. We kunnen bijgevolg met absolute zekerheid besluiten dat de impactscore van de bouw van deze eengezinswoning, voor wat betreft mobiliteit, lager is dan 1%.
7. INHOUDELIJKE BEOORDELING
Decretale beoordelingselementen
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Grote Hemmenweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.
De aanvraag omvat het integreren van een zorgwoning binnen de nieuw op te richten woning.
Zorgwonen is het creëren van een kleinere woongelegenheid in of bij een bestaande woning zodat maximaal twee oudere of hulpbehoevende personen kunnen inwonen. Om een zorgwoning te creëren moet de eigendom, of ten minste de blote eigendom van de hoofd- en de ondergeschikte wooneenheid aan dezelfde eigenaar toebehoren.
Ook een huurwoning kan in aanmerking komen als zorgwoning, maar de eigenaar moet hiervan wel op de hoogte zijn en zijn goedkeuring geven.
De aanvraag wordt afgetoetst aan artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening houdende de definitie van zorgwonen
18° zorgwonen: een vorm van wonen waarbij voldaan is aan alle hiernavolgende voorwaarden:
a) in of bij een bestaande hoofdzakelijk vergunde woning wordt één ondergeschikte wooneenheid gecreëerd;
b) de ondergeschikte wooneenheid, vermeld in punt a), wordt gecreëerd met het oog op:
1) de huisvesting van ten hoogste twee personen, waarvan ten minste één persoon 65 jaar of ouder is;
2) de huisvesting van ten hoogste twee personen, waarvan ten minste één persoon die zorgbehoevend is. Een zorgbehoevende persoon is een persoon met een handicap, een persoon die in aanmerking komt voor een zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden, een zorgbudget voor ouderen met een zorgnood of een basis-ondersteuningsbudget als vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, 2° en 3°, van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, of een persoon die behoefte heeft aan ondersteuning om zich in zijn thuismilieu te kunnen handhaven. De kinderen ten laste van de zorgbehoevende persoon worden niet meegerekend bij het bepalen van het maximum van twee personen;
3) de huisvesting van de zorgverlener als de personen, vermeld in punt 1) of 2), gehuisvest blijven in de hoofdwooneenheid;
c) de eigendom, of ten minste de blote eigendom, op enerzijds de hoofdwooneenheid en anderzijds de ondergeschikte wooneenheid, vermeld in punt a), of de grond waarop die ondergeschikte wooneenheid tijdelijk wordt geplaatst, berust bij dezelfde titularis of titularissen.
De aanvraag voldoet aan deze voorwaarden:
a) In de (nog op te richten) hoofdwoning wordt op de 1ste verdieping een ondergeschikte wooneenheid gecreëerd;
b) De zorgwoning wordt gecreëerd met het oog op de huisvesting van de ouders van de aanvrager, Vaes Ivo en Comans Lilianne, beiden ten minste 65 jaar;
c) De eigendom van de grond met (huidige) woning berust thans bij dezelfde titularissen, zijnde de opgegeven zorgbehoevenden.
Zonering
Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.
Waterparagraaf
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023. De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.
Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:
De plannen geven aan dat de nieuw op te richten eengezinswoning met geïntegreerde zorgwoning, een horizontale dakoppervlakte van 310,5m² heeft (waarvan 22,30m² als groendak voorzien wordt), en dat hiervoor hemelwaterputten voorzien worden met een totale inhoud van 30000 liter (minimale inhoud 28820 liter) en recuperatie van het hemelwater voor tuin, toilet en wasmachine en dienstkraan.
De gegevens op de plannen zelf alsook de ingegeven informatie zijn verschillend, zij het dan eerder beperkt.
Voor berekening van de infiltratievoorziening resteert 269,35m². Er dient een minimale inhoud van 8889 liter opgevangen te kunnen worden en een infiltratieoppervlakte van minimaal 21,55m² voorzien te worden.
De aanstiplijst en plannen geven een inhoud weer van 8970 liter en een infiltratieoppervlakte van 40,57m². De diepte van de voorziening zou 50cm zijn.
De oppervlakte en het volume van de voorzieningen voldoen aan de verordening.
De verordening is niet van toepassing op de aanleg van de voorziene verhardingen. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren door het gebruik van waterdoorlatende materialen en afwatering in de naastliggende groenzones.
Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.
Natuurtoets
Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.
Erfgoed- & Archeologietoets
Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000m².
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag voldoet deels aan de voorschriften van het BPA. Er worden afwijkingen gevraagd volgens art. 4.4.9/1 van de VCRO.
Men vraagt volgende afwijkingen van de BPA voorschriften volgens art. 4.4.9/1 van de VCRO:
• Art. 14.2. bouwvoorschriften – inplanting
De inplanting dient te geschieden binnen de grafisch aangeduide zone op het plan.
De breedte van de voorgevel bedraagt maximum 2/3 van de kavelbreedte voor percelen tot 30m.
In het ontwerp wordt het woongebouw deels voorzien binnen de zone voor koeren en hovingen, buiten de vooropgestelde zone voor open bebouwing.
De breedte van de voorgevel bedraagt 19,67m (2/3 van de kavelbreedte is 14,6m).
• Art. 14.2. bouwhoogte en diepte
De maximum kroonlijsthoogte bedraagt 6m.
De maximum diepte van de gebouwen is aangegeven op het plan en in alle geval beperkt tot 20m, ongeacht de eventueel op plan aangegeven grotere bouwdiepte.
De maximale bouwdiepte van de hoofdgebouwen op de verdieping is 12m.
Bij afbraak en wederopbouw moet de nieuwbouw beantwoorden aan de bijhorende voorschriften van het BPA.
Er wordt een kroonlijsthoogte tot 6,58m (bovenzijde) / 6,08m (onderzijde) voorzien.
De totale bouwdiepte bedraagt 22,30m.
De verdieping heeft een diepte van 10,50m, gemeten vanaf de voorgevellijn is de bouwdiepte van de verdieping gelegen tot op 18,50m.
Het betreft een afbraak en nieuwbouw waarbij afgeweken wordt van de BPA- voorschriften.
• Art. 14.2. daken
Dakterrassen zijn slechts toegelaten op minimum 1m afstand tot de buitengevels en mits geïntegreerd in de dakvorm.
Het ontwerp voorziet aan de achterzijde een dakterras op het plat dak van de aanbouw tot tegen de achtergevellijn en linker zijgevel, tot op 22,30m achter de voorgevellijn.
Deze afwijkingen dienen uitdrukkelijk gevraagd en gemotiveerd te worden door de aanvrager in zijn aanvraag conform artikel 4.4.1./0 VCRO.
De afwijking betreffende de inplanting werd niet gemotiveerd.
De afwijkingen voor bouwdiepte en bouwhoogte werden niet gemotiveerd, behoudens de vermelding dat de garage voor de woning voorzien is.
De afwijking voor het dakterras werd niet gemotiveerd.
Er wordt op diverse vlakken afgeweken van de BPA-voorschriften. Deze voorschriften zijn reeds erg ruim ten opzichte van de huidige algemeen gehanteerde normen voor woningen. Ook van de voorziene bouwzone, specifiek plaatselijk verruimd in functie van de vergund geachte inplanting van het bestaande gebouw, gaat men nog afwijken. Gezien de negatieve impact op het gebruiksgenot, de privacy, de tuinzone en het straatbeeld/ de omgeving, alsook het gebrek aan enige motivatie, zijn de afwijkingen niet aanvaardbaar.
Overeenkomstig artikel 4.3.1 van de VCRO moeten aanvragen wel nog steeds getoetst worden aan de goede ruimtelijke ordening. Aanvragen die niet voldoen aan de goede ruimtelijke ordening moeten geweigerd worden.
Het is een afwijkingsregeling die strikt geïnterpreteerd moet worden en niet automatisch recht geeft op een vergunning.
Functionele inpasbaarheid
De bestaande woonfunctie blijft behouden en is functioneel inpasbaar op deze locatie, nl. aan de rand van het centrum van Zonhoven.
Men gaat een zorgwoning creëren bij het herbouwen van de woning. Er wordt aan alle voorwaarden voldaan voor het creëren van deze zorgwoning.
Zowel woning als zorgwoning zijn functioneel inpasbaar in deze omgeving.
Mobiliteitsimpact
De aanvraag voorziet in een ondergrondse parkeergarage voor 4 wagens en een bovengrondse garage voor 1 wagen en plaatsing van een autolift naar de kelderverdieping. Op de oprit kan nog minstens 1 wagen parkeren.
Ook wordt er een ondergrondse fietsenstalling voorzien voor 8 fietsen.
De fietsenberging bevindt zich evenwel ondergronds, wat het fietsgebruik niet stimuleert.
De reeds bestaande woonentiteit, met bijkomend een zorgwoning, zal geen noemenswaardige verhoging van het aantal vervoersbewegingen met zich meebrengen.
De impact op de mobiliteit is beperkt.
Schaal
Zoals hoger aangehaald wijkt de aanvraag af van de BPA-voorschriften voor wat betreft de bouwdiepte, bouwhoogte, bouwbreedte en dakterrassen.
De aanvraag wijkt ook af van de algemeen gehanteerde normen voor al deze elementen.
Het hoofdvolume wordt volledig terugliggend voorzien achter het kleinere volume van de garage aan de voorzijde, reeds voorzien op 9,55m achter de voorste perceelgrens. De totale bouwdiepte komt hierdoor op 22,30m terwijl de algemeen gehanteerde bouwdiepte 15m bedraagt. Ook voor de verdieping en dakverdieping zorgt dit voor een bouwdiepte van 18,50m. Daarenboven richt men een dakterras in tot op 22,30m op de verdieping.
De voorgevellijn van het hoofdvolume (17,55m achter de voorste perceelgrens, excl. de uitbouw aan de voordeur), kan niet als bouwlijn geaccepteerd worden voor de nieuwbouwwoning.
De afwijkende bouwdiepte voor gelijkvloers en verdieping is niet gemotiveerd, geenszins “beperkt” te noemen en niet aanvaardbaar.
Daarbij voorziet men ook een kroonlijsthoogte tot 6,58m in plaats van de gebruikelijke 6m (vanaf het maaiveld).
Met de bouwbreedte van 19,67m voor het volledige hoofdvolume mee in acht genomen, kan gesteld worden dat het hoofdvolume te zwaar overkomt in deze omgeving en dat het geheel van de afwijkingen niet acceptabel is, noch motiveerbaar.
Het gevraagde is niet aanvaardbaar.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De inplanting van het hoofdvolume situeert zich erg diep op het terrein, zijnde op 17,55m achter de voorste perceelgrens en situeert zich dus feitelijk in de tuinzone.
Reeds bij de voorbespreking van het project werd aangegeven dat, gezien de vergund geachte situatie (1977) en de specifiek aan het gebouw aangepaste bouwzone van het BPA, een verbouwing op die locatie aanvaardbaar is doch dat in geval van nieuwbouw de inplanting verder naar voor dient te gebeuren.
Het volume van de garage naar voor plaatsen (op 9,55m afstand tot de voorste perceelgrens) zorgt niet voor enige verbetering voor het hoofdvolume. Achter de woning resteert amper 8m tuinzone. In de gemeente Zonhoven wordt principieel een minimum diepte van 10m gehanteerd voor achtertuinzones.
Men heeft het ontwerp en de locatie van de nieuwbouw slechts gebaseerd op de oorspronkelijk voorgestelde verbouwing van de bestaande woning. Hiermee gaat men voorbij aan de negatieve aspecten van de diepe inplanting.
De heersende bouwlijn is vrij gevarieerd tussen 6m en 10m afstand tot de voorste perceelgrenzen met 1 afwijkende diepte van 11,6m die geregulariseerd werd (oorspronkelijk vergund op 8m). Het hoofdvolume dient zich te richten naar een bouwlijn tussen 6m en 10m.
De inplanting van de nieuwbouw eengezinswoning is niet aanvaardbaar.
Op het terrein van +/- 1116m² zal een totaal van zo’n 456,94m² aan bebouwing/verharding aanwezig zijn, wat een footprint van ongeveer ± 41% betekent, wat in overeenstemming is met de visie van de gemeente.
De invulling van deze groenzones is bovendien weinig kwalitatief. Er wordt rondom het perceel een haag voorzien en verder gazon.
Er dient gestreefd te worden naar meer diversiteit door ook planten en struiken te voorzien alsook minstens 2 hoogstammige inheemse bomen.
Visueel-vormelijke elementen
De woning heeft een klassieke architectuur en wordt geheel voorzien van een gevelsteen met landelijk, klassieke tinten.
De ruime volumes komen in deze omgeving zwaar over. Het homogene materiaalgebruik ondersteunt dit.
Cultuurhistorische aspecten
Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.
Bodemreliëf
Volgens de aanvraag wordt het bestaande reliëf niet gewijzigd.
Er zal evenwel een aanzienlijk grondverzet plaatsvinden voor uitgraving van de kelderverdieping. De grond dient afgevoerd te worden.
Het maaiveld bevindt zich op 15cm boven het peil van de wegas, de vloerpas gelijkvloers bevindt zich op 20cm boven het maaiveld. De verhardingen rond de woning bevinden zich op 5 à 10cm boven het maaiveld.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De inplanting van de woning situeert zich feitelijk in de zone voor achtertuinen, een situatie die in functie van gebruiksgenot en privacy niet wenselijk is. De bestaande woning werd eveneens op die locatie opgericht (doch vergund op 9m), de bouwzone binnen het BPA werd hier specifiek aan aangepast. Echter het opnieuw bestendigen van deze ongewenste situatie met de nodige negatieve impact op de omwonenden (nu en in de toekomst), is niet aanvaardbaar.
Deze inplanting creëert zowel visuele als privacyhinder t.o.v. de aanpalende percelen.
Resultaten van het openbaar onderzoek
Er werden geen bezwaren ingediend.
Bespreking van de adviezen
• Het advies van Fluvius d.d. 24 september 2024 is voorwaardelijk gunstig.
“Naar aanleiding van uw aanvraag over de stedenbouwkundige vergunning voor bovenvermeld project geven we volgend advies voor riolering.
Dit advies handelt over de technische aansluitbaarheid op het openbaar rioleringsnetwerk indien aanwezig.
Dit desbetreffende perceel dient aan te sluiten op de bestaande gemengde riolering in de Grote Hemmenweg.
De Fluvius-aansluitingsvoorwaarden voor o.a. diepte, diameter en locatie, zijn terug te vinden op www.fluvius.be.
Daarnaast dient u voor wat betreft riolering uiteraard te voldoen aan alle geldende gewestelijke, provinciale en gemeentelijke wettelijke bepalingen dienaangaande. Fluvius doet hierop geen nazicht.
Dit advies doet geen uitspraak over of nazicht op de ontworpen riolering op het privé-gedeelte.
o Via https://www.vmm.be/data/zonering-en-uitvoeringsplan kan u eenvoudig nakijken in welke cluster het perceel zich bevindt en de daaraan gekoppelde verplichtingen inzake septische putten.
o Als voor uw bouwproject een (her-)aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel noodzakelijk is, dient u zo snel als mogelijk na het bekomen van de bouwvergunning een aanvraag tot aansluiting op het openbaar rioleringsnetwerk aan te vragen.
o Dit kan online via www.fluvius.be. Dit is belangrijk om verloren kosten te vermijden daar wij de locatie en diepte van de aansluiting pas kunnen garanderen na realisatie van de aansluiting op openbaar domein.
o Alleen Fluvius of een door ons aangestelde uitvoerder zorgt voor de realisatie van het gedeelte van de aansluiting op het openbaar domein.
Sloop
Bij de sloop dient de bestaande huisaansluiting(en) tijdelijk of definitief buiten dienst gesteld te worden door de klant. De huisaansluiting dient hierbij buiten dienst gesteld te worden op dergelijke wijze dat de huisaansluiting water- en gronddicht is afgesloten en detecteerbaar op terrein. Het afsluiten dient onmiddellijk bij sloop van de riolering te gebeuren zodat geen aarde, slijk of grof vuil via de huisaansluiting in de riolering terecht komt.
Bestaande rioolaansluiting herbruiken
De bestaande huisaansluiting dient door de aanvrager gedetecteerd te worden, en dit dient te gebeuren nog voor de start van de grondwerken. Indien er een bestaande huisaansluiting aanwezig is t.h.v. de rooilijn dienen de eventuele nieuwe hemelwaterafvoerleiding en vuilwaterafvoerleiding t.h.v. de rooilijn tot aan en niet dieper dan de bestaande huisaansluiting samen gebracht te worden.
T.h.v. de bestaande huisaansluiting voorziet de aanvrager aan de rooilijn op privaat domein aparte controleputjes op de eventuele hemelwaterafvoer en op de eventuele vuilwaterafvoer indien dit nog niet aanwezig is. Dit ontslaat de klant niet van het indienen van een aansluitingsaanvraag bij Fluvius. Dit kan online via www.fluvius.be.
Infiltratievoorziening
De eventuele noodoverloop dient voldoende hoog voorzien te worden, en niet dieper dan 30 cm onder het laagste deksel of aangesloten kolk, en zodanig dat de noodoverlaat zich boven de hoogste grondwaterstand bevindt. Deze noodoverlaat dient te allen tijde inspecteerbaar en bereikbaar te zijn (bv. onder een deksel). Er wordt enkel een aansluiting met max. diam. 160 mm als overloop van de infiltratievoorziening toegestaan. Op de overloop van de infiltratievoorziening moet een terugslagklep staan, zodat geen water vanuit de openbare riolering kan terugstromen in de infiltratievoorziening.
Keuring privéwaterafvoer
Elke lozing of creatie v/e lozingspunt dient een keuring van de privéwaterafvoer te ondergaan conform de wettelijke bepalingen (o.a. Algemeen Waterverkoopreglement en ministerieel besluit voor de keuring).
Enkel de door Fluvius erkende keurders komen voor deze keuring in aanmerking (zie website: Keuring riolering | Fluvius).
Als de privériolering niet correct en volledig volgens de wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs als dit niet expliciet door de stedenbouwkundige vergunning werd opgelegd, behoudt Fluvius zich het recht voor om de aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel van dit perceel te schorsen.
Alvast bedankt om zo spoedig mogelijk uw aansluitingsaanvraag in te dienen.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
• Het advies van dienst patrimonium d.d. 16 september 2024 is voorwaardelijk gunstig.
“Gunstig onder voorwaarden:
o De inrit moet beperkt worden tot een breedte van 3m.
o De inrit en het inkompad op openbaar domein dienen aangelegd te worden in waterdoorlatende of waterpasserende klinkers.
o De rest van de berm tussen de rand van het fietspad en de voorste perceelgrens, dient als een grasberm behouden te blijven.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
8. ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag niet in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen en dat het gevraagde niet verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening.
De aanvraag is in strijd met art. 4.4.1/0 van de VCRO gezien de gevraagde afwijkingen niet werden gemotiveerd door de aanvrager.
De aanvraag is niet verenigbaar met een goede ruimtelijke ordening gezien:
• De gewenste inplanting niet aanvaardbaar is (niet passend binnen het straatbeeld en hinder creërend);
• De schaal van het geheel komt te zwaar over in het straatbeeld.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 10/12/2024 en volgt dit standpunt integraal.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het weigeren van de omgevingsvergunning aan de heer Andy Vaes wonende te Grote Hemmenweg 55 te 3520 Zonhoven voor het slopen van een woning en bouwen van een eengezinswoning met zorgwoning, gelegen te Grote Hemmenweg 55 kadastraal gekend als afdeling 2 sectie C nr. 640V.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer: 2024/00227
Referentie omgevingsloket: OMV_2024140528
De aanvraag, ingediend door Alessio Ruisi wonende te Nachtegalenstraat 43 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 20/10/2024 en op 14/11/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.
De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Nachtegalenstraat 43, kadastraal gekend als afdeling 4 sectie B nr. 601V3.
De aanvraag gaat over het rooien van 4 bomen en het slopen van niet-vergunde constructies.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).
1. STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS
De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied met landelijk karakter en agrarisch gebied.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het project maakt deel uit van de goedgekeurde verkaveling 7203.V.79 goedgekeurd op 15 mei 1964, het betreft lot 2.
De verkaveling is ouder dan 15 jaar. Daarom vormen de verkavelingsvoorschriften niet langer een weigeringsgrond en moet er een toetsing gebeuren van de goede ruimtelijke ordening.
Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.
2. HISTORIEK
Volgende dossiers zijn relevant:
• Stedenbouwkundige vergunning (1977/00089) voor het bouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 01/12/1970.
• Verkavelingsvergunning (7203.V.79) voor het verkavelen van een grond - goedgekeurd op 15/05/1964.
3. BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG
Beschrijving van de plaats & omgeving
Het perceel bevindt zich langs de Nachtegalenstraat, een gemeenteweg.
De omgeving bestaat hoofdzakelijk uit vrijstaande eengezinswoningen.
De bebouwing bestaat uit zowel gelijkvloerse woningen als woningen met twee bouwlagen onder voornamelijk hellende daken.
Het straatbeeld wordt gevormd door een gevarieerde bebouwing. De bebouwing varieert qua inplanting, bouwhoogte alsook materiaalgebruik.
Op het perceel bevindt zich een vrijstaande eengezinswoning en een aantal niet-vergunde bijgebouwen.
De woning betreft een gelijkvloerse eengezinswoning met een zadeldak.
Op het terrein bevinden zich in de voortuin, vlak achter de rooilijn / voorste perceelgrens 4 Amerikaanse eiken.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag gaat over het rooien van 4 bomen en het slopen van niet-vergunde constructies.
De te rooien bomen, Amerikaanse eiken, bevinden zich in de voortuin.
De bomen hebben een stamomtrek varieërend tussen 1,10m en 2,20m.
De bomen bevinden zich op een afstand tussen 14,50m en 16,20m van de woning.
De boom, op het plan weergegeven als nr. 1 bevindt zich binnen een straal van 15m van de woning. Er wordt voor deze boom dan ook voldaan aan het vrijstellingsbesluit waardoor deze boom gerooid kan worden zonder vergunning.
Het rooien van boom nr. 1 is dan ook zonder voorwerp.
De overige 3 bomen bevinden zich op meer dan 15m van de woning waardoor het rooien hiervan vergunningsplichtig is.
De aanvrager voegt als motivatie voor het rooien volgende punten toe:
- De bomen zijn verwikkeld in de nutsleidingen van Fluvius;
- De inritverharding wordt omhoog geduwd door de wortels;
- De bomen hangen deels over de straat.
Op het terrein bevinden zich meerdere niet-vergunde constructies, nl. 2 carports, een tuinhuis en een kippenhok.
De carports bevinden zich in de voortuin. Het betreft een carport met een oppervlakte van 21,6m² en één van 25m².
Het tuinhuis (15,9m²) en het kippenhok (2,12m²) bevinden zich in de achtertuin.
Voor het slopen van niet-vergunde constructies is geen vergunning vereist, daar het slopen van niet-vergunde constructies niet vergunningsplichtig is.
Dit gedeelte van de aanvraag is dan ook zonder voorwerp.
4. OPENBAAR ONDERZOEK
Het dossier werd volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
5. ADVIEZEN
Aan volgende adviesverlener werd advies gevraagd:
dienst facilitair management.
6. EFFECTEN OMGEVING
Project-MER
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
7. INHOUDELIJKE BEOORDELING
Decretale beoordelingselementen
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Nachtegalenstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.
Zonering
Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is riolering gepland, of er is riolering aanwezig maar die is nog niet aangesloten op een waterzuivering. Er moet een septische put voorzien worden in afwachting van een aansluiting op de riolering en rioolwaterzuivering.
Waterparagraaf
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid geoordeeld moet worden dat er geen schadelijk effect veroorzaakt wordt. Er moeten dan ook geen voorwaarden of maatregelen opgelegd worden.
Natuurtoets
Het perceel is gelegen binnen een speciaal beschermingsgebied, nl. vogelrichtlijngebied (Vijvercomplex van Midden-Limburg). Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.
Erfgoed- & Archeologietoets
Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag voldoet volledig aan de voorschriften van de verkaveling.
De verkavelingsvoorschriften stellen dat alleenstaande hoogstammige bomen gerooid mogen worden mits het bekomen van een vergunning.
Gezien de huidige aanvraag de vergunningsaanvraag betreft voor het rooien van 4 bomen is voldaan aan de verkavelingsvoorschriften.
De aanvraag werd voor advies overgemaakt aan de dienst Facilitair Management. Zij verleenden echter op 27/11/2024 een ongunstig advies, zoals aangehaald onder de titel ‘bespreking adviezen’.
Dit advies wordt integraal gevolgd.
Bespreking van de adviezen
• Het advies van dienst facilitair management d.d. 27 november 2024 is ongunstig, nl.:
“Daar het de visie van de gemeente is om het groene karakter van onze gemeente te bewaren en zelfs maximaal te versterken, wensen we dit te bereiken door in eerste instantie de bestaande bomen zoveel mogelijk te behouden en te beschermen, en in tweede instantie door het aanplanten van extra bomen bij nieuwe projecten.
Deze aanvraag wordt dan ook ongunstig geadviseerd.
De vier eiken aan straatzijde dienen behouden te blijven. Na visuele controle hebben we geen gebreken kunnen vaststellen die het rooien van deze bomen rechtvaardigt.
De te behouden eiken dienen d.m.v. het nemen van de juiste en voldoende maatregelen beschermd te worden tegen mogelijke schade ten gevolge van bouwwerken.
De te behouden bomen kunnen in de toekomst enkel gerooid worden d.m.v. een goedgekeurde aanvraag tot rooien van de bomen. Deze aanvraag dient vergezeld te zijn van een nota, opgemaakt door een erkend boomverzorger, waarin de noodzaak van het rooien van de bomen terdege wordt gemotiveerd.
Volgende web-sites kunnen extra info geven over hoe bomen te beschermen op werven:
https://www.deboomdokter.be/bomen-beschermen/
https://www.vvog.info/publicaties/beschermen-van-bomen
Via volgende link kan men een lijst van erkende boomverzorgers raadplegen:
https://www.bomenbeterbeheren.org/wp-content/uploads/2014/10/EuropeanTreeWorker.pdf”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies met uitzondering van boom 1, waarvan het rooien vrijgesteld is van vergunning. Er wordt evenwel bijgetreden dat het de visie van de gemeente is bestaande bomen zoveel als mogelijk te behouden. Er wordt aangeraden ook boom 1 te behouden.
8. ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, maar dat het gevraagde niet verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening.
Gezien het rooien van boom nr. 1 als vrijgesteld beschouwd kan worden, worden hier verder geen uitspraken over gedaan.
Voor het slopen van niet-vergunde constructies is geen vergunning vereist, daar het slopen van niet-vergunde constructies niet vergunningsplichtig is. Ook hier worden geen verdere uitspraken over gedaan.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 11/12/2024 en volgt dit standpunt integraal.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het weigeren van de omgevingsvergunning aan Alessio Ruisi wonende te Nachtegalenstraat 43 te 3520 Zonhoven voor het rooien van 4 bomen en het slopen van niet-vergunde constructies, gelegen te Nachtegalenstraat 43 kadastraal gekend als afdeling 4 sectie B nr. 601V3.
Gezien het rooien van boom nr. 1 als vrijgesteld beschouwd kan worden, worden hier verder geen uitspraken over gedaan.
Voor het slopen van niet-vergunde constructies is geen vergunning vereist, daar het slopen van niet-vergunde constructies niet vergunningsplichtig is. Ook hier worden geen verdere uitspraken over gedaan.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer: 2024/00152
Referentie omgevingsloket: OMV_2024099194
De aanvraag, ingediend door de heer Arkadiusz Andruszkiewicz wonende te Grote Hemmenweg 26 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 13/07/2024 en op 09/09/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.
De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Grote Hemmenweg 26, kadastraal gekend als afdeling 2 sectie C nr. 585M.
De aanvraag gaat over het renoveren en uitbreiden van de woning na het slopen van aanbouwen en een bijgebouw en het vellen van 3 bomen.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).
1. STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS
De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied en woonuitbreidingsgebied.
De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het bijzonder plan van aanleg B.P.A. GENKERBAAN - GROTE HEMMENWEG, goedgekeurd op 5 januari 1988.
De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan grup afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk, goedgekeurd op 20 juni 2014.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Men vraagt volgende afwijking volgens art. 4.4.9/1 van de VCRO:
Het voorste gedeelte van de woning valt binnen de ‘zone met nabestemming’ volgens het geldende BPA. Binnen deze zone mogen de bestaande gebouwen worden gebruikt voor woonhuizen, openbare gebouwen en handelshuizen. Aan deze gebouwen zijn geen grondige verbouwingswerken toegelaten. Bij afbraak van deze gebouwen of grondige verbouwingswerken mag het gedeelte van het gebouw binnen deze zone niet worden verbouwd. Het perceelsgedeelte gelegen binnen deze zone krijgt dan de bestemming van de naastliggende zone (in dit geval voortuinstrook).
De aanvraag voorziet het verbouwen, uitbreiden en renoveren van de bestaande woning. Voor het verbouwen, renoveren en isoleren binnen de ‘zone met nabestemming’ vraagt men een afwijking aan volgens art. 4.4.9/1 van de VCRO. De afwijking wordt voldoende gemotiveerd binnen de aanvraag, conform art. 4.4.1/0 VCRO waardoor men toepassing kan maken van de afwijkingsmogelijkheid. De beoordeling van de aanvaardbaarheid van de afwijking wordt verder in dit advies beschreven.
Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.
2. HISTORIEK
Volgende dossiers zijn relevant:
• Stedenbouwkundige vergunning (1950/00073) voor bouwen van een woonhuis 1950/73 - goedgekeurd op 06/04/1950.
• Stedenbouwkundige vergunning (1982/00001) voor verbouwen woonhuis - goedgekeurd op 06/01/1982.
3. BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG
Beschrijving van de plaats & omgeving
Het perceel bevindt zich aan de Grote Hemmenweg, een gemeenteweg in het centrum van Zonhoven, net buiten de kern.
De nabije omgeving bestaat hoofdzakelijk uit vrijstaande en halfopen eengezinswoningen met in de ruimere omgeving ook handels- of dienstenfuncties en enkele meergezinswoningen. De bebouwing bestaat uit twee bouwlagen onder hellende daken, en is voornamelijk afgewerkt in een gevelsteen in diverse tinten en texturen.
De bebouwing bevindt zich binnen een woonlint in woongebied, met achterliggend woonuitbreidingsgebied. Aan de overzijde van de weg grenst het woonlint aan een zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut, met daarbinnen schoolgebouwen en een zorgtehuis. De omgeving is volledig gelegen binnen een gebiedsdekkend BPA.
Op het perceel bevindt zich een halfopen eengezinswoning met 2 bouwlagen onder hellende daken, afgewerkt in een oranjerode gevelsteen onder dakpannen in dezelfde tint. De woning werd niet volledig gebouwd zoals vergund. Zo werd bijvoorbeeld de dakvorm anders uitgevoerd.
De woning staat ingeplant op min. 5,90m tot de rechter perceelsgrens.
De woning heeft een maximale bouwbreedte van 7,75m en een maximum bouwdiepte van 9,49m op zowel gelijkvloers als verdieping.
Achter het hoofdvolume bevindt zich een aanbouw en een afdak, met een bouwdiepte van respectievelijk 3,34m en 3,46m. Achter de woning staat tegen de linker perceelsgrens een vrijstaand bijgebouw in betonplaat ingeplant. Op het perceel zijn diverse verhardingen aanwezig. Achter de aanwezige constructies kenmerkt het perceel zich door een tuinzone met diverse bomen.
De woning staat ingeplant tegen de linker perceelsgrens. Het dakvolume loopt door in dat van de links aanpalende woning, waarvan geen vergunningen gekend zijn. Op het rechts aanpalend perceel bevindt zich een halfopen eengezinswoning, ingeplant aan de rechterzijde van het perceel.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag gaat over het verbouwen en renoveren van een eengezinswoning. De bestaande aanbouw en het afdak aan de achterzijde van de woning worden gesloopt, net zoals het bijgebouw in betonpanelen. Men vraagt daarnaast het rooien van 3 bomen. De bestaande verhardingen worden verwijderd en vervangen door nieuwe verhardingen.
Het hoofdvolume wordt grondig verbouwd.
De buitenmuren van het hoofdvolume worden opgetrokken waardoor de dakvorm volledig wijzigt naar twee zadeldaken waarvan de nok telkens evenwijdig ligt met de voorliggende weg. Het aantal bouwlagen, namelijk twee, blijft hierbij behouden. Het dak sluit niet langer aan op dat van de links aanpalende woning. De nieuwe kroonlijsthoogte bedraagt 6m ter hoogte van de voorgevellijn, de nokhoogte bedraagt 10,26m, telkens t.o.v. van het vloerpeil, dat ongeveer 33cm boven het aanliggend maaiveld gelegen is. De daken worden voorzien van zwarte dakpannen. De bestaande buitenmuren worden langs de buitenzijde geïsoleerd en afgewerkt met rood/geel/bruin genuanceerde gevelsteen. De delen van de linker zijgevel die niet aansluiten op de links aanpalende woning zullen geïsoleerd worden en bekleed met zwarte leien.
De bestaande aanbouw wordt gesloopt en wordt vervangen door een nieuwe aanbouw met een breedte van 8,92m en een bouwdiepte van 7,12m, waardoor de totale bouwdiepte na verbouwing 16,60m bedraagt. De totale bouwdiepte op de verdieping bedraagt na verbouwing 9,97m. De minimale afstand tot de rechter perceelsgrens bedraagt na verbouwing 3,50m. De aanbouw telt één bouwlaag onder een plat dak met een hoogte van 3,10m boven het vloerniveau, en wordt afgewerkt in dezelfde gevelsteen als het hoofdvolume. De raam- en deuropeningen worden afgestemd op de nieuwe architectuur en het interne gebruik van de woning. Het buitenschrijnwerk zal worden uitgevoerd in zwarte pvc of aluminium.
Er is slechts een zeer beperkte kelderruimte aanwezig die gebruikt wordt als tellerlokaal. Op het gelijkvloers wordt in de aanbouw de leefruimte ingericht. In het hoofdvolume bevinden zich bergruimtes, sanitair en een bureelruimte aan de voorzijde. Op de verdieping worden 2 slaapkamers en sanitaire ruimtes voorzien. De zolderruimte, onder het hellend dak, wordt ingericht i.f.v. 2 slaapkamers en een badkamer. Deze ruimtes worden d.m.v. dakvlakramen voorzien van lucht en licht.
Het bestaande maaiveld blijft behouden op het perceel.
Aansluitend achter de woning zal een terras worden aangelegd in waterdoorlatende klinkers met een oppervlakte van 25,92m. Het terras sluit ongeveer aan op het vloerniveau van de woning. Aan de rechterzijde wordt dit afgewerkt d.m.v. een lage keermuur en een lage haag.
Rechts van de woning wordt een inrit in dolomiet voorzien met een breedte van 3m, tot aan de achtergevel van het hoofdvolume. De oppervlakte van de inrit bedraagt 38,10m. Ter hoogte van de voorgevel wordt aangesloten op de inrit in functie van de toegang tot de woning d.m.v. waterdoorlatende klinkers, met een oppervlakte van 6,52m². Buiten de voorziene verhardingen blijft de tuinzone volledig groen.
In de achtertuin wordt een wadi aangelegd met een oppervlakte van 22,5m².
De bestaande perceelafsluitingen blijven behouden.
In het achterste deel van de diepe tuin wenst men tenslotte enkele bomen te kappen, met name een vogelkers en een eik, volgens de aanvraag verloederd. Ook een conifeer in de rechter zijtuinstrook, die eveneens verloederd is, wordt voorzien om te rooien.
4. OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 19 september 2024 t.e.m. 18 oktober 2024.
5. ADVIEZEN
Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:
• dienst facilitair management
• Dienst Water en Domeinen provincie Limburg.
6. EFFECTEN OMGEVING
Project-MER
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
Stikstofdecreet
Voor een eengezinswoning, kunnen we uitgaan van ongeveer 2920 vervoersbewegingen per jaar (4 personen x 2 vervoersbewegingen/persoon x365 dagen/jaar= 2920 jaarlijkse vervoersbewegingen). Dit is minder dan 70.000 jaarlijkse vervoersbewegingen (VITO tabel 3, licht verkeer, KDW =6 en afstand = 0). Dit betekent dat zelfs indien een huis op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact van het verkeer nog niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% de minimis. We kunnen bijgevolg met absolute zekerheid besluiten dat de impactscore van de bouw van deze eengezinswoning, voor wat betreft mobiliteit, lager is dan 1%.
7. INHOUDELIJKE BEOORDELING
Decretale beoordelingselementen
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Grote Hemmenweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.
Zonering
Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.
Waterparagraaf
Hemelwaterverordening
De plannen geven aan dat de verbouwingswerken ook (ingrijpende) werken aan het hemelwaterafvoersysteem en het afvoersysteem van afvalwater omvatten.
De bestaande woning wordt tevens uitgebreid.
De horizontale dakoppervlakte van de woning bedraagt 132,71m²
Er dient een hemelwaterput voorzien met een inhoud van 10 000 liter en recuperatie van het hemelwater voor alle toiletten, aansluiting voor een wasmachine, een dienstkraan (poetswater) en een buitenkraan (tuinbesproeiing).
De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een open infiltratievoorziening met een opvangcapaciteit van 3762 liter (minimaal vereist 3390 liter) en een infiltratieoppervlakte van 17,54m² (minimaal vereist 8,22m²).
De verordening is niet van toepassing voor wat betreft de aanleg van de (overige) voorziene verhardingen omdat het hemelwater dat op de verharding valt niet wordt opgevangen en afgevoerd, maar op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem kan infiltreren door het gebruik van waterdoorlatende materialen en/ of kan afwateren in de aangrenzende groenzones.
De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening. Mits de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.
Watertoets
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, legt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets.
De watertoets is een onderzoek van de vergunningverlenende overheid naar mogelijke schadelijke effecten op het watersysteem die veroorzaakt kunnen worden door het aangevraagde project.
Het voorliggende project heeft een eerder beperkte oppervlakte, maar ligt wel in een pluviaal overstromingsgebied.
Op 15/10/2024 werd er door de Provincie, dienst Water en Domeinen een gunstig advies verleend, nl.:
“Hierbij kan ik u meedelen dat het dossier in het kader van de watertoets gunstig beoordeeld werd.
Het perceel is deels gelegen in overstromingsgebied, maar ter hoogte van de woning is er geen risico op wateroverlast. Het is dan ook niet nodig om hierrond voorwaarden op te nemen in de vergunning.
Indien de verharde oppervlakte minder dan 1000m² bedraagt wordt er door de waterbeheerder geen uitspraak gedaan over de GSV hemelwater. Het is aan de vergunningverlener om na te gaan of hieraan voldaan wordt.”
Conclusie:
Zoals hoger aangehaald voldoet het voorliggende ontwerp aan deze verordening. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
Natuurtoets
Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.
Erfgoed- & Archeologietoets
Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften van het BPA. Er wordt een afwijking gevraagd volgens art. 4.4.9/1 van de VCRO.
Gezien de voorschriften van het BPA de criteria van een goede ruimtelijke ordening weergeven, stemt de aanvraag hiermee overeen, met uitzondering van de gevraagde afwijking:
Het voorste gedeelte van de woning valt binnen de ‘zone met nabestemming’ volgens het geldende BPA. De voorschriften stellen dat bij grondige verbouwingswerken het gedeelte van het gebouw gelegen binnen deze zone niet mag worden verbouwd.
De aanvraag voorziet in het verbouwen, uitbreiden en renoveren van de woning. Ook het gedeelte gelegen binnen de ‘zone met nabestemming’ wordt grondig verbouwd. Hiervoor vraagt men een afwijking.
De afwijking wordt als volgt gemotiveerd binnen de aanvraag:
• Men kiest ervoor de woning te verbouwen en te isoleren gezien de staat van de woning, met uitzondering van het dak, nog zeer behoorlijk is.
• De omgeving kenmerkt zich door een sterke variatie in de dieptes van de voortuinen, waardoor de ligging binnen de ‘zone met nabestemming’ niet als storend wordt ervaren in het straatbeeld. De voortuinzone zoals zichtbaar op het plan BPA is eveneens erg onregelmatig.
• Een woning verderop in de straat, die ook deels binnen de ‘zone met nabestemming’ is gelegen, werd eveneens verbouwd.
• De woning deelt een muur met de links aanpalende woning. Indien het voorste deel van de woning afgebroken zou worden, zou de gedeelde muur deels bloot komen te liggen en geïsoleerd en afgewerkt moeten worden.
• De afbraak van een deel van de woning is constructief moeilijker en veel duurder dan de woning te verbouwen en isoleren.
De motivatie omtrent de kosten is geen stedenbouwkundige kwestie en wordt bijgevolg niet bijgetreden.
De overige motivatiegronden kunnen wel gevolgd worden. Door de afstand tot het voorliggend fietspad en de weg vormt de huidige inplanting geen hinder en is het behoud hiervan aanvaardbaar.
De gevraagde afwijking is bijgevolg aanvaardbaar.
Er werd een akkoord van de eigenaar van de links aanpalende woning (nr. 28) gevoegd bij de aanvraag.
De aanvraag creëert voldoende woonkwaliteit en gebruiksgenot voor de bewoners.
Het aanbrengen van isolatie aan de buitenzijde van gevels en daken tot een maximum van 26 centimeter, voor zover de rooilijn niet overschreden wordt, is vrijgesteld van vergunning. Hierover worden bijgevolg geen verdere uitspraken gedaan.
Voor wat betreft de vraag tot het rooien van de bomen, hiervoor wordt verwezen naar het advies van de dienst facilitair management.
Resultaten van het openbaar onderzoek
Er werd 1 bezwaar ingediend.
Dit bezwaar kan als volgt samengevat worden:
“Inzake hogergenoemd openbaar onderzoek en als mede-eigenaren van het aangrenzend perceel (X) willen wij hiermee bezwaar indienen tegen de volgende door de aanvrager reeds uitgevoerde werken:
- Niveauwijziging van het terrein van de aanvrager, waardoor er een hoogteverschil van 50cm ontstaat t.o.v. ons perceel.
- Storten van bouwpuin aan en over de grens van het perceel waarvan wij eigenaar zijn.
- Storten van snoeihout aan en over de grens van het perceel waarvan wij eigenaar zijn.”
De gemeentelijke omgevingsambtenaar neemt over dit bezwaar volgend standpunt in:
• De aanvraag voorziet niet in enige wijziging van het bestaande maaiveld. Er worden geen reliëfwijzigingen gevraagd. Uit de gegevens binnen de aanvraag en de overige gegevens waarover wij beschikken, kan niet worden vastgesteld dat er vergunningsplichtige reliëfwijzigingen werden uitgevoerd.
Het ingediende bezwaar is niet gegrond en wordt niet weerhouden.
• Wat het storten van bouwpuin en snoeihout op een aangrenzend perceel betreft, hiervan werd geen bewijs toegevoegd. Bovendien gaat het ingediende bezwaar niet over een stedenbouwkundig aspect zodat dit niet wordt weerhouden.
Bespreking van de adviezen
• Het advies van Dienst Water en Domeinen provincie Limburg d.d. 15 oktober 2024 is gunstig.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
• Het advies van dienst facilitair management d.d. 12 november 2024 is voorwaardelijk gunstig:
“Daar het de visie van de gemeente is om het groene karakter van onze gemeente te bewaren en zelfs maximaal te versterken, wensen we dit te bereiken door in eerste instantie de bestaande bomen zoveel mogelijk te behouden en te beschermen, en in tweede instantie door bij nieuwe projecten er voor te zorgen dat er, na realisatie van de werken, minstens één boom per 400m² perceelsoppervlakte aanwezig is.
Deze aanvraag wordt dan ook gunstig geadviseerd, mits aan volgende voorwaarden wordt voldaan:
De verloederde eik, dient behouden te blijven en dient gesnoeid te worden in functie van onderhoud en instandhouding van deze boom.
De te behouden bomen kunnen enkel nog gerooid worden na goedkeuring van een gemotiveerde vergunningsaanvraag.
De bouwheer dient ook de nodige maatregelen te treffen om de te behouden bomen te beschermen tegen de nadelige invloeden van werken, zoals vermijden van bodemverdichting binnen de kruinprojectie en verbod op het stapelen van goederen binnen de kruinprojectie. Ook dienen werken, en zeker grondwerken, binnen de kruinprojectie vermeden te worden.
Volgende linken geven meer info over hoe bomen te beschermen op werven en hoe bomen best gesnoeid worden in functie van onderhoud:
- https://www.vvog.info/publicaties/beschermen-van-bomen
- https://www.deboomdokter.be/bomen-beschermen/
- https://www.vtwonen.be/tuinieren/boom-snoeien~46aa761f“
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
8. ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, met uitzondering van het rooien van de eik, mits het opleggen van voorwaarden.
Gezien het isoleren van de gevels als vrijgesteld beschouwd kan worden, worden hier verder geen uitspraken over gedaan.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert de volgende voorwaarde op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarde
• Het advies van de dienst facilitair management moet gevolgd worden:
“De verloederde eik, dient behouden te blijven en dient gesnoeid te worden in functie van onderhoud en instandhouding van deze boom.
De te behouden bomen kunnen enkel nog gerooid worden na goedkeuring van een gemotiveerde vergunningsaanvraag.
De bouwheer dient ook de nodige maatregelen te treffen om de te behouden bomen te beschermen tegen de nadelige invloeden van werken, zoals vermijden van bodemverdichting binnen de kruinprojectie en verbod op het stapelen van goederen binnen de kruinprojectie. Ook dienen werken, en zeker grondwerken, binnen de kruinprojectie vermeden te worden.”
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 11/12/2024 en volgt dit standpunt integraal.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het gedeeltelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Arkadiusz Andruszkiewicz wonende te Grote Hemmenweg 26 te 3520 Zonhoven voor het renoveren en uitbreiden van de woning na het slopen van aanbouwen en een bijgebouw en het vellen van 2 bomen.
Er wordt een weigering afgeleverd voor het vellen van 1 boom (eik), gelegen te Grote Hemmenweg 26 kadastraal gekend als afdeling 2 sectie C nr. 585M.
Volgende voorwaarde wordt opgelegd:
• Het advies van de dienst facilitair management moet gevolgd worden:
“De verloederde eik, dient behouden te blijven en dient gesnoeid te worden in functie van onderhoud en instandhouding van deze boom.
De te behouden bomen kunnen enkel nog gerooid worden na goedkeuring van een gemotiveerde vergunningsaanvraag.
De bouwheer dient ook de nodige maatregelen te treffen om de te behouden bomen te beschermen tegen de nadelige invloeden van werken, zoals vermijden van bodemverdichting binnen de kruinprojectie en verbod op het stapelen van goederen binnen de kruinprojectie. Ook dienen werken, en zeker grondwerken, binnen de kruinprojectie vermeden te worden.”
Het college van burgemeester en schepenen beslist om de bezwaarindiener in kennis te stellen van de omgevingsvergunning.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer: 2024/00180
Referentie omgevingsloket: OMV_2024115423
De aanvraag, ingediend door Takken Nico en Peeters Ellen wonende te Kruisheideweg 9B te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 26/08/2024 en op 24/09/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.
De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Kruisheideweg 9B, kadastraal gekend als afdeling 3 sectie E nr. 965M.
De aanvraag gaat over het verbouwen en uitbreiden van een bestaande vrijstaande eengezinswoning.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).
1. STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS
De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied en woonuitbreidingsgebied.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan grup afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk, goedgekeurd op 20 juni 2014.
Het project maakt deel uit van de goedgekeurde verkaveling 7204.V.79/4 goedgekeurd op 5 april 1979, het betreft lot 2.
De aanvraag wijkt af van volgende verkavelingsvoorschriften:
• De bouwdiepte:
De verkavelingsvoorschriften stellen dat de maximale bouwdiepte 17m mag bedragen.
Het ontwerp voorziet een maximale bouwdiepte op het gelijkvloers van 21,75m en 15m op de verdieping.
• De bouwhoogte:
De verkavelingsvoorschriften stellen dat de kroonlijsthoogte gelegen moet zijn tussen 3m en 6m ten opzichte van het wegpeil.
Het ontwerp voorzien een kroonlijsthoogte/dakrandhoogte gelegen tussen 3,93m en 8,43m ten opzichte van het wegpeil.
• De dakhelling:
De verkavelingsvoorschriften stellen dat de dakhelling moet liggen tussen 30° en 45°.
Het ontwerp voorziet een plat dak.
• De bouwbreedte:
De verkavelingsvoorschriften stellen dat, mits inachtname van de minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrenzen, de maximale breedte van de bebouwing op 2/3e van de kavelbreedte wordt gesteld (deze kavelbreedte dient voor elk gedeelte der woning worden gemeten, evenwijdig met de rooilijn). De maximale bouwbreedte mag niettemin niet meer dan 20m bedragen.
Het ontwerp voorziet een woning met aangebouwde garage met een totale bouwbreedte van 24,74m. De voorgevel van de woning wordt voorzien met een breedte van 19,49m.
• Inplanting:
De verkavelingsvoorschriften stellen dat de vrijblijvende afgewerkte gevels op minimum 3m van de perceelsgrenzen ingeplant moeten worden.
Het ontwerp voorziet de inplanting van de afgewerkte zijgevel van de aangebouwde garage op 2,03m van de linker perceelsgrens.
De verkaveling is ouder dan 15 jaar. Daarom vormen de verkavelingsvoorschriften niet langer een weigeringsgrond en moet er een toetsing gebeuren van de goede ruimtelijke ordening.
Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.
2. HISTORIEK
Volgende dossiers zijn relevant:
• Stedenbouwkundige vergunning (1991/00084) voor het bouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 24/06/1991.
• Verkavelingsvergunning (7204.V.306) voor het verkavelen van een grond - geweigerd op 03/06/1971.
• Verkavelingsvergunning (7204.V.79/4) voor het verkavelen van een grond - goedgekeurd op 05/04/1979.
• Milieuvergunning 752.4-47 voor opslag van propaangas - goedgekeurd op 27/01/1992.
3. BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG
Beschrijving van de plaats & omgeving
Het perceel bevindt zich aan de Kruisheideweg, een gemeenteweg in Zonhoven.
De omgeving wordt gekenmerkt door vrijstaande en halfopen eengezinswoningen. De woningen zijn opgericht met 1 of 2 bouwlagen onder zowel hellende als platte daken, voornamelijk afgewerkt in een gevelsteen in diverse tinten en texturen. Het perceel is gelegen in een woonlint met achterliggend een woonuitbreidingsgebied.
Het rechts aanpalend perceel is bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning opricht met 1 bouwlaag onder een hellend dak. Het links aanpalend perceel is eveneens bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning opgericht met twee bouwlagen onder een hellend dak.
Het perceel van de aanvraag is bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning opgericht in 1991 met 1 bouwlaag onder een hellend dak. De woning werd ingeplant op 10m uit de voorste perceelsgrens, op 3,02m uit de rechter perceelsgrens op 6,82m uit de linker perceelsgrens. De woning werd opgericht met een bouwbreedte van 19,20m en bouwdiepte van 12m. Aansluitend werd links achteraan een garage aangebouwd tegen de woning met een breedte van 8,05m en een diepte van 8,05m. Hierdoor bedraagt de totale bouwbreedte van de woning met garage 23,95m en de bouwdiepte 20,10m. Deze aangebouwde garage werd ingeplant op minimaal 2,01m uit de linker perceelsgrens. Achteraan het perceel bevindt zich een chalet en vijver.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag gaat over het verbouwen en uitbreiden van een bestaande vrijstaande eengezinswoning, het verwijderen en aanleggen van verhardingen, het dichten van een vijver en het slopen van een chalet.
De bestaande woning wordt verbouwd en uitgebreid. De inplanting van de woning ten opzichte van de voorste perceelsgrens zal omwille van de architectuur gewijzigd worden. Hierdoor zal de woning ingeplant worden op 8,79m uit de voorste perceelsgrens, de inplanting van het hoofdvolume uit de rechter perceelsgrens blijft behouden (3,02m) evenals de inplanting uit de linker perceelsgrens (6,82m). Men zal de woning verhogen tot twee bouwlagen onder een plat dak met een dakrandhoogte van maximaal 7,06m ten opzichte van het maaiveld. De woning wordt aan de voorzijde voorzien van een verticaal accentvolume met een dakrandhoogte van maximaal 8,06m ten opzichte van het maaiveld. Op het gelijkvloers krijgt de woning een maximale bouwdiepte van 15,74m en een bouwbreedte van 19,20m. De verdieping kent aan de linkerzijde een maximale bouwdiepte van 14m, aan de rechterzijde bedraagt deze 9m. De bouwbreedte op de verdieping bedraagt 16,55m. Ter hoogte van de eethoek en keuken voorziet men een (semi) overdekt terras met een oppervlakte van ca. 54m². De bestaande aangebouwde garage zal men eveneens verbouwen. Deze aanbouw wordt uitgevoerd met een plat dak met een dakrandhoogte van 4,41m ten opzichte van het maaiveld, de bouwbreedte van 8,05m blijft behouden en de bouwdiepte wordt verruimd tot 9,15m omwille van een dakoversteek. Hierdoor krijgt de woning een totale bouwdiepte van 21,95m en een bouwbreedte van 23,75m.
Intern wordt de woning op het gelijkvloers ingericht met een inkomhal met wc, een dubbele garage, 3 kleine bergruimten, een zithoek en een eethoek met open keuken. De aanbouw links achteraan zal ingericht worden als tuin-/fietsenberging en gebruikt worden voor het stallen van een aanhangwagen. De verdieping wordt ingericht met een wc, een was-en strijkplaats, een sportkamer, een bureau en twee slaapkamers met elk een gekoppelde badkamer en dressing.
De gevelafwerking van de woning en de aanbouw wordt voorzien in een lichtgrijze gevelsteen gecombineerd met gevelbekleding en buitenschrijnwerk in zwart aluminium. De dorpels worden afgewerkt met een blauwe steen. Het plat dak van het gelijkvloers alsook van de aangebouwde garage zal uitgevoerd worden met een groendak. Het plat dak op de verdieping zal afgewerkt worden met kiezelballast.
Behoudens de woning worden er ook verhardingen verwijderd en aangelegd. De bestaande verhardingen achter de garage en het aangelegd pad naar en rond de vijver en naar de chalet zullen verwijderd worden.
De bestaande inrit en toegangspad zullen heraangelegd worden. Men voorziet een toegangspad naar de voordeur in stapstenen met een breedte van 1m en een diepte van 0,3m. Er wordt een nieuwe inrit voorzien met een breedte van 3m aan de voorste perceelsgrens. Deze inrit geeft toegang tot de inpandige garage. De oprit zal op 2,24m uit de voorste perceelsgrens een breedte aannemen van 7,05m. Deze oprit wordt uitgevoerd in architectonisch beton. De inrit geeft eveneens toegang tot een parkeerplaats aan de linkerzijde met een breedte van 5,55m en een diepte van 5m, uitgevoerd in waterdoorlatende verharding. Vanuit de parkeerplaats wordt door middel van een karrenspoor een toegang tot de aanbouw achteraan de woning voorzien. Het karrenspoor heeft een lengte van 14,73m en beide sporen kennen een breedte van 0.60m. Dit karrespoor wordt eveneens uitgevoerd in waterdoorlatende verharding.
Aan de achterzijde van de woning ter hoogte van de keuken en eethoek wordt een terras aangelegd met een oppervlakte van ca. 54m² in terrastegels.
De bestaande haagbeplanting met een hoogte van 1,80m op de achterste en laterale perceelsgrenzen blijft behouden.
Tot slot bevindt zich achteraan het perceel een serre en een chalet die men zal slopen en een vijver die men zal dichten. Waarna deze ruimte als tuinzone zal ingericht worden.
4. OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 4 oktober 2024 t.e.m. 2 november 2024.
5. ADVIEZEN
Er zijn geen adviezen vereist.
6. EFFECTEN OMGEVING
Project-MER
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
Stikstofdecreet
Voor een eengezinswoning, kunnen we uitgaan van ongeveer 2920 vervoersbewegingen per jaar (4 personen x 2 vervoersbewegingen/persoon x365 dagen/jaar= 2920 jaarlijkse vervoersbewegingen). Dit is minder dan 70.000 jaarlijkse vervoersbewegingen (VITO tabel 3, licht verkeer, KDW =6 en afstand = 0). Dit betekent dat zelfs indien een huis op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact van het verkeer nog niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% de minimis. We kunnen bijgevolg met absolute zekerheid besluiten dat de impactscore van de bouw van deze eengezinswoning, voor wat betreft mobiliteit, lager is dan 1%.
7. INHOUDELIJKE BEOORDELING
Decretale beoordelingselementen
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Kruisheideweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.
Zonering
Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is riolering gepland, of er is riolering aanwezig maar die is nog niet aangesloten op een waterzuivering. Er moet een septische put voorzien worden in afwachting van een aansluiting op de riolering en rioolwaterzuivering.
Waterparagraaf
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023. De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.
Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:
De plannen geven aan dat voor de uitbreiding en verbouwing van de woning met een totale horizontale oppervlakte van 295m² (waarvan134m² groendak) een hemelwaterput voorzien wordt met een inhoud van 26.000 liter en recuperatie van het hemelwater voor wc’s, wasmachine, buitenkranen, besproeien tuin en dienstkraan berging/garage. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een open infiltratievoorziening met een oppervlakte 21,4m² en een volume van 8.000 liter waarmee men voldoet aan de verordening.
De verordening is niet van toepassing op de aanleg van de voorziene verhardingen. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren.
Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.
Natuurtoets
Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.
Erfgoed- & Archeologietoets
Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestaande woonfunctie blijft behouden en is functioneel inpasbaar op deze locatie.
Mobiliteitsimpact
De aanvraag voorziet de aanleg van een inrit die toegang geeft tot de dubbele inpandige garage met een breedte van 3 m ter hoogte van de voorste perceelsgrens, op 2,24m uit de voorste perceelsgrens krijgt deze oprit een breedte van 7,05m. Deze inrit geeft tevens toegang tot een parkeerplaats met een breedte van 5,55m en een diepte van 5m. Vanuit de parkeerplaats wordt door middel van een karrenspoor een toegang tot de aanbouw achteraan de woning voorzien. Zoals eerder aangegeven zal deze aanbouw gebruikt worden als tuin-/fietsenberging en voor het stallen van een aanhangwagen. We kunnen stellen dat men meerdere voertuigen kan stallen op eigen terrein en de last van het autobezit niet wordt afgeschoven op het openbaar domein.
Het aantal autostaanplaatsen stemt overeen met het aantal woongelegenheden à rato van 1,5 per wooneenheid.
Schaal
De huidige inplanting uit de rechter perceelsgrens 3,02m en uit de linker perceelsgrens 6,82m (2,01m omwille van de aanbouw), blijft behouden. Ook de vergunde bouwdiepte blijft behouden uitgezonderd de dakoversteek ter hoogte van de voorgevel en achtergevel van de aanbouw. De aanbouw wordt uitgevoerd met een plat dak in plaats van een hellend dak wat gevoelsmatig lichter overkomt.
De woning wordt afgewerkt met een plat dak met een dakrandhoogte van 7,06m, wat overeenstemt met de nokhoogte van enkele omliggende woningen.
Op de verdieping wordt in de rechter zijgevel 1 raam voorzien op een diepte van 4,20m achter de voorgevellijn. Het raam wordt terugliggend voorzien t.o.v. de uiterste rechter zijgevel waardoor het ingeplant wordt op meer dan 4m van de rechter perceelgrens. In de linker zijgevel worden 3 ramen voorzien op een diepte van respectievelijk 2,68m, 5,27m en 7,75m achter de voorgevellijn en deze worden ingeplant op 9,82m uit de linker perceelsgrens. Hierdoor wordt de privacy van zowel de rechter als de linker aangrenzende buur dan ook gerespecteerd.
De bebouwing in de omgeving varieert sterk qua bouwdiepte, bouwhoogte alsook materiaalgebruik. Rekening houdend met de gevarieerde bebouwing in de omgeving zal de woning niet als storend ervaren worden in de omgeving.
De aanvraag creëert voldoende woonkwaliteit en gebruiksgenot voor de bewoners.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De functie van eengezinswoning blijft behouden, wat zorgt voor het behoud van de woondichtheid die aanvaardbaar is op deze locatie.
Het ontwerp voorziet 295m² bebouwde oppervlakte en 120,59m² oppervlakte aan verhardingen. Rekening houdend met de oppervlakte van het perceel, gelegen in woongebied, bedraagt de footprint (verharding/bebouwingsgraad) zo’n 28%, dit is aanvaardbaar en in overeenstemming met de visie van de gemeente Zonhoven. Er resteert ruim 72% van het terrein wat ingericht zal worden als groene ruimte. Bijkomend bedraagt de verhardingsgraad in de voortuin zo’n 41% wat eveneens aanvaardbaar en in overeenstemming is met de visie van onze gemeente.
De bestaande groene voorzieningen blijven eveneens ongewijzigd, alsook de haagbeplanting met een hoogte van 1,80m op de achterste en laterale perceelsgrenzen. Omwille van verkeersveiligheid dient de hoogte van de haag in de achteruitbouwstrook beperkt te worden tot 1m. De bestaande bomen mogen enkel gerooid worden mits het verkrijgen van een omgevingsvergunning. Deze voorwaarden zullen opgenomen worden in de omgevingsvergunning.
Visueel-vormelijke elementen
De gevelafwerking van de woning en aanbouw is voorzien in een grijze gevelsteen gecombineerd met gevelafwerking en buitenschrijnwerk in zwart aluminium. De woning zal een speelse combinatie worden van open en gesloten volumes met accenten in het zwart.
De architectuur is vrij strak en hedendaags en de gebruikte materialen zijn esthetisch verantwoord en duurzaam.
De bebouwing in de omgeving varieert sterk qua bouwstijl als ook materiaalgebruik. Bijgevolg zal het voorgestelde materiaalgebruik inpasbaar zijn in het straatbeeld.
Cultuurhistorische aspecten
Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.
Bodemreliëf
Volgens de aanvraag wordt het bestaande reliëf niet gewijzigd.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Door de aanvraag ontstaat geen bijkomende hinder.
Resultaten van het openbaar onderzoek
Er werden geen bezwaren ingediend.
8. ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert de volgende voorwaarde op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarde
• De haagbeplanting in de achteruitbouwstrook (vanaf de voorste perceelsgrens tot aan de voorgevel) dient beperkt te worden tot een hoogte van 1m.
• De bestaande te behouden bomen kunnen enkel gerooid worden na het bekomen van de nodige vergunningen. Eventuele vrijstellingen die voor deze bomen zouden kunnen gelden komen te vervallen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 11/12/2024 en volgt dit standpunt integraal.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan Takken Nico en Peeters Ellen wonende te Kruisheideweg 9B te 3520 Zonhoven voor het verbouwen en uitbreiden van een bestaande vrijstaande eengezinswoning, gelegen te Kruisheideweg 9B kadastraal gekend als afdeling 3 sectie E nr. 965M.
Volgende voorwaarden wordt opgelegd:
Stedenbouwkundige voorwaarden
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer: 2024/00194
Referentie omgevingsloket: OMV_2024109439
Inrichtingsnummer: 20240412-0012
Ondernemingsnummer exploitant: 0401291473
De aanvraag, ingediend door BANDEN DE CONDE NV gevestigd te Oostjachtpark 7 te 9100 Sint-Niklaas en Houthandel Vanhamel NV gevestigd te Beringersteenweg 50 te 3520 Zonhoven, werd ontvangen op 11/09/2024 en op 04/10/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.
De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Beringersteenweg 50, kadastraal gekend als afdeling 3 sectie F nrs. 556W, 558X2, 558Y2 en 558Z2.
De aanvraag gaat over het gedeeltelijk wijzigen van de hoofdfunctie, een voorgevel- en zijgevelwijziging, het wijzigen van verhardingen, de regularisatie van een aangebouwd bijgebouw en van verhardingen en het aanvragen van de exploitatie van een ingedeelde inrichting namelijk een bandencentrale.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen en de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).
1. STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS
De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het project maakt deel uit van de goedgekeurde verkavelingswijziging 7204.V.416\04 goedgekeurd op 29 november 2004, het betreft lot 1.
De verkaveling is ouder dan 15 jaar. Daarom vormen de verkavelingsvoorschriften niet langer een weigeringsgrond en moet er een toetsing gebeuren van de goede ruimtelijke ordening.
Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.
2. HISTORIEK
Volgende dossiers zijn relevant:
• Stedenbouwkundige vergunning (1956/00131) voor het bouwen van stapelplaats voor hout + bureel - goedgekeurd op 13/11/1956.
• Stedenbouwkundige vergunning (1958/00163) voor het bouwen van houtstapelplaats (loods) - goedgekeurd op 08/10/1958.
• Stedenbouwkundige vergunning (1960/00191) voor het oprichten van een houtmagazijn en toonzaal - goedgekeurd op 27/04/1960.
• Stedenbouwkundige vergunning (1961/00205) voor het oprichten van een houtmagazijn en toonzaal - goedgekeurd op 02/10/1961.
• Stedenbouwkundige vergunning (1969/00107) voor de uitbreiding magazijn en schrijnwerkerij - goedgekeurd op 03/07/1969.
• Stedenbouwkundige vergunning (1977/00133) voor de uitbreiding houthandel - goedgekeurd op 30/03/1977.
• Stedenbouwkundige vergunning (1998/07877) voor het oprichten van een houtdrenkinstallatie - goedgekeurd op 02/06/1998.
• Stedenbouwkundige vergunning (2003/09332) voor het afbreken van een bestaande hal voor houtopslag en de vervanging door een aangepaste nieuwbouw - goedgekeurd op 22/12/2003.
• Stedenbouwkundige vergunning (2004/09676) voor het regulariseren van een bestaande conciërgewoning en garage - goedgekeurd op 29/11/2004.
• Verkavelingsvergunning (7204.V.416) voor het verkavelen van een grond - goedgekeurd op 08/08/1974.
• Verkavelingsvergunning (7204.V.416\01) voor wijziging van de verkaveling voor de oprichting op lot 1 van de uitbreiding van een op het nevenliggend perceel bestaand houtmagazijn. - goedgekeurd op 18/12/1974.
• Verkavelingsvergunning (7204.V.416\04) voor het wijzigen van de verkavelingsvoorschriften voor de inplanting van de garage in de zijdelingse bouwvrije strook i.p.v. op minimum 3m van de perceelgrens + tuinafsluitingen (muur en betonplaten i.p.v. een haagbeplanting - goedgekeurd op 29/11/2004.
• Milieuvergunning 1VL186/nde voor schrijnwerkerij voor mechanische houtbewerking (3 pk) en opslagplaats van 150 m3 hout --> niet duidelijk of het hout wordt opgeslagen in open lucht of een lokaal (geen rubriek geselecteerd) - vergund op 09/01/1962.
• Milieuvergunning 752.2-3 voor houthandel - zagerij en houtbewerking, opslag van hout en mazout - goedgekeurd op 22/11/1991.
• Milieuvergunning 752.2-126 voor houthandel - verandering door uitbreiding en overname - goedgekeurd op 28/05/1998.
3. BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG
Beschrijving van de plaats & omgeving
Het perceel bevindt zich aan de N72 ofwel de Beringersteenweg, een gewestweg in het centrum van Terdonk, in het zuiden van de gemeente Zonhoven.
De nabije omgeving bestaat hoofdzakelijk uit vrijstaande en halfopen eengezinswoningen, gelegen in woongebied. De bebouwing bestaat uit één of twee bouwlagen onder voornamelijk hellende, en is voornamelijk afgewerkt in een gevelsteen in diverse tinten en texturen.
Op het perceel bevindt zich een vergund bedrijfscomplex met de hoofdfuncties houthandel en werkplaats en een bijhorende bedrijfs- conciërgewoning voorzien van een aangebouwde garage. De asfaltverharding werd in het verleden stilzwijgend vergund en ook de grindverharding werd vergund. Deze laatste werd echter groter uitgevoerd dan vergund waardoor een onverharde groenzone en 3 parkeerplaatsen voor bezoekers niet werden uitgevoerd.
Volgens de aanvraag en de informatie waarover wij beschikken werd de linkerzijde van de achteruitbouwstrook niet uitgevoerd zoals vergund met 9 parkeerplaatsen in een KWS- verharding en met onverharde groenzone. Deze zone werd volledig verhard met klinkers. Ook werd de conciërgewoning zonder aktename uitgebreid en werden in de tuinzone van de conciërgewoning tegel- en grindverhardingen en 2 houten terrassen aangelegd. De vergunde haagbeplanting langs de rooilijn werden niet uitgevoerd. De inritten werden ter hoogte van de rooilijnen aanzienlijk breder uitgevoerd dan vergund.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag gaat over het wijzigen van de voorgevel, het wijzigen van de rechter zijgevel zonder stabiliteitswerken, binnenverbouwingen zonder stabiliteitswerken, het gedeeltelijk wijzigen van de hoofdfuncties van het bedrijfscomplex, het aanpassen, verwijderen en regulariseren van verhardingen, de regularisatie van de uitbreiding van de conciërgewoning.
De hoofdfuncties van het bedrijfscomplex wijzigen van houthandel met werkplaats naar bandencentrale voor personenwagens en vrachtwagens met seizoensgebonden opslag van winterbanden voor het cliënteel.
De vergunde overkapping tegen de rechterzijgevel wordt over een lengte van 23,39m en een hoogte van 5,41m dichtgemaakt met sandwichpanelen.
Daarnaast wordt de voorgevel van de werkplaats voor vrachtwagens gewijzigd door het verplaatsen en vergroten van een poort en het plaatsen van 2 bijkomende sectionale poorten. De drie poorten krijgen elk een breedte van 4,5m en een hoogte van 4,5m.
De ruimte binnen het bedrijf wordt verbouwd voor de opslag en het vervangen van banden. Daarbij wordt het voorste deel van het bedrijf ingericht voor personenwagens en het achterste deel voor vrachtwagens. Enkele bestaande scheidingswanden worden verwijderd en er komen enkele nieuwe compartimenten bij.
De bestaande conciërgewoning werd uitgebreid met een L-vormige veranda bestaande uit een donkergrijs aluminium frame, een dorpel in hardsteen een plat dak met een opstaand dakvenster. De veranda is 3,15m hoog en neemt een oppervlakte van 36,6m² in beslag. Het dakvenster steekt 1m uit boven het platte dak.
In de tuinzone van de conciërgewoning werden 2 terrassen aangelegd uit hout met een totale oppervlakte van 63m², een bijkomend verharding van 97m² bestaande uit betonnen tegels.
Er worden groenbuffers voorzien langsheen de zuidoostelijke perceelsgrens van perceel 556/Y2 en langs de noordwestelijke perceelsgrens op het perceel 588/N telkens door een haagbeplanting met een hoogte van 1,8m.
Met uitzondering van de 2 inritten met breedtes van 4m en 8m wordt het perceel ontoegankelijk gemaakt voor voertuigen door een haag met een hoogte van 0,5m.
Een deel van de grindverharding wordt aangepast naar een klinkerverharding waar ook parkeerplaatsen voor bezoekers voorzien worden. De vergunde parkeerplaatsen voor het gebouw worden vervangen door groenzones en uitgevoerd in klinkers.
De asfaltverharding op het achterste deel van de site is in het verleden stilzwijgend vergund.
Tegen de oostelijke perceelsgrens worden 10 parkeerplaatsen voor het personeel voorzien, op de grindverharding worden 9 extra parkeerplaatsen voorzien.
De percelen met de conciërgewoning en de tuinzone zijn kadastraal gesplitst en behoren niet tot dezelfde eigenaar. De verhardingsgraad op deze percelen bedraagt 46,5%. Op de percelen 556/Y2 en 558/Z2 wordt het totale vergunde aandeel aan constructies en verhardingen verminderd tot 97% van de perceelsoppervlakte. De verhardingsgraad van de voortuin vermindert tot 91,5%.
Beschrijving van de milieuaspecten
De aanvraag gaat over een nieuwe inrichting, namelijk een bandencentrale met 4 autobruggen, 2 compressoren, het stallen van 3 voertuigen (1 vorkheftruck, 2 bestelwagens), de opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen en de opslag van winter- en zomerbanden.
Met volgende aangevraagde rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
15.1.1° | stallen van 3 voertuigen andere dan personenwagens (Nieuw) | 3 voertuigen | 3 |
15.2. | gebruik van 4 (kleine) autobruggen voor het uitvoeren van bandenwissels (Nieuw) | 4 bruggen | 3 |
16.3.2°a) | 2 compressoren: 1x 7,5 kW en 1x 5 kW (Nieuw) | 12,5 kW | 3 |
17.4. | opslag van 150 liter GHS-gelabelde producten in kleinere verpakkingen. Het zal onder andere gaan over corrosieve producten en kuisproducten voor de burelen die ook een GHS-label hebben. De aangevraagde hoeveelheid is een absoluut maximum. Er worden geen ontvlambare gassen cat. 1 of ontvlambare vloeistoffen van cat 1, 2 of 3 opgeslagen. (Nieuw) | 150 liter | 3 |
36.4.1° | opslag van 125 ton banden. Het gaat om ongeveer 15000 banden (Nieuw) | 125 ton | 2 |
Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
15.1.1° | stallen van 3 voertuigen andere dan personenwagens (Nieuw) | 3 voertuigen | 3 |
15.2. | gebruik van 4 (kleine) autobruggen voor het uitvoeren van bandenwissels (Nieuw) | 4 bruggen | 3 |
16.3.2°a) | 2 compressoren: 1x 7,5 kW en 1x 5 kW (Nieuw) | 12,5 kW | 3 |
17.4. | opslag van 150 liter GHS-gelabelde producten in kleinere verpakkingen. Het zal onder andere gaan over corrosieve producten en kuisproducten voor de burelen die ook een GHS-label hebben. De aangevraagde hoeveelheid is een absoluut maximum. Er worden geen ontvlambare gassen cat. 1 of ontvlambare vloeistoffen van cat 1, 2 of 3 opgeslagen. (Nieuw) | 150 liter | 3 |
36.4.1° | opslag van 125 ton banden. Het gaat om ongeveer 15000 banden (Nieuw) | 125 ton | 2 |
4. OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 14 oktober 2024 t.e.m. 12 november 2024.
5. ADVIEZEN
Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:
• dienst patrimonium
• dienst mobiliteit
• dienst lokale economie
• Agentschap Wegen en Verkeer
• Inter
• Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie
• Fluvius.
6. EFFECTEN OMGEVING
Project-MER
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
Effecten op de omgeving
In toepassing van het Decreet over de programmatische aanpak stikstof d.d. 26 januari 2024 werd een impactscoreberekening aan het dossier toegevoegd. Uit de berekening blijkt dat de uitstoot van stikstofoxiden veroorzaakt door de uitbating van het mobiliteitsgerelateerd project en door de exploitatie van de Ingedeelde Inrichting of Activiteit geen overschrijding van de drempelwaarde veroorzaken. Er is bijgevolg geen passende beoordeling vereist.
7. INHOUDELIJKE BEOORDELING
Decretale beoordelingselementen
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Beringersteenweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.
Wat betreft de toegang van personen met een functiebeperking tot voor het publiek toegankelijke onroerende goederen werd d.d. 23/10/2024 een gunstig advies verleend door Inter Vlaanderen.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.
De aanvraag gaat, onder andere, over de uitbreiding van een bedrijfswoning. Artikel 4.3.6. van de VCRO stelt dat voor het bouwen of uitbreiden van een bedrijfswoning bij een bedrijf, in een daartoe geschikt bestemmingsgebied, een omgevingsvergunning kan worden verleend voor een volume van ten hoogste 1.000 m³, of 1.250 m³ in geval van bewoning door meer dan één met het bedrijf verbonden gezin. Een vergunning moet geweigerd worden als de aanvraag betrekking heeft op het oprichten van een tweede of een bijkomende, vrijstaande bedrijfswoning bij eenzelfde bedrijf.
Gezien de aanvraag gaat over het uitbreiden van de bedrijfswoning met een veranda tot een brutovolume van minder dan 700m³, wordt er voldaan aan deze bepalingen.
Zonering
Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.
Toegankelijkheid
De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen, tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid. Dit besluit trad in werking op 1 maart 2010.
Om die reden werd advies gevraagd aan Inter Vlaanderen. Op 23/10/2024 werd er door Inter Vlaanderen een gunstig advies verleend.
Waterparagraaf
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023. De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.
Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:
De verordening is niet van toepassing, omdat de uitbreiding van de conciërgewoning enkel via dakgoten en een standpijp infiltreert in een groenzone die voldoende groot is en de nieuwe verhardingen ter plaatse ofwel direct in een naastliggende groenzone die voldoende groot is infiltreren.
Uit de watertoets blijkt dat er verder geen bijkomende bijzondere maatregelen genomen moeten worden.
Natuurtoets
Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.
Erfgoed- & Archeologietoets
Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien het goed zich niet in een beschermde archeologische site en ook niet in een vastgestelde archeologische zone bevindt en de oppervlakte van de vergunningsplichtige bodemingreep kleiner is dan 1000 m².
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
De verkaveling is ouder dan 15 jaar. Daarom vormen de verkavelingsvoorschriften niet langer een weigeringsgrond, en moet er een toetsing gebeuren van de goede ruimtelijke ordening.
Functionele inpasbaarheid
De bestaande houthandel met werkplaats en conciërgewoning wijzigt naar een bandencentrale met seizoensgebonden opslag van winterbanden met conciërgewoning. Aangezien de omvang van het bedrijf niet wijzigt en de functiewijziging van dien aard is dat er een nauwe relatie is met onder andere de woonomgeving en de bestemming, blijft de functie inpasbaar in deze omgeving.
Mobiliteitsimpact
De gemeente Zonhoven hanteert volgende parkeernorm voor een bedrijf met kantoorruimte, verkoopsruimte, opslagruimte en conciërgewoning: 1 autostaanplaats per 20m² kantoor- of verkoopsruimte, 1 per 200m² opslagruimte, 1 per 50m² overige bedrijfsruimte en 2 autostaanplaatsen voor de conciërgewoning.
De aanvraag komt hieraan tegemoet, want er worden 19 niet-overdekte parkeerplaatsen, 4 parkeerplaatsen in het hoofdgebouw en 3 parkeerplaatsen in aangebouwde bijgebouwen voorzien waarvan 1 voor de bewoners van de conciërgewoning. Er worden daarnaast nog 6 parkeerplaatsen voor bezoekers ingericht. Het totaal komt neer op 32 parkeerplaatsen.
Schaal
De schaal van het hele complex wijzigt niet met uitzondering van de te regulariseren uitbreiding van de conciërgewoning met 36,6m² en een hoogte die gelijk is aan de woning. Het gaat om een kleine uitbreiding die bovendien niet zichtbaar in het straatbeeld waardoor deze aanvaardbaar is.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De woondichtheid verandert niet en is aanvaardbaar.
Zowel het aandeel aan verhardingen en constructies op de percelen die eigendom zijn van het bedrijf als de verhardingsgraad van de voortuin ervan verminderen licht ten opzichte van de huidige vergunde situatie, zijn bijgevolg een verbetering en zijn aanvaardbaar.
Het aandeel verhardingen en constructies van de conciërgewoning en bijhorende tuinzone, bedraagt 46,5% wat boven de normen van de gemeente Zonhoven ligt. Gezien de conciërgewoning onlosmakelijk deel uitmaakt van het bedrijf waar een aanzienlijke verharding vergund is, is dergelijke overschrijding niet aanvaardbaar. De footprint op de percelen met de conciërgewoning mag maximaal 40% bedragen. Daarom zal er een voorwaarde opgenomen worden dat de houten terrassen dienen verwijderd te worden. Van de resterende verharding kan meer dan 25m² blijven fungeren als terras.
Visueel-vormelijke elementen
Het algemeen uitzicht van het bedrijf wijzigt niet waardoor dit aanvaardbaar is. De uitbreiding van de conciërgewoning maakt gebruik van veelvoorkomende materialen in een onopvallende kleur. Ook dit is aanvaardbaar.
Cultuurhistorische aspecten
Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.
Bodemreliëf
Volgens de terreinprofielen van de aanvraag wordt het bestaande reliëf niet gewijzigd.De aanvraag verduidelijkt echter niet hoe de aansluiting op de aanpalende percelen zal gebeuren. Om hinder op vlak van o.a. de waterhuishouding te voorkomen, moeten volgende voorwaarden worden opgelegd:
Een strook van 1 m langsheen de perceelsgrenzen mag bij eventuele terreinwijzigingen nooit hoger worden gebracht dan het niveau van de aanpalende percelen.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
In de bezwaarschriften is o.m. geluidshinder aangehaald. Ondanks dat het niet duidelijk is dat er door de gedeeltelijke gewijzigde hoofdfunctie meer geluid zal geproduceerd worden dan door de oude werkplaats, is dit een terechte bezorgdheid. Het is daarom belangrijk om de poorten tijdens de werkuren zoveel mogelijk gesloten te houden om op die wijze de geluidshinder te beperken. Dit sluit niet uit dat bijkomende maatregelen in de toekomst nodig zijn, moest dit blijken.
Het is gebruikelijk dat er tussen bedrijvigheid en woningen voldoende bufferzone voorzien wordt. Dit wordt ook zo aangehaald in een van de bezwaarschriften. Gezien de functiewijziging zullen we hier bijkomende voorwaarden over opnemen en extra bufferzone voorzien. Er moeten bufferzones gecreëerd worden d.m.v. haagbeplantingen. Deze hagen moeten geplaatst worden op eigen terrein langs de noordwestelijke grens met 588/N en 583G en langsheen de hele scheidingsmuur die grenst met de percelen 556/C2 en 556/B2 en een hoogte hebben van 2,5m. Daarvoor zal de groenbuffer die nu op 588/N voorzien wordt verplaatst moeten worden. Alle groenbuffers die zich buiten 5m van de rooilijn bevinden moeten een hoogte van 2,5m hebben en een breedte van 1m.
Milieutechnisch luik
Het project voorziet in de aanvraag een ingedeelde inrichting of activiteit, namelijk een nieuwe bandencentrale.
Milieu-aspecten
Er zijn volgende milieutechnische entiteiten: een bandencentrale waar banden van auto's en vrachtwagens gewisseld worden. Er wordt geen onderhoud gedaan van voertuigen. Er zijn twee werkplaatsen voorzien: één voor vrachtwagens en één voor auto’s uitgerust met vier autobruggen. De werkplaatsen bevatten ook verschillende monteermachines voor de banden, uitlijners en bandenkooien. Verder worden twee compressoren aangevraagd, het stallen van drie voertuigen (1 vorkheftruck, 2 bestelwagens) en de opslag van max. 150 liter GHS-gelabelde producten in kleine verpakkingen. Deze gevaarlijke producten worden bewaard in een afgesloten veiligheidskast. In totaal zullen ook max. 125 ton rubberen banden opgeslagen worden in de daartoe bestemde opslagruimtes. Kapotte rubberen banden worden opgeslagen in containers en worden door een erkend ophaler ingezameld.
Er wordt op afspraak gewerkt tussen 8u-17u, behalve op zon- en feestdagen. Aangezien op afspraak gewerkt wordt kan er in de meeste gevallen direct binnengereden worden en moet er niet gewacht worden op de parking. Wanneer toch gewacht moet worden, wordt gevraagd de motor stil te leggen. Op drukke momenten kan de bandencentrale tot 75 klanten per dag bedienen. Per dag worden drie leveringen verwacht (leveren van nieuwe banden, ophalen van oude banden).
De werkplaatsen worden niet verwarmd. De burelen worden verwarmd met een verwarmingsketel met een totaal thermisch vermogen <300 kW. Dit maakt dat de verwarming niet is ingedeeld.
Ligging t.o.v. de buurt
De inrichting is volgens het gewestplan gelegen in woongebied.
In een straal van 100 m zijn ca. 50 (meergezins)woningen gelegen.
Op 7 m van de perceelsgrenzen en op 7 m van de bedrijfsgebouwen staat een woning.
Dit maakt dat de inrichting hinder kan creëren voor de buurt.
Bodem
Het bedrijf valt met volgende rubrieknummers uit de Vlaremindelingslijst onder de categorie van risico-inrichting: 15.2.; waarbij categorie A - oriënterend bodemonderzoek verplicht bij overdracht, sluiting en faillissement, en om de 20 jaar van toepassing is.
In 2003 werd door Houthandel Vanhamel NV in kader van een periodieke verplichting een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd. Er werden geen overschrijdingen aangetroffen van de bodemsaneringsnorm, er dienden op dat moment geen verdere maatregelen genomen te worden.
De aangevraagde activiteit vormt een risico voor bodemverontreiniging.
Het bedrijf neemt volgende maatregelen: de verschillende gevaarlijke vloeistoffen met GHS-label in kleine verpakkingen (corrosieve producten en poetsproducten) worden in een veiligheidskast opgeslagen.
Bijkomend dient absorptiemateriaal aanwezig te zijn om bij morsen de aangepaste maatregelen te kunnen nemen.
De vloeren van de werkplaatsen dienen effen, ondoordringbaar en onbrandbaar te zijn.
Geluidshinder
Door de aard van de activiteiten kan het bedrijf geluidshinder veroorzaken die buiten het bedrijf waar te nemen is: het geluid van de bandenwissels, geluid en trillingen van de compressoren, motoren van (vracht)wagens die draaien, het op- en afrijden van voertuigen.
Het bedrijf neemt al volgende maatregelen: Er wordt gevraagd aan klanten om motoren stil te leggen tijdens het wachten. Er wordt gewerkt met een gesloten poort. Er wordt niet gewerkt op zon- en feestdagen. Er wordt op werkdagen enkel gewerkt tussen 8u-17u.
Het geluid kan in dergelijke mate storend zijn, dat dit een probleem vormt en volgende maatregelen genomen moeten worden: motoren dienen stil gelegd te worden tijdens het laden, lossen, werkzaamheden of pauzes. Er dient gewerkt te worden met gesloten ramen, deuren en poorten.
De compressoren dienen zo geplaatst te worden dat de trillingen geen overlast veroorzaken naar de omgeving toe.
Er moet ten alle tijden voldaan worden aan de geluidsnormen van Vlarem II.
Lichtbeheersing
Het bedrijf maakt geen vermelding van lichtreclame, klemtoonverlichting, verlichting voor de veiligheid en/of uitbating. Indien deze toch voorzien worden, kan dit zorgen voor lichthinder.
Gelet op hoofdstuk 4.6 van Vlarem II: het gebruik en de intensiteit van lichtbronnen in open lucht zijn beperkt tot het noodzakelijke met betrekking tot uitbating en veiligheid. Niet-functionele lichtoverdracht naar de omgeving wordt maximaal beperkt. Klemtoonverlichting wordt gericht op de inrichting of onderdelen ervan.
Lichtreclame mag de normale intensiteit van de openbare verlichting niet overtreffen.
Lozing van afvalwater - Huishoudelijk afvalwater
Het huishoudelijk afvalwater is afkomstig van de sanitaire installaties en het reinigen van de burelen. De werkplaatsen zelf worden enkel ‘droog gekuist’.
De inrichting ligt in een centraal gebied wat maakt dat er geen septische put geplaatst moet worden. Het afvalwater wordt geloosd in de gemengde riolering.
Afvalstoffen
Er worden maandelijks volgende afvalstoffen geproduceerd en gescheiden opgehaald: rubberen banden, restafval, PMD, papier en karton en plastiek.
De grootste afvalfractie betreft kapotte rubberen banden. Deze worden tijdelijk opgeslagen in daartoe voorziene containers en worden op afroep, maar min. 1x per week, opgehaald door een erkende ophaler.
De andere fracties worden ingezameld in rolcontainers en worden tweewekelijks opgehaald door een erkende ophaler.
Binnen het bedrijf wordt geen keukenafval gescheiden ingezameld, wat wettelijk verplicht is (artikel 4.3.2. VLAREMA).
Brandgevaar
De opslag van 125 ton rubberen banden brengt mogelijk brandgevaar met zich mee. De nodige preventieve maatregelen dienen genomen te worden om het risico op brand zo klein mogelijk te houden. De inrichting voldoet aan de sectorale milieuvoorwaarden, zoals bepaald in hoofdstuk 5.36 (Vlarem II). Daarnaast werd een voorwaardelijk gunstig advies verleend door hulpverleningszone Zuid-West Limburg. Er dient voldaan te worden aan de in dit advies opgelegde brandvoorkomingsmaatregelen voordat de inrichting in uitbating mag gaan.
Voorwaarden
Gezien bovenstaande motivering worden volgende voorwaarden voorgesteld:
• Er moet voldaan worden aan de van toepassing zijnde algemene en sectorale voorwaarden zoals bepaald in Vlarem II.
• Er moet absorptiemateriaal voorzien worden om bij morsen van gevaarlijke producten de gepaste maatregelen te kunnen nemen.
• De vloeren van de werkplaatsen dienen effen, ondoordringbaar en onbrandbaar te zijn.
• Rustverstorende werkzaamheden zijn verboden op werkdagen tussen 19 uur en 7 uur alsmede op zon- en feestdagen.
• Motoren dienen stil gelegd te worden tijdens het laden, lossen, werkzaamheden of pauzes. Er dient gewerkt te worden met gesloten ramen, deuren en poorten. De compressoren dienen zo geplaatst te worden dat de trillingen geen overlast veroorzaken naar de omgeving toe. Er moet ten alle tijden voldaan worden aan de algemene en sectorale geluidsnormen van Vlarem II.
• Het bedrijf dient de verschillende bedrijfsafvalstoffen apart in te zamelen, zoals bepaald in de VLAREMA-wetgeving (VLAREMA, art. 4.3.2.).
• Er dient voldaan te worden aan de in het brandweeradvies opgelegde brandvoorkomingsmaatregelen voordat de inrichting in uitbating mag gaan.
Vergunningstermijnen
Het omgevingsproject vraagt een omgevingsvergunning van onbepaalde duur. Gezien bovenstaande motivering, kan dit gevolgd worden.
Resultaten van het openbaar onderzoek
Er werden 4 bezwaren ingediend.
Deze bezwaarschriften kunnen als volgt samengevat worden:
• 1 bezwaarschrift maakt melding van een schending van de privacy en inkijk op hun eigendom
• 2 bezwaarschriften halen de verwachte geluidshinder aan
• 2 bezwaarschriften geven aan dat er problemen te verwachten zijn op het vlak van de verkeersveiligheid
• 3 bezwaarschriften maken melding van een waardevermindering van hun eigendommen ten gevolge van het project
• 3 bezwaarschriften geven aan dat de aard, dan wel de omvang van het aangevraagde niet thuishoort op deze locatie
• 2 bezwaarschriften hebben het over de brandveiligheid.
• 1 bezwaarschrift stelt dat het aangevraagde niet voldoet aan de Vlarem-regelgeving.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar neemt over deze bezwaren volgend standpunt in:
• Betreffende de schending van de privacy ten gevolge van het vrachtverkeer op de locatie is het niet ondenkbaar dat ter hoogte van de percelen bijkomende hinder te verwachten is. Het ingediende bezwaar is gegrond en wordt weerhouden. Er zal bijkomende of aangepaste buffering opgelegd worden langs een deel van de perceelsgrenzen.
• De aard van de activiteiten kan voor geluidshinder naar de omwonenden zorgen. Het ingediende bezwaar is gegrond en wordt weerhouden. Er worden maatregelen opgelegd om hinder door geluid- en trillingen zoveel mogelijk te beperken. Daarnaast blijven de algemene en sectorale milieuvoorwaarden van toepassing.
• Betreffende de verkeerveiligheid werd advies gevraagd aan de wegbeheerder en de interne dienst mobiliteit. Hierbij mag ervan uitgegaan worden dat eventuele kwesties inzake verkeersveiligheid door de bevraagde instanties voldoende onderzocht werden en dat terzake voldoende voorwaarden werden opgelegd teneinde de verkeersveiligheid te garanderen. De ingediende bezwaren zijn op dit vlak niet gegrond en worden niet weerhouden.
• De bezwaren over de waardeverminderingen van eigendommen gaan niet over stedenbouwkundig aspecten en worden niet weerhouden.
• Betreffende de functionele inpasbaarheid en schaal van de nieuwe functie, kunnen we stellen dat deze functies toegestaan worden door de gewestplanbestemming en dat ze vanwege de aard en relatie tot de woonomgeving relevant en aanvaardbaar zijn op deze locatie. De ingediende bezwaren zijn op dit vlak niet gegrond en worden niet weerhouden.
• Inzake brandveiligheid is tijdens de procedure advies gevraagd bij de brandweer. Hierbij mag er uitgegaan worden dat eventuele kwesties inzake de brandveiligheid door de bevoegde instanties voldoende onderzocht werden. Er zijn daarbij door de hulpverleningszone opmerkingen gemaakt en voorwaarden opgelegd. Aangezien de hulpverleningszone een voorwaardelijk advies heeft afgeleverd en geen ongunstig advies, mogen we ervan uitgaan dat mogelijke tekortkomingen inzake brandveiligheid niet van dien aard zijn dat een omgevingsvergunning geweigerd moet worden. De door de brandweer opgelegde voorwaarden, waaronder deze om na het beëindigen van de werken de preventieafgevaardigde in te lichten, zouden dan ook de aanwezige risico’s voldoende moeten beperken. Deze voorwaarden worden opgenomen in de vergunning en bepalen de uitvoerbaarheid van de vergunning. De ingediende bezwaren zijn op dit vlak niet gegrond en worden niet weerhouden.
• Binnen de VLAREM wetgeving worden in de indelingslijst criteria opgelijst die bepalen tot welke klassen een ingedeelde inrichting of activiteit behoort. De aangevraagde rubrieken zijn grotendeels meldingsplichtig en niet vergunningsplichtig. Enkel de opslag van de rubberen banden valt volgens de indelingslijst onder klasse 2, wat maakt dat de aangevraagde activiteiten vergunningsplichtig zijn. Het feit dat er naast banden van auto’s ook banden van vrachtwagens vervangen kunnen worden in de inrichting heeft geen invloed op de bepaling van de klasse waartoe de inrichting behoort. Het ingediende bezwaar is op dit vlak niet gegrond en wordt niet weerhouden.
Bespreking van de adviezen
• Het advies van Agentschap Wegen en Verkeer d.d. 18 oktober 2024 is voorwaardelijk gunstig.
Als voorwaarde wordt opgelegd dat de voortuin pas in overeenstemming met het plan mag ingericht worden, na afronding van de aanpassingswerken van het openbaar domein.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarde en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
• Het advies van Inter d.d. 23 oktober 2024 is gunstig.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
• Het advies van Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie d.d. 12 november 2024 is voorwaardelijk gunstig.
De voorwaarden en bemerkingen worden uitvoerig besproken in de bijlage van het advies. Daarbij dient de aanvrager op het ogenblik van de beëindiging van de werken bovendien de preventieafgevaardigde van de betreffende brandweerpost in te lichten teneinde de burgemeester op de hoogte te kunnen brengen van het feit of er al dan niet aan de opgelegde brandvoorkomingsmaatregelen is voldaan.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
• Fluvius heeft op 21 oktober 2024 aangegeven dat ze geen advies gaan verstrekken.
• Het advies van dienst patrimonium d.d. 10 oktober 2024 is gunstig.
Het gedeelte op openbaar domein tussen haag en fietspad/greppel dient een grasberm te worden. De in -en uitritten dienen in waterdoorlatende klinkers aangelegd te worden.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.
• Het advies van dienst mobiliteit d.d. 28 oktober 2024 is voorwaardelijk gunstig.
Voor het personeel is het aantal parkeerplaatsen te hoog. Gebaseerd op modal splitgegevens van werknemers uit het regionaalstedelijk gebied randgemeente is de verwachte behoefte aan parkeerplaatsen 4 stuks.
Om duurzaam woonwerk verkeer te stimuleren is het aangewezen om in het ontwerp een fietsenstalling voor het personeel te voorzien. Deze is bij voorkeur overdekt. De inrichting is in overeenstemming met de ontwerprichtlijnen zoals geformuleerd in het vademecum fietsvoorzieningen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich deels aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden, met uitzondering van het aantal parkeerplaatsen voor werknemers aangezien de parkeernorm van de gemeente 27 parkeerplaatsen vereist en er 32 worden aangelegd, mogen slechts 5 van de voorziene parkeerplaatsen voor werknemers vervangen worden door een fietsenstalling i.p.v. 6. Voor dergelijke constructie moet mogelijk een afzonderlijke omgevingsvergunning bekomen worden.
• Het advies van dienst lokale economie d.d. 12 november 2024 is gunstig.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
8. ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen voor het gedeeltelijk wijzigen van de hoofdfuncties houthandel met werkplaats en conciërgewoning naar bandencentrale met seizoensgebonden opslag van rubberen banden en conciërgewoning, voor het wijzigen en aanleggen van een deel van de verhardingen, voor het wijzigen van de voorgevel, het uitbreiden van de conciërgewoning.
Er wordt een weigering afgeleverd voor het regulariseren van 2 houten terrassen.
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de uitbating van een bandencentrale in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, mits het opleggen van voorwaarden. De vergunning kan verleend worden voor onbepaalde duur.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarden
• Het advies van de dienst mobiliteit moet gevolgd worden voor wat betreft het plaatsen van een overdekte fietsenstalling conform het vademecum fietsvoorzieningen en het opofferen van enkele parkeerplaatsen voor werknemers ten behoeve van deze fietsenstalling. Het advies moet niet gevolgd worden voor het concreet aantal parkeerplaatsen dat hiervoor opgeofferd wordt. Er moeten slechts 5 parkeerplaatsen voor werknemers voorzien voor de fietsenstalling. Voor dergelijke constructie moet mogelijk een afzonderlijke omgevingsvergunning bekomen worden.
• Het advies van de dienst patrimonium moet gevolgd worden:
o Het gedeelte op openbaar domein tussen haag en fietspad/greppel dient een grasberm te worden. De in -en uitritten dienen in waterdoorlatende klinkers aangelegd te worden.
• Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer moet gevolgd worden.
• Het advies van de Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie, moet gevolgd worden.
• Er dient een groenbuffer te worden aangelegd in de vorm van een haagbeplanting langs de scheidingsmuur met percelen 556B2 en 556C2.
• De groenbuffer die nu op het perceel 558N voorzien wordt, moet op het perceel 558Z2 aangeplant worden.
• Alle haagvormige groenbuffers die op een afstand van tenminste 5m van de rooilijn moeten worden aangeplant, moeten op een afstand van tenminste 0,5m van de perceelsgrenzen ingeplant worden, een hoogte van tenminste 2,5m en een breedte van 1m hebben.
Bijzondere milieuvoorwaarde
• Er moet voldaan worden aan de van toepassing zijnde algemene en sectorale voorwaarden zoals bepaald in Vlarem II.
• Er moet absorptiemateriaal voorzien worden om bij morsen van gevaarlijke producten de gepaste maatregelen te kunnen nemen.
• De vloeren van de werkplaatsen dienen effen, ondoordringbaar en onbrandbaar te zijn.
• Rustverstorende werkzaamheden zijn verboden op werkdagen tussen 19 uur en 7 uur alsmede op zon- en feestdagen.
• Motoren dienen stil gelegd te worden tijdens het laden, lossen, werkzaamheden of pauzes. Er dient gewerkt te worden met gesloten ramen, deuren en poorten. De compressoren dienen zo geplaatst te worden dat de trillingen geen overlast veroorzaken naar de omgeving toe. Er moet ten alle tijden voldaan worden aan de algemene en sectorale geluidsnormen van Vlarem II.
• Het bedrijf dient de verschillende bedrijfsafvalstoffen apart in te zamelen, zoals bepaald in de VLAREMA-wetgeving (VLAREMA, art. 4.3.2.).
• Er dient voldaan te worden aan de in het brandweeradvies opgelegde brandvoorkomingsmaatregelen voordat de inrichting in uitbating mag gaan.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 03/12/2024 en volgt dit standpunt integraal.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het gedeeltelijk voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan BANDEN DE CONDE NV gevestigd te Oostjachtpark 7 te 9100 Sint-Niklaas en Houthandel Vanhamel NV gevestigd te Beringersteenweg 50 te 3520 Zonhoven voor het gedeeltelijk wijzigen van de hoofdfuncties houthandel met werkplaats en conciërgewoning naar bandencentrale met seizoensgebonden opslag van rubberen banden en conciërgewoning, voor het wijzigen en aanleggen van een deel van de verhardingen, voor het wijzigen van de voorgevel, het uitbreiden van de conciërgewoning en voor de uitbating van een bandencentrale.
De aanvraag voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit omvat:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
15.1.1° | stallen van 3 voertuigen andere dan personenwagens (Nieuw) | 3 voertuigen | 3 |
15.2. | gebruik van 4 (kleine) autobruggen voor het uitvoeren van bandenwissels (Nieuw) | 4 bruggen | 3 |
16.3.2°a) | 2 compressoren: 1x 7,5 kW en 1x 5 kW (Nieuw) | 12,5 kW | 3 |
17.4. | opslag van 150 liter GHS-gelabelde producten in kleinere verpakkingen. Het zal onder andere gaan over corrosieve producten en kuisproducten voor de burelen die ook een GHS-label hebben. De aangevraagde hoeveelheid is een absoluut maximum. Er worden geen ontvlambare gassen cat. 1 of ontvlambare vloeistoffen van cat 1, 2 of 3 opgeslagen. (Nieuw) | 150 liter | 3 |
36.4.1° | opslag van 125 ton banden. Het gaat om ongeveer 15000 banden (Nieuw) | 125 ton | 2 |
Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid |
15.1.1° | stallen van 3 voertuigen andere dan personenwagens (Nieuw) klasse 3 | 3 voertuigen |
15.2. | gebruik van 4 (kleine) autobruggen voor het uitvoeren van bandenwissels (Nieuw) klasse 3 | 4 bruggen |
16.3.2°a) | 2 compressoren: 1x 7,5 kW en 1x 5 kW (Nieuw) klasse 3 | 12,5 kW |
17.4. | opslag van 150 liter GHS-gelabelde producten in kleinere verpakkingen. Het zal onder andere gaan over corrosieve producten en kuisproducten voor de burelen die ook een GHS-label hebben. De aangevraagde hoeveelheid is een absoluut maximum. Er worden geen ontvlambare gassen cat. 1 of ontvlambare vloeistoffen van cat 1, 2 of 3 opgeslagen. (Nieuw) klasse 3 | 150 liter |
36.4.1° | opslag van 125 ton banden. Het gaat om ongeveer 15000 banden (Nieuw) klasse 2 | 125 ton |
De vergunning kan verleend worden voor onbepaalde duur
Er wordt een weigering afgeleverd voor het regulariseren van 2 houten terrassen, gelegen te Beringersteenweg 50 kadastraal gekend als afdeling 3 sectie F nrs. 556W, 558X2, 558Y2 en 558Z2.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Bijzondere milieuvoorwaarde
Het college van burgemeester en schepenen beslist om de bezwaarindiener in kennis te stellen van de omgevingsvergunning.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van de provincie Limburg van 12 november 2024, nl.:
“Hierbij deel ik u mee dat het beroep van mevrouw Jacobs Marleen, Nieuwe Hazendansweg 9, 3520 Zonhoven, ingesteld tegen de beslissing d.d. 2024-09-24, van het college van burgemeester en schepenen van Zonhoven, waarbij aan een weigering afgegeven werd, voor het project ‘Verkavelen van grond’, ter plaatse Hazendansweg 9, 3520 Zonhoven, als administratief volledig en ontvankelijk wordt beschouwd. Het onderzoek van het beroep wordt heden gestart.
Overeenkomstig artikel 66 van het Omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014 moet de deputatie uitspraak doen over uw beroep binnen een termijn van 120 dagen na datum van de ontvankelijk- en volledigverklaring van het (laatste) beroep. Deze termijn kan éénmalig met 60 dagen worden verlengd in uitzonderlijke omstandigheden (organisatie van nieuw openbaar onderzoek, toepassing van de administratieve lus of aanvraag die wegenwerken omvat) of op gemotiveerd verzoek van de vergunningsaanvrager.
Er zal een hoorzitting georganiseerd worden op 4 februari 2025. Hiervoor zal u nog een aparte uitnodiging ontvangen.”
Volgende argumentatie werd gevoegd bij het beroepsdossier:
“Met referentie naar het dossier met refertenummer OV/KM 1378.C.874.2.
In de beslissing tot weigering van de omgevingsvergunning kan u het volgende lezen:
“Uit het advies van Fluvius System Operator dd. 24/06/2024 blijkt dat in functie van de nettransitie een distributiecabine voor elektriciteit noodzakelijk is in de projectzone. Deze zone werd niet voorzien op het verkavelingsplan. De gemeentelijke omgevingsambtenaar is van oordeel dat de elektriciteitsvoorziening in de omgeving dient gewaarborgd te blijven na realisatie van nieuwe ontwikkelingen. Fluvius System Operator is hiervoor gelet op haar expertise het best geplaatst om aan te geven waar een elektriciteitscabine al niet vereist is. Bijkomend is er op het eigendom voldoende ruimte om een elektriciteitscabine op te richten zonder in te boeten op het aantal kavels en op de oppervlakte van de bouwstroken, en zonder de goede ruimtelijke ordening in het gedrang te brengen. Enkel dient een aanpassing aan het ontwerp te gebeuren van twee open bebouwingen naar twee halfopen bebouwingen zodat er nog een zone overblijft voor het oprichten van een elektriciteitscabine.”
Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de Omgevingsambtenaar.
Aanvragers zijn het echter manifest oneens met deze beslissing en wel op basis van volgende redenen:
• Eikenboom van meer dan 100 jaar oud
De beslissing en de zogenaamde aanpassing aan het voorliggend ontwerp naar twee halfopen bebouwingen gaat volledig voorbij aan het feit dat op lot 1 aan de linkerzijde een oude Eikenboom staat. Het zogenaamd voorzien van twee halfopen bebouwingen brengt hier dus geen soelaas aangezien de toekomstige eigenaars van lot 1 bij een halfopen bebouwing moeilijk een oprit kunnen voorzien aan de linkerkant van het perceel. Verder is het niet uit te sluiten dat het oprichten van deze cabine gelet op de ouderdom van de Eikenboom (en de ondergrondse wortels), de boom niet zal doen aantasten, laat staan doen afsterven.
• Het gaat niet zomaar over een standaard ‘elektriciteitscabine’
De voorschriften voorzien een plaatsing van een distributiecabine waarvoor een perceel grond nodig met de vereiste afmetingen van 5m x 6m. Deze grond moet daarbij nog eens kosteloos worden afgestaan aan Fluvius. Deze oppervlakte van 30 m2 maakt de percelen in feite gewoon onbruikbaar, zowel in een open als in een halfopen bebouwingconstructie. Het stuk grond wordt immers onderverdeeld in twee percelen van +/- 15 meter breed. De voortuinstrook bedraagt in beide gevallen ongeveer 120 m². Moesten we verplicht worden zo’n distributiecabine te plaatsen, betekent dit dat minstens ¼ (!) van de voortuinstrook ter beschikking gesteld moet worden aan Fluvius.
Tevens heeft de cabine een omvang van 2,7m op 3,45m.
Zodat het voorzien van deze distributiecabine esthetisch niet verantwoord is, voor een grote minwaarde zorgt, visuele hinder creëert en het volledig vooraanzicht van de woningen in het gedrang brengt. Want in tegenstelling tot wat alle besluiten van diverse gemeente/stadsraden in zeer algemene bewoordingen beweren, wordt de constructie niet uitgevoerd in duurzame en esthetische verantwoorde materialen en gaat de constructie ook niet op binnen de groene omgeving.
• Niet verenigbaar met de voorziene stedenbouwkundige voorschriften.
Vervolgens is de plaatsing van de distributiecabine niet verenigbaar met de voorziene stedenbouwkundige voorschriften in Zonhoven. De inplanting van de woning moet immers gebeuren in harmonie met het straatbeeld. Het is ons niet duidelijk hoe zo’n distributiecabine van 2,70m op 3,45m past in harmonie van het straatbeeld. Vervolgens moet er minstens 1,5 parkeerplaats per woonentiteit voorzien worden (naar boven af te ronden) op eigen perceel en mogen in de voortuinstrook enkel de strikt noodzakelijke verhardingen (beperkte inrit, beperkt looppad) toegestaan worden, aangevuld met eventueel een parkeerplaats, waarvoor de voortuinstrook in principe max. 50% verhard mag worden. Indien er reeds 25 % afgestaan moet worden aan Fluvius, blijft er nog maar 25 % over van het gedeelte dat verhard mag worden.
• De verplichting creëert een ongelijke behandeling en is disproportioneel
Bijkomend is het opleggen van zulke verplichting op een perceel waar geen appartementencomplex of projectbouw op opgericht wordt, maar louter een gezinswoning door een particulier manifest in strijd met het beginsel 'gelijkheid van de burgers voor de openbare lasten'. Het staat vast dat het plaatsen van zo’n distributiecabine op één van de voormelde percelen lasten oplegt die groter zijn dan deze die de burger in het algemeen belang moet dragen, zeker in verhouding tot andere burgers. Iedereen betaalt evenveel belastingen en iedereen draagt bij aan de netsuitbreiding. Het betreft hier een eigendomsbeperking die onevenredig nadelig is en niet gelijkelijk over de gemeenschap wordt verdeeld.
Aangezien het duidelijk gaat over een netsuitbreiding dienstig voor een groot deel van Zonhoven en niet zozeer omwille van de opdeling in twee percelen (waar voorlopig maar één gezinswoning op gebouwd zal worden), lijkt het ons inziens aannemelijker dat hiervoor gemeentelijke grond ter beschikking gesteld wordt waarop de distributiecabine geplaatst kan worden.
Mede daarom zijn wij gaan kijken naar de gronden rond de betreffende percelen en hebben wij aan de gemeente Zonhoven meegedeeld dat schuin tegenover de betreffende percelen er hier ruimte voor is, zonder dat er veel last is voor de overige bewoners van de aanpalende straten. Hierop hebben noch reactie, noch motivatie mogen ontvangen van de gemeente Zonhoven. Het geeft ons de indruk dat de gemeente het gemakkelijker vindt de zware last bij de burger te leggen dan zelf enige verantwoordelijkheid te dragen.
• Onevenredige verhouding
Naast voorgaande argumenten dat de twee halfopen bebouwingen geen antwoord bieden op het plaatsen van een distributiecabine, is de opgelegde aanpassing van het verkavelingsontwerp van twee open bebouwingen naar zogenaamd twee halfopen bebouwingen louter om een stuk grond af te staan aan Fluvius voor het oprichten van een distributiecabine niet in verhouding tot de nadelen die hieraan ondervonden worden, zeker niet aangezien de oprichting hiervan het gemeentelijk belang dient, en niet enkel privaat belang.
Een halfopen bebouwing biedt namelijk stedenbouwkundig minder mogelijkheden, biedt minder privacy en meer geluidsoverlast.
• Rechtsonzekerheid
Tenslotte willen we nog meegeven dat het standpunt van de Omgevingsambtenaar in onderhavige weigeringsbeslissing dat Fluvius System Operator gelet op haar expertise het best geplaatst is om aan te geven waar een elektriciteitscabine al niet vereist is, en dat de elektriciteitsvoorziening in de omgeving dient gewaarborgd te blijven na realisatie van nieuwe ontwikkelingen, niet doortrekt naar andere dossiers, en op deze manier rechtsonzekerheid creëert.
In een ander dossier heeft Fluvius System Operator op 9 mei 2023 immers identiek hetzelfde advies geformuleerd als in onderhavig dossier, waar dat de Omgevingsambtenaar in tegenstelling tot ons dossier, van mening is dat het advies van Fluvius niet gevolgd moest worden en dus zijn eigen advies dat Fluvius System Operator gelet op haar expertise het best geplaatst is om aan te geven waar een elektriciteitscabine al niet vereist is, niet opvolgt!”
Advies dienst:
De gemeentelijk omgevingsambtenaar (GOA) blijft bij het voorgaand standpunt en wenst hiervoor te verwijzen naar het verslag GOA d.d. 9/09/2024.
Het college van burgemeester en schepenen beslist het ingediende beroep negatief te beoordelen en behoudt het standpunt van 24 september 2024.
VCRO - HOOFDSTUK III Het stedenbouwkundig attest
Artikel 5.3.1. (23/02/2017- ...)
§ 1. Het stedenbouwkundig attest geeft op basis van een plan aan of een overwogen project voor stedenbouwkundige handelingen of voor het verkavelen van gronden in redelijkheid de toets aan de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening zal kunnen doorstaan. Het wordt afgeleverd door de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Het stedenbouwkundig attest kan niet leiden tot de vrijstelling van een vergunningsaanvraag.
§ 2. De bevindingen van het stedenbouwkundig attest kunnen bij het beslissende onderzoek over een aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of voor het verkavelen van gronden niet worden gewijzigd of tegengesproken, als:
1° in de periode waarin het stedenbouwkundig attest geldt, geen sprake is van substantiële wijzigingen van het betrokken terrein of wijzigingen van de stedenbouwkundige voorschriften of de eventuele verkavelingsvoorschriften;
2° de verplicht in te winnen adviezen of de tijdens het eventuele openbaar onderzoek ingediende standpunten, opmerkingen en bezwaren geen feiten of overwegingen aan het licht brengen waarmee bij de opmaak van het stedenbouwkundig attest geen rekening is gehouden;
3° het stedenbouwkundig attest niet is aangetast door manifeste materiële fouten.
§ 3. Het stedenbouwkundig attest blijft geldig gedurende twee jaar vanaf het ogenblik van de uitreiking ervan.
§ 4. De Vlaamse Regering kan nadere formele en procedurele regels bepalen voor de toepassing van dit artikel.
De aanvraag betreft het bouwen van een halfopen meergezinswoning (zonevreemd).
De aanvraag werd op 10/06/2024 ontvangen.
HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT
Stedenbouwkundig
Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.
Milieu
/
ADVIEZEN
Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie
Agentschap Natuur en Bos
De Watergroep
Provinciale dienst Water & Domeinen
Fluvius
Dienst facilitair management
MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE
De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om na te gaan of deze al dan niet valt onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.
STEDENBOUWKUNDIG ADVIES
TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN
OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Gewestplan
De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woonuitbreidingsgebied.
Woonuitbreidingsgebied
Op 24 mei 2023 keurde het Vlaams Parlement het Decreet Woonreservegebieden goed. Het werd op 26 mei door de Vlaamse Regering bekrachtigd en afgekondigd. Op 27 juni 2023 is het gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, waardoor het volledige decreet in werking is vanaf 7 juli 2023.
Definitie VCRO, artikel 1.1.2
19° woonreservegebied: een gebied dat ressorteert onder:
Artikel 5.6.10 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) bepaalt dat in woonreservegebieden omgevingsvergunningen voor het verkavelen van grond of voor het bouwen van woningen of gebouwen met aan het wonen verwante functies kunnen worden toegestaan:
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg, een ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
De aanvraag voldoet principieel niet aan de geldende bestemmingsvoorschriften.
Daarom wordt de aanvraag verder onderzocht op basis van de afwijkingsbepalingen zoals voorgeschreven in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de gehanteerde richtlijnen en omzendbrieven.
De vergunningverlenende overheid zal slechts toepassing kunnen maken van de afwijkingen in het ruimtelijk vergunningenbeleid als de vergunningsaanvrager dit uitdrukkelijk motiveert in zijn aanvraagdossier.
AFWIJKINGEN VAN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Afwerkingsregel
Artikel 4.4.3.
Voor een perceel dat in een woonreservegebied ligt, kan een omgevingsvergunning voor het bouwen van een eengezinswoning worden afgegeven, indien voldaan is aan alle hiernavolgende voorwaarden :
1° de nieuwe woning is van :
2° ...;
3° het bouwvolume van de nieuwe woning bedraagt ten hoogste 1 000 m³;
4° de aanpalende bestaande woning of woningen is of zijn per 1 september 2009 op het ogenblik van de vergunningsaanvraag voor de nieuwe woning hoofdzakelijk vergund en niet verkrot.
De mogelijkheid, vermeld in het eerste lid, geldt niet als een aanbouw bij de bestaande woning of woningen uitdrukkelijk verboden wordt door een bijzonder plan van aanleg of een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor de toepassing van het eerste lid, 1°, wordt onder « wachtmuur » verstaan :
1° een wand die op 1 september 2009 deel uitmaakt van een dubbele wand, opgetrokken op de perceelsgrens;
2° een enkele wand die reeds op 1 september 2009 is opgetrokken tot tegen de perceelsgrens, en die beschermd is door een tijdelijke waterafstotende bekleding.
De aanvraag voldoet niet aan de afwijkingsbepalingen:
Uit de bouwplannen (1974/00125) van de aanpalende woning rechts blijkt dat de muur bestaat uit een dubbele wand met een dikte van telkens 14cm, waarbij de perceelgrens te midden van de beide wanden ligt. Er kan principieel gesproken worden over een wachtmuur, mits de uitvoering conform de plannen is.
Stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater
De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 10 februari 2023, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om het dossier te beoordelen op de toepassing van deze verordening. Bij een aanvraag tot omgevingsvergunning, zal het ontwerp minstens moeten voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater om verenigbaar te zijn met de regelgeving.
Riolering
Het perceel is op het zoneringplan voor riolering, goedgekeurd bij Ministerieel besluit de dato 19 september 2008, gelegen in “centraal gebied”. Een individuele voorbehandelingsinstallatie (septische put) moet niet aangelegd worden.
Watertoets
Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte maar vooraan grenst dit aan/ is dit gelegen in een pluviaal overstromingsgebied.
Er werd advies gevraagd aan de waterbeheerder, provinciale dienst Water en Domeinen. Er werd een voorwaardelijk gunstig advies verleend, dat als volgt kan worden samengevat:
Er mag gebouwd worden omdat de berging die verloren gaat, beperkt blijft en er dus geen bijkomende schade veroorzaakt wordt aan derden of aan het watersysteem voor zover voldaan wordt aan de onderstaande constructievoorwaarden:
• Het vloerpeil moet minstens 10 cm boven het kritisch overstromingspeil gelegen zijn (i.e. 35 cm
boven de as van de weg).
• Geen openingen in de constructie (in buitenmuren en bodem) mogen voorzien worden onder het kritisch overstromingspeil plus 10 cm.
• Kelders moeten waterdicht worden uitgevoerd.
• Ondergrondse garages zijn niet toegestaan.
• Niet-waterdichte doorvoer van nutsleidingen en andere leidingen onder het kritisch overstromingspeil is verboden.
• Inspectieputten op rioleringen, ontluchtingssystemen moeten waterdicht afgeschermd worden of opgesteld worden boven het kritisch overstromingspeil.
• Ondergrondse tanks moeten verankerd worden tegen opwaartse druk, bijvoorbeeld d.m.v. een
betonnen voetplaat of dekplaat.
• Elektrische installaties die niet waterdicht afgeschermd zijn, moeten 10 cm boven het kritisch
overstromingspeil opgesteld worden.
• Aansluitingen op de riolering moeten afgeschermd worden met een terugslagklep en eventueel met
een eigen pompinstallatie.
• Kruipkelders onder het kritisch peil moeten overstroombaar blijven.
• Ophoging van het perceel moet beperkt blijven tot het gebouw zelf met een randzone van 3 m rond het gebouw die in helling aansluit bij het niet-opgehoogde gedeelte. Ophoging van een inrit van maximaal 3 m breed is toegestaan. De ophoging mag er niet toe leiden dat water wordt afgevoerd naar lager gelegen aanpalende percelen.
• Alleen waterdoorlatende verhardingen zijn toegelaten. Er kan hierop enkel uitzondering gemaakt worden indien om technische redenen geen waterdoorlatende verharding mogelijk is
CONCLUSIES ONDERZOEK WATERBEHEERDER:
Uit de toepassing van de nadere regels voor de toepassing van de watertoets bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, is gebleken dat het oprichten van een meergezinswoning
in HOB een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan) tot gevolg heeft.
Deze verandering heeft geen betekenisvol schadelijk effect op het watersysteem voor zover de
constructievoorwaarden onder Deel 2 worden opgenomen in de vergunning.
Het wateradvies is dan ook voorwaardelijk gunstig.
Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag doorstaat de watertoets mits voldaan wordt aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater en mits voldaan wordt aan de voorwaarden gesteld door de waterbeheerder.
Decretale beoordelingselementen
Art. 4.3.5.
§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie “wonen”, “verblijfsrecreatie”, “dagrecreatie”, met inbegrip van sport, “detailhandel”, “dancing”, “restaurant en café”, “kantoorfunctie”, “dienstverlening”, “vrije beroepen”, “industrie”, “bedrijvigheid”, “gemeenschapsvoorzieningen” of “openbare nutsvoorzieningen”, kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.
De aanvraag voldoet aan deze bepaling.
Archeologienota
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag. Het perceel is kleiner dan 3000m².
Overige regelgeving
Natuurtoets
Het perceel van de aanvraag is volgens de biologische waarderingskaart aangemerkt als biologisch waardevol en deels als een complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen.
Op het perceel zijn tevens diverse bomen aanwezig, mogelijk deel uitmakend van een bos.
Om deze redenen werd op 14/10/2024 advies gevraagd aan het agentschap Natuur en Bos.
Het advies van 12/11/2024 van het Agentschap Natuur en Bos geeft aan dat geen advies gegeven wordt:
Rechtsgrond
Dit advies wordt verstrekt door het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van de volgende wetgeving:
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende stedenbouwkundige attesten en stedenbouwkundige inlichtingen.
Bespreking aanvraag stedenbouwkundig attest
Met deze aanvraag wordt een stedenbouwkundig attest aangevraagd voor de bouw van een woning in een zone bestemd voor woonuitbreiding. Het perceel is niet onderworpen aan de bepalingen van het bosdecreet
Conclusie
Omdat het perceel niet bebost is, buiten een beschermd gebied ligt en geen bijzondere natuurwaarden heeft, laat het ANB de beslissing over aan de bevoegde instantie.
Het verwijderen van beplanting kan enkel gebeuren buiten het broedseizoen. Het rooien is verboden van 15 maart tot 30 juni.
Erfdienstbaarheden / gemene muren
Vergunningen hebben een zakelijk karakter. Zij worden verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten.
Het is niet de taak van de administratieve overheid zich uit te spreken over het bestaan, de interpretatie en de omvang van subjectieve rechten, zoals bijvoorbeeld het bestaan van een erfdienstbaarheid / het overnemen van een gemene muur.
De aanvrager wordt erop gewezen dat omtrent de gemene muren/ de mandeligheid van muren geen afbreuk wordt gedaan aan de burgerlijke rechten van de betrokken aanpalende eigenaars door het afleveren van een stedenbouwkundig attest.
De aanvraag is niet verenigbaar met de regelgeving omwille van volgende redenen:
De aanvraag voldoet niet aan de afwijkingsbepalingen van art. 4.4.3. van de VCRO:
Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening
OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG
De aanvraag omvat het bouwen van een meergezinswoning in halfopen verband.
BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;
Omschrijving ligging en omgeving
Het perceel van de aanvraag is gelegen aan de Vilhoekstraat, een gemeenteweg ten noordoosten van het centrum van Zonhoven.
De nabije omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk residentiële bebouwing in open en halfopen verband en achterliggend een groen ingevuld gebied. De lintbebouwing eindigt thans bij het rechts aanpalende perceel en zet zich ca. 65m verder naar links weer aan.
Het perceel van de aanvraag maakt deel uit van de onbebouwde ruimte die thans ingevuld is met weilanden en bomenrijen.
Het goed van de aanvraag is onbebouwd en groen ingevuld. Op basis van de luchtfoto’s kan vastgesteld worden dat behoorlijk wat bomen aanwezig zijn alsook een karrenspoor ter ontsluiting van het onbebouwde gebied.
In de ruimere omgeving is eveneens residentiële bebouwing in de vorm van eengezinswoningen de meest voorkomende typologie, al dan niet in combinatie met handelsfuncties. Er zijn tevens enkele meergezinswoningen aanwezig alsook schoolgebouwen en een woonzorgcentrum.
Omschrijving van de aanvraag
De aanvraag omvat het bouwen van een zonevreemde meergezinswoning in halfopen verband.
Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving
In de omgeving zijn diverse woonfuncties aanwezig. De voorziene woonfunctie wordt geacht inpasbaar te zijn in deze omgeving.
Mobiliteitsimpact
Het college verwacht bij het oprichten van meergezinswoningen principieel een aantal autostaanplaatsen dat overeenkomt met het aantal woongelegenheden. De last van het autobezit kan niet volledig op het openbaar domein worden afgeschoven.
Het aantal autostaanplaatsen/ garages dient overeen te stemmen met het aantal woongelegenheden à rato van 1,5 per wooneenheid.
De aanvraag voorziet geen informatie over het aantal woongelegenheden, noch over het aantal parkeerplaatsen.
De impact op de mobiliteit kan bijgevolg niet beoordeeld worden.
De schaal van de voorgenomen werken
De inplanting is voorzien op dezelfde bouwlijn als de rechts aanpalende woning. Op de gemeenschappelijke perceelgrens bedraagt de afstand van de voorgevel tot de voorste perceelgrens 12,34m.
De vrijblijvende gevel rechts wordt voorzien tot op 3,05m afstand tot de rechter perceelgrens.
De breedte van de meergezinswoning zal 9,50m bedragen.
Uit de foto van het inplantingsplan en profiel blijkt dat de bouwdiepte op het gelijkvloers 18m zal bedragen, 12m op de verdieping en ca. 6m voor de dakverdieping (maat niet opgegeven).
Qua bouwhoogte wordt algemeen 6,50m aangehouden voor het gedeelte met verdieping.
In feite wordt een plat dak voorzien, doch om enigszins aan te sluiten op het profiel van de aanpalende wordt een gedeelte van een zadeldak voorzien met aan de voorgevel, over een breedte van ca. 1m langs de zijgevels, een kroonlijsthoogte van 5,50m en een nokhoogte van 9,20m. Aan de voorzijde resulteert dit in een dakuitbouw van 7,50m breed.
De voorziene afmetingen wijken af van de algemeen gehanteerde normen voor bouwdiepte en bouwhoogte. Voor het gelijkvloers dient algemeen een bouwdiepte tot 15m aangehouden te worden, voor de verdieping bedraagt de bouwdiepte ma ximum12m. Er dient een zadeldak, aansluitend op de bestaande bebouwing voorzien te worden, een dakrandhoogte tot 6,50m is uitgesloten evenals een dakuitbouw van 7,50m breed.
Een halfopen bebouwing dient principieel aan te sluiten op het profiel van de eerst gebouwde woning. Dat is hier duidelijk niet het geval.
Er wordt geen enkele motivering aangeleverd voor de afwijkingen.
Het voorgestelde volume is niet aanvaardbaar.
Het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De rechts gelegen woning werd op 9m afstand tot de voorste perceelgrens ingeplant, gemeten aan de rechterzijde. De zijdelingse perceelgrenzen lopen schuin ten opzichte van de weg/ voorste perceelgrens. De nieuw te bouwen meergezinswoning zal hierdoor op een afstand van 12,34m aan de rechterzijde en 15,80m aan de linkerzijde ingeplant worden ten opzichte van de voorste perceelgrens.
De straatbreedte van het perceel bedraagt 12,85m, aan de achterzijde is de breedte 12,55m.
De perceeldiepte bedraagt zo’n 61m. Het gaat hier dus om een terrein dat in verhouding eerder smal is maar een behoorlijke diepte heeft.
In verhouding tot de terreinoppervlakte is de aangegeven verhardingsgraad aanvaardbaar. Er werd evenwel geen info verstrekt over de verhardingen en eventuele bijgebouwen en andere niet overdekte constructies. Aangezien een meergezinswoning vooropgesteld wordt, zonder aan te geven om hoeveel entiteiten het gaat, zal alleszins meer verharding in functie van parkeren voorzien moeten worden dan bij een eengezinswoning.
Daarenboven lijkt het terrein de enige ontsluiting voor het naast- en achterliggende gebied te vormen. Langsheen de Vilhoekstraat is een bomenrij, opgenomen als KLE, aanwezig en op luchtfoto’s is een karrenspoor over het terrein zichtbaar.
Door het gebrek aan de nodige informatie over het aantal woongelegenheden en de totale verhardingsgraad die men zal realiseren, kunnen het ruimtegebruik en de bouwdichtheid niet correct beoordeeld worden.
Hierover wordt dan ook geen uitspraak gedaan.
Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag voorziet geen specifieke informatie betreffende het architecturale ontwerp en het materiaalgebruik, er wordt bijgevolg dan ook geen uitspraak over gedaan.
Cultuurhistorische aspecten
Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.
Bodemreliëf
De aanvraag voorziet geen specifieke informatie betreffende het terreinniveau, er wordt bijgevolg dan ook geen uitspraak over gedaan.
Hinderaspecten met betrekking tot gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De aanvraag bevat onvoldoende informatie om te kunnen stellen dat geen hinder voor de omgeving zal ontstaan.
BESPREKING ADVIEZEN
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
Bij het bouwen van een meergezinswoning dienen de basisnormen: bijlage1, bijlage 2/1 en bijlage 7, nageleefd te worden.
Op basis van de plannen die toegevoegd werden, kunnen wij geen op maat gemaakt advies geven.
We kunnen enkel verwijzen naar de basisnormen van 7/7/94 en zijn wijzigingen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
Rechtsgrond
Dit advies wordt verstrekt door het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van de volgende wetgeving:
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende stedenbouwkundige attesten en stedenbouwkundige inlichtingen.
Bespreking aanvraag stedenbouwkundig attest
Met deze aanvraag wordt een stedenbouwkundig attest aangevraagd voor de bouw van een woning in een zone bestemd voor woonuitbreiding. Het perceel is niet onderworpen aan de bepalingen van het bosdecreet
Conclusie
Omdat het perceel niet bebost is, buiten een beschermd gebied ligt en geen bijzondere natuurwaarden heeft, laat het ANB de beslissing over aan de bevoegde instantie.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
Dit stedenbouwkundig attest heeft enkel betrekking op het feit of er hoofdleiding aanwezig is op de locatie waarvoor dit attest werd aangevraagd.
Er kan niet gegarandeerd worden dat de te bouwen woning aansluitbaar zal zijn op het drinkwaternet, hiervoor dient de locatie van de watermeter te voldoen aan de voorwaarden van De Watergroep. Hierover kan dus pas worden beslist wanneer er plannen voor de woning ter beschikking zijn.
Meer informatie over deze voorwaarden kan u terugvinden op onze website: Bouwen en verbouwen | De Watergroep
ADVIES:
Er is hoofdleiding aanwezig.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
Deze zijn aansluitbaar op de bestaande riolering en hier is geen extra cabine nodig voor dit project. Hier moeten wel forfaits aangerekend worden maar die kunnen we pas aanrekenen met de effectieve aanvraag via het omgevingsloket.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
Daar we als gemeente het bestaande groen maximaal willen behouden, en waar mogelijk zelfs aanvullen, zal er bij de uitwerking van dit dossier in eerste instantie maximaal rekening moeten gehouden worden met de aanwezige bomen. En in tweede instantie zal er moeten nagegaan worden waar er nieuw en kwaliteitsvol groen kan worden aangeplant.
Ook zullen bij de uitwerking van het bouwdossier, minimaal volgende documenten moeten worden toegevoegd:
Via volgende link kan men een lijst van erkende boomverzorgers raadplegen:
https://www.bomenbeterbeheren.org/wp-content/uploads/2014/10/EuropeanTreeWorker.pdf
De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
Uit de bovenstaande motivering blijkt dat aanvraag onvoldoende informatie bevat om te beoordelen of de voorgenomen werken zich voldoende ruimtelijk inpassen in de omgeving. De aanvraag zoals ze nu voorligt is niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
EINDADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag niet in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp niet verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert een negatief stedenbouwkundig attest af te leveren aan de aanvrager voor het bouwen van een meergezinswoning in halfopen verband.
Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar van 12/12/2024 tot het afleveren van een negatief stedenbouwkundig attest aan de aanvrager.
Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een negatief stedenbouwkundig attest aan de aanvrager.
Zending VLM d.d. 5/12/2024
Het landinrichtingsplan (LIP) ‘Openruimtegebied Kiewit-Zonhoven’ werd goedgekeurd bij ministerieel besluit van 20 december 2021. In dit landinrichtingsplan werd bepaald dat een herverkaveling uit kracht van wet uitgevoerd wordt.
De herverkaveling uit kracht van wet wordt uitgevoerd conform het decreet betreffende de landinrichting van 28 maart 2014. De landcommissie Limburg staat in voor de uitvoering van deze herverkaveling en zal binnenkort overgaan tot de uitvoering ervan.
Tijdens de raadpleging van rechthebbenden, georganiseerd van 15 mei tot 14 juni 2024 conform artikel 2.1.38 van het Decreet Landinrichting heeft een rechthebbende een bezwaar ingediend bij de landcommissie over het blok. De landcommissie beslist in te gaan op dit bezwaar met de vraag om uitsluiting van het betreffende perceel (met woning aan de Reuvoortweg). Dit bezwaar leidt dus tot een aanpassing van het herverkavelingplan én zou als bijkomend gevolg hebben dat er ook een wijziging in het dossier moet doorgevoerd worden, meer bepaald het uit blok halen van een zeer klein aangrenzend perceel in eigendom van Zonhoven.
Het perceel in eigendom van de gemeente Zonhoven, kadastraal gekend als: Hasselt, 2de afdeling, Sectie A nr. 12/X/4 en met een oppervlakte van 299 m² zal samen met de woning van de bezwaarindiener gelegen op het aanpalend kadastraal perceel gelegen in Zonhoven, 3de afdeling , Sectie E nr. 713/K met een oppervlakte van 2154 m² uitgesloten worden uit de herverkaveling.
Beide percelen liggen vlak tegen de Slangbeek, langs weerszijden van de beek, die hier de gemeente grens is. Er bevindt zich hier een administratieve fout in het kadaster. Het kleine perceeltje eigendom van Zonhoven ligt volgens het kadaster ten zuiden van de beek (Hasselt), maar hoort ten noorden van de beek te liggen (Zonhoven), vlak tegen die woning die nu uitgesloten wordt. Het perceel moet een aangepast kadastraal nummer krijgen (grondgebied Zonhoven). Het kadaster kan dit ook aanpassen zonder herverkaveling. Zonder de aanpalende percelen heeft het geen nut om dit ene geïsoleerde perceel nog in de herverkaveling te behouden. Het zou de afpaling van de blokgrens ook sterk bemoeilijken. Bovendien waren hier op het terrein geen wijzigingen gepland in functie van ruilingen of te realiseren doelstellingen van de herverkaveling. Het perceel is op het terrein niet waarneembaar wegens de aanwezige gebouwen en tuinen (tot tegen de beek). Het gaat dus over een administratieve rechtzetting.
Conclusie: Het perceel neemt bijgevolg niet deel aan de herverkaveling en de toestand op het terrein blijft zoals ze is. De administratieve rechtzetting is aangevraagd bij het kadaster.
Het college van burgemeester en schepenen beslist akkoord te gaan met het schrijven van VLM d.d. 5/12/2024 betreffende de wijziging van de ingebrachte eigendom in de herverkaveling uit kracht van wet 'Daalheide-Slangbeek'.
Analyserapport.
Het college van burgemeester en schepenen verleende haar akkoord op 20.02.2024, aan het analyserapport, opgesteld door SWECO, in opdracht van Vlaio, voor de verdere ontwikkeling van de voormalige militaire site te Jacob Lenaertsstraat. De volgende fase is de behoeftestudie.
Vlaio vraagt een herbevestiging om de gekozen piste verder te bewandelen, zijnde het verder uitwerken van een visie met hieraan gekoppeld de ambitie rond de herbestemming van de site naar kmo-zone. Volgende vragen worden nog gesteld door Vlaio:
Mag ik vragen dat we nog dit jaar een formele reactie ontvangen zodat we ook de uitbetaling en (eventuele eindfactuur bij stopzetting traject) met Sweco in orde kunnen brengen."
Nota dienst:
Er kan aan Vlaio geantwoord worden dat het eerder ingenomen standpunt gehandhaafd wordt en het bestuur achter het verdere onderzoek staat van de ontwikkeling van deze site. Het voorkeursscenario is nog steeds een ontwikkeling naar een bedrijventerrein.
Er zijn reeds stappen ondernomen om te komen tot een behoefteonderzoek. Deze dienen nog verder uitgewerkt te worden.
Het college bevestigt haar eerder ingenomen standpunt om een omvorming van de voormalige militaire site naar kmo-zone te onderzoeken en vraagt aan Vlaio om de opdracht verder te zetten.
Model beheerovereenkomst;
Opsomming bijkomende percelen;
Plan;
Huurovereenkomsten.
Het agentschap natuur en bos, ANB, huurt veel gronden van de gemeente Zonhoven. De meeste van deze zijn vervat in een huurovereenkomst van 4 oktober 2004 en een huurovereenkomst van 4 november 2004 maar er bestaan ook nog een redelijk aantal toevoegingen en addenda bij deze twee huurovereenkomsten.
Met het oog op administratieve vereenvoudiging, wordt vanuit ANB de vraag gesteld om alle huurovereenkomsten om te zetten naar één beheerovereenkomst.
Er werd van deze opportuniteit ook gebruik gemaakt om het geheel van gronden kritisch te analyseren en waar logisch of nodig bepaalde percelen bij de overeenkomst te voegen. ANB deed hiertoe een voorzet, die erna kritisch bekeken werden door de gemeentelijke administratie. De weerhouden percelen zijn percelen die op heden niet verhuurd of verpacht worden (m.a.w. vrij van enige gebruiker) en vnl. o.w.v. hun ligging logisch zijn om aan ANB in beheer te geven. De voorstellen van ANB die niet weerhouden werden, werden geweigerd omdat deze alreeds verhuurd of verpacht worden aan derden.
Er werd op vraag van het college van burgemeester en schepenen onderzocht welke percelen die ANB bijkomend in beheer wil nemen, oneigenlijk gebruikt worden. Aangezien dit om oneigenlijk gebruik gaat, m.a.w. zonder enige vraag, goedkeuring of overeenkomst, valt over het algemeen niet te achterhalen wie dit doet. Dit is het meeste het geval, waarbij er een bepaald gebruik - vaak gewoon gras - aanwezig lijkt maar we geen idee hebben wie dit doet (9 gevallen). Soms (5 gevallen) lijkt het erop dat aangrenzende eigenaars dit in gebruik hebben genomen maar ook dit kan niet met zekerheid gezegd worden. Enkel voor perceel afd. 3, sectie F, nr 757R15 is het geweten dat dhr. Quintens hier koeien op plaats. ANB is voor dit specifiek perceel al jarenlang vragende partij dit in beheer te mogen nemen, aangezien de (illegale) gebruiker hier een gebruik toepast wat niet strookt met de bestemming van het perceel (gebruik van pesticiden).
Na bijkomende overleg met schepen Vandeput wordt voorgesteld volgende percelen uit de voorgestelde beheerovereenkomst te halen:
- Afd. 2, sectie D, nr. 82 G9 (parking Rendierjagerspad);
- Afd. 4, sectie D, nr. 170K en nr. 4P (percelen tussen wegenis en camping);
- Afd. 3, sectie F, nr. 748P (ligt infrastructuur op).
Over het perceel afd. 2, sectie D, nr. 82R6 werd geen definitieve uitspraak gedaan gedurende het overleg. Dit is een driehoekig perceel ("spie") tussen de Holsteenweg en een onverhard deel van de Hengelhoefseweg (bosweg), toekomstig deel van het Rendierjagerspad. Gelet op het feit dat ANB dit wil huren, er geen bestaande huurovereenkomst met een derde is en het bijkomende werklast is voor gemeentelijke diensten om dit te onderhouden, wordt aangeraden dit mee te verhuren aan ANB. Dit is op heden een klein omheind grasveld (zonder stal), het lijkt erop dat hier soms dieren opstaan maar we weten dit niet met zekerheid en ook niet wie dit doet, er is alleszins wel een duidelijk scheiding met de aangrenzende eigenaar, dit perceel maakt m.a.w. geen geheel uit met diens perceel of tuin.
Er werd in navolging van hetzelfde overleg met schepen Vandeput en na navraag bij VLM eveneens voorgesteld om aan ANB voor te stellen volgende percelen bijkomend aan de beheerovereenkomst toe te voegen:
- Afd. 2, sectie D, nr. 132/K117. Dit is braakliggend, aan de Kauwbosstraat, voorheen in huur bij Guy Metten maar deze heeft op vraag van VLM dit perceel geruild met een braakliggend perceel aan de Daalheideweg;
- Afd. 2, sectie D nr. 82r9 (deel): Het grootste deel van 82r9 wordt al lang gehuurd door ANB. Dit resterend deel zat in huur bij John Willems-Annie Mathuvis maar door hun overlijden heeft deze overeenkomst een einde genomen. ANB is al lange tijd vragende partij dit in beheer te nemen, gelet op de bijzonder waardevolle ligging, duidelijk deel uitmakend van het groter geheel van de Teut en het feit dat deze grond in onbruik was geraakt door de vorige huurders.
De voorgestelde beheerovereenkomst is zonder vergoeding. ANB dient o.b.v. de huidige huurovereenkomsten een jaarlijkse vergoeding te betalen aan de gemeente van, afgerond, 9.000 euro (ongeïndexeerd in 2004 - geïndexeerd in 2023 ongeveer 14.000 euro).
In praktijk wijzigt er voor het overige relatief weinig contractueel bekeken.
Het maatschappelijke belang primeert op het individuele belang.
De verhuring van gronden in natuurgebied aan particulieren heeft quasi steeds oneigenlijk gebruik van deze gronden tot gevolg. Het is niet toegestaan percelen in natuurgebied in gebruik te nemen als paardenweides, vertuining, landbouwdoeleinden, bebouwing. Dit strookt niet met de gewestplanbestemming. Percelen in natuurgebied mogen enkel gebruikt worden om natuurdoelen te realiseren.
De opgesomde percelen die reeds in gebruik zijn door particulieren, hebben dit gedaan zonder een geldige overeenkomst met de gemeente en dus ook zonder vergoedingen hiervoor te betalen.
Verder is het de taak van ANB om de Europese doelstellingen (IHD-doelen) te behalen.
Gelet op bovenstaande gunstig advies om voorgestelde percelen mee te nemen in de beheerovereenkomst van ANB.
Het college van burgemeester en schepenen is principieel akkoord om de huurovereenkomsten met ANB stop te zetten en in de plaats een beheersovereenkomst, waarvan het model toegevoegd is als bijlage bij dit besluit, aan te gaan
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen is principieel akkoord om middels de beheersovereenkomst de percelen in beheer bij ANB, in vergelijking met de huidige huurovereenkomsten, uit te breiden met de percelen vermeld in bijlage, mits volgende wijzigingen:
Toevoeging van de bermen Kauwbosstraat en de percelen afd. 2, sectie D, nr. 132/K117 en afd. 2 sectie D nr. 82r9;
Verwijdering van percelen afd. 2, sectie D, nr. 82 G9, afd. 4, sectie D, nr. 170K en nr. 4P en afd. 3, sectie F, nr. 748P.
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen beslist de beheersovereenkomst ter agendering voor te brengen op de eerstvolgende zitting van de gemeenteraad.
Konings nv dient in overeenstemming met de omgevingsvergunning (cfr. bijlage BD 27 5 2021) een buffer- en infiltratievoorziening aan te leggen. Gezien er op de terreinen van de site K2 daartoe geen mogelijkheid is, wordt gekeken naar enkele percelen grond in de onmiddellijke omgeving van K2, ter hoogte van de Alkenhoofseweg. Op deze percelen beoogt men de realisatie van de volgens de bouwvergunning van 2012 ontbrekende volumes voor buffering en de benodigde oppervlakte voor infiltratie van hemelwater.
Konings nv nam contact op met het gemeentebestuur van Zonhoven om te zoeken naar een oplossing. Het gemeentebestuur schakelde op haar beurt de provincie Limburg (zijnde de vergunningverlenende overheid), Fluvius en Agentschap Natuur en Bos in. Fluvius haakte al vrij snel af, gezien voor de bestaande oppervlakte aan wegenis in dit gebied er voor hen geen noodzaak is om extra regenwater te bufferen.
Tijdens een plaatsbezoek in aanwezigheid van Konings nv, ANB, de provincie en de gemeente is het idee ontstaan om in de plaats van een bufferbekken een infiltratiegracht aan te leggen, naast de spoorlijn, in de richting van het bekken van ANB. Voor ANB is het immers belangrijk dat er steeds voldoende waterbevoorrading is van het vijvergebied De Wijers. De provincie kon hiermee instemmen.
Alle kosten die voortvloeien uit dit proces zijn ten laste van Konings nv. Ook het onderhoud van de infiltratiegracht en de rechtstreeks aangrenzende gronden is ten laste van Konings nv.
Algemeen belang
De realisatie van dit project dient het algemeen belang, doordat het regenwater van de site K2 van Konings nv voortaan rechtstreeks wordt afgevoerd naar een infiltratiegracht waar het langzaam ter plaatse in de ondergrond kan infiltreren. In geval van overvloedige neerslag vloeit het overtollige water naar het bufferbekken van ANB ter hoogte van de Platwijersweg om van daaruit richting het vijvergebied De Wijers te stromen.
Daarnaast loopt dwars door het terrein van site K2 de overwelfde Semmegracht. De Semmegracht wordt gevoed via het pompstation in de Dellestraat. De aanleg van de nieuwe infiltratiegracht past ook in het provinciaal plan om het pompstation in de Dellestraat uit dienst te nemen en om te vormen naar een gravitaire waterloop. Zonder de nieuwe infiltratiegracht zou het betreffende gebied overstromen bij een hevige regenbui, nu kan het water naar de vijvers geleid worden.
Overzicht te nemen acties:
Voor de realisatie van het bufferbekken dienen enkele acties (in willekeurige volgorde vermeld) te worden doorlopen.
A/ Opheffen of verplaatsen van een stuk gemeenteweg
In het verlengde van de huidige Platwijersweg loopt een oude ‘buurtweg’ (thans ‘gemeenteweg’) dwars door deze percelen. Een buurtweg wordt beschouwd als een stuk gemeenteweg zoals bedoeld in het decreet gemeentewegen, waarbij kan worden vastgesteld dat deze buurtweg in onbruik is geraakt en niet langer een functie heeft. De buurtweg dient te worden opgeheven, via een procedure tot gedeeltelijke opheffing van de gemeenteweg conform het decreet gemeentewegen. De opheffing van de gemeenteweg gebeurt middels een besluit tot opheffing van de rooilijn, dewelke moet worden voorgelegd aan de gemeenteraad. Het is mogelijk hiervoor een afzonderlijke procedure te doorlopen, maar de gedeeltelijke opheffing van de gemeenteweg kan eveneens gebeuren in het kader van een aanvraag van een omgevingsvergunning voor de aanleg van de infiltratiegracht.
B/ Grondverhandeling
C/ Erfdienstbaarheid
De gronden waarop de infiltratiegracht is voorzien, zullen in de nieuwe toestand eigendom worden van de gemeente Zonhoven. Bijgevolg dient er een erfdienstbaarheid op deze gronden gevestigd te worden ten voordele van Konings nv. Als titularis van de erfdienstbaarheid zal Konings nv verantwoordelijk zijn voor alle bouwwerkzaamheden en onderhoudswerkzaamheden die nodig zijn voor het aanleggen en onderhouden van de infiltratiegracht. Alle kosten die voorvloeien uit het vestigen van de erfdienstbaarheid, de bouwwerkzaamheden en de onderhoudswerkzaamheden zijn ten laste van Konings nv.
D/ Verder afstemmen bouwvorm en technische uitvoering
De dimensionering van de infiltratiegracht wordt verder afgestemd tussen Konings nv, de gemeente Zonhoven (dienst Patrimonium), de provincie en ANB. Er wordt voorgesteld om de gracht als volgt te profileren: een 35° helling aan de kant van de spoorweg, een vlakke bodem van 0,8 m breed en een zachte uitloop aan de kant van het weiden. Het geheel mag worden meegerekend als infiltratieoppervlakte. Ter hoogte van de aansluiting met de beek onder de spoorweg wordt een dam geplaatst bestaande uit RVS schotten die in de hoogte regelbaar zijn. Het hoogtepeil van het laagste punt wordt gemeten en doorgetrokken tot aan de onderdoorgang ter hoogte van de spoorweg.
E/ Omgevingsvergunning
De aanleg van de infiltratiegracht kan pas worden uitgevoerd nádat er een omgevingsvergunning is verkregen.
Het college van burgemeester en schepenen is akkoord met de intentieverklaring tussen Konings nv en de gemeente Zonhoven voor de aanleg van een buffergracht.
De voormalige eigenaar van Donkeindeweg 38 huurde het stuk wegoverschot eigendom van de gemeente Zonhoven aangrenzend aan hun eigendom. Door het overlijden kwam deze huurovereenkomst automatisch ten einde, het college van burgemeester en schepenen nam hier kennis van in zitting op 9 januari 2024.
Het onroerend goed gelegen te Donkeindeweg 38 werd recent openbaar verkocht.
De nieuwe eigenaar van Donkeindeweg 38 heeft interesse om hetzelfde deel van het aangrenzend stuk wegoverschot, privaat eigendom van de gemeente Zonhoven, aan te kopen.
Recent hebben twee andere aangrenzenden delen van hetzelfde perceel aangekocht, als voorwaarde om aan te kunnen sluiten op het openbaar domein en dit in het kader van hun omgevingsvergunning.
Er zijn geen redenen voorhanden niet principieel hier mee in te stemmen. Deze grond heeft enkel en alleen nut voor de eigenaar van Donkeindeweg 38. Het stuk is nl. te klein om op zichzelf verkocht te worden als bouwlot of enig ander nut te hebben voor derden of het bestuur zelf. Vanuit de gemeente wordt ook een vreemde situatie, met een zeer brede wegberm in privaat eigendom van de gemeente, rechtgezet middels verkoop en kan bijgevolg geen discussie bestaan in de toekomst over het gebruik of onderhoud ervan.
Er wordt voorgesteld Landmeterskantoor Van Eester bv het betreffend deel op te laten meten, te schatten en te prekadastreren. De aanvrager dient, conform het vigerend retributiereglement, eerst een voorschot van 675 euro te betalen om de schattingskosten (gedeeltelijk) te (pre)financieren.
Financieel kader:
Inkomsten | |
---|---|
Actie | AC001067 - De dienst staat in voor de volledige administratieve afhandeling van aankoopdossiers
|
Meerjarenplannummer | MJP000094 - De dienst staat in voor de volledige administratieve afhandeling van aankoopdossiers
|
Jaar | 2024 |
Transactiekrediet | € 10.035,00 |
krediet na opbrengst | € 10.035,00
|
Te voorzien inkomst i.f.v. uitvoering besluit | € 675,00 |
Beschikbaar krediet na vastlegging i.f.v. uitvoering besluit | € 10.710,00 |
De uitgave bedraagt € 955,90. De uitvoering valt onder een raamovereenkomst waarvoor de uitgaande geldstromen alreeds werden goedgekeurd middels de gunning door het college van burgemeester en schepenen in zitting op 30/01/2024, concreet bestelbonnummer 202401446.
Het college van burgemeester en schepenen beslist Landmeterskantoor Van Eester bv aan te stellen om het deel van het perceel gemeentegrond gelegen langs de Donkeindeweg, sectie F nr. 629n/2, nl. het deel ter hoogte van Donkeindeweg huisnr. 38, op te meten, te schatten voor verkoop en te prekadastreren. De aanstelling gebeurt pas na ontvangst van het voorschot van 675 euro van de aanvrager.
Recent informeerde de dienst mobiliteit van de stad Hasselt ons van een petitie van de bewoners van de Slangbeekstraat en Galgebergstraat over het sluipverkeer tussen Hasselt en Zonhoven. Tellingen ter plaatse uitgevoerd door de stad Hasselt bevestigen de stroom woon- werkverkeer die zich dagelijks verplaatst en sluipverkeer veroorzaakt op wegen die hiervoor niet geschikt zijn.
Gemeente Zonhoven ontving de oproep tot deelname aan deze petitie via een anoniem schrijven waarin de overlast van het sluipverkeer ook op Zonhovens grondgebied (Platwijersweg) wordt aangekaart. Er is geen petitie met handtekeningen ontvangen, enkel de oproepbrief aan de omwonenden.
Tijdens het overleg met de mobiliteitsdienst van Hasselt werd deze problematiek besproken en ook het feit dat Hasselt dit verder gaat onderzoeken naar gepaste maatregelen, dewelke vermoedelijk een gevolg zullen hebben voor Zonhoven.
Advies dienst mobiliteit:
Rond deze problematiek neemt de stad Hasselt het voortouw en brengt de situatie momenteel in kaart. Een mogelijke aanpak om het sluipverkeer aan te pakken gebeurt in samenspraak met de gemeente Zonhoven.
Dienst mobiliteit oordeelt dat de problematiek van het sluipverkeer ook een impact heeft op grondgebied Zonhoven. Recente snelheidsmetingen in de Witvenweg (V85= 78 km/u) en Platwijersweg (V85=70 km/u) tonen aan dat de gereden snelheden onaangepast zijn aan het snelheidsregime van 50 km/u. V85 is de snelheid waar 85% van de bestuurders onder zit. Dit betekent dat 15% van de bestuurders snelheden haalt die hoger zijn dan deze snelheden. Bovendien bevindt zich t.h.v. Witvenweg een toegang met parking tot het natuurgebied de Platwijers.
Gelet op bovenstaande staat de dienst mobiliteit positief tegenover het initiatief van de stad Hasselt. Er wordt verder afgewacht welke maatregelen naar voor komen, en wat dit voor Zonhoven betekent.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven rond het sluipverkeer tussen Hasselt en Zonhoven via Platwijersweg.
Het college van burgemeester en schepenen wenst betrokken te worden in de gesprekken hieromtrent.
De wijkagent van de Halveweg signaleert de gevaarlijke verkeerssituatie aan de oversteekplaats voor voetgangers t.h.v. het kruispunt Halveweg/Kortestraat en dit bij het begin en einde van de schooldag.
Er is geen toezicht van een gemachtigd opzichter; de wijkagent geeft aan niet steeds aanwezig te kunnen zijn.
Volgende vragen liggen vanuit de wijkdienst voor:
Dienst mobiliteit stelt voor om deze vragen voor te leggen aan het Agentschap Wegen en Verkeer en hun advies te ondersteunen als er maatregelen genomen dienen te worden.
Het college van burgemeester en schepenen is akkoord om in overleg met het Agentschap Wegen en Verkeer maatregelen te evalueren/uit te voeren om de verkeersveiligheid t.h.v. de oversteekplaats voor voetgangers op de Halveweg te verhogen. De oversteekplaats voor voetgangers dient in regenboogkleuren te worden opgefrist.
Mevrouw Lieve Vandeput vraagt een oplossing voor de gevaarlijke verkeerssituatie in de Eikenenweg (gedeelte tussen het kruispunt met de Hortweidenweg en de Bruinstraat). De snelheid is er onaangepast waardoor het kruisen van voertuigen soms niet op een veilige manier gebeurt. Voor fietsers is dit gevaarlijk omdat er een bocht is in dit weggedeelte en de zichtbaarheid slecht is omwille van een hoge haag.
Volgende vragen legt ze voor:
1. Welke snelheid dient in de Bruinstraat op het plateau aangehouden te worden?
2. Welke oplossing kan er voorzien worden om de snelheid rondom de kapel te matigen?
3. Kan er een oplossing komen om het zicht in de bocht te verbeteren?
4. Is er de mogelijkheid om de automobilist achter de (potentiële aanwezige) fietser te houden zodat de zwakke weggebruiker beschermd wordt wanneer twee auto’s kruisen in de scherpe bocht?
Beschikbare informatie en verkeersregels
Advies vanuit de diensten
Er is geen pasklare infrastructurele oplossing die de aangekaarte problematiek oplost. Bestuurders dienen de verkeersregels te volgen en hun snelheid aan te passen. Indien wenselijk, kan een extern advies i.v.m. inrichting van deze weg ingewonnen worden.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de aangekaarte problematiek maar wenst geen aanpassingen te doen aan de huidige inrichting van deze weg.
De huidige inrichting van het kruispunt Boskrekelstraat/Bijenwolfstraat/Vlinderplein is door de bewoners herhaaldelijk aangekaart in functie van een slechte zichtbaarheid en een onduidelijke voorrangsregeling. De oorzaak is deels de inrichting van dit kruispunt, deels onaangepast rijgedrag.
Er zijn in de periode 2019-2023 geen ongevallen geregistreerd voor deze straten/dit kruispunt.
Dienst mobiliteit stelt voor om zich via een extern advies te laten bijstaan bij de aanpak van deze problematiek. Deze casus past binnen een uit te werken visie rond de weginrichting van dergelijke wijken en het hierrond uit voortvloeiende snelheidsregime (30 km/u, stapvoets verkeer via een woonerfinrichting).
Het college van burgemeester en schepenen is akkoord om de inrichting van de wijk Halveweg te beoordelen en indien noodzakelijk aan te passen n.a.v. de huidige verkeerssituatie. Deze casus past binnen een uit te werken visie rond de inrichting/snelheidsregime in gelijkaardige/nieuwe wijken.
Overwegende dat het in het belang van de openbare orde, rust en veiligheid noodzakelijk is dat er voor de inrichting van bovengenoemde manifestaties, bijzondere verkeersmaatregelen worden getroffen
Het college van burgemeester en schepenen besluit om een tijdelijke politieverordening op het wegverkeer inzake buurtfeest Stenenkruisweg uit te vaardigen als volgt:
Van zaterdag 4 januari 2025 om 12.00 uur tot zondag 5 januari 2025 om 14.00 uur is het verkeer van voertuigen, uitgezonderd deze van hulp- en veiligheidsdiensten, verboden in de Stenenkruisweg tussen de Montgommerylaan en het Eikenenpad.
Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens C3 geplaatst op een nadarafsluiting over de volledige breedte van de rijbaan. De signalisatie moet worden verlicht tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en als de zichtbaarheid minder is dan 200 meter.
Van zaterdag 4 januari 2025 om 12.00 uur tot zondag 5 januari 2025 om 14.00 uur is er uitgezonderd plaatselijk verkeer in de Stenenkruisweg:
Dit verbod wordt ter kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeerstekens C3 met onderbord 'uitgezonderd plaatselijk verkeer'.
Voor het doorgaand verkeer wordt de volgende wegomlegging ingelegd:
Deze wegomleggingen worden ter kennis gebracht van de weggebruikers door de verkeerstekens F41.
Door dit reglement worden de bestaande aanvullende gemeentelijke verkeersreglementen opgeschort voor zover zij betrekking hebben op de straten bedoeld in artikel 2 en 4 en dit voor zover deze strijdig zijn met huidig reglement.
Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening kunnen vastgesteld worden door de leden van de federale en lokale politie.
Inbreuken op de beschikkingen van onderhavige verordening worden bestraft met politiestraffen, voor zover door wetten die op dit stuk zouden bestaan, geen andere straffen zijn voorzien.
De politie kan bijkomende maatregelen nemen om de openbare orde, rust en veiligheid te handhaven en zowel inrichters als de deelnemer moeten deze naleven.
De aanvrager is aansprakelijk voor de schade aan het openbaar domein zo deze rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van het bestaan van de manifestatie.
Het college van burgemeester en schepenen beveelt dat onderhavige verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig het decreet Lokaal Bestuur.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ongevallencijfers (overgemaakt door de verkeersdienst politie Limburg Regio Hoofdstad) als volgt:
Ongevallencijfers 2023
In 2023 werden er 127 ongevallen geregistreerd in de gemeente (89 ongevallen op gemeentewegen, 38 ongevallen op gewestwegen) waaronder:
Ongevallencijfers 2019 - 2023
Tussen 2019 - 2023 werden er 570 ongevallen geregistreerd in de gemeente (346 ongevallen op gemeentewegen, 224 ongevallen op gewestwegen) waaronder:
Top 10 van gemeentewegen met de meeste ongevallen (met letsel):
Top 10 | Gemeenteweg | Aantal ongevallen met letsel (2019 - 2023) |
1 | Molenweg | 13 |
2 | Zwanenstraat | 9 |
3 | Genkerbaan | 8 |
4 | Beverzakstraat | 7 |
5 | Bokrijkseweg | 5 |
6 | Grote Hemmenweg | 5 |
7 | Kleine Hemmenweg | 5 |
8 | Kriekelstraat | 5 |
9 | Oppelsenweg | 5 |
10 | Boddenveldweg/Engstegenseweg/Hortweidenweg/Kapelhof/Moleneindeweg | 3 |
Top 10 van gewestwegen met de meeste ongevallen (met letsel):
Top 10 | Gewestweg | Aantal ongevallen met letsel (2019 - 2023) |
1 | Heuvenstraat | 15 |
2 | N74 (richting Hasselt) | 15 |
3 | Beringersteenweg | 14 |
4 | Heuveneindeweg | 13 |
5 | Dorpsstraat | 11 |
6 | N74 (richting E314) | 11 |
7 | Halveweg | 10 |
8 | Houthalenseweg | 9 |
9 | Vogelsancklaan | 7 |
10 | Wijerstraat | 3 |
Evolutie ongevallencijfers 2015 - 2023
Het aantal ongevallen (met letsel) langs de gewestwegen bleef nagenoeg status quo ten opzichte van 2022. Het aantal ongevallen (met letsel) langs de gemeentewegen steeg van 25 naar 33 ongevallen ten opzichte van 2022 (zie ook onderstaande grafiek).
Advies dienst mobiliteit:
Voorliggende cijfers bieden het bestuur inzicht in de wegen die de meeste ongevallen genereren. De dienst adviseert om hiermee rekening te houden bij het beslissingsproces voor toekomstige wegeniswerken.
Voor de gemeentewegen heeft in functie van deze top 10 het tracé Genkerbaan/Oppelsenweg/Molenweg en Wijvestraat/Zwanenstraat prioriteit. Voor de gewestwegen is dit het volledige tracé van de N715.
Het doel is de verkeersveiligheid voor alle weggebruikers te verbeteren. Andere wegen die niet voorkomen in de top 10 van de ongevallen (bijv. schoolomgevingen, schoolroutes) en andere criteria (o.a. de functie van deze wegen volgens de wegencategorisering) dienen uiteraard ook mee in rekening gebracht te worden bij het beslissingsproces. Deze maken geen deel uit van deze nota.
Top 10 gemeentewegen
Tracé Genkerbaan/Oppelsenweg/Molenweg
Langs het tracé Genkerbaan, Oppelsenweg en Molenweg worden verkeersonveilige locaties aangepakt binnen het wegenisproject Grote Hemmenweg (o.a. met de heraanleg van het kruispunt Molenweg/Ballewijerweg/Korenmolenweg en het plaatselijk beveiligen van het fietspad ter hoogte van de bocht aan de Nieuwe Hazendansweg). De dienst mobiliteit adviseert bijkomend om bij de prioritering van toekomstige wegeniswerken dit tracé als geheel mee te nemen. Gezien deze weg deel uitmaakt van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk, er momenteel slechts aanliggende smalle fietspaden liggen en de snelheid er 70 km/u bedraagt, is deze inrichting momenteel op vlak van verkeersveiligheid niet te verantwoorden. Voor de fietser dienen er bij dergelijk snelheidsregime vrijliggende fietspaden te zijn met een breedte van min. 1,75m (aanbeveling is 2m) te zijn.
Tracé Wijvestraat/Zwanenstraat
Met als belangrijke trekpleister de uitkijktoren van de Wijers en camping Heidestrand dient deze weg (die deel uitmaakt van het bovenlokaal functioneel en het recreatieve fietsroutenetwerk) met Heusden-Zolder in functie van de verkeersveiligheid heringericht te worden en dit bij voorkeur in samenwerking met de gemeente Heusden-Zolder.
Top 10 gewestwegen
De hoge ranking van de N715 valt op. Zowel de Heuveneindeweg, de Heuvenstraat, als de Dorpsstraat staan de afgelopen jaren steeds in de top 10. Ook via route2school wordt deze weg als erg gevaarlijk ervaren voor schoolgaande kinderen. De gesprekken hieromtrent zullen opnieuw opgestart worden. Een beeldbepalende studie wordt opgestart binnen de dienst Patrimonium.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ongevallencijfers voor 2023 en de laatste 5 jaren. Er is ten opzichte van 2022 een stijging van 32% van het aantal ongevallen met letsel op de gemeentewegen.
Het college van burgemeester en schepenen hanteert deze ongevallencijfers als onderdeel van het beslissingsproces voor toekomstige wegeniswerken. Voor de gemeentewegen heeft in functie van deze top 10 het tracé Genkerbaan/Oppelsenweg/Molenweg en Wijvestraat/Zwanenstraat prioriteit. Voor de gewestwegen is dit het volledige tracé van de N715.
Het college van burgemeester en schepenen wenst het dossier rond de overdracht van de N715 terug op te starten met de wegbeheerder (Het Agentschap Wegen en Verkeer).
Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van de bestelbons goed.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst van bestelbons goed voor een bedrag van € 34.801,31
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van terugvordering van onroerende voorheffing aan volgende verenigingen van percelen en/of gebouwen eigendom van de gemeente Zonhoven, waarvoor reeds onroerende voorheffing door de gemeente zelf werd betaald en dit voor het aanslagjaar 2023.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van terugvordering van onroerende voorheffing aan volgende verenigingen van percelen en/of gebouwen eigendom van de gemeente Zonhoven, waarvoor de gemeente onroerende voorheffing moet betalen en dit voor het aanslagjaar 2023:
-ponyclub Beverzak, Hasseltse Beverzak 28, 3520 Zonhoven, voor het gebouw en het perceel onder Hasselt sectie A 144v5, 144w5 voor 199,44 EUR;
-vzw Aero – Kiewit, p.a. Luchtvaartstraat 100, 3500 Hasselt, voor de percelen onder Hasselt sectie A 14b2, 14g2, 0142p6 voor 42,80 EUR;
-vzw De Waerde, Waardstraat 63 bus A, 3520 Zonhoven voor de percelen sectie C 288b, 291b, 292b voor 54,79 EUR;
-vzw Zonhoven United FC , Herestraat 124A, 3520 Zonhoven voor het gebouw op perceel sectie E 935c voor 1.739,97 EUR;
-Ministerie van Vlaamse Gemeenschap, afdeling Natuur, t.a.v. Tom Hoebrechts, Koningin Astridlaan 50/5, 3500 Hasselt voor de Platwijers en de Teut voor 2.189,82 EUR;
-voetbalclub vzw Flandria Termolen p.a. Nieuwen Dijk 11, 3520 Zonhoven, voor de gebouwen op percelen sectie D 0112l2, 0112m2 voor 299,55 EUR;
-hondenschool vzw Molenheide, p.a. Vlasbergweg 28, 3520 Zonhoven, voor het gebouw op perceel sectie D 0124r3 voor 272,18 EUR;
-parochiale jeugdwerking, p.a. Chiro St. Jan Berchmans, Berkenenstraat 3 A, 3520 Zonhoven, voor de gebouwen op perceel sectie D 82G8, 82H8, 82B8 voor 954,43 EUR;
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen beslist om van de bovenvermelde verenigingen terugvordering te vragen van de onroerende voorheffing voor aanslagjaar 2023.
Financieel Kader
Actie | AC001164 | |||
Meerjarenplannummer | MJP001290 | |||
Jaar | 2024 | |||
Transactiekrediet | € 5.000 | |||
Beschikbaar krediet na vastlegging jaar / krediet na opbrengst | € 303,93 | |||
Te voorzien budget i.f.v. uitvoering besluit | € 5.752,98 | |||
Beschikbaar krediet na vastlegging/opbrengst i.f.v. uitvoering besluit | € - 5.449,05 |
De jeugdraad vergdaderde op zaterdag 30 november 2024.
Agenda:
Opvolging verslag:
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de jeugdraad.
In zitting van 28 september 2021 gaf het college aan de Sunville Tigers VZW de boodschap dat er geen RUP zou opgemaakt worden om het mogelijk te maken hun clubhuis te renoveren of uit te breiden.
In zitting van 24 januari 2023 besliste het college nogmaals om geen RUP op te starten en in overleg met de club een mogelijke andere locatie (site Melosport) te onderzoeken.
Op 6 december 2023 is er een overleg geweest met schepen Bram De Raeve, de sportfunctionaris en afgevaardigden van het bestuur van Sunville Tigers om de optie van site Melosport te onderzoeken. In dit overleg is de afspraak gemaakt dat Sunville Tigers een dossier ging opmaken. In bijlage het dossier.
Bij de bespreking van het dossier is gebleken dat er volgende investeringen noodzakelijk zijn om te verhuizen. het zijn ruwe ramingen van de verwachte kosten.
- Veld aanleggen: +/- 20.000 euro per veld (2 velden)
- Omheining van +/- 660 meter: 25.000 euro
- Afbraakwerken: omheining,verlichtingspalen,dugouts van voetbal... : 30.000 euro
- 2 dug-outs van 12,5m : 30.000 euro
- opzeggen van huurcontract kruisheideweg: Baseball heeft deze gronden ook nodig om hun veld te realiseren.
Op lange termijn als de club gegroeid is zien zij nog volgende investeringen:
- beregeningsinstallatie
- verlichting
- scorebord
- tribune
-...
De club heeft een eigen budget van ongeveer 30.000 euro, maar is wel bereid om mankracht in te zetten om een deel van de werken op zich te nemen.( Afbraak,...) In onderling overleg kan een plan van aanpak gemaakt worden.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het dossier van Baseballe en softbalclub Sunville Tigers Zonhoven als voorbereiding op een mogelijke verhuis naar site Melo sport.
In het kader van de opmaak van het nieuwe meerjarenplan ligt momenteel de vraag voor om het lokaal bestuur Zonhoven hierin te laten begeleiden. Het gaat hierbij om een concrete opdracht waarbij er gemikt wordt om tegen einde mei 2025 te komen tot een uitgewerkte doelstellingenboom waarin strategische, tactische en operationele doelstellingen op een logische wijze in vervat zijn. De financiële vertaalslag zal vervolgens gebeuren vanuit de administratie. Concreet biedt deze aanpak de volgende opportuniteiten:
het voorgestelde bestek vindt men in bijlage terug.
Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met het opstarten van de procedure voor de begeleiding bij de opmaak van het nieuwe meerjarenplan.
Het bestek en de raming voor de opdracht “Aankoop elektrische personenwagens”.
In het kader van de opdracht “Aankoop elektrische personenwagens” werd een bestek met nr. 2024-641-elektrische_personenwagens opgesteld door de Dienst Contractmanagement.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 49.586,77 excl. btw of € 60.000,00 incl. 21 % btw voor twee personenwagens.
De gemeenteraad verleende in zitting van 25 november 2024 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
Er wordt voorgesteld om de plaatsingsprocedure op te starten en een aankondiging van opdracht op nationaal niveau te verzenden.
De vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking voor de opdracht “Aankoop elektrische personenwagens” wordt opgestart.
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.
De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 21 januari 2025 om 11.00 uur.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van het meerjarenplan 2020-2025 op MJP000185 (Afgeschreven machines en voertuigen worden vervangen en/of nieuwe machines en voertuigen worden aangekocht, waarbij milieuvriendelijkheid centraal staat. - rollend materieel).
Het bestek en de raming voor de opdracht “Raamovereenkomst signalisatieborden en aanverwanten”.
PV van opening
Offertes
Verslag van nazicht
In het kader van de opdracht “Raamovereenkomst signalisatieborden en aanverwanten” werd een bestek met nr. 2024-630-signalisatie opgesteld door de Dienst Contractmanagement.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 66.115,70 excl. btw of € 80.000,00 incl. 21 % btw voor de volledige looptijd van 48 maanden. Jaarlijks wordt de uitgave op € 20.000,00 incl. btw geraamd.
De gemeenteraad verleende in zitting van 21 oktober 2024 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 22 oktober 2024 de plaatsingsprocedure te starten.
De aankondiging van opdracht werd gepubliceerd op 23 oktober 2024 op nationaal niveau.
De offertes dienden het bestuur ten laatste op 19 november 2024 om 11.00 uur te bereiken.
De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 19 maart 2025.
Er werden 2 offertes ontvangen :
Er werd een verslag van nazicht opgesteld op 10 december 2024.
Er wordt voorgesteld om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Wayfinding België, Burchtstraat 2-002 te 2470 Retie tegen de eenheidsprijzen vermeld in de offerte van deze inschrijver.
Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 10 december 2024.
Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.
De opdracht “Raamovereenkomst signalisatieborden en aanverwanten” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Wayfinding België, ondernemingsnummer 0832236937, Burchtstraat 2-002 te 2470 Retie tegen de eenheidsprijzen vermeld in de offerte van deze inschrijver.
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2024-630-signalisatie.
De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van het meerjarenplan 2020-2025 op MJP001256 (Het dagdagelijks onderhoud van de wegen in eigen beheer wordt verzekerd. - signalisatie investeringen).