Bij besluit van 27 november 2023 heeft de raad voor maatschappelijk welzijn het begrip 'dagelijks bestuur' vastgesteld inzake de bevoegdheidsverdeling tussen de raad en het vast bureau, alsmede de verrichtingen die uitgesloten zijn van de visumverplichting. Het bijgevoegde besluit is ongewijzigd t.a.v. de versie d.d. 27 november 2023 en dient als herbevestiging van de gemaakte afspraken voor de nieuwe legislatuur. Het begrip dagelijks bestuur wordt als volgt bepaald:
Zijn niet uitgesloten van het visum van de financieel directeur:
De raad voor maatschappelijk welzijn besluit de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting op 27 november 2023 met betrekking tot de definiëring van dagelijks bestuur en de bepalingen van een voorafgaand visum van de financieel directeur op te heffen en te vervangen door de volgende artikels.
Het begrip 'dagelijks bestuur', conform artikel 78, 9° van het decreet lokaal bestuur inzake de bevoegdheidsverdeling tussen de raad voor maatschappelijk welzijn en het vast bureau wordt vastgesteld als volgt :
- Alle opdrachten waarvoor kredieten in het exploitatiebudget zijn voorzien.
- Alle opdrachten met een waarde lager dan of gelijk aan € 30.000 (exclusief BTW) waarvoor kredieten in het investeringsbudget zijn voorzien.
Het vast bureau is derhalve bevoegd om voor de verrichtingen van dagelijks bestuur zoals omschreven in artikel 2, de plaatsingsprocedure evenals de opdrachtdocumenten te bepalen, binnen de perken van de in het meerjarenplan ingeschreven kredieten.
De raad voor maatschappelijk welzijn beschouwt de overeenkomsten en protocollen opgesteld in het kader van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van 27 april 2016 en de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens als dagelijks bestuur.
De verrichtingen met betrekking tot het dagelijks bestuur waarvan het bedrag niet hoger is dan € 15.000 (excl. BTW) worden vrijgesteld van het visum van de financieel directeur. Om te bepalen of een verrichting uitgesloten is van een voorafgaandelijke visumverplichting dient rekening gehouden te worden met de volledige looptijd van de voorgenomen beslissing.
Volgende categorieën van verrichtingen kunnen niet worden uitgesloten van de visumverplichting (besluit Vlaamse regering over beleids- en beheerscyclus van lokale besturen) :
- de aanstelling van statutaire personeelsleden
- de aanstelling van contractuele personeelsleden van onbepaalde duur
- de aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode van één jaar of meer (uitgezonderd tewerkstelling met toepassing van artikel 60 §7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW)
- de verbintenissen waarvan het bedrag hoger is dan € 50.000
- de verbintenissen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar en waarvan het jaarlijkse bedrag hoger is dan € 25.000
- de investeringssubsidies waarvan het bedrag hoger is dan € 10.000
Bij opeenvolgende contracten voor de aanstelling van contractuele personeelsleden voor dezelfde functie wordt de totale duur voor toepassing.