Terug
Gepubliceerd op 27/11/2024

2024_CBS_01185 - OMV - Vergunning - Vogelsancklaan zn - 1382.B.874.2 - Goedkeuring

College van burgemeester en schepenen
di 19/11/2024 - 13:30 schepenzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Johny De Raeve, burgemeester; Bram De Raeve, 1ste schepen; Frederick Vandeput, 2de schepen; Johan Vanhoyland, 3de schepen; Frank Vandebeek, 4de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur

Verontschuldigd

Johan Schraepen, 5de schepen

Secretaris

Bart Telen, Algemeen directeur
2024_CBS_01185 - OMV - Vergunning - Vogelsancklaan zn - 1382.B.874.2 - Goedkeuring 2024_CBS_01185 - OMV - Vergunning - Vogelsancklaan zn - 1382.B.874.2 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

De aanvraag betreft het verkavelen van 2 gronden in 3 loten waarbij lot 1 voor open bebouwing en loten 2 en 3 uit de verkaveling worden gesloten wegens reeds bebouwd.

De aanvraag werd op 15 juli 2024 ontvangen en op 9 augustus 2024 ontvankelijk en volledig verklaard.

De gewone vergunningsprocedure wordt gevolgd.

Er werd een openbaar onderzoek gehouden, lopende van 19 augustus 2024 tot en met 17 september 2024, gesloten zonder bezwaarschriften.

HISTORIEK VAN HET EIGENDOM WAAROP DE AANVRAAG BETREKKING HEEFT

1977/00060: bouwvergunning op 22/05/1964 voor het bouwen van een woonhuis (lot 3);

De aanvraag werd in overleg gebracht met de gemeentelijke administratie op 5 juni 2024. Op 11 juni 2024 werd de aanvrager telefonisch op de hoogte gebracht dat het ingediende verkavelingsontwerp aanvaardbaar is.

Uit de gegevens waarover de gemeente beschikt, blijkt niet dat voor het voorwerp van de aanvraag een PV is opgesteld noch dat een meerwaarde werd opgelegd of dat op het goed een vonnis of arrest rust. Er zijn ook geen geschriften bekend waaruit zou blijken dat er wederrechtelijke werken werden uitgevoerd.

OPENBAAR ONDERZOEK

Overeenkomstig artikel 17 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hoofdstuk 3 Toepassingsgebied van de gewone en vereenvoudigde procedure, artikels 11 t.e.m. 14 van het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, werd dit dossier volgens de gewone procedure behandeld.

Er werd bijgevolg een openbaar onderzoek gehouden.

Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 19 augustus 2024 tot en met 17 september 2024. Er werden geen bezwaren ingediend.

ADVIEZEN

Op 09/08/2024 werd advies gevraagd aan Proximus.

Op 09/08/2024 werd advies gevraagd aan De Watergroep.

Op 09/08/2024 werd advies gevraagd aan Fluvius System Operator.

Op 09/08/2024 werd advies gevraagd aan Dienst Facilitair Management.

Op 09/08/2024 werd advies gevraagd aan Wyre.

Op 09/08/2024 werd advies gevraagd aan het Agentschap voor Natuur en Bos.

Op 09/08/2024 werd advies gevraagd aan het Agentschap Wegen en Verkeer.

 MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE

Het project komt voor op bijlage III van het project-mer-besluit wat maakt dat een project MER opgemaakt moet worden, tenzij de initiatiefnemer via een project-mer-screening kan aantonen dat het project geen aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken.  Er werd een project-mer-screening bij de aanvraag gevoegd. De effecten op milieu en omgeving werden voldoende omschreven en uit de screening bleek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

STEDENBOUWKUNDIG ADVIES

TOETSING AAN DE REGELGEVING EN VOORSCHRIFTEN

OVEREENSTEMMING MET BESTEMMINGS- EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gewestplan

De aanvraag is volgens het geldende gewestplan Hasselt - Genk, goedgekeurd bij Koninklijk besluit op 3 april 1979, gelegen in woongebied met landelijk karakter.

De woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd “voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven”. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet. Daarnaast kunnen eveneens de andere inrichtingen, voorzieningen en activiteiten, zoals in woongebied worden toegelaten (artikel 6 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg, noch in een ruimtelijk uitvoeringsplan, noch in een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

De aanvraag voldoet principieel aan de geldende bestemmingsvoorschriften.

Watertoets

Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013 en het wijzigingsbesluit van 25 november 2022, verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.

De watertoets werd uitgevoerd op 09/08/2024. Hieruit bleek dat geen adviezen dienden aangevraagd te worden. Het eigendom is niet gelegen binnen de contour van de Advieskaart watertoets en niet binnen fluviaal overstromingsgevoelig gebied 2023. Het eigendom is deels gelegen binnen pluviaal overstromingsgevoelig gebied 2023. 

In de door de gemeente aangepaste verkavelingsvoorschriften zal gesteld worden dat reliëfwijzigingen zoveel mogelijk beperkt moeten worden. Het vloerpeil van de nieuw op te richten woning dient evenwel boven het straat- of trottoirniveau (minimaal 30cm) gelegen te zijn om mogelijke waterschade te voorkomen. Ophoging van het perceel moet beperkt blijven tot het gebouw zelf met een randzone van 3 m rond het gebouw die in helling aansluit bij het niet opgehoogde gedeelte. Hemelwater dient op eigen perceel te worden opgevangen en te infiltreren.

Algemeen kan nog gesteld worden dat:

  • Het toekomstig project dient te voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening.  (uitdrukkelijke aandacht voor de noodzakelijke inhoud van de hemelwaterput, aanleg van gescheiden stelsel en infiltratievoorziening).
  • Indien er ondergrondse constructies worden opgericht, de bemaling voldoet aan de voorwaarden zoals opgelegd in Vlarem II.  
  • Een permanente drainage, ook al is dit in functie van een aanleg van een ondergrondse constructie, mag niet voorzien worden aangezien permanente drainage een continue verlaging van de grondwaterstand tot gevolg heeft. 

Decretale beoordelingselementen

Art. 4.3.5.

§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie “wonen”, “verblijfsrecreatie”, “dagrecreatie”, met inbegrip van sport, “detailhandel”, “dancing”, “restaurant en café”, “kantoorfunctie”, “dienstverlening”, “vrije beroepen”, “industrie”, “bedrijvigheid”, “gemeenschapsvoorzieningen” of “openbare nutsvoorzieningen”, kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.

Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

De omgevingsaanvraag voor het verkavelen van deze grond is gelegen langsheen Vogelsancklaan, een voldoende uitgeruste weg.

De aanvraag voldoet aan deze bepaling.

Archeologienota

Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag. Indien men niet verplicht is tot het opstellen van een archeologienota en tijdens de uitvoering komen er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).

VERKAVELINGSVERGUNNINGSPLICHT

Artikel 4.2.15. § 1. Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt.

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden aangevraagd en verleend voor het verkavelen voor de aanleg en het bebouwen van terreinen voor andere functies.

§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat reglementaire voorschriften aangaande de wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd kunnen worden.

§ 3. De verkavelaar zorgt ervoor dat de in de verkaveling opgenomen loten kunnen aansluiten op alle voorzieningen van openbaar nut die vereist worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan. In voorkomend geval bepaalt de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op welke wijze in de nodige infrastructuur voor de nutsvoorzieningen wordt voorzien.

Artikel 4.2.16. § 1. Een kavel uit een vergunde verkaveling of verkavelingsfase kan enkel verkocht worden, verhuurd worden voor méér dan negen jaar, of bezwaard worden met een recht van erfpacht of opstal, nadat de verkavelingsakte door de instrumenterende ambtenaar is verleden.

§ 2. De verkavelingsakte wordt eerst verleden na overlegging van een attest van het college van burgemeester en schepenen, waaruit blijkt dat, voor de volledige verkaveling of voor de betrokken verkavelingsfase, het geheel van de lasten uitgevoerd is of gewaarborgd is door:

1° de storting van een afdoende financiële waarborg;

2° een door een bankinstelling op onherroepelijke wijze verleende afdoende financiële waarborg.

Het attest, vermeld in het eerste lid, kan worden afgeleverd indien de vergunninghouder deels zelf de lasten heeft uitgevoerd, deels de nodige waarborgen heeft gegeven.

De aanvraag voldoet aan deze bepalingen.

OVERIGE REGELGEVING 

Slopen

Uit het verkavelingsplan blijkt dat er constructies dienen te worden gesloopt. Meer specifiek gaat het over een tuinberging en carport. Volgens art. 13.2 van het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 tot bepaling van handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, in werking getreden op 1 december 2010, is er voor het slopen van deze constructies geen omgevingsvergunning nodig. 

De afbraak dient wel te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het Vlarem II, omgevingsvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden. Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw- , sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer.

Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.

Alle bebouwing op lot 1 dient afgebroken te worden alvorens er een verkoop van een lot en/of een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan bekomen worden. De volledige verkaveling dient vrij en onbelast te zijn van materialen.

Erfdienstbaarheden

Uit het verkavelingsplan, opgesteld door landmeter – expert Guy Gillissen, blijkt dat er geen waterlopen noch erfdienstbaarheden aanwezig zijn op het terrein. Hier dient dan ook geen rekening mee gehouden te worden in voorliggende aanvraag.

Decreet grond- en pandenbeleid – bescheiden woonaanbod

De aanvraag voorziet minder dan 10 loten bestemd voor woningbouw, noch heeft de verkaveling een grondoppervlakte die groter is dan een halve hectare.

De verkaveling sluit niet aan op een andere, ook door de aanvrager te ontwikkelen perceel, die samen met de percelen waarop de aanvraag betrekking heeft, een oppervlakte van meer dan een halve hectare beslaan. Er dient bijgevolg geen sociaal, noch bescheiden woonaanbod gerealiseerd te worden.

De aanvraag is verenigbaar met de regelgeving.

Toetsing AAN DE goede ruimtelijke ordening

OMSCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE AANVRAAG

De aanvraag betreft het verkavelen van 2 gronden in 3 loten waarbij lot 1 voor open bebouwing en loten 2 en 3 uit de verkaveling worden gesloten wegens reeds bebouwd.

BEOORDELING VAN DE GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1°         het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2°         het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening te brengen. 

Omschrijving ligging en omgeving

De percelen van de aanvraag zijn gelegen aan de Vogelsancklaan, een gemeenteweg. In de omgeving zijn er zowel open als halfopen bebouwingen aanwezig bestaande uit 1 of 2 bouwlagen met een schuin dak of een plat dak. Het eigendom is momenteel bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning aan de linkerzijde van het eigendom, een halfopen eengezinswoning aan de rechterzijde van het eigendom en enkele bijgebouwen. Op het eigendom staan tenslotte ook nog een 10-tal bomen.

Verkavelingsvoorwerp

Het verkavelingsontwerp voorziet in het oprichten van 1 vrijstaande eengezinswoning met maximaal 2 bouwlagen en een hellend of plat dak.  De woning wordt opgericht op minimaal 21 meter uit de as van de voorliggende weg en op minimum 3 meter van de zijdelingse perceelgrenzen zoals weergegeven op het inplantingsplan. De bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt maximaal 15 meter vanaf de bouwlijn en de bouwdiepte op de verdieping bedraagt 12 meter vanaf de bouwlijn. De bouwstrook heeft een maximale breedte van 11 meter. Lot 1 heeft een oppervlakte van 793m². De achtertuinzone bedraagt minimum 15 meter. 

Functionele inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruime omgeving

Het voorzien van een vrijstaande eengezinswoning, met een kleinschalige ondergeschikte nevenbestemming op het gelijkvloers of een zorgwoning is functioneel inpasbaar in de onmiddellijke en ruime omgeving. 

Mobiliteitsimpact

Het college van burgemeester en schepenen verwacht bij het oprichten van een eengezinswoning principieel een aantal autostaanplaatsen dat overeenkomt met 1,5 autostaanplaats per woongelegenheid. De last van het autobezit kan niet volledig op het openbaar domein worden afgeschoven. De voorschriften voorzien enkel een bijgebouw in functie van een tuinberging of garage. Het stallen van auto’s in het vrijstaande bijgebouw zal niet worden toegestaan om de tuinen maximaal te vrijwaren van bebouwing en verharding. Bijgebouwen zijn uitsluitend bestemd voor ondersteunende functies die inherent verbonden zijn met de hoofdbestemmingen van het hoofdgebouw zoals de berging van goederen en gebruiksvoorwerpen. Ondanks het feit dat er geen garage wordt toegestaan in het vrijstaande bijgebouw, dient het parkeren op eigen terrein te gebeuren. Er moet een inpandige garage en/of carport voorzien worden binnen het hoofdvolume. De aanvraag heeft hierdoor geen negatieve impact op de mobiliteit.

De schaal van de voorgenomen werken 

De woningen in de onmiddellijke omgeving zijn vrijstaande of halfopen woningen dewelke bestaan uit 1 of 2 bouwlagen en afgedekt worden met een schuin of plat dak. De maximale bouwdiepte van 15 meter op het gelijkvloers en 12 meter op de verdieping, een maximale kroonlijsthoogte van 6 meter met een zadeldak of 6,5 meter met plat dak (hetgeen een hedendaagse manier van compact bouwen betreft die algemeen aanvaard wordt) stemt overeen met de normaal gehanteerde normen voor bebouwing in deze omgeving en zijn aanvaardbaar.

Het ruimtegebruik en de bouwdichtheid

De inplanting van de nieuwe woning wordt voorzien op minimum 21 meter uit de as van de voorliggende weg en op minimum 3 meter van de zijdelingse perceelgrens zoals voorzien op het verkavelingsplan. Deze inplanting sluit aan bij de normaal gehanteerde normen voor bebouwing in deze omgeving.

Er wordt een bijgebouw tot 40m² voorgesteld i.f.v. een berging of een garage.  Er dient voorkomen te worden dat er een overdreven terreinverharding ontstaat.   Er wordt bijgevolg opgelegd dat het vrijstaande bijgebouw enkel i.f.v. een berging en/of ondersteunende functies aan het hoofdvolume (overdekte zitplaats/ sauna) mogelijk is. Een garagefunctie wordt uitgesloten voor het vrijstaand bijgebouw. Er rest hierdoor nog voldoende ruimte op het perceel om aan te leggen als kwalitatieve tuinzone.

Door het oprichten van 1 woning op het terrein wordt een woondichtheid bekomen van ca. 8 woningen per hectare wat aanvaardbaar is in deze omgeving.

Gezien de gemeente Zonhoven streeft naar meer groen in het straatbeeld wordt de aanplant van een boom in de voortuinstrook opgelegd in de verkavelingsvoorschriften.

Visueel-vormelijke elementen

De woningen in de onmiddellijke omgeving zijn vrijstaande of halfopen woningen dewelke bestaan uit 1 of 2 bouwlagen en afgedekt worden met een schuin of plat dak. Het voorgestelde profiel in de verkavelingsvoorschriften sluit aan bij deze in de omgeving. Als materiaal wordt binnen de verkavelingsvoorschriften opgelegd dat dit in overeenstemming moet zijn met de omgeving.  

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

Bodemreliëf

Het eigendom is quasi vlak. In de door de gemeente aangepaste verkavelingsvoorschriften zal gesteld worden dat reliëfwijzigingen zoveel mogelijk beperkt moeten worden. Het vloerpeil van de nieuw op te richten woning dient evenwel boven het straat- of trottoirniveau (minimaal 30cm) gelegen te zijn om mogelijke waterschade te voorkomen. Ophoging van het perceel moet beperkt blijven tot het gebouw zelf met een randzone van 3 m rond het gebouw die in helling aansluit bij het niet opgehoogde gedeelte. Hemelwater dient op eigen perceel te worden opgevangen en te infiltreren.

Hinderaspecten met betrekking tot gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Er wordt geen hinder verwacht door voorliggende aanvraag m.b.t. tot de gezondheid, het gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen. Er werden geen bezwaarschriften ingediend tijdens het openbaar onderzoek.

De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving mits te voldoen aan de voorschriften in bijlage, opgesteld door het college van burgemeester en schepenen.

BESPREKING VAN DE ADVIEZEN

  • Het advies van 12 augustus 2024 van de Watergroep is voorwaardelijk gunstig:

Advies ACCA
Volledig gunstig advies met voorwaarden

Voor de uitrusting van de verkaveling met een drinkwaterleiding op het openbaar domein moet door de initiatiefnemer onderstaand betaald worden:

  • een forfaitaire kost per bebouwbare kavel
  • een studiekost per project

Wanneer aan alle voorwaarden is voldaan zal De Watergroep de gemeente hiervan op de hoogte brengen. Vervolgens zal de gemeente, cfr. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, een verkoopbaarheidsattest afleveren.

Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.
De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.
De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de individuele aanvragers.

Bijkomende informatie kan je vinden op: www.dewatergroep.be

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.

  • Het advies van 20 augustus 2024 van Proximus is gunstig:

“Met aandacht hebben wij uw adviesvraag onderzocht. Proximus voorziet geen uitbreidingen voor de aansluiting van dit project.

Aanvragen tot aansluiting op het Proximus netwerk kunnen door de aanvrager gericht worden naar onze klantendienst via het nummer 0800 22 800. In functie van de beschikbare capaciteit van onze infrastructuur op dat moment, bekijken we de mogelijkheden om een aansluiting te voorzien.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. 

  • Het advies van 5 september 2024 van de dienst Facilitair Management is voorwaardelijk gunstig:

“Daar het de visie van de gemeente is om het groene karakater van onze gemeente te bewaren en zelfs maximaal te versterken. Dit alles bereiken we door in eerste instantie de bestaande bomen zoveel mogelijk te behouden en te beschermen, en in tweede instantie door bij nieuwe verkavelingen één extra boom aan te planten per 400m² perceelsoppervlakte.

Deze aanvraag wordt dan ook gunstig geadviseerd, mits volgende voorwaarden in de verkavelingsvoorschriften worden opgenomen:

Aanplanten van van minstens 1 streekeigen en/of klimaatrobuuste hoogstamboom in de voortuin.

Aanplanten van minstens 1 streekeigen en/of klimaatrobuuste hoogstamboom in de achtertuin.

De aan te planten bomen zijn bomen van minstens 2de grootte en dienen aangeplant te worden in het plantseizoen volgende op het beëindigen van de werken.

De te behouden en verplicht aan te planten bomen kunnen enkel nog gerooid worden na goedkeuring van een gemotiveerde vergunningsaanvraag.

Voor de verplicht aan te planten bomen geldt er een verplichitng tot heraanplant bij afsterven van de bomen.

De bouwheer dient ook de nodige maatregelen te treffen om de te behouden bomen te beschermen tegen de nadelige invloeden van werken, zoals vermijden van bodemverdichting binnen de kruinprojectie en verbod op het stapelen van goederen binnen de kruinprojectie. Ook dienen werken, en zeker grondwerken, binnen de kruinprojectie vermeden te worden.

Volgende linken kunnen een hulp zijn in de keuze van de juiste boomsoorten:

- https://www.plantvanhier.be/plantengids

- https://www.ecopedia.be/bomenwijzer

 Volgende linken geven meer info over hoe bomen te beschermen op werven:

- https://www.vvog.info/publicaties/beschermen-van-bomen

- https://www.deboomdokter.be/bomen-beschermen/

 Plantseizoen loopt van 15 september tot en met 15 mei.”

 De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.

  • Het advies van 13 augustus 2024 van Wyre is gunstig:

“Wij zijn nagegaan welke aanpassing van de infrastructuur van Wyre nodig is om de loten uit deze verkavelings- of bouwaanvraag te kunnen aansluiten. 

Hieruit blijkt dat de nodige infrastructuur op openbaar domein al aanwezig is en dat er geen uitbreiding van het Wyre netwerk dient te gebeuren. Er wordt van ons geen verdere voorwaarde opgelegd. 

Deze vaststelling omvat niet de aftak- en aansluitkosten van de abonnee. Deze worden met de latere abonnee verrekend. 

Aanvragen tot het verplaatsen van bestaand apparatuur zullen aan de aanvrager aangerekend worden. 

Bij afbraak van gebouwen waarop kabels zijn bevestigd is het belangrijk om minstens 8 weken voor de start van de werken Wyre via 015/66.66.66 op de hoogte te brengen.”

 De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. 

  • Het advies van 24 september 2024 van het Agentschap voor Natuur e Bos is voorwaardelijk gunstig:

 “Na screening van de adviesvraag is ons Agentschap van oordeel dat voorliggend project geen schade aan de omliggende natuurwaarden veroorzaakt. Het project wordt dan ook gunstig geadviseerd. Dit advies wordt verstrekt door het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van de volgende wetgeving:

  • Artikel 35. § 4 Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (stedenbouwkundige handeling).

 Door de ligging van het perceel in VEN-gebied vragen we om bij de inrichting van de tuin gebruik te maken van inheemse, standplaatsgeschikte boom-/struik- en/of haagsoorten.

 Het Agentschap wil er wel op wijzen dat alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen in het Vlaamse Gewest beschermd zijn op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Voor aanvang van de afbraakwerken moet men er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden en nagaan of er vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen dient de aanvrager contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via het algemeen e-mailadres van AVES.” 

 De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies met de nuance dat het eigendom niet gelegen is in een VEN-gebied maar in een vogelrichtlijngebied. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.

  • Het advies van 23 augustus 2024 van het Agentschap Wegen en Verkeer is voorwaardelijk gunstig:

 “Hierbij stuur ik u het advies van mijn afdeling. Gelieve mij een afschrift van de beslissing toe te sturen.

 INLICHTINGEN EN BEPERKINGEN

1.- Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N0720001 van 3.5 -20 tot 3.5 +27):

  • de grens van het openbaar domein is geschat op 8 meter.
  • de rooilijn ligt op 13 meter volgens vigerende wegnormen.
  • de zone van achteruitbouw bedraagt 8 meter.
  • de minimaal te respecteren bouwlijn ligt op 21 meter.

2. Constructie voor rooilijn

De parkings op privégrond dienen ingepland te worden achter de voorgeschreven rooilijn.

 3. Constructie in zone van achteruitbouw

  • Peil van de dorpels van het gebouw : 31 cm hoger dan het peil van de uiterste rand van de verharding.
  • Regenwaterputten, septische putten , bufferbekkens, een afrit naar een ondergrondse kelder/garage/souterrains, …e.d. dienen achter de bouwlijn te worden ingeplant.
  • De sloopwerken / terreinwerken / kapwerken mogen geen hinder veroorzaken voor de weggebruikers. Eventuele vervuiling op openbaar domein ten gevolge van deze werken dient men dagelijks ten eigen laste te verwijderen.

 4. Constructie op of over openbaar domein

  • De berm dient in zijn oorspronkelijke toestand, zijnde grasberm te worden hersteld. Op de onverharde/verharde berm langs de gewestweg mogen er geen parkeerplaatsen ingericht worden. (Cfr BVR 29/03/2002 retributiebesluit).
  • Voor elke inname van het openbaar domein zie punt 10 van de algemene voorwaarden. Er dient voorafgaandelijk aan de werken een afzonderlijke aanvraag aan de diensten van Agentschap Wegen en Verkeer te gebeuren (District Centraal-Limburg, Trekschurenstraat 270, B-3500 Hasselt).
  • Het is niet toegestaan om losse, kleinschalige materialen (zoals dolomiet, grind,…) te gebruiken op het openbaar domein.

5. Toegang

  • Conform de bepalingen dient het perceel aan de perceelgrens onoverrijdbaar te worden afgesloten behoudens vergunde inrit.
  • Bij deze verkaveling dienen de toegangen geclusterd te worden per 2 bouwloten. Het nieuwe lot dient aan de rechterzijde ontsloten te worden. De inrit dient gecombineerd met deze van huisnummer 316 met een max. 7m toegestaan conform dienstorder MOW/AWV/2012/16.

6. Mobiliteitsimpact

  • Insteekparkings langs een gewestweg zijn niet toegestaan omwille van de verkeersveiligheid. Het gebruik van insteekparkings geeft onvoldoende zicht bij het oprijden van de gewestweg, wat een gevaar is voor automobilisten en zwakke weggebruikers.
  • Er dienen voldoende parkeerplaatsen (1,5 per woongelegenheid en 1/20 m² handelsruimte) te worden voorzien op de privégrond. Dit zal anders zoekverkeer en overlast bezorgen aan het openbaar domein wat de verkeersveiligheid in het gedrang brengt.

7. Publiciteit

Zie punt 17 van de algemene voorwaarden.

 BESLUIT

Het Agentschap Wegen en Verkeer adviseert GUNSTIG betreffende de voorliggende aanvraag gezien de aanvraag in overeenstemming is met hoger vermelde inlichtingen en beperkingen.

Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de hierna omschreven aandachtspunten.

AANDACHTSPUNT

Bij deze verkaveling dienen de toegangen geclusterd te worden per 2 bouwloten. Het nieuwe lot dient aan de rechterzijde ontsloten te worden. De inrit dient gecombineerd met deze van huisnummer 316 met een max. 7m (2x 3,5m) toegestaan conform dienstorder MOW/AWV/2012/16.]”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en opmerkingen gesteld in het advies zoals hoger aangehaald, dienen gevolgd te worden.

  • Het advies van Fluvius System Operator werd niet ontvangen binnen de 45 dagen na ontvangst van de adviesaanvraag en wordt dus geacht gunstig te zijn, krachtens artikel 26 van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning, goedgekeurd door de Vlaamse Regering dd. 25/04/2014

Uit de bovenstaande motivering blijkt dat de ruimtelijke draagkracht van het gebied niet wordt overschreden en dat de voorziene verweving van functies de aanwezige of te realiseren bestemmingen in de onmiddellijke omgeving niet in het gedrang brengen noch verstoren. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 EINDADVIES

 Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het voorgestelde ontwerp verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving. De aanvraag is vatbaar voor een omgevingsvergunning mits het opleggen van voorwaarden.

 Bijgevolg adviseert de gemeentelijke omgevingsambtenaar het dossier voorwaardelijk gunstig voor het verkavelen van 2 gronden in 3 loten waarbij lot 1 voor open bebouwing en loten 2 en 3 uit de verkaveling worden gesloten wegens reeds bebouwd, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden

  1. Te voldoen aan de voorwaarden gesteld door Dienst Facilitair management: Deze voorwaarden werden opgenomen in de voorschriften.
  2. Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en aanbevelingen zoals voorgesteld in het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer, zoals gevoegd in bijlage.
  3. Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en aanbevelingen zoals voorgesteld in het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos, zoals gevoegd in bijlage.
  4. Te voldoen aan de voorwaarden gesteld door De Watergroep.
  5. Te voldoen aan volgende voorwaarden met betrekking tot de watertoets:
    a) De toekomstige aanvragen tot omgevingsvergunning dienen te voorzien in maatregelen voor opvang en lozing van hemelwater. De bepalingen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (Besluit Vlaamse Regering dd. 10 februari 2023) moeten alleszins nageleefd worden.
    b) Indien er ondergrondse constructies worden opgericht, de bemaling voldoet aan de voorwaarden zoals opgelegd in Vlarem II.
    c) Een permanente drainage, ook al is dit in functie van een aanleg van een ondergrondse constructie, mag niet voorzien worden aangezien permanente drainage een continue verlaging van de grondwaterstand tot gevolg heeft.
  6. De initiatiefnemer handelt volgens en voldoet aan de reglementeringen van de nutsmaatschappijen.
  7. Kosten voor het voorzien, verleggen of uitbreiden van de nutsleidingen moeten gedragen worden door de verkavelaar;
  8. Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van de omgevingsaanvraag of de toekomstige omgevingsaanvraag zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting op het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag voor het verkavelen van gronden of een omgevingsaanvraag van een particulier, blijft ten laste van de aanvrager.
  9. Alle bebouwing op lot 1 dient te worden gesloopt vooraleer de verkaveling ten uitvoer kan worden gebracht. Dit houdt in dat zolang hier niet aan voldaan is, de verkavelaar niet kan overgaan tot verkoop van lot1, noch een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan verkregen worden.
    Onder afbraak wordt tevens het verwijderen van de vloerplaten en van al het materiaal / afval van het terrein bedoeld. Alle materialen / afval dienen afgevoerd te worden naar een erkende verwerker.
    De volledige verkaveling dient vrij en onbelast te zijn van gebouwen, materialen en afval;
  10. De afbraak van de constructies dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het Vlarem II, omgevingsvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden. Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer. Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.;
  11. De paalstenen aan de rooilijn dienen geplaatst te worden.
  12. De verkavelingsvoorschriften in bijlage, opgesteld door het college van burgemeester en schepenen zijn van toepassing op voorliggende aanvraag.
  13. Vervreemding van een lot uit de verkaveling kan pas geschieden, nadat het attest conform artikel 4.2.16 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening werd afgeleverd, waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd voldaan.
  14. Een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan pas verkregen worden, nadat het attest conform artikel 4.2.16 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening werd afgeleverd, waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd voldaan.
  15. Na het afleveren van het attest conform artikel 4.2.16§2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dient de verkaveling in een officiële akte gegoten de worden.  De gemeente dient in kennis te worden gebracht van de akte van neerlegging van de verkaveling.

 Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen volgt  integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar van 04/11/2024 omtrent het sluiten van het openbaar onderzoek en tot het afleveren van een het verkavelen van 2 gronden in 3 loten waarbij lot 1 voor open bebouwing en loten 2 en 3 uit de verkaveling worden gesloten wegens reeds bebouwd aan de aanvrager.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het afleveren van een voorwaardelijke vergunning van de omgevingsaanvraag voor het verkavelen van een grond in 2 loten voor halfopen bebouwing, zoals voorgesteld op de voorgebrachte plannen die als bijlage aan de aanvraag zijn verbonden en voor zover rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden.

Artikel 3

  1. Te voldoen aan de voorwaarden gesteld door Dienst Facilitair management: Deze voorwaarden werden opgenomen in de voorschriften.
  2. Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en aanbevelingen zoals voorgesteld in het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer, zoals gevoegd in bijlage.
  3. Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden en aanbevelingen zoals voorgesteld in het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos, zoals gevoegd in bijlage.
  4. Te voldoen aan de voorwaarden gesteld door De Watergroep.
  5. Te voldoen aan volgende voorwaarden met betrekking tot de watertoets:
    a) De toekomstige aanvragen tot omgevingsvergunning dienen te voorzien in maatregelen voor opvang en lozing van hemelwater. De bepalingen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (Besluit Vlaamse Regering dd. 10 februari 2023) moeten alleszins nageleefd worden.
    b) Indien er ondergrondse constructies worden opgericht, de bemaling voldoet aan de voorwaarden zoals opgelegd in Vlarem II.
    c) Een permanente drainage, ook al is dit in functie van een aanleg van een ondergrondse constructie, mag niet voorzien worden aangezien permanente drainage een continue verlaging van de grondwaterstand tot gevolg heeft.
  6. De initiatiefnemer handelt volgens en voldoet aan de reglementeringen van de nutsmaatschappijen.
  7. Kosten voor het voorzien, verleggen of uitbreiden van de nutsleidingen moeten gedragen worden door de verkavelaar;
  8. Aanpassingen aan inrichtingen, constructies of beplantingen op het openbaar domein naar aanleiding van de omgevingsaanvraag of de toekomstige omgevingsaanvraag zijn steeds ten laste van de aanvrager. Alle kosten naar aanleiding van een heraanplanting op het openbaar domein, uitgevoerd naar aanleiding van een omgevingsaanvraag voor het verkavelen van gronden of een omgevingsaanvraag van een particulier, blijft ten laste van de aanvrager.
  9. Alle bebouwing op lot 1 dient te worden gesloopt vooraleer de verkaveling ten uitvoer kan worden gebracht. Dit houdt in dat zolang hier niet aan voldaan is, de verkavelaar niet kan overgaan tot verkoop van lot1, noch een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan verkregen worden.
    Onder afbraak wordt tevens het verwijderen van de vloerplaten en van al het materiaal / afval van het terrein bedoeld. Alle materialen / afval dienen afgevoerd te worden naar een erkende verwerker.
    De volledige verkaveling dient vrij en onbelast te zijn van gebouwen, materialen en afval;
  10. De afbraak van de constructies dient te gebeuren tot in de grond en de plaats moet hersteld worden in de vorige toestand. Aan de afbraak is geen milieuvergunningsplicht verbonden, wel dient rekening gehouden te worden met de wettelijke verplichtingen opgenomen in het Vlarem II, omgevingsvergunningsdecreet, het bodemsaneringsdecreet en het materialendecreet. Vooraleer te starten met de afbraakwerken dienen de constructies volledig ontruimd te worden. De afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraakwerken dienen selectief ingezameld te worden. Alle bouw-, sloop- en infrastructuurwerken in open lucht dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II, hoofdstuk 6.12 Beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken”, indien deze uitgevoerd worden door een aannemer. Het verwijderen van asbest dient te gebeuren conform de bepalingen van Vlarem II Beheersing van asbest, hoofdstuk 6.4.;
  11. De paalstenen aan de rooilijn dienen geplaatst te worden.
  12. De verkavelingsvoorschriften in bijlage, opgesteld door het college van burgemeester en schepenen zijn van toepassing op voorliggende aanvraag.
  13. Vervreemding van een lot uit de verkaveling kan pas geschieden, nadat het attest conform artikel 4.2.16 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening werd afgeleverd, waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd voldaan.
  14. Een omgevingsvergunning voor het bebouwen van een lot kan pas verkregen worden, nadat het attest conform artikel 4.2.16 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening werd afgeleverd, waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd voldaan.
  15. Na het afleveren van het attest conform artikel 4.2.16§2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dient de verkaveling in een officiële akte gegoten de worden.  De gemeente dient in kennis te worden gebracht van de akte van neerlegging van de verkaveling.

 Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen.