VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
De aanvraag, ingediend door Fluvius System Operator CV gevestigd te Trichterheideweg 8 te 3500 Hasselt, werd ontvangen op 20/12/2024 en op 06/02/2025 ontvankelijk en volledig verklaard.
De aanvraag gaat over een terrein, gelegen Hasseltse Beverzakstraat 48, 50, 50A, 64 en 66, kadastraal gekend als sectie A nrs. 1P3, 1S4, 1K4, 1A4, 1H3, 3T, 4P10, 4E14, 4B12, 4X11, 4B14, 4H8, 4P9, 4H13, 4W9, 4E12, 4A9, 4H14, 4X13, 4E10, 4S8, 4E9, 4V13, 4F10, 4D9, 4X6, 4S10, 4V10, 4H10, 4G12, 4B9, 4V8, 4S7, 4N10, 4K10, 4W6, 4R9, 4T12, 4L10, 4T13, 4T7, 4Z13, 4F12, 4S12, 4W10, 4T10, 4P11, 4X9, 4E7, 4F13, 4X10, 6G, 6H, 8W, 8V, 8A2, 8Z, 9G2, 9F2, 10G4, 10D4, 10T4, 10V3, 10T3, 10F4, 10W4, 10R4, 11C6, 11H5, 11R6, 11Y5, 11X5, 11G6, 11W6, 11M6, 11T6, 11V6, 11X6, 11N6, 11W4, 11V4, 11S6, 11L6, 12C8, 12Z5, 12W5, 12T5, 12Z7, 12F7, 12M5, 12X5, 12G7, 12C6, 12C7, 12B8, 12N7, 12L7, 12K7, 12D8, 12E8, 12Y7, 12Y5, 12H7, 12L5, 12S4, 12D7, 12E7, 12V7, 12T7, 12S7, 13K2, 13C3, 13F, 13H5, 13B3, 13G5, 13N5, 13K4, 13F5, 13H4, 13T5, 13X5, 13D3, 13K3, 13L3, 13E4, 13V2, 13C2, 13N3, 13K5, 13X3, 13T3, 13S3, 13M3, 13E5, 13B5, 13R5, 13C5, 13V5, 13F4, 13P3, 13V4, 13P5, 13M5, 13Y5, 13L5, 142G9, 143E3, 143N3, 143G3, 143C3, 143D3, 144S6, 144F6, 144Z5, 144W6, 144C6, 144S4, 144X6, 144R6, 144T5, 144E4, 144G4, 144B4, afdeling 3 sectie E nrs. 1097G, 1097E, 1098S2, 1101D2, 1101Z, 1101Y en 1101R.
De aanvraag gaat over project ‘Rioleringswerken + bemaling’.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen, de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten en vegetatiewijzigingen.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, (in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten).
1. STEDENBOUWKUNDIGE BASISGEGEVENS
De locatie van de aanvraag is volgens het Origineel bij Koninklijk besluit goedgekeurd gewestplan op 3 april 1979 gelegen in woongebied, woongebied met landelijk karakter, agrarisch gebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
De locatie van de aanvraag is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Volgende verordeningen zijn van kracht:
• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven goedgekeurd op 8 juli 2005;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009;
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, .... goedgekeurd op 10 februari 2023.
2. HISTORIEK
Er zijn geen historische dossiers voor deze aanvraag.
3. BESCHRIJVING OMGEVING EN AANVRAAG
Beschrijving van de plaats & omgeving
Het project omvat de straten Hasseltse Beverzakstraat, Zonhovenstraat en Vliegveldstraat en bevindt zich grotendeels op het grondgebied Hasselt. De waterloop “Slangbeek” en het noordelijk gedeelte van de Hasseltse Beverzakstraat vormen immers ter hoogte van de projectzone de grens tussen Hasselt en Zonhoven.
De rijwegen in de bestaande toestand bestaan voornamelijk uit een asfaltverharding. Ter hoogte van enkele kruispunten zijn er betonstraatstenen gebruikt. De bermen zijn grotendeels onverhard, echter zijn er ook een groot aantal verharde inritten of is er bij een aantal aangrenzende percelen de berm geheel van verharding voorzien. De aanwezige verhardingen in de bermen zijn wisselend in materialisatie en kunnen bestaan uit onder andere betonstraatstenen, steenslag of asfalt. Er zijn ook langsgrachten voorzien naast de rijbaan.
De aanvraag betreft de (her)aanleg van een RWA-stelsel en DWA-stelsel met als doel een gescheiden riolering te realiseren in deze straten. Bij het herstel van de wegenis zullen er ook enkele wijzigingen worden doorgevoerd aan het wegontwerp. Op verschillende plaatsen worden snelheidsremmende maatregelen genomen zoals asverspringingen, een
niet-rechtlijnig wegverloop en het creëren van poorten aan de schoolomgeving. De bushaltes worden ingericht naar de huidige normen qua toegankelijkheid. In de Hasseltse Beverzakstraat, tussen de Vliegveldstraat en de Bokrijkseweg worden fietspaden aangelegd voor een duidelijke scheiding tussen fiets - en autoverkeer in de schoolomgeving. Het kruispunt van de Hasseltse Beverzakstraat en de Vliegveldstraat wordt vervangen door een rotonde.
Waar de Slangbeek (2e categorie) langs de Hasseltse Beverzakstraat opduikt, is de waterloop over de volledige lengte ingebuisd. Op vraag van de Provincie Limburg krijgt de waterloop in het kader van dit project zo veel mogelijk een open bedding. Om dit te bekomen wordt de waterloop verplaatst naar de onderzijde van de rijweg waar geen woningen aanwezig zijn en maar één inbuizing noodzakelijk is t.h.v. van de zijstraat. De Slangbeek krijgt in deze zone ook een winterbedding met een aanplanting van twee soorten Salix alba om zoveel mogelijk water te kunnen opvangen.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
Voorliggend advies beperkt zich tot de werken uitgevoerd op het grondgebied Zonhoven.
Volgende stedenbouwkundige handelingen worden hier aangevraagd:
• Aanleg riolering DWA en RWA
• Wijziging/ aanleg van verharding Hasseltse Beverzakstraat + Reuvoortweg
• Rooien van 5 hoogstammige bomen
Op dit moment is er nog geen gescheiden stelsel aanwezig binnen het projectgebied, enkel ingebuisde grachten die het water gemengd afvoeren. In het volledige projectgebied wordt een rioleringsbuis diameter 250 mm in gres aangelegd. Het stelsel zal gravitair afwateren naar de gemengde riolering (Aquafin 94.388) op het kruispunt Maaswinkelstraat – Hasseltse Beverzakstraat. Het nieuwe DWA-stelsel zal binnen het project bijna volledig onder de rijweg worden aangelegd om zo weinig mogelijk knelpunten te krijgen met andere nutsleidingen. Omdat het de aanleg van een 2DWA-stelsel met 100% afkoppeling omvat (enkel open
en halfopen bebouwing), worden de gravitaire leidingen van de DWA-riolering maximaal gedimensioneerd met een diameter 250 mm volgens de Code van Goede Praktijk.
Het projectgebied zal ook worden voorzien van een RWA-stelsel. Daartoe worden voornamelijk buizen gelegd, maar ook bestaande grachten worden maximaal behouden. De aanleg van buizen vindt voor het overgrote deel parallel aan het DWA en onder de rijweg plaats. Om
zoveel mogelijk water te kunnen bergen en eventueel te laten infiltreren worden er drempels aangebracht in de behouden grachten. Enkele grachten worden gedempt om ruimte te creëren. Het RWA-stelsel zal gravitair afvoeren op het nieuwe en oude tracé van de Slangbeek.
Bijna de complete wegenis binnen het project zal worden heraangelegd in asfalt, opgesloten door ter plaatse gestorte lijnvormige elementen. Plaatselijk op kruispunten en asverspringingen wordt de rijweg aangelegd in uitgewassen asfalt en uitzonderlijk in betonstraatstenen om de aandacht erop te vestigen. Alle inritten worden op openbaar domein heraangelegd in betonstraatstenen.
In functie van de riolerings- en infrastructuurwerken zullen bomen, hagen en beplantingen gerooid worden. In de Hasseltse Beverzakstraat zullen er op het grondgebied Zonhoven 5 bomen gerooid worden dewelke vallen onder de vergunningsplicht.
Beschrijving van de milieuaspecten
De aanvraag betreft een nieuwe ingedeelde inrichting, namelijk een tijdelijke bemaling in functie van wegenis- en rioleringswerken in de stad Hasselt in de volgende straten: Hasseltse Beverzakstraat, Zonhovenstraat en Vliegveldstraat.
De waterloop “Slangbeek”, waarop het bemalingswater geloosd wordt, en het noordelijk gedeelte van de Hasseltse Beverzakstraat vormen ter hoogte van de projectzone de grens tussen Hasselt en Zonhoven. De bemaling heeft invloed op Zonhovens grondgebied.
Met volgende aangevraagde rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
3.4.3° | Lozing bemalingswater tot 162,7 m³/uur met mogelijk te verwachten verontreinigingen waarvoor lozingsnormen worden aangevraagd. (Nieuw) | 162,7 m³/uur | 1 |
3.6.3.3° | Eventuele zuivering bemalingswater, zuivering wordt uit voorzorg aangevraagd voor toepassing wanneer onverwachts de lozingsnormen worden overschreden in het bemalingswater. (Nieuw) | 162,7 m³/uur | 1 |
53.2.2°b)2° | Bemaling i.h.k.v. infrastructuurwerken met een debiet tot 162,7 m³/uur, 3.903 m³/dag en in totaal 1.017.626 m³/jaar (Nieuw) | 1017626 m³/jaar | 2 |
53.11.2° | Bemaling i.h.k.v. infrastructuurwerken met een debiet tot 162,7 m³/uur, 3.903 m³/dag en in totaal 1.017.626 m³/jaar (Nieuw) | 3903 m³/dag | 1 |
Zodat de ingedeelde inrichting of activiteit voortaan omvat:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
3.4.3° | Lozing bemalingswater tot 162,7 m³/uur met mogelijk te verwachten verontreinigingen waarvoor lozingsnormen worden aangevraagd. (Nieuw) | 162,7 m³/uur | 1 |
3.6.3.3° | Eventuele zuivering bemalingswater, zuivering wordt uit voorzorg aangevraagd voor toepassing wanneer onverwachts de lozingsnormen worden overschreden in het bemalingswater. (Nieuw) | 162,7 m³/uur | 1 |
53.2.2°b)2° | Bemaling i.h.k.v. infrastructuurwerken met een debiet tot 162,7 m³/uur, 3.903 m³/dag en in totaal 1.017.626 m³/jaar (Nieuw) | 1017626 m³/jaar | 2 |
53.11.2° | Bemaling i.h.k.v. infrastructuurwerken met een debiet tot 162,7 m³/uur, 3.903 m³/dag en in totaal 1.017.626 m³/jaar (Nieuw) | 3903 m³/dag | 1 |
Beschrijving van de aangevraagde vegetatiewijzigingen
Op het grondgebied Zonhoven worden er geen vegetatiewijzigingen aangevraagd.
4. OPENBAAR ONDERZOEK
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 16 februari 2025 t.e.m. 17 maart 2025.
De reden voor het openbaar onderzoek is de volgende:
Wegenis- en rioleringswerken Hasseltse Beverzakstraat
5. ADVIEZEN
Aan volgende adviesverleners werd advies gevraagd:
Wyre
Fluxys NV
Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur)
De Watergroep
Fluvius
Hulpverleningszone Zuid-West Limburg, dienst preventie.
6. EFFECTEN OMGEVING
Het project komt voor op bijlage II van het project-mer-besluit - rubriek 10.o) : Onttrekken van grondwater als het debiet 1000 m³ per dag of meer bedraagt en de activiteit een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone kan veroorzaken -
wat maakt dat een project-MER opgemaakt moet worden, tenzij er na een gemotiveerd verzoek van de initiatiefnemer een ontheffing bekomen wordt.
De aanvrager heeft op 25 oktober 2024 een ontheffing bekomen van de dienst MER. De ontheffing wordt verleend voor een termijn van 4 jaar.
7. INHOUDELIJKE BEOORDELING
Decretale beoordelingselementen
Voetgangersverkeer
Gezien het projectgebied niet gelegen is binnen de bebouwde kom is het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer niet van kracht. Het ontwerp omvat enkel de heraanleg van de rijwegen op het rioleringstracé en het aanleggen van fietspaden, er worden geen voetpaden aangelegd.
Waterparagraaf
Het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013 en het wijzigingsbesluit van 25 november 2022, verplicht de vergunningverlenende overheid om de watertoets uit te voeren bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit decreet vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn. Nabij het projectgebied zijn diverse zones aangeduid op de pluviale wateroverlastkaart. De zones met wateroverlast bevinden zich net buiten het projectgebied. Enkel ter hoogte van de Hasseltse Beverzakstraat 62-68 is er een kleine kans op overstromingen onder klimaatsveranderingen. Het ontworpen RWA-stelsel, incl. buffering in grachten, zal ervoor zorgen dat de kans op wateroverlast verkleind ten opzichte van de huidige toestand.
De werken beogen de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel en het uitvoeren van wegeniswerken. Het gescheiden rioolstelsel dat wordt aangelegd is ontworpen conform de Code van de Goede praktijken. Gezien de verhardingen worden aangelegd binnen het openbaar domein is de hemelwaterverordening niet van toepassing.
De aanvraag doorstaat de watertoets.
Natuurtoets
Het Habitatrichtlijngebied (SBZ-H) ‘Valleien van de Laambeek, Zonderikbeek, Slangebeek en Roosterbeek met vijvergebieden en heiden’ (BE2200031) is gelegen op 280 m ten noordoosten van het projectgebied.
Het dichtstbijzijnde Vogelrichtlijngebied (SBZ-V) ‘Bokrijk en omgeving’ (BE2200525) situeert zich op 770 m ten zuidoosten van het projectgebied.
Er werd een passende beoordeling toegevoegd aan het dossier met volgende conclusie:
“Als besluit kan gesteld worden dat de wegenis- en rioleringswerken in Beverzak geen betekenisvolle aantasting zullen betekenen van de natuurlijke kenmerken en de instandhoudingsdoelstellingen voor het Habitatrichtlijngebied ‘Valleien van de Laambeek, Zonderikbeek, Slangebeek en Roosterbeek met vijvergebieden en heiden’ (BE2200031).
Op 780 km ten oosten van het projectgebied is het VEN-gebied (GEN) ‘Het Vijvergebied Midden-Limburg’ (433) gelegen. Omdat dit gebied buiten het studiegebied biodiversiteit valt en er geen effecten worden verwacht ten gevolge van het project wordt er geen verscherpte natuurtoets opgesteld.
Er wordt geen impact verwacht van het project op de speciale beschermingszones.
De aanvraag doorstaat de natuurtoets.
Erfgoed- & Archeologietoets
Conform het Onroerenderfgoeddecreet de dato 12 juli 2013 en latere wijzigingen is een bekrachtigde archeologienota verplicht voor de aanvraag. Op 6 maart 2025 werd de archeologienota met referentie https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/32637 overgemaakt aan het Agentschap Onroerend Erfgoed. . Er werd een
bureauonderzoek uitgevoerd en op basis van het bureauonderzoek wordt geen verder onderzoek geadviseerd omwille van volgende redenen: “Ter hoogte van de wegenis zijn we van mening dat de impact van de bestaande riolering en
grachten op de ondergrond reeds erg groot is. Ook zijn we van mening dat de contextuele
samenhang ontbreekt binnen een lange, smalle strook als deze. Daarnaast is het plangebied
in een weinig gunstig gelegen zone gelegen waardoor de trefkans sowieso al veel lager is.” Indien tijdens de uitvoering er toch archeologische sporen of vondsten aan het licht komen, dan dient de bouwheer dit te melden binnen de 3 dagen aan het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be).
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen;
Functionele inpasbaarheid
De werken zijn functioneel inpasbaar in de omgeving. De projectzone wordt voorzien van een volwaardige riolering met grachten enkel bestemd voor de RWA en verder ondergrondse DWA en RWA. De werken omvatten daarnaast een vernieuwing van de weginfrastructuur.
Mobiliteitsimpact
Het project voorziet geen wijzigingen in de bestaande verkeersstromen en voegt geen extra rijwegen toe. De nieuwe wegenis wordt aangelegd met een wegbreedte van 3,5 meter met aan beide zijden nog een boordsteen van 0,5 meter. Op verschillende plaatsen worden snelheidsremmende maatregelen genomen zoals asverspringingen. De mobiliteitsimpact wordt verwaarloosbaar geacht.
Schaal
Het project vindt vrijwel volledig plaats in openbaar domein. Er is geen concrete schaalwijziging van toepassing.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De aanvraag voorziet niet in de oprichting van gebouwen. Bijgevolg hebben de werken geen impact op de bestaande bouwdichtheid in de omgeving van het project.
Visueel-vormelijke elementen
De visueel-vormelijke impact na de werken is een verbetering op de bestaande toestand. De wegen zullen een meer uniform uiterlijk hebben waarbij de bermen gedeeltelijk worden onthard en vergroend.
Cultuurhistorische aspecten
Binnen de projectzone bevinden zich geen beschermde cultuurhistorische waarden. Cultuurhistorische aspecten buiten de projectzone zullen geen invloed ondervinden.
Bodemreliëf
Enkele grachten worden gedempt. Binnen het project blijven genoeg grachten voorzien voor de vereiste buffering. De reliëfwijzigingen zijn aanvaardbaar.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Tijdens de uitvoering van de werken zal er onoverkomelijk verkeershinder zijn. Zowel de verkeershinder als overige vormen van hinder worden indien mogelijk zoveel mogelijk beperkt en zijn tijdelijk van aard. De realisatie van een volwaardige riolering zal een positief effect hebben op de gezondheid.
De aanvraag voldoet aan de criteria voor de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke en ruime omgeving.
Milieutechnisch luik
De aanvraag betreft een nieuwe ingedeelde inrichting, namelijk een tijdelijke bemaling in functie van wegenis- en rioleringswerken in de stad Hasselt in de volgende straten: Hasseltse Beverzakstraat, Zonhovenstraat en Vliegveldstraat.
De bemaling wordt opgedeeld in 20 fasen met een maximale lengte van 200 meter. Het maximale dagdebiet bedraagt 3.903 m³. Het totale gevraagde jaardebiet bedraagt 1.017.626 m³. De beoogde grondwatertafelverlaging varieert per fase tussen min. 2,61 m-mv en max. 4,43 m-mv. De bemalingsduur bedraagt naar schatting 450 dagen.
De bemaling bestaat uit een lijntraject van filters die geplaatst worden op een diepte van max. 10 meter. Voor het project worden verschillende lozingspunten aangeduid, waaronder bestaande of nieuwe RWA-stelsels. Deze wateren vervolgens middels het grachtenstelsel af naar de waterloop de Slangbeek.
De maximale invloedstraal van de bemaling bedraagt 475 m. Hiermee reikt de bemaling tot in een deel van het habitatrichtlijngebied.”Valleien van de Laambeek, Zonderikbeek, Slangebeek en Roosterbeek met vijvergebieden en heiden”. Er werd een passende beoordeling opgesteld voor de bemalingsfase 20 die tot in habitatrichtlijngebied reikt.
Daarnaast werd een evaluatie gemaakt van de invloed van de bemaling op het risico op migratie van bestaande verontreinigingen onder invloed van de bemaling. Op basis van dit onderzoek concludeert de aanvrager dat voor geen enkele gekende grondwater-verontreiniging een onaanvaardbare verspreiding van de verontreiniging wordt verwacht, noch dat er een nadelige impact op mens en milieu zal plaatsvinden. Bijgevolg worden geen preventieve maatregelen voorgesteld om de verspreiding van de verontreiniging ten gevolge van de bemaling te milderen of te vermijden. Wel blijft het belangrijk de bemaling in debiet en tijd te beperken.
Aangevraagde afwijking
Omdat de aanwezigheid van de verontreinigingsparameters niet volledig kan worden uitgesloten, worden verhoogde lozingsnormen aangevraagd. Hiervoor wordt ook een afwijking van de algemene en sectorale milieuvoorwaarden gevraagd.
De aangevraagde afwijkingen zijn:
• Artikel 4.2.3.1.3° (Lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat)
• Artikel 4.2.5.1.1.§1 van titel ll van het VLAREM betreffende de plaatsing van een meetgoot of gelijkwaardig bij het overschrijden van een debiet van 2 m3/uur door het bedrijfsafvalwater.
• De sectorale milieuvoorwaarden van afdeling 5.53.3 van titel II van het VLAREM: meetinrichtingen voor het opgepompte grondwater.
Voor enkele verwachte parameters worden verhoogde lozingsnormen voor lozing van bemalingswater in oppervlaktewater aangevraagd:
• Arseen – 30 µg/l
• Nikkel – 60 µg/l
• Zink 500 – µg/l
• PFAS (individueel) – 100 µg/l
Voor enkele verwachte parameters worden verhoogde lozingsnormen voor lozing van bemalingswater middels herinfiltratie aangevraagd:
• Arseen – 20 µg/l
• Nikkel – 40 µg/l
• Zink – 500 µg/l
• Som 20 PFAS – 100 µg/l
• PFAS totaal – 500 µg/l
Voor de monitoring van het bemalingswater wordt volgende werkwijze voorgesteld:
“De aanwezigheid van verontreinigingsparameters dient gecontroleerd te worden onmiddellijk na start van de bemaling en vervolgens in functie van de resultaten minimaal wekelijks. Het is aangewezen om het bemalingswater onmiddellijk na de start van de bemaling en vervolgens wekelijks te bemonsteren voor analyse op het standaard analysepakket voor grondwater (veldparameters pH, Ec, T, minerale olie, BTEX, zware metalen, VOCl (11)) aangevuld met analyse op PFAS (43 parameters).
In afwachting van de analyses bij start van de bemaling, dient de bemaling stilgelegd te worden. Indien het bemalingswater concentraties bevat hoger dan de vergunde lozingsnormen of geldende oppervlaktewaterkwaliteitsnormen, dient het bemalingswater gezuiverd te worden alvorens te lozen. Na toetsing van de analyseresultaten en eventuele mobilisatie van een waterzuiveringsinstallatie kan de bemaling opnieuw opgestart worden.”
In geval van overschrijding wordt een afvalwaterzuiveringsinstallatie aangevraagd. Dit is uit voorzorg. De noodzaak tot een afvalwaterzuiveringsinstallatie wordt echter als laag ingeschat.
Gezien de motivering, zoals beschreven in addendum Q3, kan de omgevingsambtenaar akkoord gaan met de aangevraagde afwijkingen.
De omgevingsambtenaar merkt wel op dat in de aanvraag PFAS niet altijd wordt meegenomen in de lijst met te controleren parameters voor het bemalingswater.
Gezien de invloedstraal reikt tot in een PFAS-no regret zone, en een verhoogde lozingsnorm voor PFAS wordt gevraagd, dienen hiervoor ook de nodige bemonsteringen en analyses te gebeuren net zoals voor de overige te verwachten parameters. De aanwezigheid van PFAS binnen deze no regret zone kan immers niet worden uitgesloten.
Project-MER ontheffing
Het project komt voor op bijlage II van het project-mer-besluit - rubriek 10.o) : Onttrekken van grondwater als het debiet 1000 m³ per dag of meer bedraagt en de activiteit een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone kan veroorzaken -
wat maakt dat een project-MER opgemaakt moet worden, tenzij er na een gemotiveerd verzoek van de initiatiefnemer een ontheffing bekomen wordt.
De aanvrager heeft op 25 oktober 2024 een ontheffing bekomen van de dienst MER. De ontheffing wordt verleend voor een termijn van 4 jaar.
In dit ontheffingsrapport werd nagegaan of er aanzienlijk negatieve effecten op het milieu kunnen optreden ten gevolge van het project. In dit project worden enkele maatregelen genomen om mogelijke milieueffecten te vermijden.
De projectgeïntegreerde maatregelen met betrekking tot de bemaling zijn:
• De kwaliteit van het bemalingswater wordt gemonitord gedurende de volledige periode van de bemalingswerken. Het is aangewezen om het bemalingswater minimaal onmiddellijk na de start te bemonsteren voor analyse op het standaard analysepakket voor grondwater (veldparameters pH, Ec, T, minerale olie, BTEX, zware metalen, VOCl (11). Bemonstering en analyses dienen uitgevoerd te worden volgens het Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van water (WAC) door een erkend laboratoria (Vlarel artikel 6, 5°) voor het deeldomein afvalwater. Als het bemalingswater concentraties bevat hoger dan de geldende lozingsnormen (of vergunde lozingsnormen, indien van toepassing) dient het bemalingswater gezuiverd te worden alvorens te lozen. Na toetsing van de analyseresultaten en eventuele mobilisatie van een waterzuiveringsinstallatie kan de bemaling opnieuw opgestart worden. In functie van de resultaten kan de frequentie (minimaal maandelijks) en op te volgen parameters eventueel afgebouwd worden.
• Er wordt een peilgestuurde bemaling toegepast om het debiet en de duur van de bemaling maximaal te beperken. Grondwaterstanden (VLAREM II artikel 5.53.2.2) en debieten (VLAREM II afdeling 5.53.3) moeten op een eenduidige manier kunnen worden gemeten in elke grondwaterwinning. Bij start en vervolgens wekelijks dienen de gerealiseerde debieten en grondwaterstandsverlaging geregistreerd en geëvalueerd te worden. De frequentie kan afgebouwd worden gedurende de bemaling na evaluatie van de reeds uitgevoerde metingen en na overleg met de betrokken partijen.
• Er wordt een (gedeeltelijke) infiltratie van het onttrokken bemalingswater naar de bodem toegepast (waar mogelijk) over het hele tracé, dit is cf. art. 6.2.2.1.2 §5 van VLAREM II. Dat is mogelijk op een eenvoudige manier door het lozen van het bemalingswater in de reeds aanwezige grachten waarvoor reeds drempels voorzien zijn of door het plaatsen van een cascade van tijdelijke schotten (preferentieel met zandzakjes) in de bestaande grachten langs beide zijden van de betrokken straten. De bovenkant van het tijdelijk schot moet hoger reiken dan het bestaande waterpeil in de gracht en mag niet hoger reiken dan het maaiveldpeil langs de grachten om wateroverlast te vermijden. De precieze plaatsing van de tijdelijke schotten in de grachten moet door de aannemer op terrein worden bepaald. De schotten moeten na de bemalingswerken integraal verwijderd worden door de aannemer.
• De bemalingen voor fasen 12, 13, 16, 19, 20 worden buiten het vegetatieseizoen (buiten maart-augustus) uitgevoerd omwille van poelen, SBZ-H en overige droogtegevoelige vegetaties. Hiermee wordt ook de periode van ei-afzet en larvale periode van amfibieën vermeden. In september mogen de werken opgestart worden. Bijkomende mildering is mogelijk door Slangbeek en het lozen van het bemalingswater in de langsgrachten.
• Er wordt geen beschoeiing in de grachten voorzien.
ADVIES
Uit bovenstaande motiveringen blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening.
Bijgevolg adviseert de omgevingsambtenaar het dossier gunstig voor een bronbemaling te Hasseltse Beverzakstraat, Zonhovenstraat en Vliegveldstraat, in functie van de geplande wegenis- en rioleringswerken, voor een debiet van 3903 m³/dag, 1.017.626 m³/jaar, mits volgende voorwaarden:
• De in de MER-ontheffing voorgestelde projectgeïntegreerde maatregelen moeten worden nageleefd.
• Bij de monitoring van het bemalingswater wordt gecontroleerd op de voorgestelde verontreinigingsparameters. Wanneer de invloedstraal van bemaling tot in de PFAS-no regret zone reikt, dient ook een analyse van de mogelijke PFAS verontreiniging te gebeuren (43 parameters).
Resultaten van het openbaar onderzoek
Er werden geen bezwaren ingediend.
Bespreking van de adviezen
• Het advies van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur) d.d. 13 februari 2025 is voorwaardelijk gunstig.
• Het advies van Fluvius System Operator d.d. 18 februari 2025 is voorwaardelijk gunstig.
• Het advies van Fluxys NV. d.d. 6 februari 2025 is gunstig.
• Het advies van de Hulpverleningszone Zuid-West Limburg d.d. 19 februari 2025 luidt geen bezwaar.
• Het advies van De Watergroep d.d. 14 februari 2025 is voorwaardelijk gunstig.
• Het advies van De Wyre d.d. 3 maart 2025 is voorwaardelijk gunstig.
8. ADVIES GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake milieu en ruimtelijke ordening, en dat het gevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, mits het opleggen van voorwaarden.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert volgende voorwaarden op te leggen:
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college van burgemeester en schepenen volgt integraal het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar omtrent het sluiten van het openbaar onderzoek en tot het afleveren van een voorwaardelijk gunstig advies.
Het college van burgemeester en schepenen adviseert het dossier voorwaardelijk gunstig mits het opleggen van voorwaarden, nl.:
Stedenbouwkundige voorwaarden
Bijzondere milieuvoorwaarden