Terug
Gepubliceerd op 23/04/2025

2025_CBS_00446 - OMV - Vergunning - Engstegenseweg 8 bus 1 en bus 2 - 2025/00016 - Goedkeuring

College van burgemeester en schepenen
di 08/04/2025 - 13:30 Gemeente
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Frank Vandebeek, 1ste schepen; Johan Vanhoyland, 2de schepen; Frederick Vandeput, 3de schepen; Wouter De Raeve, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur

Verontschuldigd

Bram De Raeve, burgemeester

Secretaris

Bart Telen, Algemeen directeur
2025_CBS_00446 - OMV - Vergunning - Engstegenseweg 8 bus 1 en bus 2 - 2025/00016 - Goedkeuring 2025_CBS_00446 - OMV - Vergunning - Engstegenseweg 8 bus 1 en bus 2 - 2025/00016 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Dossiernummer:    2025/00016
Referentie omgevingsloket:    OMV_2025004891

De aanvraag, ingediend door VAZON NV met als contactadres Weyerstraat 137 te 3850 Nieuwerkerken, werd ontvangen op 28/01/2025 en op 21/02/2025 ontvankelijk en volledig verklaard.

De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Engstegenseweg 8 bus 1 en bus 2, kadastraal gekend als afdeling 1 sectie B nr. 423T.

De aanvraag gaat over het verbouwen van een halfopen eengezinswoning tot twee appartementen en het oprichten van een fietsenstalling.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).

1.    STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS

De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is gelegen binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan grup afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk, goedgekeurd op 20 juni 2014.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.

2.    HISTORIEK

Volgende dossiers zijn relevant:
•    Stedenbouwkundige vergunning (1968/00148) voor woonhuis - goedgekeurd op 10/04/1969.

3.    BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG

 Beschrijving van de plaats & omgeving

Het perceel bevindt zich langs de Engstegenseweg, een gemeenteweg in het centrum van de gemeente Zonhoven.
De omgeving bestaat hoofdzakelijk uit halfopen eengezinswoningen en appartementen. Aan de overzijde van de straat bevindt zich de middelbare school alsook een woonzorgcentrum.
Het straatbeeld wordt gevormd door een gevarieerde bebouwing. De bebouwing varieert qua inplanting, bouwhoogte, dakprofiel alsook materiaalgebruik.
Op het perceel bevindt zich een handelspand met bovenliggende woongelegenheid.
De bebouwing bestaat uit 2 bouwlagen met een hellend dak.

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag gaat over het verbouwen van een halfopen eengezinswoning tot twee appartementen en het oprichten van een fietsenstalling.

De bestaande bebouwing wordt volledig verbouwd.  De aanwezige achterbouw wordt gesloopt en er wordt een nieuwe aanbouw opgericht.  Het bestaande hoofdvolume wordt tevens volledig verbouwd, zowel intern alsook de buitengevels.  De gevels worden tevens voorzien van de nodige isolatie om te voldoen aan de huidige isolatienormen.

Het gebouw is ingeplant op 5m achter de rooilijn/voorste perceelgrens, tegen de linker perceelgrens en op 2,90m van de rechter perceelgrens.

De gelijkvloerse bouwdiepte bedraagt 15m met tegen de linker perceelgrens een tuinmuur met ingebouwde bergkast.
Het gelijkvloerse appartement bestaat uit een keuken, een eethoek, een zithoek, een berging, een badkamer en 2 slaapkamers.

Aan de achterzijde wordt een niet-overdekt terras voorzien met een oppervlakte van 22,65m².  Het terras is toegankelijk vanuit de keuken en de eethoek.

Op de verdieping wordt het 2de appartement (duplex) voorzien.  De bouwdiepte op de verdieping bedraagt 11,90m met aansluitend een niet-overdekt terras.  Het niet-overdekt terras (22,65m²) wordt over de volledige breedte van het gebouw voorzien.  Aan de linkerzijde, tegen de perceelgrens wordt een tuinmuur met een ingebouwde bergkast voorzien.  Deze zorgt voor de nodig privacy op het terras.

Het duplex-appartement beschikt op de 1ste verdieping over een keuken, een eethoek, een zithoek, berging en toilet.  Het niet-overdekte terras is toegankelijk via de keuken en de eethoek.  Onder het dak worden 2 slaapkamers, een dressing, een badkamer en de technische ruimte voorzien.

Om de ruimtes onder het dak te voorzien van voldoende hoogte en lichtinval wordt aan zowel de voorzijde als aan de achterzijde een dakkapel voorzien.

De kroonlijsthoogte is gelegen tussen 2,70m en 8,30m ten opzichte van de as van de weg.  De nokhoogte is gelegen op 11,25m ten opzichte van de as van de weg.

De gevelafwerking is voorzien in rood genuanceerde gevelsteen gecombineerd met bruin genuanceerd hout voor de dakkapellen.  De dakbedekking wordt uitgevoerd in zwart genuanceerde dakpannen.

De gelijkvloerse vloerpas wordt voorzien op 0,35m boven de as van de voorliggende weg. Het bestaande maaiveld, gelegen op 0,20m boven de as van de voorliggende weg, blijft ongewijzigd.

Op 6m achter de achtergevel van het gebouw wordt een berging/fietsenstalling opgericht. Het bijgebouw wordt ingeplant tegen de rechter perceelgrens.
Het bijgebouw heeft een oppervlakte van 13m² (3,25m x 4m).

Het gebouw wordt uitgevoerd met een plat dak.  De dakrandhoogte is gelegen op 2,60m ten opzichte van de as van de weg.
Het gebouw wordt uitgevoerd in bruin genuanceerd hout (idem dakkapellen).

Het perceel wordt verder aangelegd met verhardingen en groenaanleg.

Ter hoogte van de rechter perceelgrens wordt een inrit aangelegd over een lengte van ca. 17m.  Aansluitend op de inrit wordt, in de voortuin, nog een parkeerplaats aangelegd evenwijdig met de voorliggende weg.

In de achtertuin wordt aan de achterzijde van het gebouw een niet-overdekt terras aangelegd met een oppervlakte van 22,65m².
In de achtertuin wordt langsheen de zijdelingse en de achterste perceelgrenzen een draadafsluiting met haagbeplanting voorzien met een hoogte van 1,80m.

Tevens wordt een wadi voorzien in de achtertuin op 22,50m achter de terrasverharding en op 1m van de linker perceelgrens.

4.    RAADPLEGING EIGENAARS AANPALENDE PERCELEN 

Het dossier werd volgens de vereenvoudigde procedure behandeld.
Er werd bijgevolg geen openbaar onderzoek gehouden.
Aangezien de aanvraag gaat over de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom, werden de betrokken aanpalende eigenaars aangeschreven per beveiligde zending met de vraag hun standpunt kenbaar te maken binnen de 30 dagen.

5.    ADVIEZEN

Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:
Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie
Proximus
Omgevingsloket Wyre
De Watergroep
Fluvius
Inter.

6.    EFFECTEN OMGEVING

 Project-MER
Het project komt voor op bijlage III van het project-m.e.r.-besluit, nl. rubriek 10b – stadsontwikkelingsprojecten. Daarom moet een project-m.e.r. opgemaakt worden, tenzij de initiatiefnemer via een project-m.e.r.-screeningsnota kan aantonen dat het project geen aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken.
Er werd een project-m.e.r.-screeningsnota bij de aanvraag gevoegd. De effecten op milieu en omgeving werden voldoende omschreven en uit de nota blijkt dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

Stikstofdecreet
Voor een eengezinswoning, kunnen we uitgaan van ongeveer 2920 vervoersbewegingen per jaar (4 personen x 2 vervoersbewegingen/persoon x365 dagen/jaar= 2920 jaarlijkse vervoersbewegingen).  De aanvraag voorziet 2 woongelegenheden waardoor uitgegaan kan worden dat het aantal vervoersbewegingen voor de 2 entiteiten neer komt op 5 840 per jaar (2 x 2 920).  Dit is minder dan 70.000 jaarlijkse vervoersbewegingen (VITO tabel 3, licht verkeer, KDW =6 en afstand = 0). Dit betekent dat zelfs indien twee woonentiteiten op het meest kritische habitat voorzien wordt, de impact van het verkeer nog niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% de minimis. We kunnen bijgevolg met absolute zekerheid besluiten dat de impactscore van 2 appartementen, voor wat betreft mobiliteit, lager is dan 1%.

7.    INHOUDELIJKE BEOORDELING

 Decretale beoordelingselementen

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Engstegenseweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

Zonering

Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in centraal gebied. Er is al geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering. Er moet geen septische put voorzien worden.

Toegankelijkheid

De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen, tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid. Dit besluit trad in werking op 1 maart 2010.

Om die reden werd advies gevraagd aan Inter Vlaanderen.  Op 05/03/2025 liet Inter Vlaanderen weten dat geen advies nodig was, nl.:

“Het project valt niet onder het toepassingsgebied van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid. 
Artikel 5: Handelingen aan meergezinswoningen, waarbij de constructie na de handelingen toegangsdeuren tot wooneenheden bevat op meer dan twee niveaus en minstens zes wooneenheden.
De aanvraag betreft slechts 2 wooneenheden.
Indien er nog vragen zijn kan u ze ons steeds stellen.”

Waterparagraaf
Hemelwaterverordening

De aanvraag valt onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 10 februari 2023, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De plannen geven aan dat de verbouwingswerken ook ingrijpende werken aan het hemelwaterafvoersysteem en het afvoersysteem van afvalwater omvatten.

De dakoppervlakte van de nog niet aangesloten bestaande bebouwing en uitbreiding bedraagt 156,35m².

Er moet een hemelwaterput voorzien worden met een inhoud van 20 000 liter (minimaal vereist 15 635 liter) en recuperatie van het hemelwater voor alle toiletten, aansluiting voor een wasmachine, een dienstkraan (poetswater) en een buitenkraan (tuinbesproeiing).  Conform de hemelwaterverordening dient een aanvoerleiding voor het herbruik van het hemelwater voorzien te worden naar elk toilet, de wasmachines, een dienstkraan voor poetswater en een buitenkraan.  Er zal dan ook als voorwaarde worden opgenomen in de vergunning dat een aanvoerleiding voor het herbruik van het hemelwater voorzien moet worden voor een dienstkraan voor poetswater.

De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een open infiltratievoorziening met een opvangcapaciteit van 5 600 liter (minimaal vereist 3 179,55 liter) en een infiltratieoppervlakte van 14m² (minimaal vereist 7,71m²).

Het hemelwater van de fietsenberging kan op natuurlijke wijze op eigen terrein infiltreren in de groenzone(s). De betreffende groenzone heeft een oppervlakte van minstens 1/4de van de afwaterende oppervlakte en watert niet af naar omliggende percelen of het openbaar domein. 

De verordening is niet van toepassing voor wat betreft de aanleg van de voorziene verhardingen omdat het hemelwater dat op de verharding valt niet wordt opgevangen en afgevoerd, maar op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem kan infiltreren door het gebruik van waterdoorlatende materialen.

De aanvraag voldoet aan deze stedenbouwkundige verordening mits het opleggen van de voorwaarde dat een aanvoerleiding voor het herbruik van het hemelwater voorzien moet worden voor een dienstkraan voor poetswater. Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.

Watertoets

Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, legt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets.

De watertoets is een onderzoek van de vergunningverlenende overheid naar mogelijke schadelijke effecten op het watersysteem die veroorzaakt kunnen worden door het aangevraagde project.

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid moet geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd.

Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Zoals hoger aangehaald voldoet het voorliggende ontwerp aan deze verordening.

Natuurtoets

Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.

Erfgoed- & Archeologietoets

Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid

Appartementen zijn niet vreemd in de omgeving en zijn bijgevolg functioneel inpasbaar op deze locatie.

Mobiliteitsimpact

De gemeente Zonhoven hanteert volgende parkeernorm: 1,5 parkeerplaats per woonentiteit, wat neer komt op 3 parkeerplaatsen voor het project.
De aanvraag komt hieraan tegemoet, gezien op de inrit aan de rechterzijde van het gebouw 2 voertuigen gestald kunnen worden en 1 voertuig op de parking in de voortuin.
De gemeente Zonhoven verwacht bij meergezinswoningen een overdekte fietsenberging voor min. 1 fiets per hoofdkussen, in dit geval dus voor min. 6 stalplaatsen voor fietsen van de bewoners. De aanvraag komt hieraan tegemoet.

Schaal

De bebouwing in de directe omgeving varieert sterk qua inplanting, bouwdiepte, bouwhoogte alsook materiaalgebruik. Rekening houdend met de gevarieerde bebouwing in de directe omgeving zal het voorgestelde niet als storend ervaren worden in het bestaande straatbeeld.
De maximale bouwdiepte bedraagt 18m (15m + 3m tuinmuur met ingebouwde bergruimte).
De kroonlijsthoogte is gelegen tussen 2,70m en 8,30m ten opzichte van de as van de weg. De nokhoogte is gelegen op 11,25m ten opzichte van de as van de weg.
De losstaande tuinberging heeft een oppervlakte van 13m². Het bijgebouw wordt uitgevoerd met een plat dak. De dakrandhoogte is gelegen op 2,60m ten opzichte van de as van de weg.
Er resteert nog een ruime groenzone die ingericht kan worden als tuin.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Meergezinswoningen zijn niet vreemd in de omgeving en dus aanvaardbaar op deze locatie.
De bebouwing heeft een oppervlakte van 154,15m² en de verharding 98,64m².  Rekening houdend met de oppervlakte van het perceel (9a 06ca) resteert er nog een tuinzone van meer dan 70%, wat tegemoet komt aan de visie van de gemeente Zonhoven.

Visueel-vormelijke elementen

De gevelafwerking is voorzien in rood genuanceerde gevelsteen gecombineerd met bruin genuanceerd hout voor de dakkapellen.  De dakbedekking wordt uitgevoerd in zwart genuanceerde dakpannen.
De bebouwing in de omgeving varieert sterk qua bouwstijl alsook materiaalgebruik. Bijgevolg zal het voorgestelde materiaalgebruik niet als storend ervaren worden in het straatbeeld. 

Cultuurhistorische aspecten

Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.

Bodemreliëf

Volgens de aanvraag wordt het bestaande reliëf niet gewijzigd.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De aanvraag creëert voldoende woonkwaliteit en gebruiksgenot voor de bewoners. Door de aanvraag ontstaat geen bijkomende hinder.

Resultaten van de raadpleging van de eigenaars van de aanpalende percelen

Er werd geen reactie ontvangen van de eigenaars van de aanpalende percelen.

Bespreking van de adviezen

•    Het advies van De Watergroep d.d. 24 februari 2025 is gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig.

“Advies van De Watergroep
Advies ACCA

Gedeeltelijk gunstig advies met voorwaarden

Er is geen uitbreiding van de waterleiding noodzakelijk.
Voor de eventuele uitbraak / wijziging van de bestaande aftakking dient de eigenaar via de website van De Watergroep de uitbraak / wijziging van de bestaande aftakking aan te vragen.
Door de beslissing van de Vlaamse regering op 8/04/2011 moet elke wooneenheid over een eigen watermeter beschikken. De plaats van de watermeters moet beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.

Het tellerlokaal moet een gemeenschappelijke ruimte zijn, groot en hoog genoeg voor de plaatsing van alle tellers. Een gemeenschappelijke ruimte betekent dat deze ruimte op elk moment voor elk van de gebruikers toegankelijk moet zijn.

Bovendien moet er een tijdelijke put van 1 x 1 x 1.2 m voorzien worden voor het binnenbrengen van de waterleidingen. Als deze tijdelijke put niet aanwezig is, behoudt De Watergroep zich het recht om de aftakking niet uit te voeren. Na het binnenbrengen van de aftakking mag deze put gedempt worden. De koker vanuit de werkput tot buiten het gebouw moet een diameter van 150 mm hebben. De plaatsing van een (energie)bocht is voor appartementen niet toegelaten.
Automatische brandblusinstallaties mogen nooit rechtstreeks op het drinkwaternet aangesloten worden, enkel met tussenschakeling van een drukloos voorraadreservoir.

De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de aanvragers.

Bij de start van de uitrol van de digitale watermeter door De Watergroep, is een draadloze verbinding met de digitale elektriciteitsmeter vereist. Om te verzekeren dat deze draadloze verbinding kan gemaakt worden, moet de aftakking voldoen aan onderstaande bijkomende voorwaarden:
- De digitale watermeter staat best in dezelfde ruimte als de digitale elektriciteitsmeter
- De maximum afstand tussen de digitale elektriciteitsmeter en de digitale watermeter bedraagt 50 meter.
Voor meer vragen kan je altijd terecht op de website van De Watergroep: https://www.dewatergroep.be/nl-be/drinkwater/extra-services/digitalewatermeter
Opmerking : Er dient een aanvraag voor plaatsen bijkomende waterteller gedaan te worden.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.

•    Het advies van Omgevingsloket Wyre d.d. 24 februari 2025 is gunstig.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. Er moet rekening worden gehouden met de bemerkingen gesteld in het advies. 

•    Het advies van Proximus d.d. 25 februari 2025 is gunstig.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. Er moet rekening worden gehouden met de  bemerkingen gesteld in het advies. 

•    Het advies van Fluvius d.d. 26 februari 2025 is voorwaardelijk gunstig.

“Adviesverlening RIOLERING voor uw project te ZONHOVEN, Engstegenseweg 8 
Naar aanleiding van uw stedenbouwkundige aanvraag voor bovenvermeld project geven we volgend advies voor wat betreft riolering. 

Dit advies handelt over de technische aansluitbaarheid op het openbaar rioleringsnetwerk indien aanwezig. Dit desbetreffende perceel blijft aansluitbaar via de bestaande huisaansluiting(en) op de bestaande riolering ter hoogte van de aanpalende straat. De Fluvius-aansluitingsvoorwaarden voor o.a. diepte, diameter en locatie, zijn terug te vinden op www.fluvius.be. 
LET OP: Voor de vuilwaterhuisaansluiting wordt een aansluitingsdiameter standaard voorzien van 125 mm tot 10 wooneenheden, pas 160 mm voor een appartementsgebouw (met meer dan 10 wooneenheden), een KMO of voor industrie. De regenwaterhuisaansluiting heeft een uitwendige diameter van 160 mm. 

Daarnaast dient u voor wat betreft riolering uiteraard te voldoen aan alle geldende gewestelijke, provinciale en gemeentelijke wettelijke bepalingen dienaangaande. Fluvius doet hierop geen nazicht.
Via https://www.vmm.be/data/zonering-en-uitvoeringsplan kan u eenvoudig nakijken in welke cluster het perceel zich bevindt en de daaraan gekoppelde verplichtingen inzake septische putten. 

Dit advies doet verder geen uitspraak over of nazicht op de ontworpen riolering op het privé-gedeelte. 

Bijkomende info m.b.t. het toepassingsgebied en de richtlijnen van de GSVH (Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater) bij verbouwingen, uitbreidingen, etc: 
-Algemeen toepassingsgebied van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater (GSVH) 

Tenzij het hemelwater op eigen terrein in een onverharde zone infiltreert zonder dat hiervoor een afvoersysteem moet worden aangelegd (met uitzondering van dakgoten en regenpijpen) en zonder dat het water naar andere percelen of het openbaar domein afvloeit, is de GSV hemelwater van toepassing op volgende handelingen op zowel privaat als openbaar domein: 

- Overdekte constructies bouwen of herbouwen, bestaande overdekte constructies verbouwen met werken aan de afwatering, bestaande overdekte constructies uitbreiden; 

- Verhardingen aanleggen, heraanleggen of uitbreiden; 

- Aanleggen van een afwatering voor de bovenstaande constructies of verhardingen, waarvan het hemelwater voorheen op natuurlijk wijze in de bodem infiltreerde. 

-Algemene richtlijnen:
-De hemelwaterput, de infiltratievoorziening en/of de buffervoorziening moeten uiterlijk in gebruik genomen worden op het moment dat ook het gebouw of de verharding in gebruik genomen wordt. 

-Het hemelwater moet altijd gescheiden blijven van het afvalwater. 

-Het hemelwater moet altijd gescheiden blijven van het drinkwater. Rechtstreekse verbindingen via mengkranen, gesloten afsluitkranen, keerkleppen of wegneembare aansluitstukken zijn niet toegelaten. Zulke wanverbindingen vormen niet alleen een risico voor de waterkwaliteit in huis, maar kunnen ook het openbare drinkwaternet vervuilen. 

Regularisaties worden steeds getoetst aan de regelgeving die geldt op het moment van indiening van de regularisatieaanvraag. Indien het niet mogelijk is zich in orde te stellen aan de geldende GSV hemelwater dient de vergunningsaanvrager een gemotiveerde uitzondering aan te vragen. 

-Het verbouwen van een constructie:
Volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) betekent het verbouwen van een constructie : het uitvoeren van aanpassingswerken binnen het bestaande bouwvolume van een constructie waarvan de buitenmuren voor ten minste 60% behouden worden. 

Voor verbouwingen geldt dat de GSVH enkel van toepassing is wanneer er werken aan de afwatering gebeuren. Dit is het geval als zowel het hemelwaterafvoersysteem als het afvoersysteem van afvalwater beide ingrijpend worden gewijzigd. Niet-ingrijpende werken kunnen onder andere zijn: vervanging van regenpijpen, dakgoten of hemelwaterafvoer, enkel werken aan sanitaire installaties, plaatselijke ingrepen aan het afvoersysteem van hemelwater en/of afvalwater. 

Het plaatsen van een hemelwaterput en een infiltratievoorziening is daarentegen ook bij niet-ingrijpende werken zeker aan te bevelen en sommige lokale besturen moedigen het daarom aan met een subsidie. 

Een verticale uitbreiding of optopping (m.a.w. het aanbrengen van een extra verdieping) valt ook onder verbouwingen. 

-Voor de GSVH is een uitbreiding van een gebouw een nieuw gebouwdeel dat aan of tegen een bestaande constructie wordt gebouwd. 

Uitbreidingen vallen steeds onder het toepassingsgebied van de verordening, ongeacht de grootte, en ongeacht of er al dan niet werken aan de afwatering gebeuren. De GSVH, alsook de Provinciale Verordening zijn hier van toepassing. Hier dient een hemelwaterput geplaatst te worden, tenzij er al één aanwezig is. De infiltratievoorziening dient berekend te worden op het aantal m² van de uitbreiding x 33 liter (oftewel 3.300 liter per 100 m²). 

Het kan zowel gaan om een uitbreiding na een gedeeltelijke afbraak als een nieuwe uitbreiding. Wanneer een gedeelte van een gebouw wordt afgebroken en herbouwd, is de verordening dus van toepassing voor uitbreidingen, zelfs als de oppervlakte na uitbreiding niet groter is dan de oppervlakte vóór de uitbreiding. Als meer dan 40% van de buitenmuren worden afgebroken en herbouwd is er wél sprake van een volledige afbraak en herbouw. 

Het aanbrengen van isolatie aan de buitenzijde van een woning tot een maximum van 26 cm wordt beschouwd als aanpassingswerken binnen het bestaande bouwvolume, en valt dus niet onder het toepassingsgebied van uitbreidingen, maar onder dat van verbouwingen. Enkel als er werken aan de afwatering gebeuren vallen deze werken onder het toepassingsgebied van de GSV hemelwater.
Een verticale uitbreiding of optopping (m.a.w. het aanbrengen van een extra verdieping) valt niet onder het toepassingsgebied van de uitbreidingen, maar onder dat van de verbouwingen. 

-Verhardingen vallen onder het toepassingsgebied van de GSVH, ongeacht hun grootte. 

Waterdoorlatende verhardingen met een hellingsgraad kleiner dan 2% vallen eveneens onder het toepassingsgebied van de GSVH, maar worden niet opgenomen in de afwaterende oppervlakte. Niet-waterdoorlatende verhardingen of waterdoorlatende verhardingen met een hellingsgraad groter dan of gelijk aan 2% die afwateren op het omliggende terrein vallen niet onder het toepassingsgebied van de verordening. 

Het gaat zowel om nieuwe verhardingen, heraanleg van verhardingen als uitbreidingen van bestaande verhardingen. 

Er wordt gesproken over een heraanleg van verharding als zowel de afwerkingslaag als de funderingslaag uitgebroken en heraangelegd worden. 

Wanneer een funderingslaag aanwezig is en behouden blijft, wordt niet gesproken over het heraanleggen van de verharding. In dat laatste geval is de verordening niet van toepassing, tenzij er een afwatering wordt aangelegd die er voorheen niet was. Maar het is natuurlijk steeds wenselijk om het water maximaal te laten infiltreren. 

-Zowel voor verhardingen als voor overdekte constructies geldt dat de GSVH an toepassing is als een nieuw afvoersysteem wordt aangelegd waar er voorheen geen aanwezig was. 

Het gaat dan bijvoorbeeld om een rieten dak waarvan het water natuurlijk afliep dat vervangen wordt door een dak met dakpannen, dakgoten en regenpijpen die aangesloten worden op een afvoersysteem.”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden. 

•    Inter heeft op 5 maart 2025 aangegeven dat ze geen advies gaan verstrekken. 

•    Het advies van Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie d.d. 31 maart 2025 is gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden. 

8.    ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarden

• Er moet een aanvoerleiding voor het herbruik van het hemelwater voorzien worden voor een dienstkraan voor poetswater.
• Het advies van De Watergroep moet gevolgd worden.
• Het advies van Fluvius moet gevolgd worden.
• Het advies van de Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie, moet gevolgd worden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 01/04/2025 en volgt dit standpunt integraal.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan VAZON NV met als contactadres Weyerstraat 137 te 3850 Nieuwerkerken voor het verbouwen van een halfopen eengezinswoning tot twee appartementen en het oprichten van een fietsenstalling, gelegen te Engstegenseweg 8 bus 1 en bus 2 kadastraal gekend als afdeling 1 sectie B nr. 423T.

Artikel 3

Volgende voorwaarden wordt opgelegd:
Stedenbouwkundige voorwaarden

  • Er moet een aanvoerleiding voor het herbruik van het hemelwater voorzien worden voor een dienstkraan voor poetswater.
  • Het advies van De Watergroep moet gevolgd worden.
  • Het advies van Fluvius moet gevolgd worden.
  • Het advies van de Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie, moet gevolgd worden.