Terug
Gepubliceerd op 27/11/2024

2024_CBS_01184 - OMV - Besluit Deputatie - Eikenenweg 25 - 1374.B.874.2 - Kennisneming

College van burgemeester en schepenen
di 19/11/2024 - 13:30 schepenzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur

Verontschuldigd

Johan Schraepen, 5de schepen

Secretaris

Bart Telen, Algemeen directeur
2024_CBS_01184 - OMV - Besluit Deputatie - Eikenenweg 25 - 1374.B.874.2 - Kennisneming 2024_CBS_01184 - OMV - Besluit Deputatie - Eikenenweg 25 - 1374.B.874.2 - Kennisneming

Motivering

Feiten context en argumentatie

Beslissing van de Bestendige deputatie van 07 november 2024:

Artikel 1
§1. Aan de heer Bart Peuters wonende te Eikenenweg 25 te 3520 Zonhoven, de heer Jozef Peuters wonende te Hortstraat 51 te 3520 Zonhoven, mevrouw Marijke Peuters wonende te Sint-Truidensesteenweg 226 te 3350 Linter, de heer Mauritius Peuters wonende te Het Koolhof 6/4 te 3520 Zonhoven en mevrouw Sofie Prikken wonende te Eikenenweg 25 te 3520 Zonhoven wordt, de omgevingsvergunning verleend voor het project ‘verkaveling’, met als voorwerp:
Het verkavelen van de percelen tot 4 loten waarvan 1 lot voor open bebouwing, loten 2 en 3 voor halfopen bebouwing en lot 4 wordt uit de verkaveling gesloten wegens reeds bebouwd, aangevraagd door:
* de heer Peuters Mauritius, Het Koolhof 6 bus 4, 3520 Zonhoven,
* de heer Peuters Jozef, Hortstraat 51, 3520 Zonhoven,
* de heer Peuters Bart, Eikenenweg 25, 3520 Zonhoven,
* mevrouw Peuters Marijke Dominica, Sint-Truidensesteenweg 226, 3350 Linter,
* en mevrouw Prikken Sofie, Eikenenweg 25, 3520 Zonhoven

gelegen Eikenenweg 25, 3520 Zonhoven, kadastraal gekend: afdeling 1, sectie B nrs. 85H, 86K en 96M

§2. De plannenlijst, PIV 1, zoals opgeladen in het omgevingsloket, maken er een integraal deel van uit.

Artikel 2
De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor onbepaalde duur.

Artikel 3
De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend:
§1. Voor wat betreft de stedenbouwkundige handelingen: onder volgende voorwaarde

1. Te voldoen aan de voorwaarden gesteld door het Agentschap Wegen en Verkeer.
2. Te voldoen aan de voorwaarden gesteld door De Watergroep.
3. Te voldoen aan de voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies van Fluvius System Operator.
4. Te voldoen aan de voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies van Wyre.
5. Het vloerpeil van de nieuwe woningen zal op minimaal 30 cm en maximaal 50 cm boven het straat- of trottoirniveau moeten liggen.
6. Te voldoen aan volgende voorwaarden met betrekking tot de watertoets:
− De toekomstige aanvragen tot omgevingsvergunning dienen te voorzien in maatregelen voor opvang en lozing van hemelwater. De bepalingen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (Besluit Vlaamse Regering dd. 10 februari 2023) moeten alleszins nageleefd worden.
− Indien er ondergrondse constructies worden opgericht, de bemaling voldoet aan de voorwaarden zoals opgelegd in Vlarem II.
− Een permanente drainage, ook al is dit in functie van een aanleg van een ondergrondse constructie, mag niet voorzien worden aangezien permanente drainage een continue verlaging van de grondwaterstand tot gevolg heeft.
7. De initiatiefnemer handelt volgens en voldoet aan de reglementeringen van de nutsmaatschappijen.
8. Kosten voor het voorzien / verleggen of uitbreiden van de nutsleidingen moeten gedragen worden door de verkavelaar;
9. Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van de omgevingsaanvraag of de toekomstige omgevingsaanvraag zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting op het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag voor het verkavelen van gronden of een omgevingsaanvraag van een particulier, blijft ten laste van de aanvrager.
10. De paalstenen aan de rooilijn dienen geplaatst te worden.
11. Er dient een inheemse boom geplant te worden in de voortuin
12. Alle bebouwing op de loten 1, 2 en 3 dient te worden gesloopt vooraleer de verkaveling ten uitvoer kan worden gebracht. Dit houdt in dat zolang aan deze voorwaarde tot sloping, niet voldaan is, de verkavelaar niet kan overgaan tot verkoop van de loten, noch een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan verkregen worden. Onder afbraak wordt tevens het verwijderen van de vloerplaten en van al het materiaal / afval van het terrein bedoeld. Alle materialen / afval dienen afgevoerd te worden naar een erkende verwerker. De volledige verkaveling dient vrij en onbelast te zijn van gebouwen, materialen en afval.
13. De verkavelingsvoorschriften, opgesteld door het college van burgemeester en schepenen zijn van toepassing op voorliggende aanvraag. Het voorschrift
3.1 Reliëfwijzigingen wordt aangepast:
Reliëfwijzigingen worden toegestaan onder volgende voorwaarden:
- Tot maximum 30cm boven het niveau van de voorliggende weg.
- Tot maximum 30m ten aanzien van de rooilijn.
- Mits grondverzet en wateroverlast op eigen terrein worden opgevangen. Reliëfwijzigingen kunnen niet toegestaan worden:
- In de zone dichter dan 1m van de zijdelingse perceelsgrenzen.
- Op de gelijkgrondse berm.
In deze zone dient het niveau van de aangrenzende gerespecteerd te worden.
Zonder voorafgaandelijke omgevingsvergunning zijn alle terreinprofielwijzigingen verboden.
De toekomstige omgevingsaanvragen dienen voldoende uitgewerkt te worden en voldoende gegevens te bevatten, zodat een correcte beoordeling kan gemaakt worden. 
Het vloerpeil van de nieuw op te richten woningen dient boven het straat- of trottoirniveau (maximaal 30cm) gelegen te zijn om mogelijke waterschade te voorkomen
Het vloerpeil van de nieuwe woningen zal op minimaal 30 cm en maximaal 50 cm boven het straat- of trottoirniveau moeten liggen.
14. Vervreemding van een lot uit de verkaveling kan pas geschieden, nadat het attest conform artikel 4.2.16 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening werd afgeleverd, waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd voldaan.
15. Een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan pas verkregen worden, nadat het attest conform artikel 4.2.16 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening werd afgeleverd, waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd voldaan.
16. Na het afleveren van het attest conform artikel 4.2.16§2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dient de verkaveling in een officiële akte gegoten de worden. De gemeente dient in kennis te worden gebracht van de akte van neerlegging van de verkaveling

Artikel 4
De beslissing wordt ter beschikking gesteld van:
1) de aanvrager, met name de heer Bart Peuters wonende te Eikenenweg 25 te 3520 Zonhoven, de heer Jozef Peuters wonende te Hortstraat 51 te 3520 Zonhoven, mevrouw Marijke Peuters wonende te Sint-Truidensesteenweg 226 te 3350 Linter, de heer Mauritius Peuters wonende te Het Koolhof 6/4 te 3520 Zonhoven en mevrouw Sofie Prikken wonende te Eikenenweg 25 te 3520 Zonhoven
2) de beroeper, met name de heer Denys Toon, departement Omgeving, Koning Albert II - Laan 20 bus 8, 1000 Brussel
3) het college van burgemeester en schepenen van en te Zonhoven, Kerkplein 1 te 3520 Zonhoven
 4) de adviesinstanties, vermeld in artikel 35, 37, 38/1 en/of 38/3 die advies verlenen in eerste aanleg

Artikel 5
De beslissing wordt, overeenkomstig de artikelen 56 t.e.m. 63 van het besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de Omgevingsvergunning van 25 april 2014 (OVB), bekendgemaakt door:
1° in voorkomend geval, de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, conform artikel 59;
2° de publicatie op de website van de gemeente waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, conform artikel 60;
3° in voorkomend geval, de publicatie in een dag- of weekblad, conform artikel 61;
4° in voorkomend geval, de individuele kennisgeving, conform artikel 62;
 5° de analoge of digitale terinzagelegging van de beslissing in het gemeentehuis van de gemeente waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, conform artikel 63;

Artikel 6
Tegen deze beslissing is geen georganiseerd administratief beroep mogelijk. Er kan enkel nog een beroep ingesteld worden bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunningshouder, de exploitant of de persoon die de melding heeft verricht;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties, vermeld in artikel 24 of in artikel 42 (van het OVD) of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als die instantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° (…)
6° de leidend ambtenaar van het departement Omgeving, of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde
7° de leidend ambtenaar van het agentschap Innoveren & Ondernemen of bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;
8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat;

De persoon aan wie kan worden verweten dat hij een voor hem nadelige vergunningsbeslissing niet heeft bestreden door middel van het daartoe openstaande georganiseerd administratief beroep bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52 OVD wordt geacht te hebben verzaakt aan zijn recht om zich tot de Raad voor Vergunningsbetwistingen te wenden. 

Het beroep moet met een verzoekschrift tot vernietiging en/of schorsing, al dan niet bij uiterste dringende noodzakelijkheid, op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending worden ingesteld binnen een vervaltermijn van 45 dagen, die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de beslissing in de overige gevallen.

Het indienen per beveiligde zending kan via:
- een aangetekend schrijven gericht aan de Dienst van de Bestuursrechtscolleges, t.a.v. de Raad voor Vergunningsbetwistingen, Koning Albert II-laan 15 bus 130, 1210 Brussel
- een afgifte tegen ontvangstbewijs tijdens de openingsuren van de griffie van de Raad voor Vergunningsbetwistingen in het Marie-Elisabeth Belpairegebouw, Toren Noord (2de verdieping), Simon Bolivarlaan 17, 1000 Brussel
 - een elektronische neerlegging via het digitaal loket bereikbaar via de website https://www.dbrc.be/loket volgens de modaliteiten bepaald in artikel 8/1 Besluit van de Vlaamse Regering houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges. 

In geval van een vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid, kan het verzoekschrift aan de Raad voor Vergunningsbetwistingen ook bezorgd worden via het e-mailadres udn.vergunningsbetwistingen@vlaanderen.be. De verzoeker bezorgt dan, op straffe van onontvankelijkheid, het verzoekschrift uiterlijk de eerstvolgende werkdag per beveiligde zending zoals hierboven vermeld.

Het indienen van een verzoekschrift bij de Raad impliceert de betaling van een rolrecht, te storten op de rekening van het Fonds Bestuursrechtscolleges waarbij de naam van de verzoekende partij wordt opgenomen als vrije mededeling. Het verschuldigde rolrecht bedraagt:
- 200 euro per verzoekende partij bij de indiening van een verzoekschrift tot vernietiging
- 100 euro per verzoekende partij bij de indiening van een verzoekschrift tot schorsing.

Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift moet, op straffe van onontvankelijkheid, het bewijs geleverd worden dat een overschrijvingsopdracht is gegeven of dat een storting is uitgevoerd tot betaling van het vermelde rolrecht.

Gelijktijdig met het indienen van het verzoekschrift bij de Raad moet tevens, ter informatie, een afschrift van dat verzoekschrift bezorgd worden aan de overheid wiens beslissing bestreden wordt en, in voorkomend geval, aan de begunstigde van de bestreden beslissing.

Met betrekking tot de inhoud van het verzoekschrift gelden voorts de modaliteiten bepaald in artikel 13 e.v. evenals artikel 55 e.v. van het besluit van de Vlaamse Regering houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtcolleges. Een nadere toelichting van deze modaliteiten kan worden verkregen via de website https://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen of via info.vergunningsbetwistingen@vlaanderen.be.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de beslissing van de Bestendige deputatie van 07 november 2024.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit over te gaan tot de bekendmaking van deze beslissing overeenkomstig de artikelen 56 t.e.m 63 van het besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.