Terug
Gepubliceerd op 31/03/2025

2025_CBS_00298 - OMV - Vergunning - Viartenstraat 30 en 30A - 2024/00238 - Goedkeuring

College van burgemeester en schepenen
di 11/03/2025 - 13:30 Gemeente
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bram De Raeve, burgemeester; Frank Vandebeek, 1ste schepen; Johan Vanhoyland, 2de schepen; Frederick Vandeput, 3de schepen; Wouter De Raeve, 4de schepen; Johan Schraepen, 5de schepen; Ria Hendrikx, voorzitter BCSD; Bart Telen, Algemeen directeur

Secretaris

Bart Telen, Algemeen directeur
2025_CBS_00298 - OMV - Vergunning - Viartenstraat 30 en 30A - 2024/00238 - Goedkeuring 2025_CBS_00298 - OMV - Vergunning - Viartenstraat 30 en 30A - 2024/00238 - Goedkeuring

Motivering

Feiten context en argumentatie

VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Dossiernummer:    2024/00238
Referentie omgevingsloket: OMV_2024129581
Inrichtingsnummer: 20241031-0065
Ondernemingsnummer exploitant:      

De aanvraag, ingediend door de heer Cornel Verbeiren wonende te Fabrieksstraat 18 te 9280 Lebbeke, werd ontvangen op 05/11/2024 en op 27/12/2024 ontvankelijk en volledig verklaard.

De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Viartenstraat 30 en 30A, kadastraal gekend als afdeling 2 sectie D nr. 101H.

De aanvraag gaat over het bouwen van twee halfopen eengezinswoningen en de plaatsing van 2 warmtepompen.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen en de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).

1.    STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS

De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied met landelijk karakter.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het project maakt deel uit van de goedgekeurde verkaveling 7204.V.65 goedgekeurd op 23 juni 1964, het betreft lot 5 en 6.

Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.

2.    HISTORIEK

Volgende dossiers zijn relevant:
• Stedenbouwkundige vergunning (1958/00124) voor bouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 19/03/1958.
• Stedenbouwkundige vergunning (1964/00114) voor bouwen van een bungalow - goedgekeurd op 05/05/1964.
• Verkavelingsvergunning (7204.V.65) voor 7 kavels open bebouwing - goedgekeurd op 23/06/1964.

3.    BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG

Beschrijving van de plaats & omgeving

Het perceel bevindt zich aan de Viartenstraat, een gemeenteweg ten oosten van het centrum van Zonhoven, nabij het natuurgebied de Teut.

De bebouwing in de omgeving bestaat hoofdzakelijk uit vrijstaande en halfopen eengezinswoningen, opgericht met 1 of 2 bouwlagen onder zowel hellende als platte daken. De woningen zijn voornamelijk afgewerkt in een gevelsteen in diverse tinten en texturen.

Het rechts aanpalend perceel is bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning, opgericht met 1 bouwlaag onder een hellend dak. Het links aanpalend perceel is eveneens bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning, opgericht met 1 bouwlaag onder een hellend dak. 

Het perceel van de aanvraag is onbebouwd.

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag gaat over het bouwen van twee halfopen eengezinswoningen en het aanleggen van verhardingen.

De rechter woning wordt opgericht op minimaal 6,98m uit de rechter perceelsgrens en de linker woning op minimaal 6,18m uit de linker perceelsgrens. Beide woningen worden ingeplant op 10,93m uit de voorste perceelsgrens. De twee halfopen eengezinswoningen zijn elkaars spiegelbeeld en vormen één bouwblok opgericht met twee bouwlagen met een plat dak met een dakrandhoogte van 6,29m ten opzichte van het maaiveld. De totale bouwbreedte van deze bouwblok bedraagt 12m, wat iedere woning een gevelbreedte geeft van 6m. De bouwdiepte van deze bouwblok bedraagt zowel op het gelijkvloers als op de verdieping 9m. De vloerpas van het gelijkvloers ligt 0,41m boven het maaiveld. Het niveauverschil wordt opgevangen met een betonnen trap ter hoogte van de toegangen. Tussen beide woningen zowel in de voortuin als ter hoogte van de achtergevel wordt een haag voorzien met een hoogte van 0,80m.

De gevelafwerking van beide woningen is voorzien in grijze steenstrips gecombineerd met buitenschrijnwerk in zwart aluminium en dorpels in blauwe hardsteen.

Intern worden beide woningen op het gelijkvloers voorzien van een inkomhal met toilet, een berging en een zithoek met aansluitend een open keuken. De verdieping wordt ingericht met 3 slaapkamers, een badkamer en een kleine berging.

Behoudens de twee halfopen eengezinswoningen voorziet men ook verhardingen. Aan iedere woning wordt een inrit aangelegd met een breedte van 3m ter hoogte van de voorste perceelsgrens over een lengte van 6,20m. Deze inritten zullen na 0,50m verbreden tot 9m, voor het voorzien van twee autostaanplaatsen in iedere voortuin. Beide inritten worden aangelegd in waterdoorlatende grindverharding. Vanuit iedere inrit wordt een toegangspad naar de voordeur voorzien in betonnen stapstenen. Ter hoogte van de achtergevel van iedere woning voorziet men een terras met een oppervlakte van 15m², uitgevoerd in waterdoorlatende beplanking. Men voorziet op de rechter, linker, voorste perceelsgrens en op de perceelsgrens tussen beide woningen een haagafsluiting met een hoogte van 0,80m.

Bij iedere woning voorziet men in de voortuin, op minimaal 2m van de zijdelingse perceelsgrenzen een sokkel voor het plaatsen van de buitenunit. De stedenbouwkundige handeling voor het plaatsen van deze buitenunits is vrijgestelde van vergunningsplicht (vrijstellingsbesluit).

Uit de luchtfoto’s blijkt dat er in 2021 bomen werden gerooid op het perceel, waaronder een klein landschapselement, en dit zonder vergunning.

Beschrijving van de milieuaspecten

De aanvraag voorziet in 2 individuele warmtepompen voor de verschillende wooneenheden met een elektrisch vermogen van 7 kW per warmtepomp.

Met volgende aangevraagde rubrieken: 

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

16.3.2°a)

warmtepomp voor eengezinswoning (Nieuw)

7 kW

3

16.3.2°a)

warmtepomp voor een eengezinswoning (Nieuw)

7 kW

3

 Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat: 

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

16.3.2°a)

warmtepomp voor eengezinswoning (Nieuw)

7 kW

3

16.3.2°a)

warmtepomp voor een eengezinswoning (Nieuw)

7 kW

3


4.    OPENBAAR ONDERZOEK 

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 6 januari 2025 t.e.m. 4 februari 2025.
De reden voor het openbaar onderzoek is de volgende:
De aanvraag wijkt af van volgende verkavelingsvoorschriften:
Bestemming: 

•    De verkavelingsvoorschriften stellen dat de loten bestemd zijn voor residentiële woningen. 

De aanvraag voorziet twee halfopen eengezinswoningen.

Hoogte en dakhelling: 

•    De verkavelingsvoorschriften stellen dat de hoogte maximaal 6m mag bedragen tussen het grondpeil en de kroonlijst.

De aanvraag voorziet een kroonlijsthoogte van 6,29m ten opzichte van het maaiveld ter hoogte van de voorgevel.

•    De verkavelingsvoorschriften stellen dat de dakhelling gelegen dient te zijn tussen 25 en 50°. 

De aanvraag voorziet twee halfopen eengezinswoningen met een plat dak. 

5.    ADVIEZEN

Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:
• dienst facilitair management
• Omgevingsloket Wyre
• Proximus
• Fluvius.

6.    EFFECTEN OMGEVING

Project-MER
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van bijlage I, II en III van het besluit inzake projectmilieueffectrapportage van 10 december 2004 en latere wijzigingen.

Stikstofdecreet
Voor twee halfopen eengezinswoningen, kunnen we uitgaan van ongeveer 5840 vervoersbewegingen per jaar (8 personen x 2 vervoersbewegingen/persoon x365 dagen/jaar= 5840 jaarlijkse vervoersbewegingen). Dit is minder dan 70.000 jaarlijkse vervoersbewegingen (VITO tabel 3, licht verkeer, KDW =6 en afstand = 0). Dit betekent dat zelfs indien een huis op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact van het verkeer nog niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1% de minimis. We kunnen bijgevolg met absolute zekerheid besluiten dat de impactscore van de bouw van deze twee eengezinswoningen, voor wat betreft mobiliteit, lager is dan 1%.

7.    INHOUDELIJKE BEOORDELING

Decretale beoordelingselementen

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de VCRO kan gesteld worden dat de Viartenstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is.
De aanvraag gaat niet over de oprichting van een bedrijfswoning.
De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook.
Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

Zonering

Het perceel is volgens het zoneringsplan voor riolering, van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is riolering gepland, of er is riolering aanwezig maar die is nog niet aangesloten op een waterzuivering. Er moet een septische put voorzien worden in afwachting van een aansluiting op de riolering en rioolwaterzuivering.

Waterparagraaf

Het decreet over het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd worden. Deze watertoets schat de eventuele schadelijke effecten in ten koste van de watersystemen bij de inname van ruimte.

Sedert de inwerkingtreding van omzendbrief OMG/2022/1 d.d. 15/12/2022 dient de vergunningverlenende overheid de watertoets op een gewijzigde manier uit te voeren bij dossiers ingediend vanaf 01/01/2023.  De watertoetsprocedure werd geoptimaliseerd, er werden aandachtspunten en richtlijnen geformuleerd en het kaartmateriaal inzake overstromingsgevoelige gebieden werd aangepast.

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt noch in een pluviaal, noch in een fluviaal overstromingsgebied. Het terrein is logischerwijze evenmin in een gebied voor zeeoverstromingen gesitueerd.

Daarom moet in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel door de toename van de verharde oppervlakte wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke hemelwaterverordening:

De rechter woning:
De plannen geven aan dat voor de nieuw opgerichte woning en tuinberging met een totale horizontale dakoppervlakte van 54m² een hemelwaterput voorzien wordt met een inhoud van 5.000 liter en recuperatie van het hemelwater voor toiletten, wasmachine en buitenkraan. Conform de verordening dient er ook een aanvoerleiding voorzien te worden voor herbruik van een dienstkraan binnen. Dit zal dan ook als voorwaarde worden opgenomen in deze vergunning. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een open infiltratievoorziening met volgens de plannen een oppervlakte van 5,27m² en een volume van 800liter waarmee men voldoet aan de verordening.

De linker woning:
De plannen geven aan dat voor de nieuw opgerichte woning en tuinberging met een totale horizontale dakoppervlakte van 54m² een hemelwaterput voorzien wordt met een inhoud van 5.000 liter en recuperatie van het hemelwater voor toiletten, wasmachine en buitenkraan. Conform de verordening dient er ook een aanvoerleiding voorzien te worden voor herbruik van een dienstkraan binnen. Dit zal dan ook als voorwaarde worden opgenomen in deze vergunning. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een open infiltratievoorziening met volgens de plannen een oppervlakte van 5,27m² en een volume van 800liter waarmee men voldoet aan de verordening.

De verordening is niet van toepassing op de aanleg van de voorziene verhardingen. Het hemelwater dat op de verharding valt, wordt namelijk niet opgevangen en afgevoerd, maar kan volgens de aanvraag op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren.

Gezien de aanvraag voldoet aan de hemelwaterverordening, doorstaat deze ook de droogtetoets. Het effect van droogte wordt namelijk gemilderd door het regenwater dat op het terrein terecht komt maximaal vast te houden.

Natuurtoets

Het perceel is niet gelegen binnen of grenzend aan een speciaal beschermingsgebied. Omwille van de ligging, de aard van het project en de afstand tot de waardevolle natuurgebieden wordt gesteld dat er geen impact is van de projectaanvraag op de natuurwaarden.

Erfgoed- & Archeologietoets

Het perceel is niet gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. Er zijn geen monumenten in de omgeving.
Conform het Onroerenderfgoeddecreet d.d. 12/07/2013 en latere wijzigingen is geen bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag gezien de oppervlakte van het perceel kleiner is dan 3000 m².

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag stemt niet volledig overeen met de verkavelingsvoorschriften. De verkaveling is echter ouder dan 15 jaar. Daarom vormen de verkavelingsvoorschriften niet langer een weigeringsgrond en moet er een toetsing gebeuren van de goede ruimtelijke ordening. Hierbij wordt rekening gehouden met de rechten die nog steeds aanwezig zijn in de vorm van de verkavelingsvoorschriften.

Functionele inpasbaarheid

De bestaande woonfunctie blijft behouden en is functioneel inpasbaar op deze locatie.

Mobiliteitsimpact

Er wordt voor beide woningen een inrit voorzien met een breedte van 3m ter hoogte van de voorste perceelsgrens. Deze inrit zal breder uitlopen na 0,50m, tot een maximale breedte van 9m, waarbij men twee voertuigen kan stallen per woning.
We kunnen stellen dat het stallen van voertuigen geheel op eigen terrein kan opgevangen worden waardoor de last van het autobezit niet wordt afgeschoven op het openbaar domein. Dit is in overeenstemming met de gehanteerde parkeernorm en de visie van de gemeente Zonhoven.

Schaal

Beide woningen worden voorzien van een gevelbreedte van 6m en een bouwdiepte van 9m, ingeplant op minimaal 6,13m van de zijdelingse perceelsgrenzen. De woningen worden opgericht met twee bouwlagen onder een plat dak met een dakrandhoogte van 6,29m ten opzichte van het maaiveld.

De bebouwing in de omgeving varieert sterk qua bouwdiepte, bouwhoogte als ook materiaalgebruik. Rekening houdend met de gevarieerde bebouwing in de directe omgeving zal het voorgestelde ontwerp niet als storend ervaren worden in het straatbeeld.

Voor halfopen woningen wordt in de gemeente Zonhoven doorgaans een minimum gevelbreedte gehanteerd van 7m.  Gezien de zeer ruime zijtuinstroken, alsook de beperkte bouwdiepte van de woningen, zijn de woningen in de toekomst nog uitbreidbaar, zowel in de breedte als in de diepte. Hierdoor kan de voorgestelde gevelbreedte van 6m worden toegestaan.

Op de verdieping voorziet men geen raamopeningen in de zijgevels, op het gelijkvloers voorziet met 1 raamopening in de zijgevels op een diepte van 3,30m achter de voorgevel, ingeplant op minimaal 6,13m uit de zijdelingse perceelsgrenzen, waardoor er geen privacy hinder ontstaat.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Door het oprichten van twee halfopen eengezinswoningen wordt de woondichtheid verhoogd naar zo’n 11 wooneenheden/ha, wat aanvaardbaar is op deze locatie. De aanvraag voorziet twee halfopen eengezinswoningen met elk een oppervlakte van 54m², een terras van 15m² en een oprit van 56,73m². Hierdoor bedraagt de totale oppervlakte aan verhardingen en bebouwingen 251,47m². Rekening houdend met de oppervlakte van het perceel (1791m²) bedraagt de footprint zo’n 15%. Dit is aanvaardbaar en in overeenstemming met de visie van de gemeente Zonhoven.
De gemeente Zonhoven streeft ernaar het groene karakter van de gemeente niet alleen te behouden maar ook te versterken. Omwille van het (onvergund) verwijderen van bomen, waaronder een klein landschapselement, in 2021 werd er advies gevraagd aan de dienst facilitair management, zoals besproken onder de titel adviezen.

Visueel-vormelijke elementen

Door het oprichten van twee halfopen eengezinswoningen in de vorm van één bouwblok creëert men de uitstraling van één grotere woning. De gevelafwerking van beide woningen is voorzien in grijze steenstrips gecombineerd met buitenschrijnwerk in aluminium en dorpels in blauwe hardsteen. De gebruikte materialen zijn esthetisch en duurzaam. De bebouwing in de omgeving varieert sterk qua bouwstijl alsook materiaalgebruik. Bijgevolg zal het voorgestelde materiaalgebruik niet als storend ervaren worden in het straatbeeld.

Cultuurhistorische aspecten

Het perceel is niet gelegen in of nabij een beschermd dorpsgezicht. De aanvraag is niet gelegen in een beschermde archeologische site. De aanvraag is, bekeken vanuit de erfgoedaspecten, aanvaardbaar.

Bodemreliëf

Volgens de aanvraag wordt het bestaande reliëf niet gewijzigd.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De aanvraag creëert voldoende woonkwaliteit en gebruiksgenot voor de bewoners. Ondanks de beperkte oppervlakte van de woningen, zijn de binnenruimtes kwalitatief en is er voldoende bergruimte aanwezig. Door de aanvraag ontstaat er geen hinder.

Milieutechnisch luik

De aanvraag voorziet in 2 individuele warmtepompen voor de verschillende wooneenheden met een elektrisch vermogen van 7 kW per warmtepomp.

Milieu-aspecten

Er worden twee individuele lucht/water-warmtepompen, met een elektrisch vermogen van 7 kW, voorzien voor de verschillende wooneenheden.
De buitenunits worden op minimaal 2 meter van de perceelsgrenzen geplaatst op een sokkel.
De binnenunits worden voorzien in de berging op het gelijkvloers.

Ligging t.o.v. de buurt

De inrichting is volgens het gewestplan gelegen in woongebied met landelijk karakter.
In een straal van 100 m zijn een twintigtal woningen gelegen.
Op 3,8 m van de perceelsgrenzen staat een woning.
Dit maakt dat de inrichting hinder kan creëren voor de buurt.

Geluidshinder

Door de aard van de activiteiten kan de inrichting geluidshinder veroorzaken die door de omgeving waar te nemen is: geluid en trillingen afkomstig van de warmtepompen.
De exploitant neemt al volgende maatregelen: de buitenunits worden op minstens 2 m van de perceelsgrenzen geplaatst op sokkels. Bij de plaatsing wordt rekening gehouden dat er geen trillingen geproduceerd worden.
Het geluid kan in dergelijke mate storend zijn, dat dit een probleem vormt en volgende maatregelen genomen moeten worden: bij de plaatsing van de warmtepompen mag de uitblaasopening van de buitenunit niet gericht zijn naar de naastgelegen buren.
Indien blijkt dat de genomen maatregelen niet voldoen, moeten conform de best beschikbare technieken extra maatregelen genomen worden om de hinder naar de omgeving te beperken.

Voorwaarden

Gezien bovenstaande motivering worden volgende voorwaarden opgenomen als bijzondere voorwaarden in het besluit:
- De van toepassing zijnde algemene en sectorale milieuvoorwaarden van Vlarem II moeten worden nageleefd.
- De uitblaasopening van de buitenunit mag niet gericht zijn naar de naastgelegen buren.
-    Bij de plaatsing van de warmtepomp moet rekening gehouden worden met de richtlijnen uit de code van goede praktijk ‘Geluid van buitenuits van residentiële lucht-lucht (airco) en lucht-water warmtepompen’. Indien nodig worden extra maatregelen genomen conform de best beschikbare technieken om de (geluids)hinder naar de omgeving te beperken.

Vergunningstermijnen

Het omgevingsproject vraagt een omgevingsvergunning van onbepaalde duur. Gezien bovenstaande motivering, kan dit gevolgd worden.

Resultaten van het openbaar onderzoek

Er werden geen bezwaren ingediend.

Bespreking van de adviezen

•    Het advies van Omgevingsloket Wyre d.d. 1 januari 2025 is gunstig.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. 

•    Het advies van Proximus d.d. 8 januari 2025 is gunstig.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. 

•    Het advies van Fluvius d.d. 14 januari 2025 is voorwaardelijk gunstig.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden. 

•    Het advies van de dienst facilitair management d.d. 28 januari 2025 is voorwaardelijk gunstig.

“Gezien we als gemeente Zonhoven het groene karakter van onze gemeente niet alleen willen bewaren, maar ook versterken, verlenen we een positief advies voor de voorgestelde werken mits er voldaan wordt aan volgende voorwaarden:
- Aanplanten van minstens 1 streekeigen en/of klimaatrobuuste hoogstamboom in elke voortuin,
- Aanplanten van minstens 1 streekeigen en/of klimaatrobuuste hoogstamboom of hoogstam fruitboom in elke achtertuin,
- Aanplanten van minstens 1 extra streekeigen en/of klimaatrobuuste hoogstamboom in elke achtertuin ter compensatie van de bomen die tussen 2021 en vandaag reeds gerooid werden zonder te beschikken over de nodige vergunningen,
- De aan te planten bomen zijn allemaal bomen van minstens 2de grootte en worden aangeplant in een maat niet kleiner dan 12-14.
- De bomen dienen aangeplant te worden in het plantseizoen volgend op het beëindigen van de bouwwerken.
- De bouwheer neemt de nodige maatregelen om de te behouden bomen te beschermen tegen de nadelige invloeden van de uit te voeren werken. Dit houdt in geen materialen stapelen binnen de kroonprojectie, geen grondverzet binnen de kroonprojectie, verkeer (verdichten van de grond) vermijden binnen de kroonprojectie.

- De verplicht aan te planten en de eventueel te behouden bomen kunnen enkel nog gerooid worden na het aanvragen en bekomen van de nodige vergunningen.

volgende linken kunnen een hulp zijn in de keuze van bomen:
- https://www.natuurenbos.be/dossiers/kwaliteitslabel-plant-van-hier
- https://www.ecopedia.be/bomenwijzer

Het plantseizoen loopt van 15 september t.e.m. 15 mei.

Volgende linken geven meer info over het beschermen van bomen binnen een werfzone:
- https://www.vvog.info/publicaties/beschermen-van-bomen
- https://www.deboomdokter.be/bomen-beschermen/”

De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden en bemerkingen gesteld in het advies, moeten gevolgd worden.

8.    ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag en uitbating in overeenstemming zijn met de wettelijke bepalingen en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden. De vergunning kan verleend worden voor onbepaalde duur.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:

Stedenbouwkundige voorwaarden

•    Conform de hemelwaterverordening dient bij beide woningen een aanvoerleiding voor herbruik van een dienstkraan binnen voorzien te worden.

•    Het advies van Fluvius moet gevolgd worden.

•    Het advies van de dienst facilitair management moet gevolgd worden:

- Aanplanten van minstens 1 streekeigen en/of klimaatrobuuste hoogstamboom in elke voortuin,
- Aanplanten van minstens 1 streekeigen en/of klimaatrobuuste hoogstamboom of hoogstam fruitboom in elke achtertuin,
- Aanplanten van minstens 1 extra streekeigen en/of klimaatrobuuste hoogstamboom in elke achtertuin ter compensatie van de bomen die tussen 2021 en vandaag reeds gerooid werden zonder te beschikken over de nodige vergunningen,
- De aan te planten bomen zijn allemaal bomen van minstens 2de grootte en worden aangeplant in een maat niet kleiner dan 12-14.
- De bomen dienen aangeplant te worden in het plantseizoen volgend op het beëindigen van de bouwwerken.
- De bouwheer neemt de nodige maatregelen om de te behouden bomen te beschermen tegen de nadelige invloeden van de uit te voeren werken. Dit houdt in geen materialen stapelen binnen de kroonprojectie, geen grondverzet binnen de kroonprojectie, verkeer (verdichten van de grond) vermijden binnen de kroonprojectie.
- De verplicht aan te planten en de eventueel te behouden bomen kunnen enkel nog gerooid worden na het aanvragen en bekomen van de nodige vergunningen.
- Bewijs van aanplant moet aangeleverd worden aan de dienst vergunningen en handhaving, uiterlijk 3 maanden na de aanplant.

Bijzondere milieuvoorwaarden

• De van toepassing zijnde algemene en sectorale milieuvoorwaarden van Vlarem II moeten worden nageleefd.
• De uitblaasopening van de buitenunit mag niet gericht zijn naar de naastgelegen buren.
• Bij de plaatsing van de warmtepomp moet rekening gehouden worden met de richtlijnen uit de code van goede praktijk ‘Geluid van buitenuits van residentiële lucht-lucht (airco) en lucht-water warmtepompen’. Indien nodig worden extra maatregelen genomen conform de best beschikbare technieken om de (geluids)hinder naar de omgeving te beperken.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar d.d. 03/03/2025 en volgt dit standpunt integraal.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist tot het voorwaardelijk afleveren van de omgevingsvergunning aan de heer Cornel Verbeiren wonende te Fabrieksstraat 18 te 9280 Lebbeke voor het bouwen van twee halfopen eengezinswoningen en de plaatsing van 2 warmtepompen, gelegen te Viartenstraat 30 en 30A kadastraal gekend als afdeling 2 sectie D nr. 101H.
De aanvraag voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit omvat: 

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

16.3.2°a)

warmtepomp voor eengezinswoning (Nieuw)

7 kW

3

16.3.2°a)

warmtepomp voor een eengezinswoning (Nieuw)

7 kW

3

 Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

16.3.2°a)

warmtepomp voor eengezinswoning (Nieuw)

7 kW

3

16.3.2°a)

warmtepomp voor een eengezinswoning (Nieuw)

7 kW

3

Artikel 3

Volgende voorwaarden worden opgelegd:

Stedenbouwkundige voorwaarden

  • Conform de hemelwaterverordening dient bij beide woningen een aanvoerleiding voor herbruik van een dienstkraan binnen voorzien te worden.
  • Het advies van Fluvius moet gevolgd worden.
  • Het advies van de dienst facilitair management moet gevolgd worden:
    • Aanplanten van minstens 1 streekeigen en/of klimaatrobuuste hoogstamboom in elke voortuin,
    • Aanplanten van minstens 1 streekeigen en/of klimaatrobuuste hoogstamboom of hoogstam fruitboom in elke achtertuin,
    • Aanplanten van minstens 1 extra streekeigen en/of klimaatrobuuste hoogstamboom in elke achtertuin ter compensatie van de bomen die tussen 2021 en vandaag reeds gerooid werden zonder te beschikken over de nodige vergunningen,
    • De aan te planten bomen zijn allemaal bomen van minstens 2de grootte en worden aangeplant in een maat niet kleiner dan 12-14.
    • De bomen dienen aangeplant te worden in het plantseizoen volgend op het beëindigen van de bouwwerken.
    • De bouwheer neemt de nodige maatregelen om de te behouden bomen te beschermen tegen de nadelige invloeden van de uit te voeren werken. Dit houdt in geen materialen stapelen binnen de kroonprojectie, geen grondverzet binnen de kroonprojectie, verkeer (verdichten van de grond) vermijden binnen de kroonprojectie.
    • De verplicht aan te planten en de eventueel te behouden bomen kunnen enkel nog gerooid worden na het aanvragen en bekomen van de nodige vergunningen.
    • Bewijs van aanplant moet aangeleverd worden aan de dienst vergunningen en handhaving, uiterlijk 3 maanden na de aanplant.

Bijzondere milieuvoorwaarden

  • De van toepassing zijnde algemene en sectorale milieuvoorwaarden van Vlarem II moeten worden nageleefd. 
  • De uitblaasopening van de buitenunit mag niet gericht zijn naar de naastgelegen buren.
  • Bij de plaatsing van de warmtepomp moet rekening gehouden worden met de richtlijnen uit de code van goede praktijk ‘Geluid van buitenuits van residentiële lucht-lucht (airco) en lucht-water warmtepompen’. Indien nodig worden extra maatregelen genomen conform de best beschikbare technieken om de (geluids)hinder naar de omgeving te beperken.